Onverwachte wending in eerste Amerikaanse rechtszaak over tekst- en datamining voor generatieve AI
District Court, D. Delaware 22 augustus 2024, IEF 22204, IEFbe 4610, IT 3772 (Thomson Reuters tegen Ross Intelligence). Is tekst- en datamining van auteursrechtelijk beschermde werken voor de ontwikkeling van generatieve AI toegestaan onder Amerikaans recht? Even leek het erop dat we daarover uitsluitsel zouden krijgen: deze week zou in het teken staan van de eerste rechtszaak tussen auteursrechthebbenden enerzijds en generatieve AI-exploitanten anderzijds sinds de generatieve AI-explosie van anderhalf jaar geleden. Het gaat om de zaak tussen Thomson Reuters (hierna: Thomson) en Ross Intelligence (hierna: Ross), waarbij Ross de database van Thomson heeft gescraped voor de ontwikkeling van een AI-gedreven zoekmachine. Ross beroept zich ter verdediging onder andere op het fair use beginsel. De zaak is van groot belang omdat deze illustratief is voor 28 andere zaken die momenteel ook aanhangig zijn bij de Amerikaanse rechter (waaronder die tegen OpenAI, Stability AI en Midjourney). Een rechterlijke uitspraak zou niet alleen houvast bieden aan de partijen in deze zaken, maar zou bovendien de juridische status van tekst- en datamining met betrekking tot generatieve AI in het algemeen kunnen ophelderen en toekomstige geschillen kunnen voorkomen. Fair use is immers een open begrip, dat in een concrete toepassingsvorm als deze pas invulling krijgt als de rechter (samen met een jury) daarover een oordeel velt. Helaas ziet het ernaar uit dat een dergelijk oordeel nog langer op zich laat wachten: de rechter heeft de hoorzitting van deze week uitgesteld en partijen verzocht om verzoeken in te dienen voor een verkorte behandeling van de zaak. De reden is niet direct duidelijk, maar het lijkt erop dat de rechter auteursrechtinbreuk heeft vastgesteld en dat zij een behandeling voor de jury niet langer nodig acht. Of deze lijn met betrekking tot tekst- en datamining in het algemeen zal worden doorgetrokken, zal in de toekomst moeten blijken.
Partner van overledene krijgt geen toegang tot haar chatgeschiedenis op Facebook
Rb. Amsterdam 31 juli 2024, IT 4609; ECLI:NL:RBAMS:2024:4729 (Eiser tegen Meta). Deze zaak draait om de vraag of een erfgenaam recht heeft op toegang tot het Facebookaccount van een overledene. De partner van eiser is overleden ten gevolge van zelfdoding. Dit gebeurde zeer plotseling en eiser wil dan ook graag toegang tot de chatgeschiedenis van zijn partner om hierdoor te kunnen achterhalen waarom dit is gebeurd. Dit is echter niet in lijn met het beleid dat Meta hanteert wanneer er een gebruiker overlijdt. Dit beleid houdt namelijk in dat de pagina van de overledene kan worden omgezet naar een herdenkingspagina waarbij iemand wordt aangewezen om deze te beheren. Deze gebruiker kan echter niet inloggen en chatberichten lezen. Het verzoek van eiser om dit toch te kunnen is door Meta afgewezen. Bij de rechter vordert eiser alsnog de verstrekking van de inloggegevens. Hij zegt dat hij als erfgenaam een zwaarwegend belang heeft bij volledige toegang en dat de overeenkomst tussen Meta en zijn vrouw op grond van het BW is overgegaan op hem.
DeLex zoekt juridisch redactioneel stagiair vanaf oktober 2024
Wil jij je als student verdiepen in de laatste ontwikkelingen binnen de vakgebieden Intellectuele Eigendom, ICT-recht en Privacy?
Kom dan vanaf oktober 2024 (precieze datum in overleg) stagelopen bij deLex! DeLex is een juridische uitgeverij gericht op juridische professionals in deze vakgebieden. Zo beheren wij de online databases IE-forum.nl en ITenrecht.nl, geven we een aantal vakbladen uit en verzorgen we congressen en andere opleidingen.
