IT 4575
4 juli 2024
Uitspraak

Logius heeft onvoldoende belang bij verregaande informatie inzake de door Visma geleverde ´Digipoort´

 
IT 4574
2 juli 2024
Uitspraak

Moderatie op forum AVROTROS valt onder journalistieke exceptie AVG

 
IT 4573
25 juni 2024
Uitspraak

Gedaagde dient broncode van verbeterde software over te dragen

 
IT 2355

ACM gaat telecomaanbieders streng controleren op stilzwijgende contractswijzigingen

De Autoriteit Consument & Markt (ACM) gaat telecomaanbieders streng controleren op contractswijzigingen in zakelijke contracten waarmee abonnees niet expliciet hebben ingestemd. De ACM houdt zelf actief toezicht, maar is ook geïnteresseerd in signalen over stilzwijgende wijzigingen in zakelijke telecomcontracten. Is uw zakelijk telecomcontract bijvoorbeeld stilzwijgend verlengd? Meld uw signaal dan bij het bedrijvenloket van de ACM.
Lees verder

IT 2354

De Brauw verliest laatste ICT-partner aan Van Doorne

De Brauw Blackstone Westbroek raakt zijn laatste ICT-partner kwijt. Bart van Reeken verlaat het kantoor na ruim dertig jaar om per 1 november partner te worden bij Van Doorne. Zaken op het vlak van IT contracting en outsourcing hebben niet langer de prioriteit binnen de strategie van De Brauw. “Ik was een beetje de geweldige hockeyer in een voetbalteam geworden. Dan kun je beter naar een goed hockeyteam gaan.” Advocatie

IT 2353

HvJ EU: Persoonsgegevens mogen zonder instemming worden verwerkt en geplaatst op zwarte lijst ten behoeve van bestrijding belastingfraude

HvJ EU 27 sep 2017, IT 2353; ECLI:EU:C:2017:725 (Peter Puskar tegen Slowakije), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-persoonsgegevens-mogen-zonder-instemming-worden-verwerkt-en-geplaatst-op-zwarte-lijst-ten-beh

HvJ EU 27 september 2017, IEF 17135; IEFbe 2353; IT 2353; ECLI:EU:C:2017:725; C-73/16 (Peter Puskar tegen Slowakije) Verwerking van persoonsgegevens, bescherming van de grondrechten. Peter Puskar verzoekt om alle SLW belastingautoriteiten te verbieden zijn naam en identificatiegegevens te plaatsen op een (‘zwarte’) lijst van natuurlijke personen die volgens het openbaar bestuur zijn te beschouwen als ‘stromannen’. Verzoeker stelt dat vermelding op de lijst inbreuk maakt op zijn recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en bescherming van de goede naam. HvJ EU antwoordt dat: 

IT 2352

HvJ EU: Afbeelden van game console bij het aanbieden van accessoires is toegestaan

HvJ EU 27 sep 2017, IT 2352; ECLI:EU:C:2017:724 (Nintendo-afstandbediening), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-afbeelden-van-game-console-bij-het-aanbieden-van-accessoires-is-toegestaan

HvJ EU 27 september 2017, C-24/16 en C-25/16, ECLI:EU:C:2017:724; IEF 17133; IEFbe 2351; IT 2352 (Nintendo tegen BigBen) Jurisdictie. Modelrecht. Via een website worden afstandsbedieningen voor game consoles aangeboden met daarbij een afbeelding van een game console waarop modelrechten gelden. HvJ EU antwoordt (FR/DUI), kort gezegd, dat artikel 20 lid 1 onder c GemModVo zo moet worden uitgelegd dat een derde die zonder toestemming van de Gemeenschapsmodelgerechtigde bij rechtmatig voeren van een bedrijf in accessoires die toebehoren aan waren van de modelrechthouder om de toepassing van die waren toe te lichten middel het plaatsen van een afbeelding op de website of daartoe te citeren dat dat toelaatbaar is.

