Wet- en regelgeving  

IT 138

Update Privacyrichtlijn

De organisatie Statewatch heeft een gelekt concept van een van de eerste officiële documenten in verband met de update van de Privacyrichtlijn gepubliceerd: A Comprehensive Strategy on Data Protection in the European Union. Deze ‘Communication’ spreekt over twee doelen: ten eerste het veiligstellen van het vrije (internationale) verkeer van persoonsgegevens, en ten tweede het veiligstellen van fundamentele rechten, waaronder het recht op bescherming van persoonsgegevens. De Commissie noemt vijf zaken die speciale aandacht verdienen, waarvan de eerste ziet op technologische ontwikkelingen. In dit kader wijst de Commissie meteen op de eerste pagina expliciet op cloud computing, social networks, cookies en locatiegegevens van bijvoorbeeld smart phones. Zie de SOLV blog (via Wouter Dammers van SOLV).

Enkele citaten:

 

“Fifteen years later, this twofold objective is still valid and the principles enshrined in the Directive remain sound. However, rapid technological developments and globalisation have profoundly changed the world around us, and brought new challenges to the protection of personal data.

Indeed technology nowadays allows individuals to disseminate information about their behaviour and preferences easily and make it publicly and globally available on an unprecedented scale. Social networking sites, with hundreds of millions of members spread across the globe, are perhaps the most evident, but not unique, example of this phenomenon.

"Cloud computing" - i.e., Internet-based computing whereby software, shared resources and information are on remote servers ("in the cloud") - also poses challenges to data protection, as it involves the loss of individuals' control over their potentially sensitive information when they store their data with programs hosted on someone else's hardware. A recent study confirmed that there seems to be a convergence of views – of Data Protection Authorities, business associations and consumers' organisations – that risks to privacy and the protection of personal data associated with online activity are increasing.

At the same time, the means of collecting personal data have become increasingly sophisticated and less easily detectable: for example, the use of cookies allows economic operators to better target individuals online with advertisements, thanks to the monitoring of their web browsing (so-called "behavioural advertising") and the growing use of geo-location devices makes it easy to determine the location of individuals simply because they possess a

mobile phone. Public authorities also use more and more personal data for various purposes, such as tracing individuals in the event of an outbreak of a communicable disease, for preventing and fighting terrorism and crime more effectively, to administer social security schemes or for taxation purposes, in the framework of their e-government applications etc.”

 

“All this inevitably raises the question whether existing EU data protection legislation can still fully and effectively cope with these challenges. In order to address this question, the Commission launched a process of review of the current legal framework, which started with a high level conference in May 2009, followed by a public consultation until the end of 20093 and by more targeted stakeholders' consultations throughout 2010. A number of studies were also launched. The results of this process confirmed that the core principles of the Directive are still valid and that its technologically neutral character should be preserved. However, several issues have been identified as being problematic and posing specific challenges. These include:

• Addressing the impact of new technologies

Responses to the consultations, both from private individuals and organisations, have confirmed the need to clarify and specify the application of data protection principles to new technologies, in order to ensure that individuals' personal data are actually effectively protected, whatever the technology used to process their data, and that data controllers are fully aware of the implications of new technologies on data protection. It is to be noted that, in

the electronic communication sector, this has been addressed by Directive 2002/58/EC (socalled "e-Privacy" Directive), which particularises and complements the general Data Protection Directive.”

 

“Complexity is also growing due to globalisation and the development of technologies:

data controllers are increasingly operating in different Member States and jurisdictions, providing services and assistance around-the-clock. The Internet makes it much easier for data controllers established outside the European Economic Area (EEA) to provide services from a distance and to process personal data in a virtual environment; and cloud computing makes it difficult to determine the location of personal data and of equipments used at any given time.

However, the Commission considers that the fact that the processing of personal data is carried out by a data controller established in a third country should not deprive individuals of the protection to which they are entitled under the EU Charter of Fundamental Rights and EU data protection legislation.”

 

Lees hier het gehele document.

IT 133

Online ter hand stellen algemene voorwaarden - BW in strijd met Europees recht?

