Wob-verzoek CBP-consultatiedocumenten
Bijdrage van Gerrit-Jan Zwenne, Bird & Bird, Universiteit Leiden.
Als vrijdagmiddagbericht. Er is iets raars aan de hand met de consultaties van de beleidsdocumenten van het CBP. Om vooralsnog onbekende redenen staan deze consultaties alleen open voor organisaties die daartoe door het College worden uitgenodigd. En op de te consulteren documenten staat met grote letters dat ze ‘vertrouwelijk’ zijn of ‘onder embargo’ worden verstrekt.
Om erachter te komen wat de redenen daarachter zijn deed ik een wob-verzoekje, waarna de als vertrouwelijk aangemerkte documenten inderdaad werden verstrekt. Ze zijn hier te vinden.
Opdracht voor studenten [ITenRecht nodigt ook professionals uit om mee te zoeken]: zoek de verschillen met de definitieve versies van deze richtsnoeren (die zijn hier en hier te vinden).
Overeenkomst voor leveren van elektronische betaalsystemen
Hof Amsterdam 11 december 2012, LJN BZ1996 (Appellant tegen Alvira Services B.V.)
Servicewerkzaamheden aan pinautomaat in winkel. Schade als gevolg van onjuiste configuratie. Overeenkomst met coöperatie van samenwerkende winkeleigenaren. Tegenbewijs terhandstelling algemene voorwaarden. Voldaan aan klachtplicht. Doorwerking exoneratiebeding. Geen eigen schuld.
Algemene voorwaarden
3.4.3 uit de omstandigheid dat op de verschillende tussen Alvira/Payzone en de coöperatie gesloten overeenkomsten als vermeld onder 3.4.2 – naar Alvira/Payzone onbetwist heeft aangevoerd – steeds dezelfde algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard en van enig protest van de zijde van de coöperatie daartegen niet is gebleken, volgt voldoende dat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden tussen Alvira/Payzone en de coöperatie is overeengekomen. Ook van protest tegen het ontbreken van de voorwaarden is niet gebleken, terwijl de coöperatie bij de overeenkomst van 13 mei 2004 – een akte met dwingende bewijskracht – heeft verklaard de algemene voorwaarden te hebben ontvangen. Op grond hiervan acht het hof voorshands bewezen dat de algemene voorwaarden voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst aan de coöperatie ter hand zijn gesteld. Hetgeen [ appellant ] tot betwisting van die terhandstelling heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Het is derhalve aan [ appellant ] die bewijs heeft aangeboden om tegenbewijs te leveren van de gestelde terhandstelling. Het hof zal [ appellant ] daartoe in de gelegenheid stellen als hierna onder 5. te melden.
Derdenbeding
3.5.1 De vraag of de overeenkomst een derdenbeding bevat en [ appellant ] uit dien hoofde gebonden is, kan evenwel in het midden blijven nu - zoals hierna zal worden overwogen – dit niet tot een andere uitkomst leidt.
Reclame; klachtplicht
3.4.3 uit de omstandigheid dat op de verschillende tussen Alvira/Payzone en de coöperatie gesloten overeenkomsten als vermeld onder 3.4.2 – naar Alvira/Payzone onbetwist heeft aangevoerd – steeds dezelfde algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard en van enig protest van de zijde van de coöperatie daartegen niet is gebleken, volgt voldoende dat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden tussen Alvira/Payzone en de coöperatie is overeengekomen. Ook van protest tegen het ontbreken van de voorwaarden is niet gebleken, terwijl de coöperatie bij de overeenkomst van 13 mei 2004 – een akte met dwingende bewijskracht – heeft verklaard de algemene voorwaarden te hebben ontvangen. Op grond hiervan acht het hof voorshands bewezen dat de algemene voorwaarden voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst aan de coöperatie ter hand zijn gesteld. Hetgeen [ appellant ] tot betwisting van die terhandstelling heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Het is derhalve aan [ appellant ] die bewijs heeft aangeboden om tegenbewijs te leveren van de gestelde terhandstelling. Het hof zal [ appellant ] daartoe in de gelegenheid stellen als hierna onder 5. te melden.Exoneratie
3.7.2 Het hof is van oordeel dat ongeacht of [ appellant ] als partij is toegetreden tot de overeenkomst, hij het exoneratiebeding tegen zich moet laten gelden. Daartoe overweegt het hof als volgt.3.7.3 Met de rechtbank is het hof van oordeel dat het in artikel 12 vervatte exoneratiebeding op zichzelf niet onredelijk bezwarend of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daartoe overweegt het hof dat een exoneratie een gebruikelijk beding is tussen professionele partijen, dat Alvira/Payzone een redelijk belang heeft bij het opnemen van een dergelijke bepaling in haar algemene voorwaarden en dat [ appellant ] door als lid van de coöperatie gebruik te maken van de storingsservice van Alvira/Payzone de met betrekking tot servicewerkzaamheden bedongen exoneratie tegen zich moet laten gelden, ook als hij niet (rechtstreeks) partij is bij de overeenkomst en niet met dit beding bekend was.
