DOSSIERS
Alle dossiers

Privacy  

IT 2784

Afwijzing verzoek aan Staat kopie dossier met persoonsgegevens te verstrekken

Rechtbank 23 mei 2019, IT 2784; ECLI:NL:RBNHO:2019:4283 (X tegen Staat der Nederlanden), https://itenrecht.nl/artikelen/afwijzing-verzoek-aan-staat-kopie-dossier-met-persoonsgegevens-te-verstrekken

Rechtbank Noord-Holland 23 mei 2019, IT 2784; ECLI:NL:RBNHO:2019:4283 (X tegen Staat der Nederlanden) Afwijzing van verzoek om de Staat op grond van de AVG te bevelen kopieën te verstrekken van alle bij de rechtbank Amsterdam aanwezige interne en externe (dossier)stukken waarin persoonsgegevens van verzoekers voorkomen. Het recht op inzage betekent niet dat de betrokkene zonder meer recht heeft op inzage in of kopieën van de stukken of dossiers als zodanig als daarin zijn persoonsgegevens voorkomen. Wel bestaat een recht op een volledig overzicht, in begrijpelijke vorm, van alle persoonsgegevens. Dat wil zeggen in een vorm die de betrokkene in staat stelt kennis te nemen van zijn gegevens en te controleren of zij juist zijn en zijn verwerkt in overeenstemming met de AVG.

IT 2779

Parool mag artikelen over vastgoedhandel gewoon publiceren

Hof 14 mei 2019, IT 2779; ECLI:NL:GHAMS:2019:1610 (X tegen het Parool), https://itenrecht.nl/artikelen/parool-mag-artikelen-over-vastgoedhandel-gewoon-publiceren

Gerechtshof Amsterdam 14 mei 2019, IEF 18468; IT 2779, ECLI:NL:GHAMS:2019:1610 (X tegen het Parool) Mediarecht. Privacyrecht. Het Parool heeft artikelen gepubliceerd over de kopers van politiepanden op de Wallen en hun banden met criminelen. De betrokken kopers vorderen te verklaren dat publicatie van de artikelen onrechtmatig is. Tevens vorderen zij het offline halen van de artikelen, een rectificatie in de krant en vergoeding van immateriële schade. Publicatie van de artikelen was niet onrechtmatig volgens de rechtbank. Nu wordt geoordeeld dat één bewering in het laatste artikel onrechtmatig was wegens het ontbreken van nuancering en/of wederhoor. De artikelen worden verder rechtmatig bevonden. Plaatsing van een rectificatie bij het laatste artikel in het digitale archief volstaat. De overige vorderingen zijn niet toewijsbaar.

IT 2778

Uitspraak ingezonden door Joris Vos, IT-student

NRC mag naam hoogleraar UvA niet publiceren nu dit niet bijdraagt aan #MeToo debat

Rechtbank 13 mei 2019, IT 2778; ECLI:NL:RBAMS:2019:3451 (X tegen NRC Media), https://itenrecht.nl/artikelen/nrc-mag-naam-hoogleraar-uva-niet-publiceren-nu-dit-niet-bijdraagt-aan-metoo-debat

Rechtbank Amsterdam 13 mei 2019, IEF 18461; IT 2778, ECLI:NL:RBAMS:2019:3451 (X tegen NRC Media) Privacyrecht. Mediarecht. Eiser is hoogleraar geweest aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam. Wegens een onderzoeksrapport waarin hem grensoverschrijdend gedrag wordt verweten besluit hij ontslag te nemen. Hierover was NRC van plan een artikel te publiceren. Eiser stelt dat dit artikel onrechtmatig is, omdat het onvoldoende steun vindt in het feitenmateriaal. Hierna moeten dus het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer tegen elkaar worden afgewogen. Het artikel draagt bij aan het publieke debat. Daarnaast is eiser een publieke figuur. Ook is zijn voorgespiegelde gedrag zodanig geweest dat hieraan het waardeoordeel ‘grensoverschrijdend gedrag’ mag worden verbonden. Echter is hier onvoldoende bewijs voor, en zal een dergelijke publicatie grote gevolgen hebben. Ook zal het noemen van de naam van eiser niets bijdragen aan het publieke debat. Derhalve wordt NRC Media verboden de voor- en/of achternaam van eiser te noemen, en veroordeeld in de proceskosten.

IT 2771

Uitspraak ingezonden door Patty de Leeuwe en Jacqueline Schaap, Visser Schaap & Kreijger.

