IT 4684
26 november 2024
Uitspraak

Hof geeft verduidelijking over niet-verplichte persoonsgegevens

 
IT 4683
26 november 2024
Uitspraak

Meta mogelijk schadeplichtig wegens tekortschietende licentieonderhandelingen met Pictoright

 
IT 4682
25 november 2024
Artikel

Laatste plekken: Jurisprudentielunch Merken-, Modellen- en Auteursrecht op woensdag 27 november 2024

 
IT 2451

Geen website, geen maandelijks bedrag voor zoekmachineoptimalisatie

Rechtbank 20 dec 2017, IT 2451; ECLI:NL:RBLIM:2017:12407 (Sales WIzard tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-website-geen-maandelijks-bedrag-voor-zoekmachineoptimalisatie

Ktr. Rechtbank Limburg 20 december 2017, IT 2451; ECLI:NL:RBLIM:2017:12407 (Sales Wizard tegen gedaagde) SEO. Sales Wizard en gedaagde zijn een overeenkomst tot zoekmachine optimalisatie aangegaan. Eisende partij ontwikkelt een nieuwe website, zal gedaagde partij beter vindbaar maken op Google en zal tevens de sociale media onderhouden. Gedaagde partij is in verzuim omdat de facturen niet betaald zijn. Van het bedrag van € 2.541,00 is slechts een termijn van € 508,20 voldaan, zodat een bedrag van € 2.032,80 kan worden toegewezen. Er is in het geheel geen website tot stand gekomen, zodat het gevorderde bedrag van €121,00 per maand zodra de website met één of meerdere zoekwoorden op de eerste pagina van Google terecht komt, wordt afgewezen.

 

IT 2450

Fietsenwinkel.nl hoeft levering niet na te komen nu kortingscode reeds was gebruikt

Rechtbank 22 dec 2017, IT 2450; ECLI:NL:RBAMS:2017:9637 (Eiser tegen Fietsenwinkel.nl), https://itenrecht.nl/artikelen/fietsenwinkel-nl-hoeft-levering-niet-na-te-komen-nu-kortingscode-reeds-was-gebruikt

Ktr. Rechtbank Amsterdam 22 december 2017, IT 2450; ECLI:NL:RBAMS:2017:9637 (Eiser tegen Fietsenwinkel.nl). Internet. Fietsenwinkel.nl heeft als sponsor van een voetbalvereniging drie waardebonnen ter beschikking gesteld. Deze waardebonnen zijn door deze voetbalvereniging onder haar leden verloot. Eiser is niet één van de winnaars van deze loterij, maar heeft in een café één van de kortingscode op een handgeschreven papier ontvangen. Eiser heeft vervolgens een fiets besteld met het gebruik van deze code. Aanvankelijk werd de kortingscode door het elektronische bestelproces van de website aanvaard, maar na de bestelling heeft Fietsenwinkel.nl eiser per mail laten weten dat de kortingscode niet (meer) geldig was en de levering van de fiets geannuleerd. De kantonrechter wijst de vordering tot nakoming van eiser af. De kortingscode is niet rechtsgeldig gecedeerd aan eiser op grond van artikel 3:94 lid 1 BW. Doordat de levering in het café geschiedde, kon eiser evenwel niet gerechtvaardigd op de geldigheid van de kortingscode vertrouwen.

IT 2421

Hof: Onjuiste en onvolledige informatie over werking beurskoerssoftware gegeven aan investeerder

20 dec 2016, IT 2421; ECLI:NL:GHAMS:2016:5503 ((N.V. tegen Independent Investments Holding)), https://itenrecht.nl/artikelen/hof-onjuiste-en-onvolledige-informatie-over-werking-beurskoerssoftware-gegeven-aan-investeerder

