Gepubliceerd op maandag 6 januari 2025
IT 4707
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch ||
3 dec 2024
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 3 dec 2024, IT 4707; ECLI:NL:GHSHE:2024:3837 (appellanten tegen geïntimeerde ), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-dwaling-bij-aankoop-internetonderneming

Geen dwaling bij aankoop internetonderneming.

Hof 's-Hertogenbosch 3 december 2024, IT 4707; ECLI:NL:GHSHE:2024:3837 (appellanten tegen geïntimeerde) Appellanten hebben een internetonderneming gekocht van geïntimeerde. De helft moest vooraf en de rest later betaald worden. Na de overname ontdekten appellanten dat een groot deel van de Instagram volgers van de onderneming nep was, wat volgens hen een belangrijke factor was bij de aankoopbeslissing. Appellanten vernietigden de koopovereenkomst buitengerechtelijk op grond van dwaling en eisten terugbetaling van de eerste termijn. De kantonrechter wees hun vorderingen af. Het hof oordeelt dat de verkoper zijn mededelingsplicht niet heeft geschonden, omdat er geen bewijs is dat hij bewust onjuiste informatie over de Instagram-volgers heeft verstrekt. Het hof stelt vast dat appellanten onvoldoende hebben aangetoond dat de nepvolgers de waarde van de onderneming significant beïnvloeden. De deskundige vond geen bewijs voor een substantieel aantal gekochte volgers, en de engagement rate van de volgers was hoog. Het beroep op dwaling door de appellanten wordt afgewezen, omdat zij niet aannemelijk hebben gemaakt dat de koopovereenkomst onder een onjuiste voorstelling van zaken tot stand is gekomen.

3.14. Dat door [geïntimeerde] ‘nep-volgers’ zijn gekocht of dat buitensporig veel volgers nep/bots zijn, is door [geïntimeerde] gemotiveerd betwist. Uit het deskundigenrapport blijkt niet dat [geïntimeerde] ‘nep-volgers’ heeft gekocht of dat buitensporig veel volgers nep/bots zijn (zie rechtsoverweging 3.3.6.). Weliswaar bestond een deel van de volgers van [de V.O.F.] uit ‘nep-accounts’, maar volgens de deskundige zijn er allerlei ‘bots en fake accounts die ook ongevraagd accounts volgen’. Uit het deskundigenrapport blijkt dat het aantal ‘nep accounts’ voor kleine accounts circa 10-25% is. De deskundige heeft voorts overwogen: “De geleverde analyses geven geen definitief uitsluitsel over aantal volgers die niet een bot zijn, of fake accounts zijn. [de V.O.F.] lijkt zeker aan de bovenkant van of boven het gemiddelde van zo’n 25% te zitten, maar niet alarmerend en zeker niet de helft. Zie ook de engagement rate die boven de markt ligt (wat goed is) en wat bijna niet haalbaar is met vooral fake accounts.”. Naar het oordeel van het hof kan, gelet op hetgeen de deskundige heeft verklaard, niet worden aangenomen dat een wezenlijk deel van de Instagram volgers niet authentiek was. 

3.20. Het beroep op wederzijdse dwaling strandt eveneens. Als er al vanuit zou moeten worden gegaan dat sprake was een onjuiste voorstelling omtrent het aantal volgers (of de samenstelling) van het Instagram-account, dan blijkt niet dat die onjuiste veronderstelling voor [geïntimeerde] relevant zou zijn geweest bij de totstandkoming van de koopovereenkomst. De door [appellanten] aangevoerde grondslagen bedrog, non-conformiteit en onrechtmatige daad kunnen niet tot toewijzing van zijn vorderingen leiden, nu [appellanten] hiervoor dezelfde feiten en omstandigheden heeft aangedragen. Het hof verwijst naar hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van het beroep op dwaling. Daarbij merkt het hof op dat door [appellanten] niet is toegelicht hoe de gebruikmaking van een bot of andere tool tot een hogere (artificiële) waarde van de onderneming zou kunnen leiden. Het deskundigenbericht spreekt dit bovendien tegen: “fake following (…) zorgt voor lagere engagement en dus ook voor lagere score in het algoritme en dus voor minder succes” (antwoord op vraag 3). Nu de vordering van [appellanten] niet toewijsbaar is, betekent dit dat de vordering van [geïntimeerde] in reconventie terecht is toegewezen door de kantonrechter en [appellanten] terecht in de kosten in eerste aanleg is veroordeeld.