Gepubliceerd op dinsdag 8 juli 2025
IT 4904
Rechtbank Rotterdam ||
13 jun 2025
Rechtbank Rotterdam 13 jun 2025, IT 4904; ECLI:NL:RBROT:2025:6817 (eiser tegen het college van B&W), https://itenrecht.nl/artikelen/beroepen-tegen-besluiten-op-inzageverzoeken-avg-zijn-ongegrond

Beroepen tegen besluiten op inzageverzoeken AVG zijn ongegrond

Rb. Rotterdam 13 juni 2025, IT 4904; ECLI:NL:RBROT:2025:6817 (eiser tegen het college van B&W). Eiser heeft twee verzoeken gedaan om inzage in de contacthistorie tussen eiser en de gemeente en verwerkte persoonsgegevens in Suwinet. Het college van B&W van de gemeente (hierna: het college) heeft vervolgens besluiten genomen. Hierop heeft eiser gereageerd, beroep ingesteld en een nieuw inzageverzoek ingediend en daarbij expliciet vermeld dat dit een AVG-verzoek is. Daarna heeft eiser het college in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn inzageverzoek. Het college heeft vervolgens beslist op het inzageverzoek van eiser en het verzoek om persoonsgegevens inzake de contacthistorie toegekend. Wat het inzageverzoek om Suwinet-persoonsgegevens betreft, heeft het college verwezen naar een eerder besluit waarbij eiser de gegevens al heeft ontvangen. In reactie op het verzoek van eiser om een update van deze gegevens heeft het college toegelicht dat er in de tussentijd geen persoonsgegevens zijn verwerkt via Suwi-inkijk.

De rechtbank oordeelt dat eiser geen afzonderlijk belang heeft bij een beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig beslissen, omdat het college al heeft beslist. Dit beroep van eiser is wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk. Eiser voert verder aan dat het college geen volledige inzage heeft gegeven in zijn contacthistorie-persoonsgegevens, maar de rechtbank oordeelt dat het college met de gegeven toelichting in redelijkheid het standpunt mocht innemen dat op het moment van eisers AVG-verzoek geen verwerkte persoonsgegevens zijn gevonden. Eiser heeft zijn stelling dat er meer persoonsgegevens zouden moeten zijn dan opgenomen in de verstrekte verwerkingsoverzichten, zowel met betrekking tot de contacthistorie als Suwinet, niet aannemelijk gemaakt. De beroepen worden ongegrond verklaard.

9. Eiser voert aan dat het college geen volledige inzage heeft gegeven in zijn in de contacthistorie verwerkte persoonsgegevens. De rechtbank is van oordeel dat het college met de gegeven toelichting in redelijkheid het standpunt heeft mogen innemen dat op het moment van eisers AVG-verzoek (1 maart 2023) geen verwerkte persoonsgegevens zijn gevonden. Tijdens een eerdere bezwaarprocedure ten aanzien van de belhistorie zijn wel meer verwerkte persoonsgegevens van eiser gevonden. Het college heeft daarbij aannemelijk gemaakt dat dit uitsluitend komt door de overstap naar een nieuw systeem, omdat gegevens eerst werden gekoppeld aan de postcode en het huisnummer en in het nieuwe systeem worden gekoppeld met het BSN4. Voor wat betreft de alsnog in bezwaar verstrekte verwerkingsoverzichten Suwinet is de rechtbank van oordeel dat daarmee is voldaan aan het doel van artikel 15 van de AVG. Daarbij wordt een kopie verstrekt van de verwerkte persoonsgegevens.5 Volgens vaste rechtspraak6 betekent het recht op inzage niet dat een bestuursorgaan verplicht is een kopie te verstrekken van de (interne) documenten waarin die persoonsgegevens voorkomen. Een overzicht is dus voldoende. Eiser heeft met deze verwerkingsoverzichten inzicht gekregen in welke persoonsgegevens zijn gebruikt en wat het verwerkingsdoel is geweest. Eiser is hiermee dus in staat gesteld om zijn gegevens te controleren en om na te gaan of deze in overeenstemming met de AVG zijn verwerkt.

Eiser heeft zijn stelling dat er meer persoonsgegevens zouden moeten zijn dan opgenomen in de verstrekte verwerkingsoverzichten, zowel met betrekking tot de contacthistorie als Suwinet, niet aannemelijk gemaakt. Het college heeft, zoals hiervoor is overwogen, afdoende toegelicht waarom eiser heeft kunnen beschikken over meer gegevens uit de contacthistorie en de enkele overtuiging van eiser dat hij nog steeds niet al zijn verwerkte persoonsgegevens heeft ontvangen, maakt dit oordeel niet anders. Ook kan hier niet de conclusie aan worden verbonden dat sprake zou zijn van deelbesluiten. Gelet op de volledige heroverweging die plaatsvindt in bezwaar7 kunnen ook met of bij de beslissing op bezwaar meer persoonsgegevens worden verstrekt. Indien eiser het niet eens is met dit besluit, kan hij daartegen rechtsmiddelen aanwenden, wat hij ook heeft gedaan.

Voor zover eiser in beroep stelt dat hij recht heeft op inzage in de namen en personeelsdossiers van de ambtenaren die zijn persoonsgegevens hebben geraadpleegd en/of beoordeeld, constateert de rechtbank allereerst dat eiser hier niet om heeft verzocht in zijn AVG-verzoek van 1 maart 2023. Volledigheidshalve merkt de rechtbank nog op dat hierover naar aanleiding van een eerder door eiser ingediend AVG-verzoek (eveneens bij het college) al een oordeel is gegeven door de rechtbank.8 Naar het oordeel van de rechtbank is het bestreden besluit niet in strijd met het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel genomen. Ook is de rechtbank van oordeel dat niet is gebleken dat het college het evenredigheidsbeginsel zou hebben geschonden.