1)      Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen, gelezen in samenhang met artikel 6, punt 1, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd dat in omstandigheden als die van de hoofdgedingen, waarin de internationale bevoegdheid van een rechtbank voor het gemeenschapsmodel waarbij een vordering wegens inbreuk aanhangig is gemaakt, ten aanzien van een eerste verweerder is gebaseerd op artikel 82, lid 1, van verordening nr. 6/2002 en ten aanzien van een in een andere lidstaat gevestigde tweede verweerder op dat artikel 6, punt 1, gelezen in samenhang met artikel 79, lid 1, van verordening nr. 6/2002, omdat deze tweede verweerder producten vervaardigt en levert aan de eerste verweerder die deze verkoopt, deze rechtbank op verzoek van de verzoekende partij ten aanzien van de tweede verweerder maatregelen overeenkomstig artikel 89, lid 1, en artikel 88, lid 2, van verordening nr. 6/2002 kan gelasten die ook betrekking hebben op gedragingen van deze tweede verweerder die geen verband houden met bovengenoemde toeleveringsketen en die gelden voor de gehele Europese Unie.

2)      Artikel 20, lid 1, onder c), van verordening nr. 6/2002 moet aldus worden uitgelegd dat een derde die, zonder toestemming van de houder van de aan een gemeenschapsmodel verbonden rechten, onder meer via zijn website gebruikmaakt van afbeeldingen van producten die overeenstemmen met dergelijke modellen in het kader van de rechtmatige verkoop van producten die bestemd zijn voor gebruik als accessoires voor specifieke producten van de houder van de aan deze modellen verbonden rechten, teneinde het gezamenlijke gebruik van de aldus verkochte producten en de specifieke producten van de houder van die rechten uit te leggen en te tonen, een handeling bestaande in de reproductie ter „illustratie” in de zin van dat artikel 20, lid 1, onder c), verricht, zodat een dergelijke handeling krachtens deze bepaling toegestaan is voor zover is voldaan aan de daarin gestelde cumulatieve voorwaarden, hetgeen de nationale rechter dient na te gaan.

3)      Artikel 8, lid 2, van verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen („Rome II”) moet aldus worden uitgelegd dat het begrip „land waar de inbreuk is gepleegd” in de zin van die bepaling ziet op het land van de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan. In omstandigheden waarin eenzelfde verweerder verschillende inbreukmakende handelingen worden verweten die in verschillende lidstaten zijn verricht, dient voor de vaststelling van de schadeveroorzakende gebeurtenis niet te worden gerefereerd aan elke verweten inbreukmakende handeling, maar dient het gedrag van die verweerder in zijn totaliteit te worden beoordeeld teneinde de plaats vast te stellen waar de oorspronkelijke inbreukmakende handeling die ten grondslag ligt aan het verweten gedrag, door die verweerder is verricht of dreigt te worden verricht.

IT 2351

Uitspraak ingezonden door Robin van Kleeff, Hoyng Rokh Monegier

Voorlopige blokkade The PirateBay voor abonnees Ziggo en XS4ALL

Rechtbank 22 sep 2017, IT 2351; ECLI:NL:RBDHA:2017:10789 (The PirateBay), https://itenrecht.nl/artikelen/voorlopige-blokkade-the-piratebay-voor-abonnees-ziggo-en-xs4all

Vzr. Rechtbank Den Haag 22 september 2017, IEF 17123; IT 2351; ECLI:NL:RBDHA:2017:10789 (Stichting Brein tegen Ziggo en XS4ALL) Auteursrecht. Peer-to-peer. Stichting Brein vordert een blokkade van de website The PirateBay voor abonnees van Ziggo en XS4ALL. Op 14 juni 2017 [IEF 16859] heeft het HvJ EU geoordeeld dat het beschikbaar stellen en het beheer, op internet, van een platform voor de uitwisseling van bestanden dat, door een index van meta-informatie inzake beschermde werken en de verstrekking van een zoekmotor, die gebruikers van dit platform in staat stelt deze werken te vinden en deze te delen onder het begrip "mededeling aan het publiek" valt. Deze uitspraak laat een ander licht op de zaak schijnen en de rechtbank beschouwd de uitspraak van het Hof Den Haag [IEF 13467] als achterhaald. De handelwijze van The PirateBay kan aangemerkt worden als een mededeling aan het publiek. De proportionaliteitsafweging van het Hof is onjuist geweest: onvoldoende gewicht is aan de belangen van Brein gegeven. De voorzieningenrechter beveelt Ziggo en XS4ALL om binnen tien werkdagen de toegang tot de website The PirateBay te blokkeren totdat in de bodemzaak, aanhangig bij de Hoge Raad, is beslist.  

