Conclusie P-G in tonercartridge-zaak
HR Conclusie P-G 29 april 2022, IEF 20767, IT 3954; ECLI:NL:PHR:2022:402 (DR tegen Samsung) Zie ook [IEF 19415]. Deze zaak gaat over tonercartridges voor laserprinters waarvoor Samsung zich beroept op twee octrooien en twee modellen ten betoge dat DR c.s. (123inkt.nl) met hun huismerkcartridges inbreuk maken. P-G Van Peursem ziet de klachten in het principaal beroep, dat handelt over het octrooirechtelijke deel, geen doel treffen en meent dat in ieder geval de klachten uit onderdeel 1 over ontvankelijkheid kunnen worden afgedaan met toepassing van art. 81 lid 1 RO. Bij die stand van zaken behoeven de voorwaardelijke klachten over de ontvankelijkheid in het incidenteel cassatieberoep geen bespreking.
Uitspraak ingezonden door Stan Elsendoorn en Britt van den Branden, BG.Legal.
Geen forumshopping bij online auteursrechtinbreuk op grond van 102 Rv
Rb. Amsterdam 18 mei 2022, IEF 20760, IT 3953; C/12/714132 / HA ZA 22-168 (Eiseres tegen Cobra Art Company B.V.) Procesrecht. Bevoegdheid. In dit vonnis in incident staat de vraag centraal of de rechtbank Amsterdam relatief bevoegd is om kennis te nemen van het onderhavige geschil. Volgens eiseres is dat het geval, aangezien het schadebrengende feit zich onder meer in het arrondissement Amsterdam heeft voorgedaan (art. 102 Rv). De inbreuk op de auteursrechten van eiseres heeft immers plaatsgevonden via de website van Cobra Art, die in heel Nederland – en dus ook in Amsterdam – raadpleegbaar is. Cobra Art stelt zich op het standpunt dat er sprake is van forumshopping. De rechtbank stelt eiseres in het gelijk. De homepagina van de website verwijst namelijk naar de vestiging van Cobra Art in Amsterdam, waar de prints ook opgehaald kunnen worden. Aldus zijn er meer aanknopingspunten voor de relatieve bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam, dan het enkel oproepbaar zijn van de website. Het feit dat Cobra Art al eerder door de rechtbank Amsterdam is veroordeeld in een mogelijk vergelijkbare zaak, is daarbij irrelevant.
Mini-conferentie over desinformatie op 22 juni
Op woensdagmiddag 22 juni is er een gratis toegankelijke mini-conferentie over desinformatie op de VU, georganiseerd door het Amsterdam Law & Technology Institute. Centraal staat de vraag hoe we nou om moeten gaan met schadelijke maar wel door de vrijheid van meningsuiting beschermde desinformatie, en de risico’s die privatisering van de omgang met desinformatie door big-tech bedrijven met zich meebrengt. Zie https://alti.amsterdam/miniconference-regulating-disinformation-legal-struggles-and-risks-of-privatization/.
Na een inleiding door Anne de Hingh zullen de panelleden:
Ingezonden door: Joris Vos, Vondst advocaten.
Belangenafweging zelfstandige rectificatie
Vzr. Rb. Amsterdam 2 juni 2022, IEF 20758, IT 3951, RB 3660; zaaknr. C/13/715900 KG ZA 22-276 AB/MB (Priva tegen Hero) Kort geding. Priva is een werkmaatschappij die zich richt op het ontwikkelen en leveren van producten die betrekking hebben op het onder controle houden van het klimaat binnen een gebouw. Deze producten en diensten worden door Priva geleverd in verschillende sectoren en hebben duurzaamheid als uitgangspunt. Hero is actief in dezelfde branche als Priva sinds 2017. Hero heeft in januari 2022 een email verstuurd aan een groot aantal relaties met een aantal vergelijkingen van haar product met een van de producten van Priva. Deze mail bleek onjuistheden te bevatten. Priva en Hero hebben vervolgens onderhandeld over een rectificatie van de verstuurde email, waarna Hero ervoor heeft gekozen om begin maart zelf een rectificatie te doen uitgaan. Vervolgens staat de vraag voor de Amsterdamse rechter centraal of Priva als eiseres voldoende belang heeft bij een nieuwe rectificatie. In dit kader dient het evenwicht tussen beide partijen te worden gewogen inzake het rechtzetten van een eerder bericht. Enerzijds het benadrukken van hoe de situatie nu echt in elkaar zit en anderzijds kan niet van de wederpartij, die de rectificatie moet uitvoeren, worden verwacht dat deze reclame maakt voor het product van een ander. De voorzieningenrechter concludeert dat de eigen geplaatste rectificatie van Hero onvolledig is en daarom wordt Hero veroordeeld tot een nadere rectificatie.
Uitspraak ingezonden door Rutger Stoop, Brinkhof.
Reclames via Google Shopping zijn niet misleidend of ongeoorloofd vergelijkend
Rechtbank Amsterdam 1 juni, IEF 20756, RB 3659, IT 3950; C/13/706516 / HA ZA 21-779 (Digital Revolution tegen Media Concept) Vonnis van de voortdurende procedure die door Digital Revolution is ingesteld in een zaak tegen Media Concept over vermeende ongeoorloofde vergelijkende reclame en misleidende reclame. Media Concept was eerder al in het gelijk gesteld in kort geding in eerste aanleg, hoger beroep [IEF 19027] en bij de Hoge Raad [IEF 20061], en nu ook in eerste aanleg door de bodemrechter. De reclames van Media Concept via Google Shopping zijn niet misleidend of ongeoorloofd vergelijkend.
Uitspraak ingezonden door Michiel Coops, Kennedy Van der Laan.