Eigen schuld
3.8.2 Onder deze omstandigheden, waarbij ook in beroep niet is gesteld of gebleken dat Alvira/Payzone [ appellant ] ervoor heeft gewaarschuwd dat een fout als hier aan de orde zou kunnen optreden, kan [ appellant ] geen eigen schuld of schending van zijn schadebeperkingsplicht worden tegengeworpen.
4. Slotsom
De conclusie is dat de grieven zowel in principaal als in incidenteel appel falen, met uitzondering van de grieven I en II in principaal appel. Hierover zal het hof oordelen na het door [ appellant ] te leveren (tegen)bewijs als onder 3.4.3 overwogen. Indien [ appellant ] in zijn bewijsopdracht slaagt, dan zal zijn vordering in hoofdsom integraal worden toegewezen. Slaagt hij daar niet in, dan volgt bekrachtiging van het bestreden vonnis.
Verzoek om inzage persoonsgegevens bij curator afgewezen
Hof Arnhem-Leeuwarden, locatie leeuwarden 8 januari 2013, LJN BZ1829 (appellant tegen curator)
Art. 35, 43 aanhef en sub e en 46 Wet bescherming persoongegevens. Faillissement. Verzoek afgewezen. De curator,die in deze dient te worden aangemerkt als verantwoordelijk in de zin van de Wbp, heeft persoonsgegevens van appellant verwerkt als bedoeld in art. 35 Wbp. Appellant heeft de curator verzocht mee te delen of hij persoonsgegevens heeft geregistreerd en verwerkt en zo ja, om een volledig overzicht en afschrift van die gegevens te verschaffen. De curator heeft, onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 43 sub e Wbp en artikel 73a Fw, medegedeeld aan het verzoek geen gevolg te zullen geven.
Appellant verzoekt de rechtbank, met een beroep op de art. 35 en 46 Wbp, de curator te veroordelen alsnog een volledig overzicht te overleggen, alsmede om fotokopieën en afschriften te verstrekken onder verbeurte van een dwangsom. Appellant voert aan dat dit een fundamenteel, Europees verdragsrechtelijk recht is en dat niet valt in te zien dat een goed beheer van een failliete boedel vertrouwelijkheid vereist, laat staan dat op die grond een inzageverzoek kan worden afgewezen. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen.
Het hof stelt voorop dat de verantwoordelijke in de zin van de Wbp artikel 35 Wbp buiten toepassing kan laten en mitsdien inzage weigeren voor zover dat noodzakelijk is ter bescherming van de betrokkenen of van rechten en vrijheden van anderen. Het hof is van oordeel dat de rechtbank het beroep van de curator op de weigeringsgrond van artikel 43 aanhef en sub e Wbp terecht heeft gehonoreerd.
Een weigeringsgrond kan gelegen zijn in een beroep op vertrouwelijkheid ter bescherming van de rechten of belangen van derden. De curator behartigt bij uitstek de belangen van derden, namelijk de belangen van de gezamenlijke schuldeisers in het faillissement. De aard van deze aan de curator opgedragen taak brengt mee dat voor een goed beheer van de boedel vertrouwelijkheid vereist is. Het belang van derden, die de curator vertrouwelijke informatie omtrent de gefailleerde of diens vermogen hebben gegeven, kan aan inzage van de daarop betrekking hebbende stukken in de weg staan. De rechtbank heeft het verzoek van appellant naar het oordeel van het hof dan ook terecht afgewezen.
9. Het hof stelt het volgende voorop. De verantwoordelijke in de zin van de Wbp kan artikel 35 Wbp buiten toepassing laten en mitsdien inzage weigeren voor zover dat noodzakelijk is ter bescherming van de betrokkenen of van rechten en vrijheden van anderen (artikel 43 aanhef en sub e Wbp). Tussen partijen is niet in geschil dat de curator als verantwoordelijke in de zin van de Wbp moet worden aangemerkt.
11. Het hof is van oordeel dat de rechtbank het beroep van de curator op de weigeringsgrond van artikel 43 aanhef en sub e Wbp terecht heeft gehonoreerd. Daartoe wordt het volgende overwogen. Zoals de Hoge Raad in zijn beschikking van 29 juni 2007 LJN 2007, 638 heeft overwogen, kan een weigeringsgrond gelegen zijn in een beroep op vertrouwelijkheid ter bescherming van de rechten of belangen van derden. De curator behartigt bij uitstek de belangen van derden, namelijk de belangen van de gezamenlijke schuldeisers in het faillissement. De aard van deze aan de curator opgedragen taak brengt mee dat voor een goed beheer van de boedel vertrouwelijkheid vereist is, bijvoorbeeld in het kader van onderzoek naar paulianeuze of frauduleuze handelingen of bestuurdersaansprakelijkheid. Het belang van derden, die de curator vertrouwelijke informatie omtrent de gefailleerde of diens vermogen hebben gegeven, kan aan inzage van de daarop betrekking hebbende stukken in de weg staan.