Hof Amsterdam 20 december 2016, IEF 17301, IT 2421; RB 3039 (N.V. tegen Independent Investments Holding) Reclame. Software. Licentierechten. Onrechtmatige daad. Appellant is adviseur in de financiële sector en gaf een hedge fund index uit. Geïntimeerde is in contact gekomen met een Belgische ingenieur die een softwaresysteem heeft ontwikkeld om beurskoersen te voorspellen. Partijen gaan leningsovereenkomst aan met deelname in wereldwijde licentierechten. Anders dan de eerste rechter oordeelde, is voldoende gesteld dat onjuiste en onvolledige informatie omtrent waarde en werking van het softwaresysteem is gegeven aan de aangezochte investeerster. Geïntimeerde dient het geleende geldbedrag van €400.000 te betalen.

3.4. (...) (ix) Op 17 augustus 2007 is tussen IIH en [A.] een vaststellingsovereenkomst gesloten. In deze vaststellingsovereenkomst is, voor zover van belang, het volgende vastgelegd:
“Partijen stellen als volgt gezamenlijk vast:
- Dat de in het verleden vastgelegde doelstelling(en) om tot een stabiel werkend Forex trading systeem te komen dat zich meerdere jaren stabiel (winstgevend) gedraagt, helaas sinds 22 november 2005 niet tot realisatie is gekomen.
- De financiering loopt na anderhalf jaar tegen haar limieten aan en de vastgestelde waardering van 10 Miljoen Euro van de FX-XL licentie holding lijkt met de huidige operationele systemen geen verdedigbare waardering.
- De betrokken aandeelhouders via The Forex Fellows operationeel en door de gemaakte kosten op verlies staan.”
Het hof acht aannemelijk dat hetgeen partijen op 17 augustus 2007 hebben vastgesteld ook in mei/juni 2007 al bekend was.
(...)

3.6. Uit de onder 3.4 genoemde feiten en omstandigheden volgt dat [geïntimeerde] [appellant 2] onjuist en onvolledig heeft geïnformeerd over het Softwaresysteem. In weerwil van zijn mededelingen was het Softwaresysteem geen succesvol operationeel en werkend systeem dat (zeer) positieve resultaten boekte over een langere periode van zes maanden. Uit de e-mail onder (v) volgt dat de versie 1.05 begin mei 2007 nog niet Final was en nog niet kon worden gepresenteerd als een Product. De inhoud van de genoemde e-mail staat op gespannen voet met de bewering van IIH c.s. in de memorie van antwoord onder 22 dat op het moment dat de contacten tussen IIH c.s. en [appellanten] tot stand kwamen er sprake was van een operationeel FX 105-systeem en ook met hun bewering tijdens het pleidooi dat met de versie 1.05 werd gehandeld en dat daarmee in de periode maart 2007 tot augustus 2007 positieve resultaten zijn behaald. Voorts is gesteld noch gebleken dat [geïntimeerde] [appellant 2] erop heeft gewezen dat de investering, gezien de resultaten van het Softwaresysteem tot dan toe, aanzienlijke risico’s meebracht. Niet van belang is dat de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden deels betrekking hebben op andere rechtsverhoudingen dan die tussen [appellanten] en [geïntimeerde] of dat sommige gebeurtenissen dateren van na de totstandkoming van de geldlening. Bepalend is dat die feiten en omstandigheden inzicht geven in de (voor [geïntimeerde] kenbare) werking en de waarde van het Softwaresysteem ten tijde van de contacten met [appellant 2] .