Recent is art. 6:234 BW aangepast. Algemene voorwaarden mogen ook online ter hand worden gesteld bij offline contracten, mits de wederpartij zich daarmee uitdrukkelijk akkoord heeft verklaard. Coen Drion betoogt in het NJB dat deze regeling strijdig is met de Dienstenrichtlijn. De Dienstenrichtlijn bepaalt immers dat een dienstverlener voorwaarden te allen tijde online beschikbaar mag stellen, ook bij offline transactie en ongeacht of de wederpartij daarmee instemt. 

Lees de column van Coen Drion hier. Conclusie van Drion:

"Is dit nu een ramp voor dienstverlenend Nederland omdat zij nu tussen de fysieke wal en het elektronisch schip zou zijn gevallen? Gelukkig valt dat waarschijnlijk wel mee. Immers, het nieuwe artikel 6:234 BW moet conform de Dienstenrichtlijn worden uitgelegd en het lijkt me niet dat het in dat artikel gewoon weer inlezen van het bepaalde onder (d) in de versie van 28 december 2009 contra legem zou zijn, als waar is dat het echt om een vergissing gaat.4 Maar helemaal zeker is dit niet."

Het oude art 6:234 (d) BW waar Drion op doelt luidde overigens als volgt:

“hetzij, indien er sprake is van algemene voorwaarden of bepalingen als bedoeld in artikel 6:230b onder 6, de voorwaarden op een van de in artikel 6: 230c bedoelde wijzen heeft verstrekt.” 

Vergelijk ook de blog van Dirkzwager, waarin, anders dan in de column van Drion, het volgende wordt geconcludeerd:

"Met de invoering van de nieuwe wettekst inzake dwingende bewijskracht elektronische akten verandert artikel 6:234 BW wederom. De in december 2009 ingevoerde regels voor het hanteren van algemene voorwaarden worden hierdoor weer ongedaan gemaakt. "

Dirkzwager plaatste al eerder een handig overzicht van de implicaties van de Dienstenrichtlijn voor het ter hand stellen van algemene voorwaarden. Zie hier.

Nu maar wachten op de eerste uitspraak over terhandstelling conform de Dienstenrichtlijn.

IT 116

Europese regelgeving tegen cyberaanvallen

Uit Brussel. De Europese Commissie wil Europa beter beschermen tegen cyberaanvallen. Op 30 september 2010 heeft de Commissie twee nieuwe maatregelen bekendgemaakt die ervoor moeten zorgen dat Europa zich kan verdedigen tegen aanvallen op zijn belangrijkste informatiesystemen. Het gaat om een voorstel voor een richtlijn over de aanpak van nieuwe vormen van computercriminaliteit, zoals grootschalige cyberaanvallen, en een voorstel voor een verordening ter versterking en modernisering van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA). Met dank aan Eva de Vries, Vondst Advocaten.

Lees het persbericht en het richtlijnvoorstel aanpak computercriminaliteit. Meer over versterking ENISA.

IT 95

Voorontwerp wijziging van de Auteurswet en ZZP'er in de IT.

Tot 1 oktober is een voorontwerp van het wetsvoorstel tot wijziging van de Auteurswet beschikbaar voor consultatie. De wetgever gaat in het voorstel echter voorbij aan het verschil in verdienmodel in de verschillende sectoren waarop het auteursrecht doorwerkt.

De Auteurswet is van toepassing op ‘makers van een werk’. Hierbij kan men denken aan schrijvers, tekenaars, schilders, muzikanten maar ook aan programmeurs en grafisch ontwerpers. Van deze beroepsgroepen heeft de een meer behoefte aan bescherming dan de ander. Vooral in de muziekindustrie worden beginnende artiesten niet zelden geconfronteerd met machtige platenmaatschappijen welke hun rechten praktisch gratis opkopen. Om dergelijke praktijken tegen te gaan bevat het voorontwerp een algemene regeling voor het zeer diverse rechtsgebied van het auteursrecht. Met name op het gebied van het auteurscontractrecht worden de nodige wijzigingen voorgesteld.