De curator heeft gesteld dat daarvan in het geval van [appellant] sprake is.
Naar het oordeel van het hof vormt een en ander grond voor de weigering van de curator
[appellant] inzage te geven in de door hem gevraagde gegevens. De rechtbank heeft het verzoek van [appellant] naar het oordeel van het hof dan ook terecht afgewezen.
Thuiskopieheffing: geen afdracht voor professioneel gebruik
Rechtbank Den Haag 20 februari 2013, LJN BZ1542 (Stichting de Thuiskopie tegen Imation Europe B.V.) - persbericht
Mede ingezonden door Arnout Groen, Hofhuis Alkema Groen en Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap.
Thuiskopie. Ongedifferentieerd heffen. Vierledig stelsel. Mutualisation. Geen afdracht voor professioneel gebruik. Opgaveverplichting. Vervalbeding en verjaring. Nader overleg over de hoogte van de vordering. Aanhouding van de zaak met mogelijkheid tot tussentijds hoger beroep.
Rechtspraak.nl: Stichting de Thuiskopie is in Nederland belast met het innen van de thuiskopieheffing als vergoeding voor auteursrechten. Zij daagde Imation, importeur en verkoper van optische dragers als data-cd’s en dvd’s, voor het niet afdragen van de thuiskopievergoeding over levering van blanco data-cd’s en dvd’s. De Rechtbank Den Haag stelt echter dat Imation geen vergoeding verschuldigd is voor de levering van data-cd’s en dvd’s aan professionele klanten. Ook al is er in het thuiskopiestelsel, bij de bepaling van de hoogte van de heffing voor data-cd’s en dvd’s meegerekend dat kan worden geheven over alle data-cd’s en dvd’s, op basis van Europese regelgeving is het alleen toegestaan een heffing te vragen voor dragers die door privépersonen worden gebruikt. De rechtbank gelast beide partijen opnieuw voor de rechtbank te verschijnen om vast te stellen welke bedragen over en weer gevorderd mogen worden.
In citaten:
2.19. Met een beroep op de conclusie van de advocaat-generaal in de Padawan zaak en vervolgens op het Padawan-arrest heeft Imation vanaf juni 2010 betaling van thuiskopievergoeding die ziet op (directe en indirecte) leveringen door Imation aan professionele gebruikers (het door Imation zogenoemde ‘Commercial Channel’, dat zich onderscheidt van het door haar zogenoemde ‘Consumer Channel’ waarin zij levert aan bedrijven die op hun beurt doorverkopen aan privégebruikers) stopgezet. Imation heeft Stichting de Thuiskopie dienovereenkomstig bericht.
Ongedifferentieerd heffen
4.5. Noch uit artikel 16c Aw noch uit enige andere bepaling uit die wet is naar het oordeel van de rechtbank af te leiden dat de betalingsplicht van de thuiskopievergoeding ook betrekking heeft op voorwerpen die niet worden gebruikt voor het maken van een thuiskopie maar voor professioneel gebruik.
4.6. De rechtbank dient artikel 16c Aw bovendien richtlijnconform te interpreteren en dus zoveel mogelijk uit te leggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de Auteursrechtrichtlijn, teneinde het door de richtlijn beoogde resultaat te bereiken. De rechtbank dient er daarbij vanuit te gaan dat de wetgever de bedoeling heeft gehad ten volle uitvoering te geven aan de uit die richtlijn voortvloeiende verplichtingen. De Hoge Raad heeft in het arrest ACI/Thuiskopie overwogen dat uit de totstandkomingsgeschiedenis van de implementatiewet niet blijkt dat de Nederlandse wetgever iets anders voor ogen heeft gestaan dan het getrouw omzetten van de Auteursrechtrichtlijn.
4.9. Uit het Padawan-arrest volgt ook - en daar gaat het in deze zaak om - dat heffen op alle dragers, ongeacht of die dragers juridisch of feitelijk ter beschikking worden gesteld aan privégebruikers dan wel aan professionele gebruikers, niet is toegestaan (hierna: ongedifferentieerd heffen).