Tijdens de stage maak je kennis met de werkzaamheden binnen een juridische uitgeverij. Je werkt drie maanden nauw samen met de uitgever en andere (web)redacteuren die je de kneepjes van het vak snel bijbrengen. Daarnaast bieden de congressen je de kans om te netwerken en de IE-community te leren kennen. Veel van onze stagiaires werken inmiddels bij bekende advocatenkantoren, instanties en bedrijven.
Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025
Meer uit jezelf halen, je eigen praktijk versterken en leren van vakgenoten samen met vakgenoten? Dit kan met de leergang 'IE- en procesrecht in de commerciële praktijk' van de Mr. S.K. Martens Academie.
Maandag 7 november start de nieuwe lichting van klas 2024-2025. In 8 masterclasses en 4 online sessies ontdek je nieuwe processtrategieën en leer je snel tot concrete adviezen te komen. Ook dit jaar biedt de opleiding een mix aan fascinerende sprekers uit praktijk, wetenschap en rechterlijke macht bij elkaar die elk vanuit een andere invalshoek vertellen wat de inzichten, procesrechttechnieken en principes van het intellectuele eigendomsrecht zijn.
De nadruk ligt op de commerciële implicaties van de verschillende IE-rechten. We werken in kleine groepen met veel ruimte voor eigen inbreng en interactie. Zo leer je ook van elkaar en breid je tevens jouw professionele netwerk uit.
Werk samen met gelijkgestemden en leer van de besten uit het vakgebied. Krijg tips en tricks, verdiep je kennis en vergroot je professionele netwerk. Kortom: neem deel aan de klas van 2024-2025. Wees er snel bij voor de start op 7 november. Kom zelf, kom samen of tip een collega!
Benieuwd naar het programma, naar de ervaringen van studenten, of naar een offerte op maat? Stuur ons een mail of check de website. Neem voor meer vragen contact op met Claudia Zuidema of Vivien Rörsch.
Oud-werknemer moet publicaties over werkgever en collega’s verwijderen
Vzr. Rb. Rotterdam 6 augustus 2024, IT 4606; ECLI:NL:RBROT:2024:7481 (Stedin tegen gedaagde). Gedaagde is een voormalig medewerker van Stedin. Zijn contract werd niet verlengd nadat er klachten waren binnengekomen over agressief en bedreigend gedrag. Deze gebeurtenis leidde ertoe dat gedaagde zijn oude teamleider een Whatsappbericht stuurt met daarin 40 onderwerpen die naar buiten zullen komen wanneer ze “er samen niet uit zouden komen”. Waar ze precies uit moeten komen, wordt niet duidelijk. Gedaagde gaat echter verder en publiceert op zijn website artikelen die inhoudelijk betrekking hebben op zijn werk en de slechte werkomgeving. Het gaat hierbij onder andere over fraude, ongepast gedrag jegens gedaagde en andere ernstige beschuldigingen. Stedin vordert in reactie hierop een gebod tot verwijdering van al dit soort artikelen en de plaatsing van een rectificatie.
Geslaagd beroep op dwaling door verborgen kosten koppeling software
Rb. Amsterdam 26 juli 2024, IT 4605; ECLI:NL:RBAMS:2024:4655 (RentVisie tegen gedaagde). Gedaagde is verhuurder van auto’s. RentVisie levert verhuursoftware. Tijdens een avond waar RentVisie deze software presenteerde, hebben gedaagde en RentVisie elkaar gesproken. Dit gesprek ging onder andere over SnelStart, een factuur- en boekhoudprogramma dat gedaagde gebruikt voor zijn administratie. Na verdere besprekingen en onderhandelingen zijn de partijen tot een overeenkomst gekomen voor de levering van verhuursoftware. Gedaagde was hierbij in de veronderstelling dat er een koppeling gemaakt zou kunnen worden tussen SnelStart en de verhuursoftware. Nagenoeg een jaar na het sluiten van de overeenkomst heeft RentVisie medegedeeld dat voor deze koppeling een importtool nodig is en dat de prijs hiervoor minimaal 25 euro per maand is. Gedaagde heeft naar aanleiding hiervan per mail medegedeeld dat hij de overeenkomst wil opzeggen.
