DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 2451

Geen website, geen maandelijks bedrag voor zoekmachineoptimalisatie

Rechtbank 20 dec 2017, IT 2451; ECLI:NL:RBLIM:2017:12407 (Sales WIzard tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-website-geen-maandelijks-bedrag-voor-zoekmachineoptimalisatie

Ktr. Rechtbank Limburg 20 december 2017, IT 2451; ECLI:NL:RBLIM:2017:12407 (Sales Wizard tegen gedaagde) SEO. Sales Wizard en gedaagde zijn een overeenkomst tot zoekmachine optimalisatie aangegaan. Eisende partij ontwikkelt een nieuwe website, zal gedaagde partij beter vindbaar maken op Google en zal tevens de sociale media onderhouden. Gedaagde partij is in verzuim omdat de facturen niet betaald zijn. Van het bedrag van € 2.541,00 is slechts een termijn van € 508,20 voldaan, zodat een bedrag van € 2.032,80 kan worden toegewezen. Er is in het geheel geen website tot stand gekomen, zodat het gevorderde bedrag van €121,00 per maand zodra de website met één of meerdere zoekwoorden op de eerste pagina van Google terecht komt, wordt afgewezen.

 

IT 2443

HvJ EU: Lidstaten kunnen voorwaarden vaststellen voor taxibemiddelingsdienst Uber

HvJ EU 20 dec 2017, IT 2443; ECLI:EU:C:2017:981 (Asociación Profesional Elite Taxi contre Uber Systems Spain), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-lidstaten-kunnen-voorwaarden-vaststellen-voor-taxibemiddelingsdienst-uber

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2439; IT 2443; ECLI:EU:C:2017:981; C-434/15 (Asociación Profesional Elite Taxi contre Uber Systems Spain) Zie eerder Conclusie A-G [IEFbe 2170]. Uit het persbericht: De door Uber geleverde dienst om met particuliere bestuurders in contact te treden valt onder „diensten op het gebied van het vervoer”. De lidstaten kunnen dus de voorwaarden vaststellen waaronder deze bemiddelingsdienst kan worden geleverd.

(vrij vertaald) Artikel 56, 58 VWEU, en e-Commercerichtlijn moeten worden uitgelegd dat de bemiddelingsdienst waarmee met behulp van een smartphone, tegen vergoeding niet-professionele chauffeurs met hun eigen voertuig personen vervoeren, moet worden beschouwd als een vervoersdienst in de zin van artikel 58 VWEU. Zo'n dienst wordt niet beheerst door 56 VWEU, en de richtlijnen 2006/123 en 2000/31.

IT 2430

HvJ EU: Leverancier van luxeproducten mag zijn erkende wederverkopers verbieden, de producten op een internetplatform van derden te verkopen

HvJ EU 6 dec 2017, IT 2430; ECLI:EU:C:2017:941 (Coty Germany tegen Parfümerie Akzente), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-leverancier-van-luxeproducten-mag-zijn-erkende-wederverkopers-verbieden-de-producten-op-een-i

HvJ EU 6 december 2017, IEF 17329; IEFbe 2430; IT 2419; ECLI:EU:C:2017:941; C-230/16 (Coty Germany tegen Parfümerie Akzente) Merkenrecht. Uit het persbericht: Een leverancier van luxeproducten mag zijn erkende wederverkopers verbieden, de producten op een internetplatform van derden zoals Amazon te verkopen. Een dergelijk verbod is geschikt en gaat niet verder dan voor het in stand houden van het luxeimago van de producten noodzakelijk is. HvJ EU:

1)      Artikel 101, lid 1, VWEU moet aldus worden uitgelegd dat een stelsel van selectieve distributie voor luxeproducten dat primair tot doel heeft, het luxe-imago van die producten in stand te houden, verenigbaar is met die bepaling, mits de wederverkopers worden gekozen op grond van objectieve criteria van kwalitatieve aard die uniform worden vastgesteld voor alle potentiële wederverkopers en zonder discriminatie worden toegepast, en de vastgestelde criteria niet verder gaan dan noodzakelijk is.

IT 2420

Bewijsopdracht koppeling licentie aan onderhoudscontract

Rechtbank 4 jan 2017, IT 2420; ECLI:NL:RBMNE:2017:2 (Achmea tegen X-Y), https://itenrecht.nl/artikelen/bewijsopdracht-koppeling-licentie-aan-onderhoudscontract

Rechtbank Midden-Nederland 4 januari 2017, IT 2420;  ECLI:NL:RBMNE:2017:2 (Achmea tegen X-Y) Achmea is een verzekeraar. [gedaagde X] is een IT-dienstverlener en aanbieder van het [gedaagde X] Payment Platform (hierna: het Platform). [gedaagde Y] is een aan [gedaagde X] gelieerde vennootschap. Het concern waartoe Achmea behoort (hierna: de Achmea Groep) maakt voor het voeren van haar financiële administratie gebruik van het Platform. In dat verband hebben partijen een “overeenkomst inzake licentie en onderhoud [gedaagde X] Payment Platform” gesloten op 29 juni 2012 (hierna: de overeenkomst). Uitleg overeenkomst payment platform. Koppeling licentie en onderhoudsverplichting. De rechtbank draagt X op om te bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat, als de overeenkomst eindigt, Achmea de licentie voor het Platform alleen mag blijven gebruiken als er een onderhoudsovereenkomst is afgesloten.