Geen preventief verbod van tv-programma over oplichter

Rechtbank 2 mei 2019, IT 2771; (X tegen RTL Nederland B.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-preventief-verbod-van-tv-programma-over-oplichter

Rechtbank Amsterdam 2 mei 2019, IEF 18440, IT 2771; (X tegen RTL Nederland B.V.) Privacyrecht. RTL heeft aangekondigd in een tv-programma aandacht te zullen schenken aan de oplichtingspraktijken van eiser. Eiser vordert een verbod van 3 jaar de beelden openbaar te maken, en het staken van het uitzenden van ‘promo’s’. Dit komt neer op een preventieve censuur, dat enkel gegeven kan worden in uitzonderlijke omstandigheden, waarbij een afweging moet worden gemaakt tussen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van eiser en het belang van gedaagde bij het recht op vrijheid van meningsuiting. Nu er sprake is van goed onderzoek, en niet van lichtvaardige verdenkingen, het om een onderwerp van publiek belang gaat, en eiser in de beelden is geblurd, bestaat er geen grond voor een preventief verbod tot uitzending. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.

IT 2773

Rapportage grensoverschrijdende werknemer is geen schending AVG

Rechtbank 21 mrt 2019, IT 2773; ECLI:NL:RBAMS:2019:2166 (Rapportage ontslagen werknemer), https://itenrecht.nl/artikelen/rapportage-grensoverschrijdende-werknemer-is-geen-schending-avg

Rechtbank Amsterdam 21 maart 2019, IT 2773; ECLI:NL:RBAMS:2019:2166 (Rapportage ontslagen werknemer) Privacy. AVG. Verzoekster is bij verweerster in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Omdat ten minste een collega het gedrag van verzoekster als grensoverschrijdend heeft ervaren heeft verweerster een onderzoek in laten stellen naar verzoekster. Na dit onderzoek is de arbeidsrelatie ontbonden. Verzoekster verzoekt nu inzage in de gegevens en vernietiging hiervan, op straffe van een dwangsom. Een beroep op onrechtmatige gegevensverwerking faalt nu er een noodzaak was de gegevens te verwerken voor de behartiging van gerechtvaardigde belangen. Een beroep op art. 8 EVRM faalt ook, nu de verweerster/werkgeefster gehouden is om maatregelen te treffen indien zij vermoedt dat sprake is van ongewenste omgangsvormen of grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer. Nu het verwerken van de gegevens ook proportioneel en subsidiair is worden alle vorderingen afgewezen, en wordt verzoekster in de proceskosten veroordeeld.

IT 2764

Vanwege ernstige consequenties nog geen registratie in frauderegister

Rechtbank 24 apr 2019, IT 2764; ECLI:RBAMS:2019:2979 (SHM tegen Vivat schadeverzekeringen), https://itenrecht.nl/artikelen/vanwege-ernstige-consequenties-nog-geen-registratie-in-frauderegister

Vzr. Rechtbank Amsterdam 23 april 2019, IT 2764; ECLI:RBAMS:2019:2979 (SHM tegen Vivat Schadeverzekeringen) Privacyrecht. Onterechte opname in registers. SHM heeft een bedrijf in transportdiensten. In deze hoedanigheid heeft zij elf voertuigen tot haar beschikking, die waren verzekerd bij Vivat Schadeverzekeringen. Vivat heeft deze verzekering opgezegd, en melding gedaan in het Incidentenregister, het Extern Verwijzingsregister en in het register van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit nadat zij vermoedde dat SHM fraude had gepleegd bij het opgeven van schade. SHM stelt geen fraude te hebben gepleegd, en vordert voor de rechter een gebod de verzekering te continueren, registraties ongedaan te maken, geleden schade te vergoeden en proceskosten te betalen. De rechter oordeelt dat niet aannemelijk is dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat SHM opzettelijk valse informatie over de schade door de aanrijding heeft verstrekt. Daarom is nog niet vast te stellen of Vivat terecht heeft gehandeld. Zij moet, gelet op de ernstige consequenties van haar handelen, dit handelen ongedaan maken.

IT 2766

Uitzenden van heimelijke opnames door PowNed was niet onrechtmatig

Hof 30 apr 2019, IT 2766; ECLI:NL:GHAMS:2019:1502 (PowNed tegen X), https://itenrecht.nl/artikelen/uitzenden-van-heimelijke-opnames-door-powned-was-niet-onrechtmatig

Gerechtshof Amsterdam 30 april 2019, IT 2766; ECLI:NL:GHAMS:2019:1502 (PowNed tegen X) Privacy. Publiek figuur. Omroep PowNed heeft heimelijke opnames van X (die burgemeester was op het moment van de opnames) gemaakt terwijl deze een afspraak had met een jonge man. Vervolgens heeft PowNed de opnames uitgezonden. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze opnames een inbreuk maken op de privacy van X. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Het uitzenden van de heimelijke opnames was niet onrechtmatig. X heeft zijn privéleven tot onderwerp van publieke aandacht en politieke beoordeling gemaakt. Dat leidt ertoe dat zijn ontmoetingen met een jonge man tot onderdeel van het publieke debat mochten worden gemaakt. Weliswaar is het maken en uitzenden van heimelijke opnames een indringende inbreuk op het privéleven, maar de journalistieke vrijheid van meningsuiting in een politieke kwestie weegt hier zwaarder. Daarbij weegt mee dat de opnames zijn gemaakt in publiek toegankelijke ruimten.

