DOSSIERS
Alle dossiers

Privacy  

IT 2995

Vergeetrecht huisjesmelker afgewezen

Hof 24 dec 2019, IT 2995; ECLI:NL:GHDHA:2019:3539 (Huisjesmelker tegen Google), https://itenrecht.nl/artikelen/vergeetrecht-huisjesmelker-afgewezen

Gerechtshof Den Haag 24 december 2019, IT 2995; ECLI:NL:GHDHA:2019:3539 (Huisjesmelker tegen Google) Appellant beroept zich op het vergeetrecht in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en verzoekt Google om 36 weblinks, waarin bijzondere en strafrechtelijke gegevens worden verwerkt en die voortkomen uit de zoekopdracht naar zijn naam, uit de zoekresultaten te verwijderen. Het verzoek wordt afgewezen. Hierbij wordt overwogen dat volgens het GC/CNIL-arrest en artikel 17, derde lid, onder a) AVG het recht op gegevenswissing is uitgesloten wanneer de verwerking noodzakelijk is voor de uitoefening van het recht op vrijheid van informatie. In deze uitspraak is het strikt noodzakelijk, omdat de publicaties melden dat appellant een “huisjesmelker” is en dat hij strafrechtelijk, bestuursrechtelijk en/of civielrechtelijk is aangepakt en/of veroordeeld voor een aantal huurproblemen. Gelet op de actuele discussie in het maatschappelijk en politiek debat over misstanden met huisjesmelkers in de huursector is de informatie die is gepubliceerd over appellant relevant en valt zonder meer onder vrijheid van informatie van het publiek. Tot slot hebben de gegevens die gaan over het contactverbod die appellant aanvoert als strafrechtelijke gegevens geen punitief karakter en gaat het om een civielrechtelijke maatregel.

IT 2997

Uitspraak ingezonden door Helen Maatjes, The Legal Group.

Gebruik stemgeluid in theatershow is rechtmatig

Rechtbank 9 jan 2020, IT 2997; ECLI:NL:RBMNE:2020:24 (Eiseres tegen Artiest), https://itenrecht.nl/artikelen/gebruik-stemgeluid-in-theatershow-is-rechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 9 januari 2020, IE 18929, IT 2997; ECLI:NL:RBMNE:2020:24 (Eiseres tegen Artiest) Verweerder heeft in zijn theater-show een fragment van Opsporing Verzocht laten zien waarin de stem van eiseres te horen was. Eiseres stelt dat verweerder haar portretrecht heeft geschonden, onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van haar persoonsgegevens en haar persoonlijke levenssfeer ex artikel 8 EVRM heeft geschonden. Het portretrecht ziet op een afbeelding van (een deel van) het gelaat van een persoon, zodanig dat de geportretteerde kan worden herkend. De stem valt hier niet onder, waardoor het beroep op het portretrecht in de zin van artikel 21 Auteurswet niet slaagt. De stem is wel te kwalificeren als biometrisch persoonsgegeven en is in dit geval ook te herleiden naar de identiteit van eiseres. De huidige verwerking van dit biometrisch persoonsgegeven valt echter onder de vrijheid van de artistieke uitdrukkingsvorm. Hierdoor kan eiseres geen beroep doen op het vergeetrecht in de zin van artikel 17 Algemene verordening gegevensbescherming. Ten slotte slaagt het beroep op een schending van haar persoonlijke levenssfeer ook niet, omdat dit niet opweegt tegen het recht op vrijheid van meningsuiting in de zin van artikel 10 EVRM. Bepalend hiervoor was het feit dat eiseres geen bezwaar had gehad als er een andere stem werd gebruikt bij dezelfde beelden, terwijl eiseres dan nog steeds wordt geconfronteerd met de herinneringen van de overval.