IT 2350

Antwoord Minister van Economische Zaken over betalen door data te delen en de verkoop van consumentendate aan bedrijven en de overheid

Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over betalen door data te delen en de verkoop van consumentendata aan bedrijven en de overheid (ingezonden 27 juli 2017). Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 7 september 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2603.

IT 2349

SBS onrechtmatig gehandeld wegens uitzenden verborgen camera-beelden in Stegeman op de bres

Rechtbank 15 sep 2017, IT 2349; ECLI:NL:RBNNE:2017:3539 (Eiser tegen SBS Broadcasting), https://itenrecht.nl/artikelen/sbs-onrechtmatig-gehandeld-wegens-uitzenden-verborgen-camera-beelden-in-stegeman-op-de-bres

Rechtbank Noord-Nederland 15 september 2017, IT 2349; ECLI:NL:RBNNE:2017:3539 (Eiser tegen SBS Broadcasting) Art. 8 en 10 EVRM, eerbiediging van persoonlijke levenssfeer. In de uitzending van Stegeman op de Bres van 4 juni 2017 is aandacht besteed aan overboekingen van grote bedragen vanaf de bankrekening van de ouders naar de bankrekening van eiser. De moeder van eiser heeft aangifte gedaan van verduistering van de geldbedragen. Tijdens twee bezoeken in de woning van eiser zijn met gebruikmaking van een verborgen camera beeld- en geluidsopnames gemaakt en gebruikt voor de uitzending. Eiser vordert dat SBS de aflevering verwijdert. De voorzieningenrechter oordeelt dat de opnames zonder toestemming van eiser zijn gemaakt en gebruikt. Ondanks dat hij niet herkenbaar in beeld is gebracht is op eenvoudige wijze te herleiden dat het om eiser en zijn echtgenote gaat en waar zij wonen. Er is een inbreuk gemaakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Niet is gebleken van een misstand die een rechtvaardiging vormde voor deze inbreuk. De inbreuk heeft geleid tot aantasting van de eer en goede naam van eiser alsook tot nodeloos kwetsende reacties in de richting van eiser en zijn echtgenote zowel op internet als in hun directe omgeving. SBS heeft onrechtmatig gehandeld jegens eiser en moet binnen 5 werkdagen de aflevering van alle media verwijderden en een rectificatie plaatsen.

IT 2348

Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Stichting Brein

Ex parte tegen Usenet- en BitTorrent-uploader van films & series

Rechtbank 31 aug 2017, IT 2348; (Stichting Brein tegen grootschalige usenet uploader), https://itenrecht.nl/artikelen/ex-parte-tegen-usenet-en-bittorrent-uploader-van-films-series

Rechtbank Rotterdam 31 augustus 2017, IEF 17101; IT&R 2348 (Stichting Brein tegen grootschalige usenet uploader) Auteursrechtinbreuk. Stichting BREIN heeft een ex parte-beschikking ex art. 1019e Rv behaald tegen een uploader van filmwerken. De uploader gebruikte op grote schaal auteurs- en natuurrechtelijk bescherme werken - populaire (bioscoop)films en tv-series - en heeft deze onder een alias openbaar gemaakt en ter beschikking gestelt aan het publiek via BitTorrent en usenet. De uploader vervulde een sleutelrol in het 'Libra Release Team', een team dat zich erop richt om film en tv-series gratis voor het publiek beschikbaar te stallen zonder dat de rechthebbenden daarvoor toestemming hebben gegeven of een vergoeding ontvangen. De voorzieningenrechter gebiedt de inbreuk op auteursrechten te staken en gestaakt te houden onder last van een dwangsom van €2.000,- per dag.