Hier zal niet verder worden ingegaan op de verschillen in verdienmodel, onderhandelingspositie of behoefte aan bescherming van diverse sectoren maar zullen enkele van de gevolgen van het wetsvoorstel voor de zelfstandige zonder personeel (zzp’er) in de IT branche worden beschouwd.  Bovendien zullen de recent gepubliceerde Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (Arbit) worden bekeken aan de hand van het voorontwerp van de Auteurswet.

Het (niet) overdragen van auteursrechten.

Het wetsvoorstel is er op gericht de contractuele positie van de natuurlijk persoon als maker van een auteursrechtelijk beschermd werk te versterken. Een van de instrumenten hiervoor is dat een maker - natuurlijk persoon -, zelfs als deze gehandeld heeft in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf (denk aan freelancers / zzp’ers), de auteursrechten op zijn werk niet kan overdragen. Voor een bedrijf met rechtspersoonlijkheid blijft het wel mogelijk om auteursrechten over te dragen. Ditzelfde geldt voor auteursrechten op werken gemaakt door een werknemer in opdracht van een werkgever. Auteursrechten op computerprogrammatuur worden in het wetsvoorstel aan deze uitzonderingen toegevoegd. Bij auteursrechtelijk beschermde werken in de IT branche kan echter aan meer worden gedacht dan computerprogrammatuur; denk aan adviezen, rapporten en bijvoorbeeld websites. Een zzp’er kan zijn rechten op laatstgenoemde werken niet langer overdragen als het voorontwerp tot wet verheven wordt. Dit zou niet per definitie een probleem opleveren ware het niet dat het voorstel wat licentieverlening betreft ook regels stelt.

Alternatief voor overdracht: het verlenen van gebruikslicenties.

Omdat overdracht van auteursrechten door een natuurlijk persoon, ook al handelt deze in de uitoefening van beroep of bedrijf, wordt uitgesloten, is de zelfstandige aangewezen op licentieverlening. Wat licentieverlening betreft verandert er het volgende als het voorstel wet zal worden:

• Exclusieve licentieovereenkomsten voor een periode langer dan vijf jaar kunnen door de licentiegever tegen het einde van elk vijfde jaar worden opgezegd. 

• Makers hebben het recht op een billijke vergoeding voor het verlenen van een exclusieve licentie. Een vergoeding wordt geacht billijk te zijn, indien de hoogte daarvan is vastgesteld door de Minister van OCW in overleg met de Minster van Justitie. De Minister van OCW zal alleen een billijke vergoeding vaststellen op gezamenlijk verzoek van een branchevereniging van makers en een exploitant of een vereniging van exploitanten van deze werken. 

• De rechter kan een exclusieve licentieovereenkomst op het verzoek van de maker te zijner gunste wijzigen, indien de vergoeding die hij ontvangt een ernstige onevenredigheid vertoont.
 
• De maker kan de licentieovereenkomst ontbinden indien de exclusieve licentienemer het werk niet binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst exploiteert.
 
• Een exclusief licentiebeding is vernietigbaar indien het voor een onredelijk lange of onvoldoende bepaalde termijn aanspraak maakt op toekomstige werken van de maker.

Deze voorschriften komen de licentiegever alleen maar ten goede zou men in eerste instantie kunnen denken. Helaas kennen wij het principe van marktwerking, een voorbeeld:
Een opdrachtgever benadert een zzp’er voor de ontwikkeling van een website. Deze zzp’er kan zijn auteursrechten op de ontwikkelde website niet aan de opdrachtgever overdragen en zal dus een licentie verstrekken. De opdrachtgever is hier niet blij mee, de eigendom van zijn website ligt dan immers bij een persoon buiten zijn bedrijf. De opdrachtgever zal bovendien een exclusieve licentie verlangen, op een concurrent met een soortgelijke website zit hij namelijk niet te wachten.
Vervolgens zal de opdrachtgever een licentie onder ogen krijgen welke om de vijf jaar opnieuw moet worden verstrekt. Bij het opnieuw verstrekken van de licentie loopt hij het risico te worden geconfronteerd met verhoogde licentiebedragen. Als de opdrachtgever, omdat de zaken even minder gaan, het online zetten van de website uitstelt kan de licentieovereenkomst worden ontbonden. Als de zaken beter gaan dan verwacht loopt de opdrachtgever het risico dat de rechter hem verplicht meer te betalen voor de licentie.
Wat doet de opdrachtgever, hij besteedt de ontwikkeling van de website uit aan een bedrijf dat rechtspersoonlijkheid bezit zodat hij de auteursrechten wel kan overnemen en alle risico’s vermijdt. De zzp’er staat met lege handen omdat ook dit andere bedrijf hem, vanwege bovenstaande, niet zal inhuren.