3.9. [appellant 1] vordert een bedrag van € 400.000,- aan schadevergoeding van IIH c.s. [appellant 1] heeft via een converteerbare lening aan IIH voor een bedrag van € 400.000,- 4% van de aandelen in de S.A. gekocht. Inmiddels staat als onvoldoende betwist vast dat de waarde van de aandelen in genoemde vennootschap nihil is. [appellanten] hebben gesteld dat, als [geïntimeerde] de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden met betrekking tot de werking en de waarde van het Softwaresysteem niet zou hebben verzwegen, [appellant 2] nimmer met [geïntimeerde] in zee zou zijn gegaan. IIH c.s. hebben ter betwisting van het door [appellanten] gestelde causale verband aangevoerd dat [appellant 2] als geen ander in staat was het Softwaresysteem “op waarde” te schatten en te beoordelen of hij in dit systeem wilde beleggen en voorts dat [appellant 2] wist welke risico’s met investeren gepaard gaan. Het hof gaat daaraan voorbij. Uit hetgeen hiervoor is geoordeeld, volgt immers dat [appellant 2] door toedoen van [geïntimeerde] juist niet in staat was de werking en de waarde van het Softwaresysteem, en daarmee het risico van de investering, te beoordelen. Nu IIH c.s. verder geen gemotiveerd verweer hebben gevoerd tegen de stelling van [appellanten] , dat [appellant 2] , indien hij juist en volledig was geïnformeerd over de werking en de waarde van het Softwaresysteem, niet in het Softwaresysteem zou hebben geïnvesteerd, staat het causale verband tussen de onrechtmatige daad van [geïntimeerde] en de schade van € 400.000,- als onvoldoende betwist vast.

IT 2448

Beslissing ingezonden door Otto Volgenant, Boekx.

CvB: Te cryptisch verwoord dat Google zoekopdrachten sneller en betere resultaten tonen via internetportal

21 dec 2017, IT 2448; Dossiernr: 2017/00341 (Google privacyportaal), https://itenrecht.nl/artikelen/cvb-te-cryptisch-verwoord-dat-google-zoekopdrachten-sneller-en-betere-resultaten-tonen-via-internetp

CvB RCC 21 december 2017, RB 3066; IEF 17386; IT 2448; Dossiernr: 2017/00341 (Google)
Aanbeveling. Vernietiging van afwijzing klacht, aanbeveling strijd met 5 NRC.

5. De werkelijke boodschap van de uitingen zoals die volgens Google is bedoeld, te weten dat de gebruiker via de internet portal kan bepalen dat Google zoekopdrachten niet meer gebruikt om hem sneller betere resultaten te tonen, is zodanig cryptisch in de uitingen verwoord en verwerkt, dat deze de gemiddelde consument waarschijnlijk zal ontgaan. Ook uit de mededeling “Aan of uit? U bepaalt zelf uw privacy-instellingen” en de verwijzing naar het privacy gedeelte van ‘Mijn Account’ op Google.nl volgt dit niet duidelijk. De consument zal daardoor menen dat het uitzetten van de instelling tot gevolg heeft dat in het geheel geen informatie over zijn zoekopdrachten wordt onthouden. Het College oordeelt daarom dat de dagbladadvertentie hierover onvoldoende duidelijk is. Dit geldt voor de online uiting in sterkere mate, nu daarin geen nadere toelichting staat. Over de consequenties van dit oordeel overweegt het College als volgt.

IT 2447

HvJ EU: Bij nationale bepalingen die strafrechtelijke sancties inhouden maar geen technisch voorschrift zijn geldt mededelingsplicht

20 dec 2017, IT 2447; C-255/16 (Anklagemyndigheden tegen Falbert), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-bij-nationale-bepalingen-die-strafrechtelijke-sancties-inhouden-maar-geen-technisch-voorschri

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2442; IT 2447; RB 3062; ECLI:EU:C:2017:983; C-255/16 (Falbert). Reclamerecht. Kansspelen. Informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften. 