IT 2969

BKR-registratie is subsidiair en proportioneel in licht AVG

Hof 3 dec 2019, IT 2969; ECLI:NL:GHARL:2019:10345 (Appellant tegen financiële instellingen), https://itenrecht.nl/artikelen/bkr-registratie-is-subsidiair-en-proportioneel-in-licht-avg

Hof Arnhem-Leeuwarden 3 december 2019, IT 2969; ECLI:NL:GHARL:2019:10345 (Appellant tegen financiële instellingen) Er zijn door de financiële instellingen bijzonderheidscodes geregistreerd bij het CKI naar aanleiding van de betalingsachterstanden van appellant. Appellant heeft in het kader van zijn verzoek tot verwijdering van deze gegevens een beroep gedaan op de AVG. Vooropgesteld wordt dat een registratie van persoonsgegevens in het CKI van de Stichting BKR is aan te merken als registratie op grond van een wettelijke plicht conform de AVG. De betrokkene staat dan niet het in de verordening neergelegde recht op gegevenswassing ter beschikking en ook niet het recht van bezwaar. Ook dan dient de verwerking van persoonsgegevens echter te voldoen aan de eisen proportionaliteit en subsidiariteit en is, gelet op de aard van de inbreuk op de privacy, een belangenafweging van geval tot geval nodig.

IT 2964

Klachten omtrent medisch advies arbeidsongeschiktheid falen

Overige instanties 3 dec 2019, IT 2964; (Accountant tegen verzekeringsarts), https://itenrecht.nl/artikelen/klachten-omtrent-medisch-advies-arbeidsongeschiktheid-falen

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 3 december 2019, IT 2964, LS&R 1767; (Accountant tegen verzekeringsarts) Klaagster is accountant en heeft sinds juli 2015 diverse artsen bezocht vanwege maag-, darm-, gewrichts- en spierklachten. Zij was/is werkzaam als zelfstandig ondernemer, maar was arbeidsongeschikt. Om deze reden is er een claim bij haar arbeidsongeschiktheidsverzekeraar ingediend. Die verzekeraar heeft een medisch adviesbureau ingeschakeld voor de medische beoordeling van de arbeidsongeschiktheidsclaim. Verweerder is werkzaam voor dit medisch adviesbureau. Uit het schriftelijke advies, uitgebracht door de verzekeringsarts en zijn collega onder wiens verantwoordelijkheid hij werkte en tegen wie eveneens klachten aanhangig zijn, blijkt dat er volgens verweerder geen aanleiding bestaat om de arbeidsongeschiktheid vanaf de claimdatum niet kan worden vastgesteld. Klaagster heeft vervolgens haar klacht aanhangig gemaakt, inhoudende onder andere dat verweerder een onjuiste rapportage heeft uitgebracht, die gebaseerd is op onjuiste feiten en die verweerder weigert te corrigeren. De verwijten die klaagster verweerder maakt, zijn volgens het college ongegrond. De conclusies die verweerder heeft getrokken, zijn onderbouwd en de gegevens die deze aannames steunen, zijn vermeld in het rapport van het adviesbureau.

IT 2943

Uitspraak ingezonden door Jan Brölmann en Sabina Kloppers, Van Benthem & Keulen.

Verzoek ex artikel 17 AVG tot verwijdering BKR-registraties afgewezen

Rechtbank 21 okt 2019, IT 2943; ECLI:NL:RBZWB:2019:4846 (Verzoeker tegen Achmea en ABN AMRO), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-ex-artikel-17-avg-tot-verwijdering-bkr-registraties-afgewezen

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21 oktober 2019, IT 2943; ECLI:NL:RBZWB:2019:4846 (Verzoeker tegen Achmea en ABN AMRO) Beschikking. Afwijzing van verzoek tot verwijdering van negatieve BKR-registraties. Er is alle reden is de negatieve BKR-registratie te handhaven, nu de inbreuk die daarmee wordt gemaakt op de privacy van verzoeker niet onevenredig is in verhouding tot het met de registratie te dienen doel. Voor het eerst is geoordeeld dat de verwerking door de banken noodzakelijk is om te voldoen aan een wettelijke verplichting op grond van artikel 6 lid 1 sub c AVG (en niet een gerechtvaardigd belang ex artikel 6 lid 1 sub f AVG).  Daardoor komt de verzoeker geen beroep toe op het recht op bezwaar (artikel 21 lid 1 AVG) en het recht op vergetelheid (artikel 17 lid 1 AVG).

IT 2938

Uitspraak ingezonden door Stefan Kuipers, Trip Advocaten & Notarissen.