IT 2347

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS

Onrechtmatige daad jegens Zorgvervoercentrale Nederland voor publiceren bedrijfsinformatie

Rechtbank 6 sep 2017, IT 2347; (Zorgvervoercentrale Nederland tegen Gemeente Alkmaar), https://itenrecht.nl/artikelen/onrechtmatige-daad-jegens-zorgvervoercentrale-nederland-voor-publiceren-bedrijfsinformatie

Rechtbank Noord-Holland 6 september 2017, IEF 17096; IT&R 2347 (Zorgvervoercentrale Nederland tegen Gemeente Alkmaar) Publicatie bedrijfsgeheimen. De gemeenten Alkmaar, Bergen e.a. hebben een Europese aanbesteding georganiseerd voor het uitvoeren van vraagafhankelijk vervoer voor geïndiceerde reizigers. ZCN was de dienstverlener voor dit vervoer. Gemeenten hebben een Excel-bestand met gegevens over gefactureerde ritten in december 2014 gepubliceerd als bijlage bij de Nota van Inlichten 2. ZCN vordert dat gemeenten door publicatie van het bestand in strijd hebben gehandeld met de op gemeenten rustende contractuele geheimhoudingsplicht en onrechtmatig hebben gehandeld. Het betreft hier geheime bedrijfsinformatie met handelswaarde, het openbaren en verspreiden van deze bedrijfsgeheimen door online publicatie van het bestand levert daarmee een onrechtmatige daad jegens ZCN op. De rechter oordeelt dat gemeentes aansprakelijk zijn voor de schade die door ZCN is geleden als gevolg van het onrechtmatig publiceren van het bestand.

IT 2344

Verzoek advies aan EFTA over dominante machtpositie Telecomprovider en schuld aan onrechtmatige 'margin squeeze'

HvJ EU 30 jun 2017, IT 2344; (Fjarskipti v Síminn), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-advies-aan-efta-over-dominante-machtpositie-telecomprovider-en-schuld-aan-onrechtmatige-marg

Verzoek advies HvJ EU 30 juni 2017, IT 2344; IEFbe 2333; E-6/17 (Fjarskipti tegen Síminn) Via Minbuza: Partijen zijn telecombedrijven die in IJsland algemene telecomdiensten aanbieden, inclusief mobiele telefoondiensten. Verzoeker levert diensten onder het merk Vodafone. Al decennia hebben ze een monopolie gehad op het bezitten en exploiteren van algemene telecommunicatienetwerken in IJsland. Dit staatsmonopolie werd op 01.01.1998 bij wet afgeschaft. De verweerder begon zijn telecomoperatie in 1994. Fjarskipti is nu de moeder-maatschappij van verzoeker. De voorgangers van verzoeker, Tal en Íslandssími, klaagden bij de mededingingsautoriteiten over het gedrag van verweerder op de mobiele telefoonmarkt. De mededingingsautoriteit kwam in zijn beslissing tot de conclusie dat verweerder zijn machtspositie heeft misbruikt door een 'grote gebruikerskorting' op de mobiele telefoonmarkt te geven. In zijn arrest van 08.11.2011 verwierp het Hooggerechtshof de eis van verzoeker om deze beschikking nietig te verklaren. De mededingingsautoriteit heeft in zijn beslissing verklaard dat de prijsverlagingen door de tegenpartij een mededingingsmaatregel vormen in reactie op de invoering van Tal op de mobiele telefoonmarkt. In zijn beslissing kwam de mededingingsautoriteit tot de conclusie dat verweerder de artikelen 11 en 19 van de mededingingswet en artikel 54 EER schendt. Deze schendingen door verweerder werden gezien als het bestaan van een onrechtmatige ‘margin squeeze’ tegen de concurrenten, met inbegrip van verzoeker, van 2001 tot eind 2007, bij de vaststelling van de termijnen.