Rectificatie als proportioneel middel nu beschuldigingen over (mede-eigenaar van) Sint Martinus University ongefundeerd zijn
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 19 oktober 2016, IT 2166; ECLI:NL:OGEAC:2016:107 en ECLI:NL:OGEAC:2016:108 (mede-eigenaar van Sint Martinus University tegen gedaagde en Sint Martinus University N.V. tegen gedaagde). Rectificatie. Ongefundeerde beschuldigingen. Eisers in deze zaken zijn de Sint Martinus University en een mede-eigenaar van Sint Martinus University (SMU), een medische school op Curaçao. Beschuldigingen van gedaagde aan het adres van eiseres houden in dat eiseres het systeem bedriegt door illegale medewerkers aan te stellen en documenten van studenten uit India vervalst, om meer studenten te werven en dus meer geld te verdienen. Sint Martinus University stelt dat de school schade lijdt, zowel financieel als wat betreft de eer en goede naam. Ook wat betreft de mede-eigenaar gaat het om zware beschuldigingen die een ernstige inbreuk vormen op de goede naam van eiseres, maar waarmee - indien ze juist zijn - ook een ernstige misstand aan de kaak zou worden gesteld. Eisers vorderen rectificatie van deze beschuldigingen. Het gerecht stelt dat het uiten van deze ongefundeerde beschuldigingen onrechtmatig is. Het is in het belang van eisers noodzakelijk dat een en ander wordt rechtgezet. Rectificatie is daartoe een adequaat middel en ook proportioneel, voor zover de rectificatie wordt beperkt tot de digitale krant waarin gedaagde de beschuldigingen heeft geuit.
16 en 17 november - CLI-Conference 1st Annual Conference of the Centre for Law and Internet Law and Society in the Digital Era
Amsterdam, 16/17november 2016. Society is changing fast under the influence of the digital revolution and developments in the field of a.o. Big Data and artificial intelligence. Data, including personal data, are the new natural source of the global economy and the basis for government surveillance, as will be demonstrated by Head of the Dutch General Intelligence and Security Service Rob Bertholee. EU copyright reform and future developments in this field will be presented by Séverine Dusollier, Professor of Intellectual Property Law. The issue of personal data protection reform in the digital society will be addressed by Paul de Hert, Professor at VUB, Associated Professor at Tilburg Institute for Law, Technology and Society Ethical dilemmas of Big Data and new technologies will be the topic of the contribution of Hans Schnitzler free-lance philosopher and author of “Het digitale proletariaat”. Serge Gijrath and Judica Krikke will refl ect on the challenges of technology from an attorney perspective. Lees meer
Vragen aan HvJ over de hoedanigheid als 'consument' bij zakelijke gebruik privé-Facebookaccount
HvJ EU, 3 november 2016, IEFBE 1987; IT 2163; C-498/16 (X tegen Facebook Ireland) Social media. Consumenten. Ten behoeve van die voorgenomen procedures, voorlichting en bewustmaking heeft verzoeker een vereniging (zonder personeel en zonder winstoogmerk) opgezet. Zijn klacht luidt dat verweerster talrijke inbreuken pleegt op gegevensbeschermings-rechtelijke regelingen die in de OOS (en andere) databeschermingswetten zijn verankerd. De internationale bevoegdheid van de rechter ontleent verzoeker aan het forum consumentis (verzoeker is OOS staatsburger). Maar verweerster stelt dat verzoeker zich wegens zijn commerciële activiteiten daarop niet kan beroepen en wegens de on-overdraagbaarheid van forum consumentis kan verzoeker geen gebruik maken van de aan hem gecedeerde rechten. De rechter in eerste aanleg wijst de vordering af op grond van het beroepsmatige gebruik van Facebook door verzoeker. Het oordeel na beroep is voor beide partijen aanleiding beroep in Revision aan te vragen. Partijen zijn het niet eens dat verzoeker een consument is. Verzoeker baseert zich daarbij op de overeenkomst met verweerster inzake zijn particuliere facebookaccount, en die tussen de cedenten en verweerster. Op grond van de huidige stand van de jurisprudentie kan de rechter geen zekerheid geven over in hoeverre een consument die door andere consumenten rechten aan hem laat cederen om deze gezamenlijk geldend te maken zich op ‘ forum consumentis’ kan beroepen. Hij legt de volgende vragen voor aan het HvJEU:
Bijdrage ingezonden door: Huub de Jong en Lisa Molenaars, Louwers IP|Technology Advocaten
Europese Hof van Justitie: Dynamisch IP-adres is persoonsgegeven
Op 19 oktober 2016 oordeelde het Europese Hof van Justitie (HvJ EU) in het Breyer/ Duitsland arrest (IT 2155, red.) dat dynamische IP-adressen persoonsgegevens kunnen zijn in de zin van de Privacyrichtlijn 95/46. Deze richtlijn is geïmplementeerd in onze Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
Hieronder zal kort uiteengezet worden hoe het HvJ EU tot haar oordeel is gekomen en wat dit voor de praktijk betekent ('lees meer', red.)