Het gevolg van de wijzigingen in de Auteurswet is dat, als er al wordt overgegaan tot licentieverstrekking, een licentie van een zzp’er in waarde zal dalen. Een licentienemer bedenkt zich immers wel drie keer voordat hij betaalt voor een licentie waarbij veel macht in handen van de licentiegever blijft. De verbeterde bescherming van de auteursrechten van een natuurlijk persoon leidt zo, voor de zzp’er in de IT, tot minder verdiensten.

Geen ontkomen aan de Auteurswet en haar gevolgen.

In een overeenkomst uitwijken naar een ander rechtstelsel dan het Nederlandse om zo toch auteursrechten over te dragen is geen oplossing. Als de overeenkomst geheel of in overwegende mate in Nederland ten uitvoer wordt gebracht zijn de voorschriften in de auteurswet van kracht. Vanuit een ander land de werkzaamheden verrichten lost dus niets op. Van deze bepaling kan door de maker geen afstand worden gedaan, zelf als hij dat zou willen.
De activiteiten onderbrengen in een B.V. is slechts een gedeeltelijke oplossing voor het probleem. Auteursrechten worden niet vatbaar voor overdracht dus alle rechten op reeds geproduceerde werken blijven bij de zzp’er. Vanuit de B.V. kunnen dan geen rechten op werken geproduceerd in het verleden worden overgedragen.
Het niet kunnen overdragen van het auteursrecht brengt bovendien met zich mee dat een natuurlijk persoon op deze rechten geen pand of hypotheek kan laten vestigen. Vestigen van dergelijke zekerheidsrechten kan namelijk alleen op overdraagbare goederen. Een pand of hypotheekrecht is voor een bank een belangrijke voorwaarde voor financiering. Een zzp’er kan, na invoering van de wijzigingen zoals voorgesteld, zijn auteursrechten niet als onderpand aanbieden bij de bank. Dit terwijl juist zzp’ers voor verdere professionalisering van hun dienstverlening en bedrijfsvoering dikwijls externe financiering nodig hebben.
‘Ik ben de maker van een werk en eigenaar van de auteursrechten, ik heb niet het recht om mijn eigen werk inclusief rechten te verkopen of als zekerheid beschikbaar te stellen.’ Deze bizarre stelling is grofweg een van de uitkomsten van het voorontwerp van de nieuwe Auteurswet. Historisch gezien is eigendom echter een recht waarbij bezit, exploitatie, belasting en overdracht naar goeddunken van de eigenaar kunnen worden geregeld.

De voorgestelde Auteurswet en de Arbit.

De overheid zou de zzp’er de helpende hand kunnen bieden door bij overheidsopdrachten zzp’ers dezelfde kansen te geven als bedrijven met rechtspersoonlijkheid (hiertoe is de overheid sowieso verplicht). Het tegenovergestelde is echter waar wanneer men het voorstel tot wijziging van de Auteurswet naast de Arbit legt. De Arbit betreft standaard ICT inkoopvoorwaarden van de overheid.
Op grond van artikel 8 van de Arbit dienen intellectuele eigendomsrechten bij voorbaat aan de overheid te worden overgedragen zodra er sprake is van een prestatie welke specifiek voor de overheid is ontworpen of gemaakt. Deze bepaling staat haaks op het voorstel tot wijziging van de Auteurswet waarin overdracht van auteursrechten door natuurlijke personen, ook als zij handelen in de uitoefening van beroep of bedrijf, onmogelijk is. Zoals besproken kunnen bedrijven met rechtspersoonlijkheid hun auteursrechten wel overdragen en kunnen dus, in tegenstelling tot een zzp’er, aan bovenstaande bepaling voldoen.
De zzp’er kan niet meer dan gebruikslicenties verschaffen. Bij het bepalen van de omvang van de gebruikslicenties vereist artikel 43 van de Arbit verlening van een ‘eeuwigdurend en onherroepelijk’ gebruiksrecht. De Auteurswet kent voor een maker zijnde een natuurlijk persoon slechts een gebruiksrecht van maximaal 5 jaar en onherroepelijk is dit gebruiksrecht allerminst. Ook met de overheid zelf als klant is licentieverlening geen afdoende alternatief voor de overdracht van auteursrechten.