IT 2417

Feitelijk gebruik Politie van de Microsoft licenties is niet relevant

Rechtbank 15 mrt 2017, IT 2417; ECLI:NL:RBDHA:2017:2615 (De Politie tegen Microsoft), https://itenrecht.nl/artikelen/feitelijk-gebruik-politie-van-de-microsoft-licenties-is-niet-relevant

Rechtbank Den Haag 15 maart 2017, IT 2417; ECLI:NL:RBDHA:2017:2615 (De Politie tegen Microsoft) Politie doet foute opgave licentie, betaalt vergoeding daarvoor, komt er na enige tijd achter dat de opgave op een vergissing berust en vordert betaalde licentievergoeding terug. Vordering wordt afgewezen. Geen onverschuldigde betaling dan wel ongerechtvaardigde verrijking. Geen grond voor billijkheidscorrectie. Opgave, waarvan Microsoft kon aannemen dat dit de uiting was van de wil van de politie, gold krachtens de overeenkomst tussen partijen als bestelling voor licenties. De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking dat de politie een grote professionele wederpartij is, waarbij het besteltraject van de licenties naar buiten kenbaar over verschillende ‘schijven’ liep. Iedere opgave werd dus door verschillende functionarissen binnen de politie gezien voordat deze werd gedaan. Voorts wordt de door de politie gestelde evidentie van de vergissing gerelativeerd door het feit dat de politie er zelf geruime tijd over heeft gedaan om deze te ontdekken. Ook het volgens de politie in het oog springende hoge bedrag van de factuur is destijds bij de politie zelf niet opgevallen in het interne controleproces dat aan betaling van facturen voorafgaat; naar eigen zeggen van de politie omdat de interne controle tekortgeschoten is. Feitelijk gebruik van de licenties is niet relevant, aangezien de betaalde licentievergoeding die ziet op het recht van gebruik, niet op het feitelijk gebruik, en dus ook verschuldigd is als software feitelijk niet wordt gebruikt.

 

IT 2414

Aanklikken link in e-mail om opzegging te bevestigen is onredelijk bezwarend

Rechtbank 10 nov 2017, IT 2414; ECLI:NL:RBAMS:2017:8331 (mijndomein.nl tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/aanklikken-link-in-e-mail-om-opzegging-te-bevestigen-is-onredelijk-bezwarend

Ktr. Rechtbank Amsterdam 10 november 2017, IT&R 2414; RB 3036; ECLI:NL:RBAMS:2017:8331 (mijndomein.nl tegen gedaagde). Algemene voorwaarden. Contracten. Gedaagde heeft in 2016 de overeenkomst met betrekking tot de domeinnaam willen opzeggen. Deze opzegging had bevestigd moeten worden door middel van het klikken op een link in een bevestigingsmail. Zolang niet op de link geklikt wordt, wordt de opzegging niet definitief en zal de overeenkomst weer met een jaar worden verlengd, aldus mijndomein.nl. Mijndomein.nl dat zij met de bevestigingsmail zeker wil stellen dat de opzegging niet per ongeluk heeft plaatsgevonden. Hoe zij hiermee zekerheid verkrijgt over de identiteit van degene die heeft opgezegd en/of degene die de link heeft aangeklikt, is op geen enkele wijze inzichtelijk gemaakt. Tevens bestaan er minder bezwarende wijzen waarmee een vergissing voorkomen kan worden.

IT 2407

Opleiding van 'maar' 15 minuten is geen grond voor ontbinding overeenkomst

Rechtbank 13 jul 2017, IT 2407; ECLI:NL:RBROT:2017:5589 (Proximedia tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/opleiding-van-maar-15-minuten-is-geen-grond-voor-ontbinding-overeenkomst

Rechtbank Rotterdam 13 juli 2017, IT&R 2407; ECLI:NL:RBROT:2017:5589 (Proximedia tegen gedaagde). Contractenrecht. Gedaagde stelt dat Proximedia tekort is geschoten door o.a. het niet tijdig gereed zijn/online gaan van landingspagina's; het niet leveren van call tracking en search engine advertising en het niet geven van een opleiding tot het gebruik van een applicatie. Proximedia heeft bewijs aangedragen dat de internetdiensten geleverd zijn. Ten aanzien van de tijdige levering staat vast dat gedaagde Proximedia niet in gebreke heeft gesteld, waardoor Proximedia niet in verzuim kan zijn. De uitleg van een applicatie hoeft niet veel tijd in beslag te nemen, dus dat de opleiding maar 15 minuten duurde is geen contra-indicatie. Proximedia is hier dus eveneens niet tekort geschoten. 