Verwerking persoonsgegevens BKR-registratie is proportioneel en subsidiair

Rechtbank 14 nov 2019, IT 2938; (X tegen ABN AMRO en Rabobank), https://itenrecht.nl/artikelen/verwerking-persoonsgegevens-bkr-registratie-is-proportioneel-en-subsidiair

Rechtbank Noord-Holland 14 november 2019, IT 2938; (X tegen ABN AMRO en Rabobank) Eiser, dhr S, is meerdere kredietovereenkomsten aangegaan met Rabobank en ABN Amro. Vervolgens heeft S achterstanden op de kredieten laten ontstaan en is uiteindelijk gestopt met het betalen van de maandtermijnen van deze kredieten. Ondanks herhaalde sommaties is S niet tot betaling overgegaan. Daarop hebben Rabobank en ABN Amro respectievelijk enkele bijzonderheidscodes geregistreerd in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) van het BKR. S wenst in het onderhavige geschil om ABN Amro en Rabobank te bevelen de bijzonderheidscoderingen in het CKI van het BKR te verwijderen. Volgens S hebben ABN Amro en Rabobank de verwijdering van de bijzonderheidscoderingen ten onrechte geweigerd. Dit blijkt in het onderhavige geval echter onjuist: de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de BKR-registratie is gerechtvaardigd, gezien de registratie nodig is om S tegen overkreditering te beschermen en andere kredietinstellingen te waarschuwen. De belangenafweging die bij de beoordeling van het geschil moet worden gemaakt, valt dus uit in het nadeel van S.

IT 2935

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan.

Ziggo hoeft persoonsgegevens niet af te staan aan Dutch Film Works

Hof 5 nov 2019, IT 2935; ECLI:NL:GHARL:2019:9352 (Dutch Film Works tegen Ziggo), https://itenrecht.nl/artikelen/ziggo-hoeft-persoonsgegevens-niet-af-te-staan-aan-dutch-film-works

Hof Arnhem-Leeuwarden 5 november 2019, IEF 18806, IT 2935; ECLI:NL:GHARL:2019:9352 (Dutch Film Works tegen Ziggo) Dutch Film Works is voor de film ‘The Hitman’s Bodyguard’ in Nederland de sub-distribiteur. Tevens is zij gerechtigd om op te treden tegen inbreuken op de intellectuele eigendomsrechten. Dutch Film Works heeft Ziggo verzocht opgave te doen van bepaalde klantgegevens die zijn gekoppeld aan IP-adressen afkomstig van haar klanten. Ziggo antwoordt dat zij de gegevens, voor zover nog beschikbaar, zal bewaren maar dat zij niet vrijwillig tot afgifte van de gegevens zal overgaan. Daartoe voeren zij onder andere aan dat het verzoek te weinig informatie bevat om te concluderen dat, en welke, klanten van Ziggo inbreuk hebben gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten. In eerste aanleg is Dutch Film Works in het ongelijk gesteld. Zie de uitspraak van 8 februari 2019, [IT 2712]. Er wordt overgegaan tot een belangenafweging van enerzijds het recht op bescherming van persoonsgegevens en anderzijds de bescherming van het intellectueel eigendomsrecht. Vast komt te staan dat Dutch Film Works onvoldoende transparant is over de gevolgen die haar acties voor de betrokken Ziggo klanten teweeg kan brengen. Hierdoor kan er niet getoetst worden of de voorgenomen maatregelen in redelijke verhouding staan tot het gevolg. Ziggo handelt zodoende niet onrechtmatig door de gevraagde klantgegevens niet af te geven. 

IT 2933

Publicaties op zwarte lijsten artsen en rechters zijn onrechtmatig

Rechtbank 25 okt 2019, IT 2933; ECLI:NL:RBMNE:2019:4954 (OM tegen SIN-NL), https://itenrecht.nl/artikelen/publicaties-op-zwarte-lijsten-artsen-en-rechters-zijn-onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 25 oktober 2019, IT 2933; ECLI:NL:RBMNE:2019:4954 (OM tegen SIN-NL.) SIN-NL is een stichting die zich inzet voor de verbetering van de positie van slachtoffers van medische fouten of hun nabestaanden, alsmede voor de patientenveiligheid en kwaliteit van de gezondheidszorg. SIN-NL publiceert op het internet een 'zwarte lijst artsen' en een 'zwarte lijst rechters'. Op de lijsten zijn namen van personen of organisaties binnen de gezondheidszorg en overheid vermeld, die volgens SIN-NL tuchtrechtelijk, strafrechtelijk of anderszins verwijtbaar handelen. Mevrouw A was officier van justitie in een strafzaak waarin X werd vervolgd voor smaad, laster en/of belediging van een neuroloog. Haar naam staat sindsdien op de zwarte lijst van artsen. Bij het artikel is ook een foto van haar geplaatst. Tevens staat haar naam in vier berichten op de zwarte lijst van rechters vermeld. De uitlatingen over mevrouw A zijn onrechtmatig: het zijn ernstige beschuldigingen, die als feitelijk waar worden gepresenteerd, maar die niet kloppen. Daarnaast is op de lijsten de naam van eiser 2 vermeld, een journalist die alleen op de lijst staat, omdat hij bij de publieke omroep werkt. Ook al is dit wél juist, er ontbreekt een duidelijke aanleiding om specifiek over hem te berichten. Hij is met A getrouwd, maar dit is niet reden genoeg om over hem in deze context te berichten. De foto had niet zonder de toestemming van A mogen worden gepubliceerd, waardoor inbreuk is gemaakt op het portretrecht van A. Daarnaast zijn de publicaties volgens het OM in strijd met de AVG, hetgeen niet is tegengesproken door gedaagden.

