Rectificatie niet toegewezen bij negatieve uitlatingen op Facebook over hondenfokker
![Klik voor grotere versie](/img/custom/upload/Griffie-5d80a574-b780-4985-ba8a-798ac35ff8c2.jpg)
Vzr. Rechtbank Limburg 18 augustus 2020, IT 3223; ECLI:NL:RBLIM:2020:6117 (Eisers tegen gedaagde) Kort geding. Mediarecht. Onrechtmatige uitlatingen. Gedaagde heeft bij eisers een pup van het ras Australian Shepherd gekocht. Kort erna is de pup ziek geworden en moest deze worden ingeslapen. Gedaagde heeft toen op Facebook een bericht geplaatst waarin zij zich negatief uitlaat over eisers. Eisers vorderen a) gedaagde te verbieden zich op een dergelijke manier uit te spreken jegens eisers, b) gedaagde te gebieden de negatieve berichtgeving van Facebook en/of Instagram te halen en c) een rectificatie openbaar op Facebook te plaatsen. Bij beantwoording van de vraag of de uitlatingen onrechtmatig zijn, dient voorop gesteld te worden dat uit de grondwettelijk en verdragsrechtelijk gewaarborgde vrijheid van meningsuiting voortvloeit dat een ieder het recht heeft om gedachten en gevoelens van welke inhoud dan ook, te uiten. Dit recht kan enkel worden beperkt in het geval iemands eer en goede naam op onrechtmatige wijze wordt aangetast. Vordering a) wordt afgewezen, omdat deze te ruim geformuleerd is. Vordering b) wordt afgewezen, omdat eisers onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat gedaagde zich in de toekomst nog een keer op zo’n manier zal uitlaten over eisers. Vordering c) wordt afgewezen, omdat de voorzieningenrechter vindt dat rectificatie geen passende oplossing is. Hierbij kan in het midden worden gelaten of de uitlatingen onrechtmatig zijn. De voorzieningenrechter oordeelt dat het effect van een eventuele rectificatie zodanig gering is dat het geen passende oplossing biedt. Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.