Publicatie over gokbusiness hoeft niet op voorhand aangepast
Rechtbank Amsterdam 20 mei 2022, IEF 20754, IT 3949; ECLI:NL:RBAMS:2022:2793 (CEG tegen Investico c.s.) Kort geding. Journalisten hoeven voorgenomen publicatie over de online gokbusiness in Curaçao niet op voorhand aan te passen. De daarop gerichte vordering van Cyberluck Curaçao (CEG) wordt afgewezen. Er is onvoldoende aanleiding om onrechtmatigheid op voorhand aan te nemen. In diverse recente rechterlijke uitspraken is bepaald dat sublicentiëring van online kansspelen, de ‘core business’ van CEG, op zichzelf niet illegaal is.
Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht en KLOS c.s.
Hoge Raad over omvang van processtukken in hoger beroep
HR 3 juni 2022, IEF 20753, IT 3948, RB 3657, LS&R 2070; ECLI:NL:HR:2022:824 (Eiser tegen Staat der Nederlanden) Art. 392 Rv. Beantwoording van prejudiciële vragen over regels in procesregelementen van de hoven over maximale omvang van processtukken in hoger beroep. Is de rechter bevoegd om deze beperkingen te stellen en mag zo’n beperking in procesreglement worden gesteld? Mag in procesreglement worden bepaald dat bij overschrijding van het maximale aantal bladzijden het processtuk wordt geweigerd? Is die weigering een schending van recht op hoor en wederhoor of recht op toegang tot de rechter? Biedt de regeling voldoende rechtsbescherming?
SGOA Academy: mislukte (agile) IT-projecten
Op dinsdag 7 juni a.s. organiseert de SGOA een nieuwe SGOA Academy. Centraal in deze bijeenkomst van de SGOA Academy staan mislukte (agile) IT-projecten. Wat zijn de conflict issues bij agile IT-projecten en agile contracten? Welke juridische aspecten spelen een rol?
Ruben Meeboer (&Samhoud) schetst de praktijk van agile werken. Wat is de agile methode en waarom is agile werken zo populair? Waar moet je op letten bij agile IT-projecten? Wat zijn valkuilen en hoe werk je als team samen. Ruben schetst voorbeelden uit de praktijk én mogelijke oplossingen bij conflicten.
Michiel van Ast (Leeway advocaten) schetst het juridisch kader, Hoe kun je voorkomen dat bij IT-projecten juridische problemen ontstaan. Hoe kun je dit voorkomen? Wat is belangrijk in IT-contracten en hoe regel je dit contracten. Waar liggen de uitdagingen en waar liggen de oplossingen? Naast praktijk voorbeelden en oplossingen komt ook jurisprudentie aan bod.
Voor meer informatie en aanmelding zie deze link.
Ontbinding bij overeenkomsten ICT-diensten gemeenten
Vzr. hof Den Haag 26 april 2022, IT 3945; ECLI:NL:GHDHA:2022:832 (Atos tegen VNG) Atos heeft de aanbesteding gewonnen van het aanbieden van ICT-diensten aan de VNG. De VNG behelst een vereniging van Nederlandse gemeenten en deze zijn ontevreden over de invulling die hieraan wordt gegeven door Atos. Hierom vordert de VNG ontbinding van de overeenkomst. Atos vordert daarentegen nakoming van de verbintenissen die voortvloeien uit de gesloten contracten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank inhoudende dat de vorderingen van Atos, tot nakoming van de gesloten overeenkomsten, moeten worden afgewezen. In hoger beroep heeft Atos volgens het hof simpelweg geen belang meer bij de voorzieningen die zij in eerste aanleg heeft gevorderd. In het bijzonder dient hierbij rekening te worden gehouden met de belangenafweging tussen partijen, gezien al 283 van de 285 gemeenten de overeenkomst tussen hen en Atos heeft ontbonden.
Ingezonden door: Lotte Oranje, Kennedy Van der Laan.
Publicaties over seksuele intimidatie zijn niet onrechtmatig
Vzr. Hof Amsterdam18 mei 2022, IEF 20735; ECLI:NL:GHAMS:2022:1496 (de Volkskrant tegen geïntimeerde) De Volkskrant heeft een aantal artikelen gepubliceerd over een onderzoek dat bureau Bing heeft uitgevoerd naar aanleiding van een anonieme blogpost over vermeende MeToo-kwesties binnen de politieke partij D66. Bing heeft in een openbaar rapport geconcludeerd dat uit het onderzoek geen situaties van seksuele intimidatie en machtsmisbruik door geïntimeerde zijn gebleken. Het openbare rapport verwijst naar een vertrouwelijke bijlage. De vorderingen van geïntimeerde komen er kort gezegd op neer dat het de Volkskrant niet is toegestaan te publiceren dat geïntimeerde zich heeft schuldig gemaakt aan machtsmisbruik of seksuele intimidatie of te publiceren dat dit zou blijken uit de vertrouwelijke bijlage, en ook dat de Volkskrant niet mag publiceren over privé-contacten van geïntimeerde die in de vertrouwelijke bijlage worden beschreven voor zover die niet ook waren beschreven in het openbare rapport. Na het vonnis van de voorzieningenrechter in eerste aanleg [IEF 20702], besluit het hof Amsterdam in hoger beroep dit vonnis te vernietigen. De rechter in eerste aanleg concludeerde dat de aantijgingen van de Volkskrant onvoldoende steun vonden in het feitencomplex. In tweede aanleg wordt geconcludeerd dat de vrijheid van meningsuiting van de Volkskrant in dit geval zwaarder weegt dan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van geïntimeerde. De publicaties van de Volkskrant zijn dus niet onrechtmatig en dragen juist bij aan het publieke debat over machtsmisbruik.