Openbaarmaking van persoonsgegevens van vennoten met indirecte deelnemingen in beleggingsfondsen kan gerechtvaardigd zijn
HvJ EU 12 september 2024, IT 4621; ECLI:EU:C:2024:738 (HTB tegen Müller en Ökorenta). In deze uitspraak beantwoordt het Europese Hof een aantal door de Duitse rechter ingediende prejudiciële vragen. De vragen vloeien voort uit de zaak tussen HTB enerzijds en Müller en Ökorenta anderzijds. HTB en Ökorenta zijn beleggingsvennootschappen die elk via een fiduciaire vennootschap een indirecte deelneming in beleggingsfondsen bezitten. Deze beleggingsfondsen worden georganiseerd in de vorm van een commanditaire vennootschap. De Duitse rechter vraagt zich af of de AVG zo moet worden uitgelegd dat, op verzoek van een vennoot van een beleggingsfonds, de persoonsgegevens van alle vennoten met indirecte deelnemingen in dat fonds openbaar moeten worden gemaakt. Naar Duits recht is dit wel gebruikelijk, maar de Duitse rechter heeft er twijfels over of de Duitse rechtspraak verenigbaar is met artikel 6 van de AVG.
AVG-recht van inzage moet wijken voor het belang van Bunq om aan de wettelijke Wwft-plichten te voldoen
Rb. Den Haag 9 september, IT 4620; ECLI:NL:RBDHA:2024:14477 (Verzoeker tegen Bunq B.V.). Verzoeker is klant van Bunq. Bunq heeft de bankrekeningen van verzoeker geblokkeerd, omdat hij niet heeft gereageerd op het herhaaldelijke verzoek om bepaalde documenten toe te sturen. Verzoeker verstrekt de documenten daarna alsnog en de blokkade wordt opgeheven. Verzoeker vraagt Bunq vervolgens om inzage in alle van hem verwerkte gegevens, onder andere met betrekking tot de blokkering van zijn rekeningen. Bunq doet als verzocht, maar verzoeker stelt dat er gegevens ontbreken. Verzoeker stapt naar de rechter. In de tussentijd heeft Bunq aanvullende gegevens verstrekt die Bunq in relatie tot verzoeker heeft verwerkt. Desondanks vraagt verzoeker aan de rechtbank om Bunq op te dragen hem volledige inzage te verschaffen in zijn persoonsgegevens, inclusief de gegevens die zijn verwerkt als onderdeel van het besluitvormingsproces rondom de blokkade en de opheffing daarvan. Verzoeker legt daaraan ten grondslag dat Bunq onzorgvuldig te werk is gegaan, onder andere door het gebruik van geautomatiseerde besluitvorming. Bunq stelt daarentegen dat zij voldoende tegemoet is gekomen aan het inzageverzoek en dat er geen sprake is geweest van geautomatiseerde besluitvorming.
Recht op vernietiging van persoonsgegevens vervalt wanneer een derde aanmerkelijk belang heeft bij die gegevens
Rb. Rotterdam 21 augustus 2024, IT 4619; ECLI:NL:RBROT:2024:8250 (Verzoekster tegen Veilig Thuis). Verzoekster heeft een dochter voor wie zij een omgangsregeling heeft afgesproken met haar (voormalige) partner, de vader van haar dochter. Op 18 oktober 2022 heeft verzoekster een melding gedaan bij Veilig Thuis, omdat zij zich zorgen maakte over de veiligheid van haar dochter wanneer zij bij haar vader verbleef. Naar aanleiding van deze melding heeft Veilig Thuis één dossier voor het hele gezin aangemaakt (inmiddels zijn dit drie dossiers). Later zijn er verschillende andere meldingen gemaakt, zowel door verzoekster, als door haar partner en de politie. Er zijn daarbij veel contactmomenten geweest. Op 12 december 2023 heeft Veilig Thuis een melding gedaan bij het Jeugdbeschermingsplein en naar aanleiding daarvan is een onderzoek gestart. Verzoekster heeft Veilig Thuis vervolgens verzocht om een van de dossiers over haar gezin volledig te laten verwijderen, maar Veilig Thuis heeft dit verzoek afgewezen, met name uit anticipatie op een mogelijke situatie van kindermishandeling. Verzoekster stapt naar de rechtbank en verzoekt daar hetzelfde, inclusief met betrekking tot een tweede dossier. Subsidiair verzoekt zij dat Veilig Thuis wordt bevolen om specifiek haar persoonsgegevens uit de twee dossiers te verwijderen.