Als men de Arbit als uitgangspunt neemt, heeft de onmogelijkheid tot overdracht van auteursrechten en de beperkingen op de licentieverlening discriminatie bij het plaatsen van overheidsopdrachten tot gevolg. Zpp’ers zijn, bij invoering van de voorgestelde wijzigingen, niet in staat om aan de vereisten in de Arbit te voldoen terwijl bedrijven met rechtspersoonlijkheid dit wel kunnen. Een van de uitgangspunten van de Europese markt is het creëren van gelijke kansen voor alle ondernemers op deze markt. Het heeft er alle schijn van dat de overheid dit vergeten is bij het voorstel tot wijziging van de Auteurswet. Zoals eerder gezegd is het wetsvoorstel voorbijgegaan aan de verschillen tussen de sectoren waarop de Auteurswet invloed heeft. Muzikanten en kunstenaars hebben misschien behoefte aan een betere bescherming van hun auteursrechten maar voor de zzp’er in de IT branche en zijn opdrachtgever is het te hopen dat de voorgestelde wijzigingen geen doorgang vinden.
De overheid zelf is hier ook bij gebaat. De Nederlandse overheid maakt zich, bij daadwerkelijke invoering van de wet, schuldig aan discriminatie van natuurlijke personen bij het plaatsen van overheidsopdrachten welke de overdracht van auteursrechten of het verlenen van gebruikslicenties op auteursrechten verlangen.

Lees het voorontwerp wetsvoorstel en de toelichting erop hier.

Met dank aan Teun Burgers,
Cordemeyer & Slager Advocaten.

IT 10

Nieuwe Europese groepsvrijstelling: distributeur mag internet gebruiken

Met ingang van 1 juni 2010 gelden de nieuwe groepsvrijstelling voor verticale overeenkomsten, Verordening (EG) Nr. 330/2010, en bijbehorende Richtsnoeren. De nieuwe groepsvrijstelling is niet wezenlijk anders dan de oude groepsvrijstelling. Nieuw is onder meer dat voor de toepasselijkheid van de vrijstelling ook het marktaandeel van de afnemer van belang is. De bagatelbepaling voor overeenkomsten tussen concurrenten is vervallen. In de richtsnoeren laat de Commissie zich nog explicieter uit over internetverkoop.

Internetverkoop blijft een vorm van passieve verkoop die in beginsel niet mag worden verboden. De distributeur mag ook niet worden verboden om zijn website in een buitenlandse taal aan te bieden (randnummer 52 Richtsnoeren):

