Rb. Zeeland-West-Brabant 21 februari 2024, IT 4737; ECLI:NL:RBZWB:2024:1831 (eiser tegen gedaagde) Eiseres in conventie heeft een offerte uitgebracht voor de implementatie van een ERP-oplossing, die door gedaagde in conventie werd ondertekend. Gedaagde in conventie was ontevreden over de voortgang en functionaliteit van de software, met name het bijhouden van de voorraad op partijniveau. Dit heeft geleid tot een geschil waarbij eiseres in conventie betaling van openstaande facturen vordert en gedaagde in conventie de overeenkomst wil vernietigen op grond van dwaling en terugbetaling van reeds betaalde bedragen eiste. Gedaagde in conventie stelt dat de software niet voldoet aan de verwachtingen en dat er geen volledige implementatie heeft plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelt dat eiseres in conventie recht heeft op betaling van de openstaande facturen, omdat er duidelijke afspraken zijn gemaakt over het uurtarief en de geleverde diensten. De kantonrechter wijst het beroep op dwaling van gedaagde in conventie af, omdat de teleurstelling over de functionaliteit van de software geen grond voor dwaling oplevert volgens artikel 6:228 lid 2 BW. Verder stelt de kantonrechter vast dat gedaagde in conventie in verzuim is geraakt door het niet tijdig betalen van de facturen, waardoor ook de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn. De vordering van eiseres in conventie wordt grotendeels toegewezen, de reconventionele vorderingen van gedaagde in conventie worden afgewezen.