Vierledig stelsel
4.10. Stichting de Thuiskopie stelt dat in Nederland met betrekking tot professioneel gebruik het volgende vierledige stelsel geldt (hierna: vierledig stelsel):
(i) bepaalde blanco informatiedragers zoals onder meer floppy-disks en dvd RAM zijn geheel vrijgesteld van thuiskopievergoeding omdat deze hoofdzakelijk voor professionele doeleinden worden gebruikt;
(ii) voor bepaalde blanco dragers (alle analoge dragers zoals audiocassette, videocassette en minidisk en voor bepaalde digitale dragers namelijk audio cd-r/rw en HI MD) geldt een vrijstelling in geval van (aantoonbaar) professioneel gebruik (zoals uitgewerkt in de artikelen 7 en 8 van de Voorwaarden contractanten A). Uitsluitend audiovisuele productiebedrijven kunnen ook voor dvd in aanmerking komen voor een dergelijke vrijstelling;
(iii) er geldt een restitutieregeling voor bedrijven die reeds aan Stichting Stemra hebben betaald voor het maken van kopieën op blanco dragers van auteursrechtelijk beschermde (audio) werken (“mechanische reproductierechten”);
(iv) voor de dragers data-cd (-r/rw) en dvd (-r/rw en +r/rw) is geen vrijstelling mogelijk voor professioneel gebruik maar is de mate van professioneel gebruik telkens al verdisconteerd in de hoogte van de thuiskopievergoeding ( mutualisation): de thuiskopievergoeding is in verband met de geschatte mate waarin de dragers professioneel worden gebruikt op een aanzienlijk lager bedrag vastgesteld dan het geval zou zijn geweest als er een vrijstellingsregeling zou hebben gegolden voor professioneel gebruik.Bevriezing stelsel
4.13. Om diezelfde reden gaat de stelling van Stichting de Thuiskopie niet op dat de bevriezing van het stelsel door de AMvB’s (hiervoor vermeld in 2.10) - waardoor over mp3-spelers en hard-discs niet wordt geheven terwijl die wel worden gebruikt voor het maken van thuiskopieën - een rechtvaardiging vormt voor het ongedifferentieerd heffen over data-cd’s en dvd’s. Ook als de rechthebbenden door het niet heffen over bepaalde soorten dragers in hun belangen worden geschaad, zoals Stichting de Thuiskopie stelt, betekent dit, anders dan Stichting de Thuiskopie kennelijk meent, gezien het Padawan-arrest niet dat ter compensatie van die schade mag worden geheven op data-cd’s en dvd’s waarbij niet is voldaan aan het vereiste noodzakelijk verband tussen de heffing over het voorwerp en het ter beschikking stellen daarvan aan de natuurlijke persoon in de hoedanigheid van privégebruiker.Mutualisation
4.16. De rechtbank is met Imation van oordeel dat mutualisation geen onderdeel uitmaakt van de SONT-besluiten. (...)4.19. Mutualisation is, zoals overwogen, in strijd met artikel 16c Aw en in strijd met het Padawan-arrest omdat daarbij ongedifferentieerd wordt geheven en dus ook over dragers die bestemd zijn voor professioneel gebruik. Dat de mate van professioneel gebruik ten opzichte van privégebruik is verdisconteerd in een lagere thuiskopievergoeding voor alle data-cd’s en dvd’s maakt dit niet anders.
Belang, ongerechtvaardigde verrijking
4.27. Ook is geen sprake van ongerechtvaardigd verrijken. Als al sprake van verrijking zou zijn, dan is dit een verrijking ten koste van de professionele eindgebruiker en niet ten koste van Stichting de Thuiskopie. Tot slot verschaft Imation zich geen oneerlijk concurrentievoordeel ten opzichte van andere fabrikanten of importeurs. Dat anderen het systeem van mutualisation (kennelijk) niet aanvechten, is Imation niet aan te rekenen.Tussenconclusie: geen afdracht voor professioneel gebruik
4.28. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat Imation slechts verplicht is aan Stichting de Thuiskopie thuiskopievergoeding af te dragen voor data-cd’s en dvd’s die zij direct of indirect heeft geleverd aan privégebruikers, maar niet aan professionele gebruikers.Opgaveverplichting
Stichting de Thuiskopie heeft belang bij die opgave omdat, zoals hierna vermeld, Imation de thuiskopievergoeding dient af te dragen over ieder drager waarvan zij het professioneel gebruik niet kan aantonen.4.33. De gevorderde veroordeling tot het doen van gespecificeerde opgave aan Stichting de Thuiskopie van alle door Imation uitgeleverde blanco informatiedragers en om zulke opgave te blijven doen, is derhalve toewijsbaar. Daarbij dient een beperking in tijd te worden toegevoegd, te weten dat die opgaveverplichting geldt voor zolang de voorwaarden contractanten A waarin zulks is overeengekomen, ongewijzigd tussen partijen gelden.