"Internet is een machtig instrument om een groter aantal en een grotere verscheidenheid aan klanten te bereiken dan met de meer traditionele verkoopmethoden; daarom worden bepaalde beperkingen op het gebruik van internet behandeld als (weder)verkoopbeperkingen. In principe moet elke distributeur het recht hebben om internet te gebruiken voor de verkoop van producten. Over het algemeen geldt, dat wanneer een distributeur een website gebruikt om producten te verkopen, dit wordt beschouwd als een vorm van passieve verkoop, omdat het een redelijke manier is om klanten in staat te stellen de distributeur te bereiken. Het gebruik van een website kan effecten hebben die verder reiken dan het eigen gebied van de distributeur of de eigen klantenkring; die effecten vloeien evenwel voort uit de technologie die gemakkelijke universele toegankelijkheid mogelijk maakt. Wanneer een klant de website van een distributeur bezoekt en die distributeur benadert en wanneer dat contact tot een verkoop met inbegrip van levering leidt, wordt dit als passieve verkoop beschouwd. Hetzelfde geldt wanneer een klant ervoor kiest om (automatisch) op de hoogte te worden gehouden door de distributeur en dit tot een verkoop leidt. De mogelijkheid om tussen talen te kiezen op de website of voor de communicatie, wordt op zich beschouwd als deel uitmakend van de passieve verkoop. Zo beschouwt de Commissie de volgende voorbeelden als hardcore beperkingen ten aanzien van passieve verkoop omdat deze beperkingen de toegang van de distributeur tot een groter aantal en een grotere verscheidenheid aan klanten kunnen belemmeren: 

a) de bepaling dat de (exclusieve) distributeur moet verhinderen dat in een ander (exclusief) gebied gevestigde klanten zijn website bezoeken of dat hij klanten via een automatische procedure op zijn website moet doorsturen naar de websites van de producent of van andere (exclusieve) distributeurs. Dit sluit niet uit dat wordt overeengekomen dat op de website van de distributeur ook een aantal links naar de websites van andere distributeurs en/of de leverancier wordt aangeboden;

b) de bepaling dat de (exclusieve) distributeur transacties van klanten via internet moet afbreken zodra uit de creditcardgegevens blijkt dat hun adres niet binnen het (exclusieve) gebied van de distributeur valt; 

c) de bepaling dat de distributeur het aandeel van de internetverkoop in zijn totale verkoop moet beperken. Dit sluit niet uit dat de leverancier, zonder de onlineverkoop van de distributeur te beperken, van de afnemer verlangt dat hij ten minste een bepaalde absolute hoeveelheid producten (in waarde of in volume uitgedrukt) offline verkoopt om een doeltreffende werking van zijn fysieke winkel te waarborgen noch sluit dit uit dat de leverancier waarborgen wil dat de onlineactiviteit van de distributeur binnen zijn distributiemodel past (zie de punten 54 t/m 56). Deze minimumhoeveelheid voor offlineverkoop kan gelijk zijn voor alle afnemers of voor elke afnemer afzonderlijk worden vastgesteld op basis van objectieve criteria, zoals de omvang van de afnemer binnen het netwerk of zijn geografische locatie;

d) de bepaling dat de distributeur voor producten die hij online doorverkoopt een hogere prijs moet betalen dan voor producten die hij offline doorverkoopt. Dit belet niet dat de leverancier met de afnemer een vaste vergoeding overeenkomt (dat wil zeggen geen variabele vergoeding waarbij het bedrag verhoogt naargelang de gerealiseerde offlineomzet, aangezien dit indirect zou neerkomen op dubbele prijsstelling) om de offline- of onlineverkoopinspanningen van deze laatste te steunen."

 

IT 31

Wet- en regelgeving internationaal privaatrecht

1.  Bevoegde rechter/arbiter, erkenning en tenuitvoerlegging

Brussel I Verordening
Verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
(verordening; Uitvoeringswet)

EEX
Verdrag van Brussel van 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, zoals gewijzigd door de Toetredingsverdragen van 9 oktober 1978, 25 oktober 1982 en 29 november 1996 (geconsolideerde versie). Eerste Protocol betreffende de uitlegging van het Verdrag van 1968 door het Hof van Justitie (geconsolideerde versie)
(Engelse tekst, Nederlandse tekst; Verdragssluitende staten; Uitvoeringswet)

EVEX
Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, gedaan te Lugano op 16 september 1988
(Engelse tekst; Nederlandse tekst; Verdragssluitende staten; Uitvoeringswet)

Arbitrageverdrag van New York
Verdrag van New York van 10 juni 1958 over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken
(Engelse tekst; Verdragssluitende staten)

Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

2.  Toepasselijk recht

Rome I Verordening
Verordening (EG) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de  Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I)
(verordening)

Rome II Verordening
Verordening (EG) Nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (Rome II)
(verordening)