IT 2404

Omstandigheden beëindiging kunnen niet aan principaal worden toegerekend

Rechtbank 7 nov 2017, IT 2404; ECLI:NL:RBAMS:2017:8153 (Apply tegen Vodafone), https://itenrecht.nl/artikelen/omstandigheden-be-indiging-kunnen-niet-aan-principaal-worden-toegerekend

Rechtbank Amsterdam 7 november 2017, IT&R 2404; ECLI:NL:RBAMS:2017:8153 (Apply tegen Vodafone). Telecom. Contractenrecht. Apply is een dienstverlenende organisatie op het gebied van ICT, meer in het bijzonder in spraak- en dataoplossingen. Vodafone is een Nederlandse telecomprovider. Partijen zijn in 2010 meerdere overeenkomsten aangegaan. In 2016 zijn partijen uit elkaar gegaan. De overeenkomsten zijn aan te merken als agentuurovereenkomsten. Agentuurovereenkomst die na het verstrijken van de termijn waarvoor zij is aangegaan door beide partijen wordt voortgezet, bindt partijen voor onbepaalde tijd op dezelfde voorwaarden. Van een dergelijke voortzetting is hier sprake. Uiteindelijk is het Apply geweest die de overeenkomst feitelijk heeft beëindigd. De enkele omstandigheid dat partijen nog geen overeenstemming hadden over de daarna gelegen periode of dat Apply Vodafone arrogant vond en geen vertrouwen meer had in een verdere vruchtbare samenwerking, zoals door haar gesteld, is onvoldoende om aan te kunnen nemen dat de beëindiging gerechtvaardigd was door omstandigheden die de principaal kunnen worden toegerekend. Apply heeft aldus geen recht op een klantenvergoeding.

IT 2401

Sterke schijn dat mobiel abonnement met identiteit van ander is afgesloten

Rechtbank 8 nov 2017, IT 2401; ECLI:NL:RBLIM:2017:10844 (Direct Pay Services tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/sterke-schijn-dat-mobiel-abonnement-met-identiteit-van-ander-is-afgesloten

Rechtbank Limburg 8 november 2017, IT&R 2401; ECLI:NL:RBLIM:2017:10844 (Direct Pay Services tegen gedaagde). Contract. In 2015 zijn in een T-Mobile winkel een toestelcontract en een telefoonabonnement afgesloten. De contractuele handelingen zijn volgens een identiteitskaart en bankpas op naam van gedaagde gesloten. Er is een sterke schijn dat iemand zich de identiteit van gedaagde toegeëigend heeft met het doel zonder eigen financiële verantwoordelijkheid een kostbaar mobiel toestel te verwerven en op kosten van een ander te bellen. Hiertoe zijn onder andere een ander e-mailadres, een andere handtekening en een nieuw geopende betaalrekening redengevend toe. Het is denkbaar dat er sprake is van samenspanning tussen gedaagde en de onbekende persoon, maar uit het bewijs valt niet af te leiden dat gedaagde zelf in de winkel van T-Mobile de overeenkomsten is aangegaan.

IT 2400

Ontbinding vanwege niet werkende koppeling voor real-time boeken

Hof 28 jun 2017, IT 2400; ECLI:NL:GHSHE:2016:2614 (vennootschap tegen Duitse vennootschap), https://itenrecht.nl/artikelen/ontbinding-vanwege-niet-werkende-koppeling-voor-real-time-boeken

Hof 's-Hertogenbosch 28 juni 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2614 (vennootschap tegen Duitse vennootschap) Over software en koppelingen die real-time boeken mogelijk maakt. Bij de koppelingen gaat het om een zogenaamde XML-koppeling, een uitwisselingsprotocol waarbij, zo begrijpt het hof, gegevens uit het ene systeem in het gekoppelde systeem niet andermaal behoeven te worden ingevoerd, maar rechtstreeks kunnen worden ingelezen. In de Nederlandse reisbranche bestaat de universele G7-koppeling welke in systemen kan worden ingebouwd. Na bewijsopdracht in tussenarrest [ ECLI:NL:GHSHE:2016:846] komen twee tekortkomingen vast te staan.

De ontbinding leidt tot afwijzing van de vordering in reconventie – welke inhield: betaling van nog niet betaalde, doch wel uitgevoerde – werkzaamheden, ofwel omdat deze voortvloeiden uit de ontbonden overeenkomst, ofwel omdat deze betrekking hadden op vergeefse herstelpogingen. Terugbetaling van hetgeen reeds betaald.