DOSSIERS
Alle dossiers

Privacy  

IT 2707

Delen vertrouwelijke opname door journaliste rechtmatig, raadslid wordt geacht bewust te zijn van risico

Hof 11 dec 2018, IT 2707; ECLI:NL:GHARL:2018:10765 (Opnemen telefoongesprek raadslid), https://itenrecht.nl/artikelen/delen-vertrouwelijke-opname-door-journaliste-rechtmatig-raadslid-wordt-geacht-bewust-te-zijn-van-ris

Hof Arnhem-Leeuwarden 11 december 2018, IEF 18195; IT 2707; ECLI:NL:GHARL:2018:10765 (Opnemen telefoongesprek raadslid) Privacy. Mediarecht. Geintimeerde, aanwezig bij telefoongesprek journalist met een raadslid, heeft het gesprek opgenomen terwijl het op luidsprekerstand stond. Ze heeft de opname beschikbaar gesteld aan de gemeenteraad. De rechtbank heeft in een vonnis bewezenverklaard dat journaliste zich schuldig heeft gemaakt aan het zonder toestemming opnemen en dat zij strafbaar is, maar heeft geen straf of maatregel opgelegd. Dat door de journaliste met het schenden van het telefoongeheim strafrechtelijke grenzen zijn overschreden, betekent tot slot nog niet dat aan de verkregen informatie als zodanig geen waarde kan worden toegekend in de hier te maken afweging. De omstandigheid dat het raadslid niet wist dat het gesprek werd opgenomen, doet niet af aan het feit dat hij met het delen van vertrouwelijke informatie uit de school heeft geklapt op een wijze die niet past bij zijn rol als lid van de vertrouwenscommissie en openbaar bestuurder. Zwaarwegend publiek belang bij het naar buiten treden. Geintimeerde kon ook op andere wijze haar boodschap overbrengen, maar zij geniet als journaliste een ruime beoordelingsvrijheid. Als raadslid en fractievoorzitter - dus als publiek persoon bekend met de pers - had hij zich bewust moeten zijn van het risico dat ondanks de door hem gevraagde vertrouwelijkheid (delen van) het gesprek openbaar gemaakt zouden kunnen worden. Grieven falen.

IT 2706

Conclusie AG: exploitant zoekmachine moet verzoek tot verwijdering koppelingen naar gevoelige gegevens systematisch inwilligen

HvJ EU 10 jan 2019, IT 2706; ECLI:EU:C:2019:14 (G.C. e.a. tegen CNIL), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-exploitant-zoekmachine-moet-verzoek-tot-verwijdering-koppelingen-naar-gevoelige-gegeven

Conclusie AG 10 januari 2019, IT 2706; IEFbe 2809;  C-136/17; ECLI:EU:C:2019:14 (G.C. e.a. tegen CNIL) Privacy. Via het persbericht. AG Szpunar stelt het Hof voor te beslissen dat de exploitant van een zoekmachine een verzoek tot verwijdering van koppelingen naar gevoelige gegevens systematisch moet inwilligen. De exploitant van de zoekmachine moet evenwel erop toezien dat het recht van toegang tot informatie en het recht op vrije meningsuiting worden beschermd. Lees verder.

IT 2705

Conclusie AG: beperk verwijderingen koppelingen die exploitanten van zoekmachine moeten uitvoeren tot niveau EU

HvJ EU 10 jan 2019, IT 2705; ECLI:EU:C:2019:15 (Google tegen CNIL), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-beperk-verwijderingen-koppelingen-die-exploitanten-van-zoekmachine-moeten-uitvoeren-tot

Conclusie AG 10 januari 2019, IT 2705; IEF 18190; IEFbe 2807; C-507/17; ECLI:EU:C:2019:15 (Google tegen CNIL) Privacy. Domeinnaamrecht. Via het persbericht. AG Szpunar stelt het Hof voor om vast te stellen dat de exploitant van een zoekmachine bij inwilliging van een verzoek tot verwijdering van koppelingen niet verplicht is om deze verwijdering toe te passen op alle domeinnamen van zijn zoekmachine zodat de betrokken koppelingen niet langer verschijnen ongeacht de plaats van waaruit de zoekopdracht op de naam van de indiener van het verzoek wordt uitgevoerd. Daarentegen benadrukt de advocaat-generaal dat zodra een recht op verwijdering van koppelingen binnen de Unie is vastgesteld, de exploitant van een zoekmachine alle mogelijke maatregelen moet nemen om te zorgen voor een doeltreffende en volledige verwijdering van de koppelingen binnen het grondgebied van de Europese Unie, ook via de techniek van „geoblocking”, vanaf een IP-adres dat wordt geacht zich te bevinden in een van de lidstaten, ongeacht de domeinnaam die wordt ingevoerd door de internetgebruiker die de zoekopdracht uitvoert. Lees verder.