EVO
Verdrag van Rome van 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
(geconsolideerde versie)
(Engelse tekst; Nederlandse tekst)

Haags vertegenwoordigingsverdrag
Verdrag betreffende het toepasselijk recht op vertegenwoordiging, 's Gravenhage, 14-3-1978
(Engelse tekst; Nederlandse tekst; Verdragssluitende staten)

Boek 10 BW (KS 32137)

N.B. Links verwijzen vaak naar de originele versie van de betreffende regelgeving. Om de meest recente versie te raadplegen, maak gebruik van de wijzigingsgegevens in de bibliografische gegevens in EUR-Lex en de wetstechnische info bij de wet in overheid.nl. Met dank aan Tycho de Graaf, NautaDutilh

IT 22

Wet- en regelgeving intellectueel eigendomsrecht

Auteurswet
Databankenwet
Chipswet

Wetsvoorstel auteurscontractenrecht
Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de versterking van de positie van de auteur en de uitvoerende kunstenaar bij overeenkomsten betreffende het auteursrecht en het naburig recht (Wet auteurscontractenrecht)
(KS 33308)

WIPO Copyright Treaty (WCT)
Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake auteursrecht (WCT) (1996)
(Engelse tekst (met verklaringen); Nederlandse tekst; Verdragssluitende staten; Verdragenbank)

TRIPS
Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, Marrakesh, 15-04-1994. Bijlage 1C. Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom
(Engelse tekst; Nederlandse tekst; Verdragssluitende staten; Verdragenbank)

Universele Auteursrecht Conventie (UAC)
Universele Auteursrecht-Conventie, zoals herzien te Parijs op 24 juli 1971
(Engelse tekst; Nederlandse tekst; Verdragssluitende staten; Verdragenbank)

Berner conventie (BC)
Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886, aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971
(Engelse tekst; Nederlandse tekst; Verdragssluitende staten; Verdragenbank)

Technologieoverdrachtverordening
Verordening (EG) nr. 772/2004 van de Commissie van 27 april 2004 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen overeenkomsten inzake technologieoverdracht (Voor de EER relevante tekst)
(verordening)

Softwarerichtlijn
Richtlijn 2009/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma's (Gecodificeerde versie)
(richtlijnKS 22531 (m.b.t. ingetrokken richtlijn 91/250/EEG))

Duurrichtlijn
Richtlijn 2006/116/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (gecodificeerde versie)
(richtlijn; wetA en wetB (m.b.t. ingetrokken richtlijn 93/98/EEG; KS 23812A1, KS 23812A2 en KS 24477B (m.b.t. ingetrokken richtlijn 93/98/EEG))

Richtlijn verhuur- en leenrecht
Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (gecodificeerde versie)
(richtlijn; wetA en wetB (m.b.t. ingetrokken richtlijn 92/100/EEG); KS 23247A en KS 24477B (m.b.t. ingetrokken richtlijn 92/100/EEG))

Richtlijn oneerlijke handelspraktijken
Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 30928)

Handhavingsrichtlijn
Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (voor de EER relevante tekst)
(richtlijn; wet; KS 30392)

Richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij
Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 28482)

Databankenrichtlijn
Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken
(richtlijn; wet; KS 26108)

Chipsrichtlijn
Richtlijn 87/54/EEG van de Raad van 16 december 1986 betreffende de rechtsbescherming van topografieën van halfgeleiderprodukten
(richtlijnBeschikking 94/824/EG: Beschikking van de Raad van 22 december 1994 betreffende de uitbreiding van de rechtsbescherming van topografieën van halfgeleiderprodukten tot personen uit een Lid van de Wereldhandelsorganisatie; wet; KS 19919; Besluit bescherming oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten)

N.B. Links verwijzen vaak naar de originele versie van de betreffende regelgeving. Om de meest recente versie te raadplegen, maak gebruik van de wijzigingsgegevens in de bibliografische gegevens in EUR-Lex en de wetstechnische info bij de wet in overheid.nl. Met dank aan Tycho de Graaf, NautaDutilh

 