Vordering tot toelating tot het YouTube Partner Program wordt afgewezen
Vzr. Rb. Amsterdam 2 augustus 2024, IT 4616; ECLI:NL:RBAMS:2024:4917 (Stichting BLCKBX tegen Google). BLCKBX is een mediabedrijf dat verschillende actualiteitenprogramma’s produceert. Deze worden onder andere via een YouTube-kanaal ter beschikking gesteld. De videoplatformdienst YouTube wordt aangeboden door Google. Om gebruik te maken van de diensten van YouTube moeten gebruikers een gebruikersovereenkomst aangaan met YouTube. Gebruikers die zelf content maken krijgen de mogelijkheid inkomsten te genereren via het YouTube-partnerprogramma (hierna: YPP). BLCKBX is toegelaten tot het YPP, maar de deelname is door YouTube tot twee keer toe beëindigd wegens schendingen van het beleid. De nieuwe aanmeldingen door BLCKBX zijn afgewezen door YouTube.
HvJ EU bevestigt miljardenboete voor Google wegens oneerlijke voordeelpositie
HvJ EU 10 september 2024, IT 4618; ECLI:EU:C:2024:726 (Google Shopping). Het Hof heeft de boete van 2,4 miljard euro voor Google bevestigd vanwege machtsmisbruik door het bevoordelen van zijn eigen productvergelijkingsdienst ten koste van concurrenten. Google en moederbedrijf Alphabet hadden hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht, maar het Hof wees dit af. De zaak begon in 2017, toen de Europese Commissie Google strafte voor het prominenter tonen van resultaten van zijn eigen dienst in zoekresultaten, terwijl die van concurrenten minder zichtbaar waren en konden worden weggedrukt door Google's algoritmen. Dit gebeurde op markten in dertien Europese landen. In 2021 bevestigde het Gerecht deze boete grotendeels, maar stelde dat Google’s gedrag op de algemene zoekmarkt geen mededingingsbeperkende gevolgen had. Desondanks oordeelde het Hof nu dat Google door zijn machtspositie te misbruiken, oneerlijke concurrentie bevorderde, wat tegen de Europese mededingingsregels ingaat.
HvJ EU: Ierland verleende onrechtmatige staatssteun; Apple moet 13 miljard euro terugbetalen
HvJ EU 10 september 2024, IT 4617; ECLI:EU:C:2024:724 (Europese Commissie tegen Ierland e.a.). Het Hof heeft definitief uitspraak gedaan en bevestigt het besluit van de Europese Commissie uit 2016 dat Ierland Apple onrechtmatige staatssteun heeft verleend. Tussen 1991 en 2014 genoten Apple-vennootschappen belastingvoordelen via twee fiscale rulings die de belastbare winst in Ierland beperkten. De Commissie oordeelde dat deze voordelen, die gebaseerd waren op de behandeling van winsten uit intellectuele-eigendomslicenties, in strijd waren met de Europese staatssteunregels. Ierland moet daarom €13 miljard aan belastingvoordelen van Apple terugvorderen. In 2020 vernietigde het Gerecht het besluit van de Commissie, omdat het vond dat de Commissie onvoldoende had bewezen dat er sprake was van een selectief belastingvoordeel. Het Hof heeft nu die uitspraak herzien en het oordeel van de Commissie hersteld. Het Hof stelt dat de winsten uit Apple’s activiteiten buiten de Verenigde Staten terecht aan Ierland hadden moeten worden toegerekend voor belastingdoeleinden, en steunt daarmee de oorspronkelijke bevindingen van de Commissie.
AVG-recht van inzage omvat ook de verwerkte persoons- en loggegevens die buiten het medisch dossier vallen
Hof Arnhem-Leeuwarden 26 augustus 2024, IT 4615; ECLI:NL:GHARL:2024:5384 (Verzoeker tegen Stichting Sint Antonius Ziekenhuis). Verzoeker in deze zaak is de vader van een meisje dat tijdelijk opgenomen is geweest in het Antonius Ziekenhuis (hierna Antonius), omdat zij te vroeg was geboren. Zijn dochter is daar bovendien een aantal jaar in behandeling geweest. Bij de eerste tijdelijke opname was een maatschappelijk werker betrokken in wie verzoeker zijn vertrouwen later heeft opgezegd. In de jaren daarna heeft verzoeker diverse klachten geuit richting Antonius. Ondanks een mediationtraject dat partijen samen hebben gevolgd, zijn partijen niet tot een oplossing gekomen. Verzoeker is vervolgens naar de rechtbank gestapt, waar hij heeft verzocht dat Antonius wordt verplicht om inzage te verlenen in de complete dossiers van zijn dochter, inclusief alle contactmomenten, correspondentie en verslagleggingen. Daarnaast heeft hij toegang gevorderd tot alle persoonsgegevens van zijn dochter, de logoverzichten betreffende de dossiers van zijn dochter en de registratiegegevens van de betrokken zorgverleners. De rechtbank heeft alle verzoeken afgewezen. Verzoeker gaat daartegen in hoger beroep.