Geen onrechtmatige daad voor verspreiden van privacygevoelige informatie nu het gaat om zaaddonor die Asperger syndroom verzwijgt
Rechtbank Rotterdam 26 oktober 2016, IEF 16346; IT 2161; ECLI:NL:RBROT:2016:8270 (verspreiding privacygevoelige informatie zaaddonor) Schending privacy. Internetzaaddonor. Man en vrouw hebben samen een dochter. De man was actief als (internet)zaaddonor. Na beëindiging van deze relatie komt de vrouw erachter dat meerdere kinderen die door de zaaddonor verwekt zijn een vorm van autisme hebben. Een andere persoon was door de man niet geïnformeerd over het feit dat hij was gediagnosticeerd met het syndroom van Asperger en hij had gesteld dat ik erfelijk gezien geen rol kan spelen. Deze persoon was boos dat de man haar dit verzwegen had nu ook haar kind, een kind van de zaaddonor, een vorm van autisme heeft. De vrouw geeft aan deze persoon privacygevoelige informatie door over de man. Media zijn geïnformeerd en die hadden belangstelling voor de zaak. Zo verschijnt hierover een artikel met een foto van de man in het AD en heeft het programma ‘Undercover in Nederland’ een aflevering gewijd aan de man. De man vordert nu voor recht te verklaren dat de vrouw onrechtmatig heeft gehandeld en schade dient te vergoeden en daarnaast dat de vrouw een publicatie- dan wel verspreidingsverbod wordt opgelegd. In de context waarin de vrouw contact met de andere vrouw gezocht heeft en vervolgens de privacygevoelige informatie heeft verstrekt, acht de rechtbank dit niet onrechtmatig. Ook heeft gedaagde niet onrechtmatig gehandeld wat betreft het openlijk verhaal doen aan een journalist van het AD en interview met Undercover in Nederland, omdat de vrouw mocht menen dat het niet aan de man was om deze relevante informatie achter te houden voor de wensmoeders en deze correct geïnformeerd een beslissing behoorden te kunnen nemen over het gebruik van zijn zaad.
Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Josine Smits, BINGH Advocaten
Werkgever aansprakelijk voor schade door illegale download van werknemer
Rechtbank Overijssel 26 oktober 2016, IEF 16340; IT 2160; ECLI:NL:RBOVE:2016:4111 (Siemens tegen X) Auteursrechtinbreuk software. Werkgeversaansprakelijkheid voor het downloaden van (illegale) software in privétijd. Werknemer van X gebruikt privélaptop (ook) voor zijn werk. Hij heeft een nieuwere versie van de software van Siemens gedownload en geïnstalleerd op zijn privélaptop; een auteursrechtinbreuk. Voor het aannemen van een 'functioneel verband' staat een fout buiten werktijd, of het op een andere plaats dan waar de ondergeschikte normaal werkzaam is, niet in de weg. Evenmin is het doorslaggevend of een fout is gemaakt met gebruikmaking middelen door de werkgever ter beschikking gesteld. Binnen X wordt (een oudere versie van) de software gebruikt voor de taken van de werknemer, wat de kans vergroot dat de werknemer een illegale versie nodig heeft. Het schriftelijk verbieden om software en apps te downloaden, leidt er niet toe dat X niet aansprakelijk is. Er kan een functioneel verband worden aangenomen, omdat binnen X (oudere) software wordt gebruikt voor de taken die werknemer heeft. Op grond van artikel 6:170 BW is X aansprakelijk voor alle schade die Siemens als gevolg van het onrechtmatig handelen van werknemer heeft geleden. Siemens zal akte nemen over de wijze van schadebegroting ex a-grond uit artikel 13 Handhavingsrichtlijn. De rechtbank staat tussentijds beroep toe.