IT 20

Wet- en regelgeving contractenrecht

1. Burgerlijk Wetboek e.a.

BW Boek 1
BW Boek 2
BW Boek 3
BW Boek 4
BW Boek 5
BW Boek 6
BW Boek 7

BW Boek 7A
BW Boek 8
BW Boek 10 (KS 32137)
Overgangswet NBW
Wetboek van Koophandel
Faillissementswet
Algemene termijnenwet
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

2. Richtlijnen & verordeningen

Richtlijn consumentenrechten
Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad Voor de EER relevante tekst
(richtlijn; KS 33520)

Richtlijn bestrijding betalingsachterstand bij handelstransacties
Richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties Voor de EER relevante tekst
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 33171)

Dienstenrichtlijn
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 31859; Aanpassingswet dienstenrichtlijn; inwerkingtreding Aanpassingswet dienstenrichtlijn; Aanpassingsbesluit dienstenrichtlijn)

Verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming
Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming
(verordening; wet handhaving consumentenbescherming; KS 30411)

Richtlijn oneerlijke handelspraktijken
Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 30928)

Richtlijn bestrijding betalingsachterstand bij handelstransacties (vervallen)
Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 28239)

Richtlijn garanties consumptiegoederen
Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 27809)

Richtlijn oneerlijke bedingen
Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten
(richtlijn)

Agentuurrichtlijn
Richtlijn 86/653/EEG van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake zelfstandige handelsagenten
(richtlijn)

Colportagerichtlijn (vervangen door Richtlijn consumentenrechten 2011/83/EU)
Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten
(richtlijn; wet; Besluit inhoud en dagtekening akten van colportageovereenkomsten; Uitvoeringsbesluit Colportagewet)

3. Wetten

Wet stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten (Crone/Van Dam)
Wet van 26 november 2010, houdende wijziging van Boek 2 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (stilzwijgende verlenging en opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten)
(wet; KS 30520)

Wet kredietovereenkomsten consumenten
Wet van 19 mei 2011 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PbEU L 133/66)
(wet; KS 32339)

Wet ontwikkeligen elektronisch verkeer
Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek teneinde naast het in deze bepalingen gestelde vereiste van schriftelijkheid ook ruimte te bieden aan de ontwikkelingen op het gebied van het elektronisch verkeer
(wet; KS 31358)

N.B. Links verwijzen vaak naar de originele versie van de betreffende regelgeving. Om de meest recente versie te raadplegen, maak gebruik van de wijzigingsgegevens in de bibliografische gegevens in EUR-Lex en de wetstechnische info bij de wet in overheid.nl. Met dank aan Tycho de Graaf, NautaDutilh

IT 19

Wet- en regelgeving e-commerce

 

Wet ontwikkelingen elektronisch verkeer
Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek teneinde naast het in deze bepalingen gestelde vereiste van schriftelijkheid ook ruimte te bieden aan de ontwikkelingen op het gebied van het elektronisch verkeer
(wet; KS 31358)

Richtlijn consumentenrechten
Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad Voor de EER relevante tekst
(richtlijn; KS 33520)

Dienstenrichtlijn
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 31859; Aanpassingswet dienstenrichtlijn; inwerkingtreding Aanpassingswet dienstenrichtlijn; Aanpassingsbesluit dienstenrichtlijn)

Richtlijn koop op afstand financiële diensten
Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad
(richtlijn)

Richtlijn elektronische handel
Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt
(richtlijn; wet; inwerkingtreding; KS 28197)

Richtlijn elektronische handtekeningen
Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen
(richtlijn; wet; KS 27743; Besluit elektronische handtekeningenRegeling elektronische handtekeningen)

Richtlijn koop op afstand (vervangen door Richtlijn consumentenrechten 2011/83/EU)
Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten
(richtlijn; wet; hernummerde wet; inwerkingtredingKS 26861)

N.B. Links verwijzen vaak naar de originele versie van de betreffende regelgeving. Om de meest recente versie te raadplegen, maak gebruik van de wijzigingsgegevens in de bibliografische gegevens in EUR-Lex en de wetstechnische info bij de wet in overheid.nl. Met dank aan Tycho de Graaf, NautaDutilh