Gepubliceerd op woensdag 16 juli 2025
IT 4913
Rechtbank Amsterdam ||
4 jul 2025
Rechtbank Amsterdam 4 jul 2025, IT 4913; ECLI:NL:RBAMS:2025:4663 (Eiser tegen Risepoint), https://itenrecht.nl/artikelen/consument-krijgt-op-grond-van-avg-inzage-in-transactiegegevens-van-unibet-ondanks-beroep-op-maltees-recht

Consument krijgt op grond van AVG inzage in transactiegegevens van Unibet ondanks beroep op Maltees recht

Rb. Amsterdam 4 juli 2025, IT ; ECLI:NL:RBAMS:2025:4663 (Eiser tegen Risepoint). Eiser, een consument, had vóór 1 oktober 2021 deelgenomen aan online kansspelen bij Unibet, geëxploiteerd door Risepoint Limited, destijds onderdeel van Kindred Group. Unibet beschikte in die periode niet over een vergunning van de Nederlandse Kansspelautoriteit. Eiser wilde zijn netto-verlies terugvorderen, stellende dat de kansspelovereenkomsten nietig zijn wegens strijd met de Wet op de Kansspelen. Om zijn vordering te onderbouwen, verzocht eiser Risepoint om inzage in zijn transactiegegevens. Risepoint weigerde deze gegevens te verstrekken, onder meer met een beroep op juridische restricties volgens de Maltese wet en de AVG. Eiser vordert in dit kort geding dat Risepoint binnen 14 dagen zijn transactiegegevens zou verstrekken, op straffe van een dwangsom. Daarnaast vordert hij een verbod op vernietiging van de betreffende gegevens en vergoeding van proceskosten. Risepoint voert aan dat het verzoek prematuur was, dat Maltees recht van toepassing is en dat de gevraagde gegevens niet hoefden te worden verstrekt vanwege een beperking in de Maltese Uitvoeringswet.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek van eiser als een AVG-verzoek is aan te merken en aan de juiste partij is gericht. De transactiegegevens kwalificeren als persoonsgegevens in de zin van de AVG, en Risepoint is (mede) verwerkingsverantwoordelijke. Op grond van artikel 15 AVG heeft eiser recht op inzage in zijn persoonsgegevens, waaronder de transactiegegevens. Het beroep van Risepoint op de Maltese Uitvoeringswet en de daarin opgenomen beperking werd verworpen. De rechter overwoog dat deze beperking niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 23 AVG, omdat het de essentie van het recht op inzage aantast en niet noodzakelijk of proportioneel is. Ook het argument dat afgifte van de gegevens de bewijspositie van Risepoint zou schaden, wordt onvoldoende geacht. De rechter stelt vast dat eiser zijn rechten ten aanzien van beide verwerkingsverantwoordelijken kan uitoefenen. De vordering tot inzage wordt toegewezen, waarbij Risepoint de gegevens in een gestructureerde, gangbare en machineleesbare vorm moet verstrekken. De gevorderde dwangsom wordt eveneens toegewezen. De vordering tot het verbieden van vernietiging van de gegevens wordt afgewezen, omdat Risepoint had toegezegd de gegevens niet te vernietigen en eiser door toewijzing van de hoofdvordering zelf over de gegevens zou beschikken. Eiser heeft recht op inzage in zijn transactiegegevens op grond van de AVG, ondanks het verweer van Risepoint gebaseerd op buitenlands recht en vermeende juridische restricties.

4.7. Uitgaande van de toepasselijkheid van Maltees recht overweegt de voorzieningenrechter dat niet kan worden uitgesloten dat de beperking waarop Risepoint zich beroept in strijd is met de voorwaarden die artikel 23 AVG stelt aan het opleggen van beperkingen. Met die beperking wordt immers de essentie van het recht op inzage aangetast. De beperking is noodzakelijk noch proportioneel. Hetgeen Risepoint in dit kader heeft aangevoerd, te weten dat afgifte van de gegevens haar bewijsrechtelijke positie verslechtert, dat Risepoint hierdoor wordt aangetast in haar vrijheid van ondernemerschap en dat de afhandeling door Risepoint van meer dan 8.000 inzageverzoeken een disproportionele administratieve last vormt, is hiertoe onvoldoende. [eiser] heeft in zijn dagvaarding verwezen naar besluiten van de Maltese autoriteit persoonsgegevens waaruit volgt dat een beroep op de desbetreffende beperking niet werd gehonoreerd. Risepoint heeft daartegenin gebracht dat tegen die besluiten beroepsprocedures lopen. De theoretische mogelijkheid van een andere uitkomst van die beroepsprocedures doet echter niet af aan het oordeel van de voorzieningenrechter dat Risepoint voorshands geen beroep toekomt op de beperking die voortvloeit uit de Maltese Uitvoeringswet. De voorzieningenrechter ziet ook geen aanleiding hierover prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van EU, zoals door Risepoint voorgesteld.