IT 2704

Conclusie AG: beheerder website met gegevensverzamelende plug-in derde mede-verantwoordelijk gegevensverwerking

HvJ EU 19 dec 2018, IT 2704; ECLI:EU:C:2018:1039 (Fashion ID), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-beheerder-website-met-gegevensverzamelende-plug-in-derde-mede-verantwoordelijk-gegevens

Conclusie AG 19 december 2018, IT 2704; IEFbe 2808; C-40/17; ECLI:EU:C:2018:1039 (Fashion ID) Privacy. Via het persbericht. De advocaat-generaal stelt voor om voor recht te verklaren dat volgens de richtlijn gegevensbescherming de beheerder van een website (zoals Fashion ID) die een plug-in van een derde partij op zijn website heeft geplaatst (zoals de ,,Vind ik leuk”-knop van Facebook) die ervoor zorgt dat persoonsgegevens van de gebruiker worden verzameld en doorgezonden, samen met die derde partij dient te worden geacht verantwoordelijk te zijn voor de verwerking. De advocaat-generaal stelt tevens voor om voor recht te verklaren dat de gebruiker van de website waar nodig toestemming moet geven aan de beheerder ervan (Fashion ID) die de content van een derde partij heeft opgenomen. Zo ook geldt voor de beheerder van de website (Fashion ID) de verplichting om de gebruiker van de website de vereiste minimuminformatie te verstrekken. Lees verder.

IT 2700

Vorderingen toegewezen, weigeren opgeven ip-adres aan gedupeerde nepprofiel bdsm-site onrechtmatig

Rechtbank 28 nov 2018, IT 2700; ECLI:NL:RBOVE:2018:4752 (Eiseres tegen MaRan), https://itenrecht.nl/artikelen/vorderingen-toegewezen-weigeren-opgeven-ip-adres-aan-gedupeerde-nepprofiel-bdsm-site-onrechtmatig

Rechtbank Overijssel 28 november 2018, IT 2700; ECLI:NL:RBOVE:2018:4752 (Eiseres tegen MaRan) Privacy. MaRan is eigenaar en beheerder van o.a. de website kinkytijd.nl die gericht is op mensen met belangstelling voor bdsm-seks. Eiseres heeft ontdekt dat er op deze website zonder haar toestemming een nepprofiel met foto's van haar was aangemaakt waarmee de indruk werd gewekt dat zij bereid was tot het maken van sexdates. Ze heeft Kinkytijd een email gestuurd met het verzoek het profiel offline te halen en het ip adres te versturen van de persoon die haar er heeft op gezet. Kinkytijd ging niet in op de verzoeken, ook niet op die van de advocaat die eiseres heeft ingeschakeld. Gelet op de inhoud van de brief van de advocaat van eiseres had MaRan het verzoek tot verwijdering van het nepprofiel en het blokkeren van de aanmaker ervan serieus moeten nemen. Daarmee heeft hij onrechtmatig gehandeld. Op grond van toepassing HR Lycos/Pressers is de weigering van het verstrekken van het ip-adres onrechtmatig. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen.

IT 2697

Uitspraak ingezonden door Jurre Reus, Houthoff.

HR volgt conclusie AG: art. 35 Wbp strekt zich niet uit tot integrale versie documenten met persoonsgegevens

Hoge Raad 21 dec 2018, IT 2697; ECLI:NL:HR:2018:2378 (Wbp inzagerecht), https://itenrecht.nl/artikelen/hr-volgt-conclusie-ag-art-35-wbp-strekt-zich-niet-uit-tot-integrale-versie-documenten-met-persoonsge

HR 21 december 2018, IT 2697; ECLI:NL:HR:2018:2378 (Wbp inzagerecht) Privacy. Art. 81 RO. Bekrachtiging/bevestiging arrest hof [IT 2587]. HR volgt conclusie AG: Inzagerecht art. 35 Wbp strekt zich niet uit tot de integrale versie van alle documenten of andere informatiedragers waarin persoonsgegevens zijn verwerkt. Aan de gronden die zijn genoemd in art. 43 Wbp wordt pas toegekomen als de verantwoordelijke van oordeel is dat de inzage in persoonsgegevens moet worden beperkt. 

