Gepubliceerd op dinsdag 15 juli 2025
IT 4910
Rechtbank Den Haag ||
2 jul 2025
Rechtbank Den Haag 2 jul 2025, IT 4910; ECLI:NL:RBDHA:2025:11810 (VerifyIP tegen KPN), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-vernietigt-nederlands-deel-van-octrooi-van-kpn

Rechtbank vernietigt Nederlands deel van octrooi van KPN

Rb. Den Haag 2 juli 2025, IEF 22800, IT 4910; ECLI:NL:RBDHA:2025:11810 (VerifyIP tegen KPN). VerifyIP treedt in deze procedure op krachtens lastgeving van Oppo. VerifyIP is een Nederlandse vennootschap die het doel heeft om het Nederlandse deel van Europees octrooi EP 033 van KPN te vernietigen. Tot de stand van de techniek behoort een Amerikaanse octrooiaanvrage (hierna: Mooney) voor een octrooi op een methode voor het verstrekken van toegangsinformatie aan een toegangsterminal. In deze procedure vordert VerifyIP vernietiging van het Nederlandse deel van EP 033. Op de prioriteitsdatum zou het octrooi niet nieuw en niet inventief zijn gelet op onder meer Mooney en de GPRS-standaard. Daarnaast zou het octrooi toegevoegde materie bevatten. KPN voert het verweer dat VerifyIP niet-ontvankelijk is en/of dat de vorderingen moeten worden afgewezen.

Octrooi EP 033 ziet op het tijdsgebonden verlenen (of weigeren) van toegang aan een terminal/mobiel station tot een telecommunicatienetwerk. Het probleem dat met deze vinding wordt opgelost is het toenemen van de vraag naar datacapaciteit in telecommunicatienetwerken. EP 033 telt 14 conclusies waarvan conclusie 1 en 11 zelfstandige netwerk-conclusies zijn. Conclusies 13 en 14 zijn de zogeheten terminal-conclusies. In de conclusies wordt het reguleren van de toegang bij zowel network attach en PDP context onder bescherming gesteld. KPN verdedigt het octrooi in beperkte vorm, waarin de conclusies worden beperkt tot network attach requests. Dit zou volgens VerifyIP leiden tot ontoelaatbare uitbreiding van de beschermingsomvang, maar daar gaat de rechtbank niet in mee.

Kenmerk 2 van de conclusies 13 en 14 is een eigenschap van de terminal en houdt in dat het gaat om terminals die zijn ingericht om machine-to-machine (M2M) toepassingen uit te voeren, waarbij geen onmiddellijke gegevensoverdracht nodig is. Mooney beschrijft dit kenmerk al, dus kenmerk 2 is niet nieuw. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat kenmerken 8 en 9 van conclusie 13 (grant access time interval) ook niet nieuw zijn, want Mooney beschrijft al terminals die een bericht ontvangen met daarin een tijdslot waarin ze opnieuw mogen proberen toegang te krijgen. Kenmerken 8 en 9 van conclusie 14 (access deny time interval) zijn wel nieuw, want Mooney beschrijft alleen toestemming, dus wanneer een terminal wél mag proberen. Een verbod op toegang wordt in Mooney niet geopenbaard.

Tot slot heeft KPN betoogd dat Mooney het octrooi niet kan anticiperen, omdat daarin niet wordt geopenbaard dat een toegangsverzoek van een terminal kan worden geweigerd in de attach-fase, waartoe het hoofdverzoek nu juist is beperkt. Mooney gaat volgens KPN enkel over het weigeren van toegang tot een dataverbinding (PDP context), niet over het initiële verbinden met het netwerk (network attach). De rechtbank gaat hier niet in mee. Mooney maakt duidelijk onderscheid tussen idle terminals en active terminals. Idle terminals zijn nog niet verbonden met het netwerk en moeten eerst een toegangsverzoek doen (zoals een network attach) om actief te worden. Pas daarna kan de terminal een dataverzoek doen (PDP context). De gemiddelde vakman zal begrijpen dat dit impliceert dat de terminal eerst moet ‘attachen’ en dat het octrooi en Mooney in dit opzicht vergelijkbaar zijn. Hiermee oordeelt de rechtbank dat kenmerken 5, 6 en 9 van conclusies 13 en 14 van octrooi EP 033 niet nieuw zijn, omdat deze al worden geopenbaard in Mooney.

De rechtbank komt tot het oordeel dat conclusie 13 van EP 033 volledig wordt geanticipeerd door Mooney. Omdat conclusie 13 afhankelijk is van conclusie 1, en die kenmerken daarin ook zitten, geldt voor conclusie 1 hetzelfde: ook die is niet nieuw. Conclusies 2 en 14, die zien op een access deny time interval, zijn niet duidelijk en ondubbelzinnig geopenbaard in Mooney, maar om vanuit Mooney tot een access deny interval te komen in plaats van een grant access interval, is voor de hand liggend voor de gemiddelde vakman. Dus conclusies 2 en 14 van EP 033 zijn niet inventief. De rechtbank vernietigt het Nederlandse deel van EP 033 en veroordeelt KPN in de proceskosten.

4.30. Mooney openbaart als voorbeelden van ‘access terminals’ in de zin van die aanvrage onder meer smart phones (in [0029]). De vakpersoon weet dat een smart phone op de prioriteitsdatum zowel M2M toepassingen als toepassingen die wel onmiddellijke overdracht vereisen, kan uitvoeren. Dat is door KPN ook niet betwist.

4.31. Zoals hiervoor opgemerkt, was een smart phone uit de stand van de techniek, waarop Mooney onder meer ziet, in staat om M2M applicaties uit te voeren. Die apparaten zijn daartoe dan ook geconfigureerd in die zin dat geen nadere aanpassingen van die terminals nodig is om M2M applicaties te kunnen uitvoeren, waarmee dit kenmerk geopenbaard is.

4.48. Conclusies 2 en 14 zien op een access deny time interval. Hiervoor is vastgesteld dat zo’n interval niet duidelijk en ondubbelzinnig is geopenbaard in Mooney. Om uitgaande van Mooney te komen tot een access deny interval in plaats van een grant access interval, is niet inventief. Mooney, gepubliceerd eind oktober 2007 en dus minder dan een jaar voor de onbetwiste prioriteitsdatum van het octrooi, ligt op hetzelfde terrein als EP 033 en ziet op de oplossing van een vergelijkbaar probleem, waarmee het een realistisch uitgangspunt is voor inventiviteit. Het verschilkenmerk is dan dat Mooney een grant access time interval openbaart en niet een access deny interval. Voor zover aan dit verschil al een technisch effect kan worden toegekend, is dit het bieden van een alternatief voor het verschaffen van een grant access time slot. De vakpersoon zal dan zonder inventieve werkzaamheden komen tot de complementaire situatie, te weten een access deny time slot.

Daarmee valt ook het doek voor conclusies 2 en 14.