Vervalbeding en verjaring
4.37. Stichting de Thuiskopie heeft niet betwist dat zij, zoals Imation heeft gesteld, sinds 1999 aan de markt heeft gecommuniceerd dat voor data-cd’s en dvd’s (anders dan de uitzondering voor productiebedrijven) geen vrijstelling bestond voor professioneel gebruik zodat Imation en anderen geen beroep toekwam op artikel 7 van de voorwaarden contractanten A voor restitutie van thuiskopievergoeding. Onder die omstandigheden is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Stichting de Thuiskopie thans een geslaagd beroep zou kunnen doen op het vervalbeding om te betogen dat Imation geen recht (meer) heeft op restitutie omdat zij niet binnen de in artikel 7 onder b gestelde termijn (te weten in het kwartaal na het kwartaal waarin de dragers aan professionele gebruikers zijn geleverd) de benodigde gegevens zou hebben verstrekt aan Stichting de Thuiskopie.4.38. Het beroep op verjaring is door Imation niet bestreden, zodat er van moet worden uitgegaan dat Imation in ieder geval geen recht heeft op teruggave van afgedragen bedragen vóór 1 juli 2006.
Verrekening
4.40. De rechtbank verwerpt de stelling van Stichting de Thuiskopie dat verrekening niet zou zijn toegestaan omdat de rechthebbenden, die thans door het beroep op verrekening geen thuiskopievergoeding meer ontvangen via Stichting de Thuiskopie, andere rechthebbenden zijn dan die in het verleden thuiskopievergoeding hebben ontvangen voor data-cd’s en dvd’s die professioneel werden gebruikt. De huidige rechthebbenden ontvangen aldus in het geheel geen vergoeding voor gemaakte privé-kopieën, hetgeen volgens de Stichting de Thuiskopie in strijd is met de drie-stappentoets van artikel 5 lid 5 Auteursrechtrichtlijn. Daargelaten dat niet is in te zien dat verrekening door Imation van onverschuldigd betaalde bedragen er noodzakelijk toe zal leiden dat aan huidige rechthebbenden geen billijke vergoeding kan worden geboden, kan dit niet afdoen aan de uitdrukkelijk in de wet bepaalde verrekeningsbevoegdheid. Het risico dat Stichting de Thuiskopie, zoals zij stelt, failliet zal gaan als Imation mag overgaan tot verrekening, hetgeen ertoe zal leiden dat ook andere partijen gaan verrekenen, is geen reden om hierover anders te oordelen.4.41. Nu evenwel thans (nog) niet vaststaat dat en tot welk bedrag Imation een vordering heeft op Stichting de Thuiskopie, houdt de rechtbank iedere verdere beslissing met betrekking tot de gevorderde verklaring voor recht aan.
Bewijslast
4.44. Artikel 7 onder a van de voorwaarden contractanten A en dan met name de zinsnede ‘voorziet de contractant de stichting van bescheiden waarmee ten genoegen van de stichting wordt aangetoond dat deze blanko dragers ook inderdaad professioneel worden gebruikt’ kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gelezen dan dat op Imation de bewijslast rust ten aanzien van het daadwerkelijk professioneel gebruik van de door haar geleverde dragers. Dit geldt zowel voor de periode vóór juni 2010, over welke periode Imation aanspraak maakt op terugbetaling, als de periode vanaf juni 2010, waarin zij voor leveringen in het Commercial Channel niet heeft afgedragen.4.45. De door Imation in het kader van die bewijslast aan Stichting de Thuiskopie in ieder geval over te leggen bescheiden staan vermeld in artikel 7 onder c (zie 2.14 hiervoor). Dat uit artikel 8 van de voorwaarden contractanten A een andere verdeling volgt, is door partijen niet aangevoerd.
4.49. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.
Tussentijds hoger beroep
4.50. Gezien de aanzienlijke inspanningen en kosten die mogelijk nodig zijn om over en weer te vorderen bedragen vast te stellen, ziet de rechtbank aanleiding om tegen dit vonnis tussentijds hoger beroep open te stellen als bedoeld in artikel 337 lid 2 Rv. In voorkomend geval schorst zulk hoger beroep ingevolge artikel 350 Rv de tenuitvoerlegging van dit tussenvonnis.
Op andere blogs:
FNV-KIEM (Thuiskopieheffing deels in strijd met Europese regels)
Internetconsultatie meldplicht inbreuken gekwalificeerde certificaten
Met dit besluit wordt een meldplicht ingevoerd voor certificatiedienstverleners ten aanzien van gekwalificeerde certificaten, in het geval er sprake is van een inbreuk op de veiligheid of een verlies van integriteit met aanzienlijke gevolgen voor de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van de betreffende certificaten.
Doelgroepen die door de regeling worden geraakt
Certificatiedienstverleners t.a.v. gekwalificeerde certificaten.