IT 2694

Uitspraak ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm en Sam van Velze, bureau Brandeis.

Actieve rol Facebook bij advertenties leidt tot verwachting waken inbreuk IE-rechten PHV

Rechtbank 21 dec 2018, IT 2694; ECLI:NL:RBAMS:2018:9362 (PVH c.s. tegen Facebook), https://itenrecht.nl/artikelen/actieve-rol-facebook-bij-advertenties-leidt-tot-verwachting-waken-inbreuk-ie-rechten-phv

Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 december 2018, IEF 18172; RB 3273; IT 2694; ECLI:NL:RBAMS:2018:9362 (PVH c.s. tegen Facebook) Merkenrecht. Auteursrecht. Tommy Hilfiger Europe (onderdeel PVH) heeft met Facebook een advertentieovereenkomst gesloten voor het merk Tommy Hilfiger op de platforms van Facebook. Tommy Hilfiger Licensing (onderdeel PVH) heeft o.a. het Benelux woordmerk TOMMY HILFIGER laten registreren. PVH heeft afbeeldingen in het geding gebracht van een aantal advertenties aangetroffen op Facebook en Instagram voor kleding en schoeisel met de naam "Tommy Hilfiger", die niet van haar afkomstig zijn. Facebook heeft deze verwijderd. PVH heeft Facebook verzocht om gegevens aan haar te verstrekken van de adverteerders die advertenties hebben geplaatst waarmee inbreuk werd gemaakt. Merkinbreuk Benelux-woordmerk Tommy Hilfiger door stelselmatig verschijnen advertenties die niet verwezen naar producten van PVH. Facebook kan geen beroep doen op vrijwaringsbepaling art. 6:196c BW: door controle van Facebook op advertenties, vastgelegd in het advertentiebeleid, bepaalt zij mede de inhoud en speelt zij dus een actieve rol. Van Facebook wordt verwacht dat zij passende maatregelen treft om stelselmatige inbreuken op IE-rechten van derden zoals PVH te voorkomen. Facebook niet zelf de inbreukmaker. Maatregelen Facebook onvoldoende effectief door telkens opduiken gewraakte advertenties. Privacybelangen staan niet in de weg van verstrekking gegevens: het gaat om adverteerders die bedrijfsmatig inbreukmakende artikelen aanbieden. Het beschikken over de gevraagde (persoons-)gegevens is voor PVH noodzakelijk om hiertegen te kunnen optreden. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen.

IT 2690

Vordering afgewezen, online archivering rechtmatig artikel Trouw prevaleert boven privacy

Rechtbank 13 nov 2018, IT 2690; ECLI:NL:RBAMS:2018:8241 (Eiseres tegen Trouw), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-afgewezen-online-archivering-rechtmatig-artikel-trouw-prevaleert-boven-privacy

Ktr. Rechtbank Amsterdam 13 november 2018, IEF 18147; IT 2690; ECLI:NL:RBAMS:2018:8241 (Eiseres tegen Trouw) Mediarecht. Privacy. Eiseres is door haar vader ontvoerd geweest naar het buitenland. Trouw heeft een artikel in haar dagblad gepubliceerd over de terugkeer van eiseres naar Nederland en de hereniging met haar moeder. In het artikel worden de voornaam, achternaam en woonplaats van eiseres vermeld. Op enig moment is het oorspronkelijke artikel door Trouw opgenomen in haar online archief. Het was daardoor via de website van Trouw voor derden toegankelijk. Eiseres heeft tussen 2008 en 2017 meerdere malen gevorderd het artikel uit de database te halen. De hoofdredactie van Trouw heeft uiteindelijk in 2017 besloten het artikel offline te halen. Eiseres heeft de rechtmatigheid van het artikel niet betwist. De pers heeft primair de rol van publieke waakhond en een belangrijke secundaire functie is het beschikbaar houden en maken van nieuws in archieven. Een verplichting tot het verwijderen van het artikel, dat op zichzelf rechtmatig is, is om privacyredenen aan de kant van eiseres niet te verenigen. De online archivering is dan geen betrouwbare getuigenis meer van het verleden. Vordering afgewezen.