IT 2934

Uitspraak ingezonden door Lisa Molenaars, Louwers Advocaten.

Waardering op ZorgkaartNederland maakt geen inbreuk

Rechtbank 9 okt 2019, IT 2934; ECLI:NL:RBOVE:2019:3755 (Eiseres tegen Patiëntenfederatie), https://itenrecht.nl/artikelen/waardering-op-zorgkaartnederland-maakt-geen-inbreuk

Rechtbank Overijssel 9 oktober 2019, IT 2934; ECLI:NL:RBOVE:2019:3755 (Eiseres tegen Patiëntenfederatie) De Patiëntenfederatie die onder de naam ZorgkaartNederland haar website exploiteert, vertegenwoordigt verschillende patiëntenorganisaties. Via haar website kunnen patiënten naar zorgverleners, waarvan de gegevens op de site zijn vermeld, zoeken en anoniem waarderingen plaatsen over de zorgverleners. Onder de waarderingen staat dat de tekst dat de redactie een waardering niet op de waarheid kan controleren en dat een waardering de persoonlijke mening van de inzender is. Ook is er een reactiemogelijkheid gegeven voor de zorgaanbieder. Op de site van ZorgkaartNederland is een waardering geplaatst waarbij eiseres op alle onderdelen met een 2 is beoordeeld. Vervolgens heeft eiseres de redactie verzocht om haar naam en alle beoordelingen van ZorgkaartNederland te verwijderen.

IT 2931

Verwijdering van gegevens betalingsachterstanden terecht geweigerd

Rechtbank 1 nov 2019, IT 2931; ECLI:NL:RBOBR:2019:6316 (Eiser tegen Financiële instellingen), https://itenrecht.nl/artikelen/verwijdering-van-gegevens-betalingsachterstanden-terecht-geweigerd

Rechtbank Oost-Brabant 1 november 2019, IT 2931; ECLI:NL:RBOBR:2019:6316 (Eiser tegen Financiële instellingen) Eiser was zelfstandig ondernemer en is in de financiële problemen geraakt. Dit leidde ertoe dat op eiser de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing was. Eiser heeft bij vonnis een schone lei gekregen, waarbij geen enkele uitkering aan de schuldeisers is gedaan. Fideaal, ICS, ABN AMRO, ING, Aegon, Arrow en Santander (hierna: gedaagden) hebben in het CKI van de Stichting BKR bijzonderheidscodes ten aanzien van eiser laten registreren. Eiser heeft vervolgens Coderingvrij verzocht om te bemiddelen bij het verwijderen van de bijzonderheidscodes vanwege de noodzaak van eiser tot aankoop van een woning in Den Haag, hetgeen zonder hypotheek niet mogelijk is. De vordering van eiser tot verwijdering van zijn persoonsgegevens, met name de bijzonderheidscodes, wordt echter afgewezen omdat de belangenafweging die op grond van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit moet worden gemaakt, uitvalt in het nadeel van eiser. De inbreuk op de belangen van eiser bij de verwijdering van zijn gegevens mag niet onevenredig zijn in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel. Daarnaast moet worden gekeken of dit doel niet op een andere, voor eiser minder nadelige wijze kan worden verwezenlijkt. Het doel is de bescherming van andere kredietinstellingen en de huidige financiële situatie lijkt minder stabiel dan hij doet voorkomen.