Doel van de regeling
Doel van de regeling is de invoering van een meldplicht bij incidenten ten behoeve van de toezichthouder, zodat deze zijn taak beter kan uitoefenen omdat de impact sneller wordt onderkend en er effectiever kan worden opgetreden. Daarnaast kan melding leiden tot snelle hulp en ondersteuning om de gevolgen van een incident te beperken en op te lossen.
Verwachte effecten van de regeling
De invoering van een meldplicht zal leiden tot een betere taakuitoefening van de toezichthouder omdat de impact van inbreuken sneller wordt onderkend en er effectiever kan worden opgetreden. Daarnaast kan melding leiden tot snelle hulp en ondersteuning om de gevolgen van een incident te beperken en op te lossen.
Doel van de consultatie
Verwerven en in kaart brengen van reacties.
Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd
De gehele regeling en de bijbehorende nota van toelichting
Publicatie reacties
Reacties worden gepubliceerd nadat de consultatie is gesloten. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.
DSL-aansluiting voorziet in levensbehoefte
BGH 24 januari 2013, III ZR 98/12 - uitspraak helaas nog niet beschikbaar
Het Duitse Bundesgerichtshof heeft klanten van een telecommunicatieonderneming schadevergoeding toegekend voor de uitval van enkele weken van de DSL-aansluitingen.
Uit't persbericht: Naar jurisprudentie van het BGH moet de compensatie voor het uitvallen van de gebruikersmogelijkheid van een economisch goed voorbehouden blijven voor gevallen wanneer er sprake is van een defect van een apparaat dat voorziet in een levensbehoefte. Daarom is de schadevergoedingsvordering met betrekking tot de uitval van de Telefax afgewezen. Ook de uitval van de vaste telefoonverbinding wordt afgewezen. De schadevergoedingsplicht strekt zich slechts uit tot compensatie van de meerkosten. Aangezien eiser in de aangegeven periode een mobiele telefoon gebruikte en hij de extra kosten kon vorderen, is hiervan geen sprake.
Het gebruik van internet is een economisch goed dat (ook in privésferen) van centraal belang is. Betreft de hoogte van de schadevergoeding: de kosten die zijn gemaakt, mits deze gemiddeld en marktconform zijn in de betreffende periode voor een voorziening zoals de DSL-aansluiting met een vergelijkbare capaciteit.
Het BGH beschrijft het internet als volgt:
"Das Internet stellt weltweit umfassende Informationen in Form von Text-, Bild-, Video- und Audiodateien zur Verfügung. Dabei werden thematisch nahezu alle Bereiche abgedeckt und verschiedenste qualitative Ansprüche befriedigt. So sind etwa Dateien mit leichter Unterhaltung ebenso abrufbar wie Informationen zu Alltagsfragen bis hin zu hochwissenschaftlichen Themen. Dabei ersetzt das Internet wegen der leichten Verfügbarkeit der Informationen immer mehr andere Medien, wie zum Beispiel Lexika, Zeitschriften oder Fernsehen. Darüber hinaus ermöglicht es den weltweiten Austausch zwischen seinen Nutzern, etwa über E-Mails, Foren, Blogs und soziale Netzwerke. Zudem wird es zunehmend zur Anbahnung und zum Abschluss von Verträgen, zur Abwicklung von Rechtsgeschäften und zur Erfüllung öffentlich-rechtlicher Pflichten genutzt. Der überwiegende Teil der Einwohner Deutschlands bedient sich täglich des Internets. Damit hat es sich zu einem die Lebensgestaltung eines Großteils der Bevölkerung entscheidend mitprägenden Medium entwickelt, dessen Ausfall sich signifikant im Alltag bemerkbar macht.
CBP: Richtsnoeren beveiliging van persoonsgegevens
CBP, Richtsnoeren `Beveiliging van persoonsgegevens' (5,5 MB), 19 februari 2013, cbpweb.nl.
Beveiliging van persoonsgegevens is een van de speerpunten van het handhavingsbeleid van het cbp. Het cbp houdt toezicht op de naleving van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Artikel 13 van de Wbp eist dat bedrijven en overheden die persoonsgegevens verwerken, ‘passende technische en organisatorische maatregelen’ nemen om persoonsgegevens te beveiligen.
Uit't persbericht: Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) publiceert vandaag zijn `Richtsnoeren beveiliging van persoonsgegevens'. De richtsnoeren leggen uit hoe het CBP bij het onderzoeken en beoordelen van beveiliging van persoonsgegevens de beveiligingsnormen uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) toepast. De richtsnoeren vormen de verbindende schakel tussen het juridisch domein, met daarbinnen de eisen uit de Wbp, en het domein van de informatiebeveiliging, waarin de noodzakelijke kennis en kunde aanwezig is om daadwerkelijk aan die eisen te voldoen. De richtsnoeren treden 1 maart 2013 in werking.