E-mail die Marktplaats stuurde is niet alleen informatief
RCC CvB 7 augustus 2024, RB 3848, IT 4604; 2024/00078 (Marktplaats tegen Klager). Klager heeft van Marktplaats een e-mail ontvangen waarin staat dat PostNL de tarieven voor het versturen van een pakket heeft verhoogd. Dit blijft niet beperkt tot feitelijke informatie, maar hier staat ook in dat de verzendlabels van Marktplaats hierdoor voordeliger zijn dan die van PostNL. De Commissie heeft hierover geoordeeld dat dit een wervende tekst is en er daarmee sprake is van reclame in de zin van artikel 1.2 sub a van de Code e-mail. Klager heeft geen toestemming gegeven voor dit soort e-mails, waardoor Marktplaats in strijd heeft gehandeld met artikel 1.3a van de Code e-mail. In appel stelt Marktplaats dat de Commissie de e-mail ten onrechte heeft aangemerkt als reclame. Zelfs als dit wel als reclame aangemerkt moet worden, heeft de Commissie nagelaten om de uiting in het licht van de gehele e-mail te beoordelen, die informatief van aard is.
Foto’s en video moeten van social media verwijderd worden
Vzr. Rb. Rotterdam 8 augustus 2024, IT 4603; ECLI:NL:RBROT:2024:7395 ([persoon A] tegen [persoon B]). Vonnis in verzet in kort geding. De zaak gaat over beschuldigingen op sociale media platform door persoon B over persoon A. Persoon A heeft een Stichting waar persoon B een tijd als vrijwilliger voor heeft gewerkt. Na een geschil waar de politie bij betrokken was legde persoon B deze werkzaamheden neer en heeft hierna persoon A op sociale media ervan beschuldigd dat zij de AVG zou schenden, haar aanstaande ex-man wil omleggen, een prostituee is en harddrugs en drank gebruikt. Hiertegen is persoon A een kort geding procedure begonnen waarin verstekvonnis is gewezen. Hierin is bepaald dat persoon B alle uitingen diende te verwijderen en een rectificatie moet plaatsen. Tegen dit vonnis komt persoon B in verzet.
Twitter heeft niet voldaan aan inzageverzoek
Rb. Amsterdam 4 juli 2024, IT 4602; ECLI:NL:RBAMS:2024:4019 (Verzoeker tegen Twitter).
Het Twitter-account van verzoeker is opgeschort nadat hij een tweet plaatste waarin het woord kinderporno stond. Dit bericht ging over de Europese plannen tegen kinderporno en linkte naar een artikel van de NOS. Hier kwam verzoeker pas achter nadat andere gebruikers hem niet meer konden vinden. Daarom heeft verzoeker een inzageverzoek in de zin van artikel 15 AVG ingediend bij Twitter, om er zo achter te komen waarom deze beperking opgelegd was. Dit verzoek bevatte specifieke punten waar verzoeker informatie over wilde. Hier is door Twitter niet op ingegaan. Wel is de beperking opgeheven. Verzoeker verzoekt de rechtbank om Twitter te bevelen alsnog inhoudelijk te reageren op het inzageverzoek, omdat hier tot nu toe nog niet aan voldaan is. Het gaat hierbij om inzage in geautomatiseerde besluiten, de logica daarachter, het belang daarbij en de verwachte gevolgen.
Oneerlijkheid van eiser jegens Rabobank heeft inschrijving van persoonsgegevens in het externe waarschuwingssysteem tot gevolg
Rb. Midden-Nederland 26 juni 2024, IT 4599; ECLI:NL:RBMNE:2024:4225 (Eiser tegen Rabobank). Eiser heeft als zzp’er via een overeenkomst van opdracht voor Rabobank gewerkt. Voor het sluiten van die overeenkomst is eiser gevraagd om haar nevenfuncties op te geven. Niet alleen heeft zij dit niet gedaan, maar bovendien heeft zij na aanvang van haar werkzaamheden meermaals schriftelijk in strijd met de waarheid verklaard dat zij geen nevenfuncties had. Rabobank zag zich hierdoor genoodzaakt om de overeenkomst met eiser te beëindigen en de gegevens van eiser voor de duur van twee jaar laten registreren in het Incidentenregister en het Extern Verwijzingsregister (EVR), alsmede voor de duur van acht jaar in het Intern Verwijzingsregister (IVR). Eiser vordert in kort geding dat Rabobank deze registraties verwijdert omdat die volgens haar onrechtmatig en disproportioneel zijn.