HvJ EU: Halfjaarlijkse abonnementsprijs voor decodeerkaart niet (duidelijk) vermelden is een oneerlijke handelspraktijk
HvJ EU 26 oktober 2016, IEF 16338; IT 2159; ECLI:EU:C:2016:800 (Canal Digital Danmark A/S) Oneerlijke handelspraktijken. Reclame voor een satelliettelevisieabonnement – Abonnementsprijs die, naast de maandelijkse prijs, een halfjaarlijkse prijs omvat voor de kaart die nodig is om de uitzendingen te decoderen – Niet-vermelding van de halfjaarlijkse prijs of minder in het oog springende presentatie ervan dan van de maandelijkse prijs – Misleidende handeling – Misleidende omissie – Richtlijnbepaling die alleen is omgezet in de voorbereidende werkzaamheden voor de nationale uitvoeringswet en niet in die wet zelf. HvJ EU:
Uitreiking Hans Frankenprijs 3 november 2016
De Stichting Geschillenoplossing Automatisering (SGOA) reikt voor de tweede keer de Hans Frankenprijs uit. Deze prijs is dé scriptieprijs voor HBO-/WO-studenten die in de afgelopen twee jaar de meest innovatieve afstudeerscriptie op het gebied van ICT-recht hebben geschreven. Het programma:
Software gebruik na het beëindigen van de samenwerking
Rechtbank Gelderland 24 augustus 2016, IEF 2156; ECLI:NL:RBGEL:2016:5198 (DEVINE SOFTWARE DEVELOPMENT B.V. tegen gedaagde) Het gaat in deze zaak onder andere om de vraag of het gebruik van software na het beëindiging de samenwerking in het kader van onderneming studie- en huiswerkbegeleiding onrechtmatig is. Daarnaast is de vraag aan de orde of het achterhouden van de boekhouding onrechtmatig is. Van onrechtmatig gebruik van de software door ondernemingen van gedaagde is sprake als het gebruik van de software is verkregen van een partij die daar niet toe gerechtigd is, in casu anderen dan DSD. De enkele ontkenning van gedaagde dat het pakket nog door zijn ondernemingen of door derden met zijn toestemming gebruikt wordt is niet voldoende om de vordering van DSD in zoverre af te wijzen. DSD zal in de gelegenheid gesteld worden haar vordering nader te onderbouwen en te specificeren en bij volgehouden betwisting bewijs bij te brengen.
HvJ: Website exploitant kan gerechtvaardigd belang hebben om persoonsgegevens te bewaren ter beschermen tegen cyberaanvallen
HvJ EU 18 oktober 2016, zaak C‑582/14; IT 2155; IEFBE 1968 (Patrick Breyer tegen Bundesrepublik Deutschland) Verwerking van persoonsgegeven. In deze zaak gaat het om de vraag of dynamische IP‑adressen een persoonsgegeven zijn in de zin van artikel 2, onder a), van richtlijn 95/46/EG. Voor het antwoord daarop moet eerst worden bepaald hoe relevant het daarvoor is dat de aanvullende gegevens die nodig zijn voor de identificatie van de gebruiker, niet in het bezit zijn van de eigenaar van de website, maar van een derde (concreet, de internetprovider).
HvJ EU: In het vandaag uitgesproken arrest antwoordt het Hof in de eerste plaats dat een dynamisch IP- adres dat door een „aanbieder van onlinemediadiensten” (dat wil zeggen door de exploitant van een website, in casu de Duitse federale instellingen) wordt geregistreerd telkens als zijn voor het publiek toegankelijke website wordt bezocht, ten aanzien van de exploitant een persoonsgegeven vormt wanneer deze over wettige middelen beschikt waarmee hij de bezoeker kan identificeren aan de hand van extra informatie die bij diens internetprovider berust.