Een gemiddelde burger in Nederland zit met zijn gegevens in honderden tot duizenden bestanden, zowel in de publieke als de private sector. Iedereen moet er op kunnen vertrouwen dat zijn persoonsgegevens voldoende worden beveiligd. Onvoldoende beveiliging kan leiden tot verlies en diefstal van persoonsgegevens en vervolgens tot misbruik van persoonsgegevens, zoals identiteitsfraude. Bedrijven en overheden die persoonsgegevens verwerken moeten deze volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) beveiligen en hiervoor passende technische en organisatorische maatregelen nemen. “Verantwoord omgaan met persoonsgegevens staat of valt met een adequate beveiliging. Denk na over beveiliging vóórdat je persoonsgegevens gaat verzamelen en laat het een blijvend punt van aandacht zijn”, aldus Wilbert Tomesen, collegelid van het CBP.
Uit de samenvatting:
‘plan-do-check-act’
Voor een blijvend passend beveiligingsniveau is inbedding van de zogeheten plandocheckactcyclus in de dagelijkse praktijk van de organisatie noodzakelijk. Dat komt kort gezegd op het volgende neer:
1. Beoordeel de risico’s
Beoordeel de risico’s die de gegevens en de aard van de verwerking met zich meebrengen voor de betrokkenen en bepaal op basis daarvan het gewenste beveiligingsniveau. Inventariseer vervolgens de dreigingen die kunnen leiden tot een beveiligingsincident, de gevolgen die het beveiligingsincident kan hebben en de kans dat deze gevolgen zich voor zullen doen. Tref op basis daarvan gericht beveiligingsmaatregelen die het gewenste beveiligingsniveau kunnen waarborgen.2. Maak gebruik van algemeen geaccepteerde beveiligingsstandaarden
Het vakgebied informatiebeveiliging kent vele beveiligingsmethoden, standaarden en maatregelen die zijn gebaseerd op ervaringen uit de dagelijkse beveiligingspraktijk. Gebruik bij het nemen van beveiligingsmaatregelen de richtsnoeren in samenhang met de beschikbare beveiligingsstandaarden. Deze standaarden geven houvast bij het daadwerkelijk treffen van passende maatregelen om de beveiligingsrisico’s af te dekken.3. Controleer en evalueer regelmatig
Controleer met zekere regelmaat of de beveiligingsmaatregelen daadwerkelijk zijn getroffen en worden nageleefd. Beoordeel periodiek of het beveiligingsniveau nog steeds past bij de risico’s die de verwerking en de aard van de te verwerken gegevens met zich meebrengen en of de beveiligingsmaatregelen nog steeds voldoen. Betrek daarbij ook de stand van de techniek en de nieuwste inzichten binnen het vakgebied informatiebeveiliging. Pas waar nodig de beveiligingsmaatregelen aan
Peer-reviewproject verlangt van advocaten om geheimhoudingsplicht te schenden
Hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem 12 februari 2013, LJN BZ0644 (Piketadvocaten tegen De Raad voor Rechtsbijstand)
Verwerking van persoonsgegevens. Geheimhoudingsplichten. Onrechtmatig handelen.
De zaak gaat over de vraag in hoeverre de Raad onrechtmatig handelt jegens de Piketadvocaten door van hen te verlangen om mee te werken aan het zogenaamde peer-reviewsysteem. Daarmee beoogt de Raad een kwaliteitsoordeel te verkrijgen over de gefinancierde rechtsbijstand, die de Piketadvocaten verlenen aan personen die op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen gedwongen worden opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen.
De Piketadvocaten hebben in het onderhavige kort geding gesteld dat de Raad onrechtmatig jegens de Piketadvocaten handelt door het peer-reviewsysteem in te voeren. De Raad verlangt namelijk van de Piketadvocaten om hun cliëntdossiers over te leggen, terwijl zij als advocaat en tevens uit hoofde van de medische aard van de in die dossiers opgenomen gegevens, verplicht zijn tot geheimhouding daarvan. Het hof is voorts van oordeel dat de door de Raad voorziene peer-reviewprocedure, waarin is voorzien in de afgifte en doorzending van kopiedossiers, valt onder de definitie van verwerking van persoonsgegevens, gegeven in artikel 1 onder b. Wbp.
Het feit dat de secretaris en de Peer eveneens verplicht zijn tot geheimhouding neemt niet weg dat door de toezending aan hen van de kopiedossiers waarin (medische en andere) persoonsgegevens zijn opgenomen, de kring van personen die van die gegevens kennis dragen groter wordt, zodat het daarbij gaat om verspreiding van de gegevens. Het hof concludeert dat de Raad in het kader van het peer-reviewsysteem van de Piketadvocaten verlangt om geheimhoudingsplichten te schenden en dat dit onrechtmatig is. Het hof vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter en ontslaat de Piketadvocaten uit de verplichting om deel te nemen aan het peer-reviewproject.
