22 jul 2020
Bank moet BKR-registratie laten verwijderen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 22 juli 2020, IT 3210; ECLI:NL:RBAMS:2020:3945 (Eiser tegen ABN Amro) Kort geding. Eiser stelt een vordering in tegen ABN Amro om haar coderingen van het Bureau Krediet Registratie (BKR) te laten verwijderen. Hiertoe voert eiser aan dat de belangen van ABN Amro bij het handhaven van de codering gezien de actuele feiten niet opwegen tegen zijn belang bij verwijdering van de codering. Het niet verwijderen van de BKR-registratie levert volgens eiser een onevenredig grote impact op de persoonlijke levenssfeer van eiser en is in strijd met de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Door de kredietcrisis is hij niet in staat om zijn leningen - afgesloten om zijn pilotenopleiding te volgen - af te lossen, hetgeen zonder crisis geen probleem zou zijn. ABN Amro betwist of eiser een spoedeisend belang heeft bij de vordering. Daarbij voert ABN Amro aan dat eiser zich zelf in de huidige situatie heeft gemanoeuvreerd door een koopovereenkomst van een nieuwbouwwoning aan te gaan. Volgens ABN Amro is de registratie op goede gronden gedaan, omdat de registraties ter bescherming van consumenten en kredietverstrekkers volledig moeten zijn. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van voldoende spoedeisend belang. Afweging van het belang van ABN Amro bij continuering van de BKR-registratie bij het belang van eiser bij doorhaling van de registratie, leidt tot de conclusie van de voorzieningenrechter dat het belang van eiser zoveel zwaarder weegt, dat handhaving van de codering als disproportioneel moet worden aangemerkt. De reden dat de schulden niet zijn afgelost is immers gelegen buiten de persoonlijke sfeer van eiser, de oorzaak is gelegen in een wijziging van externe omstandigheden. Voor het overige had eiser geen problematische schuldensituatie. De registraties geven daarnaast een onvolledig en onjuist beeld, omdat zij geen melding maken van de bijzondere omstandigheden die voor het beoordelen van het financiële gedrag van eiser van belang zijn. Met de registratie valt redelijkerwijs niet te verwachten dat eiser een hypothecaire lening zal verkrijgen, terwijl hij een zwaarwegend belang heeft om voor zijn gezin een andere woning te vinden. ABN Amro wordt veroordeeld om het BKR te verzoeken de coderingen te verwijderen.
12. In de onderhavige zaak is echter sprake van een bijzondere omstandigheid. Deze is gelegen in de aard en het doel van de leningen waarop de door ABN Amro aan het BKR gemelde coderingen betrekking hebben. Immers, de (oorspronkelijke) kredietovereenkomsten tussen partijen zijn gesloten met het oog op het door [eiser] volgen van een opleiding als piloot bij de Luchtvaartschool. Deze kredietovereenkomsten zijn gesloten in een periode waarin dit algemeen een volstrekt normale gang van zaken werd geacht voor aspirant-piloten. Algemeen werd aangenomen dat, zodra het pilotenbrevet eenmaal was verkregen, een functie zou kunnen worden verkregen waarin lonen werden betaald die het de betrokkene mogelijk maakte om de leningen op afzienbare termijn geheel af te lossen. Niet alleen [eiser] , maar ook ABN Amro is daar toen (kennelijk) van uit gegaan.
23. Uit het voorgaande volgt dat er in dit geval samengevat sprake is van een situatie waarin:
- de reden dat de schulden niet zijn afgelost (het niet kunnen vinden van een functie als piloot) is gelegen buiten de persoonlijke sfeer van [eiser] ;
- de oorzaak daarvan is gelegen in een wijziging van externe omstandigheden (de kredietcrisis) die partijen bij het aangaan van de onderhavige kredietovereenkomsten niet hebben voorzien;
- [eiser] voor het overige geen (substantiële) schulden onbetaald heeft gelaten en er in dat opzicht geen sprake is (geweest) van een problematische schuldensituatie;
- de vermelding van de coderingen in het CKI een onvolledig en daardoor onjuist beeld geven, omdat zij geen melding maken van bijzondere omstandigheden die voor een beoordeling van het (financiële) gedrag van [eiser] in het verleden van wezenlijk belang zijn ;
- [eiser] een zwaarwegend belang heeft om voor zijn gezin op afzienbare termijn een passende andere woning te vinden;
- redelijkerwijs kan worden verwacht dat de daarvoor benodigde hypothecaire lening niet zal worden verkregen indien de coderingen in het CKI worden gehandhaafd.