IT 2758

Uitspraak ingezonden door Christiaan Alberdink Thijm, Bureau Brandeis.

Eerste Kamerleden moeten als publiek figuur meer dulden

Rechtbank 25 apr 2019, IT 2758; ECLI:NL:RBAMS:2019:2967 (Kamerlid tegen Quote), https://itenrecht.nl/artikelen/eerste-kamerleden-moeten-als-publiek-figuur-meer-dulden

Vzr. Rechtbank Amsterdam 25 april 2019, IEF 18423, IT 2758; ECLI:NL:RBAMS:2019:2967 (Kamerlid tegen Quote) Privacyrecht. Eerste Kamerlid heeft rectificatie gevorderd van een artikel in Quote dat over haar is verschenen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen sprake is van een onrechtmatige publicatie en wijst de vordering af. Daarbij speelt een rol dat eiseres als publiek figuur meer kritiek heeft te dulden dan iemand zonder publieke functie. Haar handelen (ook buiten de Kamer) kan immers invloed hebben op haar functioneren als volksvertegenwoordiger. Hetgeen Quote over eiseres schrijft vindt voldoende steun in de feiten en Quote heeft eiseres voldoende gelegenheid geboden voor wederhoor. Bovendien levert het artikel een bijdrage aan het actuele maatschappelijk debat over de integriteit van Kamerleden.

IT 2754

Belang privacy werknemers moet wijken voor belang bij getuigenverhoor

Rechtbank 11 apr 2019, IT 2754; ECLI:NL:RBNHO:2019:3366 (X tegen Blue ICT), https://itenrecht.nl/artikelen/belang-privacy-werknemers-moet-wijken-voor-belang-bij-getuigenverhoor

Rechtbank Noord-Holland 11 april 2019, IT 3754; ECLI:NL:RBNHO:2019:3366 (X tegen Blue ICT) Privacy. Werknemers van Blue ICT hebben werkzaamheden verricht ten behoeve van eiseres. Eiseres heeft de door Blue ICT gestuurde facturen niet voldaan, en stelt dat Blue ICT tekort is geschoten in het nakomen van haar verbintenissen. De kantonrechter heeft eiseres veroordeeld tot betaling van het door Blue ICT gevorderde bedrag. Eiseres heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. In verband met dit hoger beroep heeft eiseres verzocht om woonadressen van medewerkers van Blue ICT, zodat zij hen kan oproepen voor een voorlopig getuigenverhoor. Blue ICT heeft tot nog toe echter geweigerd deze gegevens af te staan. Deze adressen zijn door eiseres niet (eenvoudig) te achterhalen. Wel heeft ze deze nodig voor het oproepen van getuigen. Hoewel de desbetreffende medewerkers niet wensen bij het geschil betrokken te worden, moet dit belang wijken voor het belang van eiseres een getuigenverhoor te kunnen houden. De vordering wordt derhalve toegewezen.

IT 2749

Klein voorval is onvoldoende reden om opgenomen te worden in registers Rabobank

Hof 9 apr 2019, IT 2749; ECLI:NL:GHARL:2019:3120 (Rabobank tegen X), https://itenrecht.nl/artikelen/klein-voorval-is-onvoldoende-reden-om-opgenomen-te-worden-in-registers-rabobank

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 9 april 2019, IT 2749; ECLI:NL:GHARL:2019:3120 (Rabobank tegen X) Privacy. Belangenafweging. X is van mening dat hij ten onrechte is opgenomen in de gebeurtenissenadministratie, het Intern Verwijzingsregister (IVR) en het Incidentenregister van Rabobank. De reden dat X hierin is opgenomen is dat toen hij op 18 augustus 2005 een hypothecaire lening bij Rabobank afsloot, hij geen melding had gemaakt van de kredietfaciliteit in rekening-courant die hij op 12 augustus 2005 met ABN Amro was overeengekomen en dat hij de indruk had gewekt over meer eigen middelen te beschikken dan hij deed. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gegevens inderdaad uit de registers gewist dienden te worden. Nu er geen fraude of een ander strafbaar feit ten grondslag ligt aan de registratie, het voorval zich al in 2005 afspeelde en er sindsdien niets meer is voorgevallen, en het feit dat Rabobank normaal gesproken een 8-jaren termijn hanteert bij dit soort voorvallen, leidt een afweging van belangen tot de conclusie dat belangen van X zwaarder wegen dan die van Rabobank. Het hoger beroep faalt derhalve.