Belangenafweging bij verzoek tot verwijdering BKR-registratie

Rechtbank Den Haag 29 mei 2019, IT 3091; ECLI:NL:RBDHA:2019:14670 (Eiser tegen Volkswagen Bank) Eiser heeft met het oog op de aanschaf onder eigendomsvoorbehoud van een Audi, een financial leaseovereenkomst gesloten met Volkswagen Bank. De Audi is door brandstichting teniet gegaan. Eiser is vervolgens op eigen initiatief en zonder instemming van Volkswagen Bank gestopt met de betaling van de maandelijks verschuldigde termijnen. Nadat drie achtereenvolgende maandelijkse termijnen niet waren voldaan is Volkswagen Bank gerechtvaardigd overgegaan tot het verwerken van een A-code. Eiser verzoekt Volkswagen Bank de BKR-registratie te verwijderen, op grond van artikel 79 van de AVG en op artikel 35 lid 1 van de Uitvoeringswet AVG. Besloten dient te worden of de BKR-registratie terecht heeft plaatsgevonden en zo ja, of deze registratie al dan niet dient te worden gehandhaafd. Er is sprake van een terechte (negatieve) BKR-registratie. Tevens wordt gesteld dat ook indien een registratie terecht is gedaan, er steeds een belangenafweging dient plaats te vinden bij een verzoek tot verwijdering of wijziging van een BKR-registratie. Het belang van eiser bij de doorhaling van de BKR-registratie weegt in dit geval zwaarder dan het belang van handhaving van de BKR-registratie. Volkswagen Bank moet de BKR-registratie verwijderen.