IT 2688

Geen verbod op MyTelio app, geheimhouding communicatie advocaat-client voldoende gewaarborgd

Rechtbank 5 dec 2018, IT 2688; ECLI:NL:RBDHA:2018:14327 (MyTelio), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-verbod-op-mytelio-app-geheimhouding-communicatie-advocaat-client-voldoende-gewaarborgd

Vzr. Rechtbank Den Haag 5 december 2018, IT 2688; ECLI:NL:RBDHA:2018:14327 (MyTelio) Privacy. Telecomrecht. Via Rechtspraak. Het wordt de Staat niet verboden de zogenoemde MyTelio app in te voeren. Dat heeft de voorzieningenrechter in Den Haag vandaag besloten. Advocaten moeten de MyTelio app gaan gebruiken om terugbel- en afspraakverzoeken met hun gedetineerde cliënt te maken door het inspreken van een voicemailbericht. Nu verloopt dat contact nog via de administraties van de Penitentiaire Inrichtingen. De Staat is van plan het gebruik van de app verplicht te stellen. Verenigingen van strafrechtadvocaten vinden dat door het verplichte gebruik van de app het vrije verkeer tussen advocaten en hun cliënten onrechtmatig wordt belemmerd en hebben daarom de rechter gevraagd de Staat te verbieden de app in te voeren. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de geheimhouding van de communicatie tussen advocaat en cliënt voldoende is gewaarborgd. Wel kan het gebruik van de app mogelijk tot praktische problemen leiden waardoor de communicatie wordt bemoeilijkt. De Staat moet echter de gelegenheid krijgen om het nieuwe systeem in te voeren en te laten zien dat het naar behoren functioneert. Van de advocatuur mag daarbij enige souplesse worden verwacht. Op dit moment is onvoldoende aannemelijk dat de verplichte invoering van de app tot onoplosbare structurele problemen zal leiden. Het is van belang dat de communicatie tussen advocaat en cliënt niet wezenlijk wordt belemmerd. Als in de toekomst blijkt dat dit wel het geval is, kunnen eisers alsnog aanspraak maken op maatregelen die het vrije verkeer tussen advocaten en gedetineerde cliënten beter waarborgen.

IT 2687

Uitspraak ingezonden door Marcoline van Dussen en Erik Jonkman, CMS Law.

Klacht wederom afgewezen, 'Tell-a-friend-functie' DeGoedeZaak niet i.s.m. Code e-mail

Overige instanties 27 sep 2018, IT 2687; (Appellant tegen DeGoedeZaak), https://itenrecht.nl/artikelen/klacht-wederom-afgewezen-tell-a-friend-functie-degoedezaak-niet-i-s-m-code-e-mail

CvB RCC 27 september 2018, RB 3262; IT 2687; dossiernr. 2018/00489 (Appellant tegen DeGoedeZaak) DeGoedeZaak biedt op haar website de mogelijkheid landelijke petities te steunen door deze te'ondertekenen' met onder meer een e-mailadres. Appellant heeft blijkens de overgelegde stukken twee petities getekend, te weten "Ons geld naar de Groningers, niet naar Shell" en "Red het zonnepaneel". DeGoedeZaak heeft dit telkens per e-mail aan appellant bevestigd en heeft hem daarbij de mogelijkheid geboden de desbetreffende campagnes via Facebook, Twitter of e-mail te delen. Appellant maakt bezwaar tegen het ontvangen van deze bevestigingsmail met de mogelijkheid om een campagne te delen. Bij het ondertekenen van de petities heeft hij door middel van het 'uitzetten van vinkjes' kenbaar gemaakt dat hij geen reclame via e-mail wenst te ontvangen. Appellant stelt dat de onderhavige e-mails door de mogelijkheid van het delen van campagnes 'spam' zijn, en dat zij in strijd met de Code reclame via e-mail 2O12 (Code e-mail) aan hem zijn verzonden.