Nieuw op IE-C.nl: inleidend commentaar op AI Act
Per 1 augustus 2024 is de AI Act in werking getreden. De AI Act is een belangrijke stap van de Europese Commissie om een geharmoniseerd regelgevend kader te creëren voor kunstmatige intelligentie (AI) binnen de Europese Unie. De AI Act heeft als doel de interne markt beter te laten functioneren door een uniform wettelijk kader vast te stellen voor de ontwikkeling, het op de markt brengen, het in gebruik nemen en het gebruik van AI-systemen binnen de Europese Unie.
Wilt u meer weten over de AI Act, zoals de achtergrond, het toepassingsbereik en de kernprincipes én bent u ook benieuwd naar de invloed van de AI (Act) op IE-rechten? Op onze databank IE-C staat een uitgebreid inleidend commentaar op de AI Act. Het commentaar leest u hier.
Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren
Vzr. Rb. Amsterdam 9 juli 2024, IEF 22216, IT 4612; ECLI:NL:RBAMS:2024:4501 (Eisers tegen FTM). Dit kort geding gaat over het publiceren van het artikel “Hoe arbeidsmigranten werden misbruikt bij de aanvraag van NOW-subsidies” door Follow The Money (hierna: FTM). [bedrijf 1] is een uitzendbureau dat met name arbeidsmigranten in kassen en bij plantenkwekers in het Westland bemiddelt. In het artikel wordt [bedrijf 1] genoemd. Het artikel stelt verschillende misstanden aan de kaak, onder andere over fraude. Later publiceerde FTM een vervolg artikel met de titel “Haagse ondernemersfamilie gebruikte miljoenen aan coronasteun voor zichzelf”. [bedrijf 1] vordert in dit kort geding dat FTM verboden wordt om zich smadelijk, lasterlijk en/of tendentieus uit te laten over [bedrijf 1] en de artikelen te rectificeren. Het spoedeisende belang volgt uit het feit dat de artikelen nog altijd online staan en [bedrijf 1] daar hinder van ondervindt. Een afweging van de conflicterende belangen van de partijen resulteert in de conclusie van de voorzieningenrechter dat de publicaties niet onrechtmatig zijn. De inhoud is niet onnodig grievend en er wordt geen inbreuk gemaakt op de privacy van de betrokken familie.
Uber krijgt 290 miljoen euro boete voor ‘zeer ernstige’ AVG-schending
AP 22 juli 2024, IT 4611 (Autoriteit Persoonsgegevens tegen Uber). De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: AP) legt Uber een boete op van 290 miljoen euro. Het bedrijf heeft namelijk twee jaar lang persoonsgegevens van EU-taxichauffeurs doorgegeven aan de Verenigde Staten (hierna: VS) zonder daarbij aan de AVG te voldoen. Het gaat onder andere om locatiegegevens, foto’s, betaalgegevens, ID's en in sommige gevallen zelfs strafrechtelijke en medische gegevens. Aangezien de VS het door de AVG vereiste beveiligingsniveau voor persoonsgegevens niet waarborgen, is het aan Uber om passende maatregelen te treffen wanneer zij persoonsgegevens naar de VS verzendt. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat het door de AVG gewaarborgde beveiligingsniveau alsnog wordt behaald. De AP constateert dat Uber tussen augustus 2021 en eind 2023 geen passende maatregelen heeft getroffen, ondanks het feit dat zij persoonsgegevens naar de VS heeft verzonden. Hiervoor krijgt Uber een boete opgelegd van iets minder dan één procent over haar jaaromzet (zo'n 34,5 miljard euro). Dit komt uit op de hoogste boete die de AP ooit heeft opgelegd. Uber laat in een persverklaring weten dat zij in beroep gaat tegen de boete, desnoods bij de rechter. Volgens haar bestond er in de genoemde periode onduidelijkheid over de privacyregels en heeft zij naar beste weten en kunnen gehandeld.