4.17. Uit de in artikel 1 onder a. en onder c. Wbp gegeven definities blijkt dat de cliëntendossiers, die de Raad wil laten inzien door de Peers, telkens aangemerkt moeten worden als onderdeel van een bestand in de zin van de Wbp. In elk van die dossiers bevindt zich namelijk een geheel van gegevens betreffende een geïdentifi¬ceerde of, na volledige anonimisering: identificeerbare natuurlijke persoon (de cliënt), zodat het daarbij om “persoonsgegevens” gaat. Het dossier maakt op zijn beurt deel uit van de verzameling van cliëntdossiers, die de betrokken advocaat heeft aangelegd en die in praktijk als één geheel wordt beschouwd en die, zoals de Raad ook niet heeft betwist, plegen te zijn gestructureerd en volgens bepaalde criteria toegankelijk zijn. Naar het oordeel van het hof is de Wbp daarom van toepassing op de door de Raad voorziene toezending van (geanonimiseerde) cliëntendossiers aan de secretaris van de CPR en aan de Peers.
4.21. Het feit dat de secretaris en de Peer eveneens verplicht zijn tot geheimhou¬ding neemt niet weg dat door de toezending aan hen van de kopiedossiers waarin (medische en andere) persoonsgegevens zijn opgenomen, de kring van personen die van die gegevens kennis dragen groter wordt, zodat het daarbij gaat om verspreiding van de gegevens. Hetzelfde geldt voor het feit dat de dossiers binnen korte tijd moeten worden vernietigd: de persoonsgegevens zijn dan reeds verspreid.
4.23. Op grond van het vorenstaande moet voorshands geconcludeerd worden dat de Raad in het kader van het Peer Reviewsysteem van de Piketadvocaten verlangt om geheimhoudingsplichten te schenden en dat dit onrechtmatig is. Het gevorderde verbod kan echter slechts tussen de Piketadvocaten en de Raad gelden, aangezien anderen dan partijen in de procedure aan de uitspraak geen rechten kunnen ontlenen. Dit leidt tot gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
Op andere blogs:
SOLV (Peer Reviewsysteem voor advocaten in strijd met privacyregels)
Inbreuk op privé e-mailaccount werkgever
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Bergen op Zoom 13 februari 2013, LJN BZ 1215 (Artel, Inkoopcentrum voor beeldende kunstenaars B.V. tegen verweerster)
Als randvermelding. Rechtspraak.nl. Inbreuk op privé e-mailaccount werkgever (en meer) is te bestempelen als ernstig verwijtbaar handelen van werknemer. De werkgever heeft zich echter, gezien de inhoud van de desbetreffende e-mailberichten, ook niet onbetuigd gelaten. Hoewel het geheel van handelen van de werknemer als dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst zou kunnen worden gezien, voert het conflict tussen partijen de boventoon, zodat (voorwaardelijk) zal worden ontbonden op grond van gewijzigde omstandigheden, gelegen in een verstoorde arbeidsverhouding.
Op andere blogs:
Ius Mentis (Hacken van mailboxen tijdens een arbeidsconflict)
Antwoord vragen over steun Nederland aan de EU-privacyvoorstellen
Staatssecretaris Teeven geeft antwoord op de vraag op welke punten uit het privacyvoorstel op dit moment in de onderhandelingen een blokkerende minderheid dreigt te ontstaan? lid Schouw stelt tevens de vraag hoe Nederland zich verhoudt tot de kritiekpunten van landen als Duitsland en Groot-Brittannië die mogelijk een blokkerende minderheid zullen vormen? En indien staatssecretaris Teeven niet voornemens is de steun aan de privacyvoorstellen in te trekken, of expliciet kan worden bevestigt dat het steunen van een blokkerende minderheid niet aan de orde is?
Antwoord op de vragen:
Ik heb geen concrete aanwijzingen van het bestaan of vormen van een blokkerende minderheid bij de onderhandelingen over de genoemde voorstellen. Van het zich al dan niet aansluiten bij een dergelijke minderheid is daarom ook geen sprake. Het is de Kamer bekend dat Nederland net als alle andere lidstaten over de privacyvoorstellen standpunten inneemt. Het is de Kamer eveneens bekend welke standpunten Nederland inneemt. Ik houd de Kamer daarvan periodiek op de hoogte. Ik span mij in om die standpunten zo goed mogelijk voor het voetlicht te krijgen, en zo veel mogelijk daarvan in het eindresultaat terug te kunnen zien.