Artikel 1 van [InfoSoc-richtlijn 98/34/EG], moet aldus worden uitgelegd dat een bepaling van nationaal recht zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij strafrechtelijke sancties worden gesteld op het zonder vergunning aanbieden van kansspelen, loterijen of weddenschappen op het nationale grondgebied, geen technisch voorschrift in de zin van die bepaling is, dat moet worden meegedeeld op grond van artikel 8, lid 1, van die richtlijn. Daarentegen moet een nationale bepaling zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarbij strafrechtelijke sancties worden gesteld op het maken van reclame voor kansspelen, loterijen of weddenschappen waarvoor geen vergunning is afgegeven, wél als technisch voorschrift in de zin van deze bepaling worden aangemerkt, zodat het op grond van artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34 moet worden meegedeeld, voor zover uit de ontstaansgeschiedenis van die nationale bepaling duidelijk blijkt dat deze tot voorwerp en doel had een reeds bestaand reclameverbod uit te breiden tot diensten van onlinekansspelen. Het staat aan de nationale rechter om na te gaan of dit daadwerkelijk het geval is.

 

IT 2446

Maker vals Facebook-profiel krijgt gelegenheid zich per antwoordakte uit te laten over bodemvonnis

Hof 19 dec 2017, IT 2446; ECLI:NL:GHSHE:2017:5752 (Eiser tegen vals Facebook-profiel), https://itenrecht.nl/artikelen/maker-vals-facebook-profiel-krijgt-gelegenheid-zich-per-antwoordakte-uit-te-laten-over-bodemvonnis

Hof 's Hertogenbosch 19 december 2017, IEF 17376; IT 2446; ECLI:NL:GHSHE:2017:5752 (Eiser tegen val Facebook-profiel). Zie eerder IEF 17217. Hoger beroep. Kort geding. Schadevergoeding ivm digitale verspreiding intieme beelden en/of chatgesprekken. Appel wordt ingediend tegen vonnis voorzieningenrechter. In het kader van hoor en wederhoor wordt appellant in staat gesteld zich bij (antwoord)akte uit te laten over het door de rechtbank Limburg gewezen bodemvonnis.

IT 2444

HvJ EU: Schade European Dynamics hoeft niet vergoed te worden

HvJ EU 20 dec 2017, IT 2444; ECLI:EU:C:2017:998 (EUIPO tegen European Dynamics), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-schade-european-dynamics-hoeft-niet-vergoed-te-worden

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2440; IT 2444; ECLI:EU:C:2017:998; C-677/15 P (EUIPO tegen European Dynamics). Zie eerder IT 1361 en IT 1890. Hogere voorziening. Aanbesteding. Overheidsopdrachten voor dienstverlening. Verstrekking van externe diensten voor programma- en projectbeheer en technische advisering op het gebied van informatietechnologie. Cascadeprocedure. Beginselen van gelijke kansen en transparantie. Vernietiging van het besluit van het Gerecht EU in de zaak European Dynamics Luxembourg and Others v OHIM (T‑299/11, EU:T:2015:757) [IT 1890]. De Europese Unie hoeft de schade die European Dynamics Luxembourg heeft geleden niet te vergoeden.

IT 2445

HvJ EU: Schriftelijke antwoorden op beroepsexamen vormen persoonsgegevens

HvJ EU 20 dec 2017, IT 2445; ECLI:EU:C:2017:994 (Nowak tegen Data Protection Commissioner), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-schriftelijke-antwoorden-op-beroepsexamen-vormen-persoonsgegevens

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2441; IT 2445; ECLI:EU:C:2017:994; C-434/16 (Nowak tegen Data Protection Commissioner) Zie eerder Conclusie A-G [IT 2320]. Uit het persbericht: De schriftelijke antwoorden op een beroepsexamen en de eventuele opmerkingen van de examinator bij deze antwoorden vormen persoonsgegevens van de kandidaat waartoe deze laatste in beginsel toegang moet kunnen krijgen. Dat de kandidaat het recht daartoe wordt verleend dient immers het doel van de Uniewetgeving, de bescherming te waarborgen van de persoonlijke levenssfeer van natuurlijke personen wat de verwerking betreft van gegevens die op hen betrekking hebben.

Article 2(a) of Directive 95/46/EC of the European Parliament and of the Council of 24 October 1995 on the protection of individuals with regard to the processing of personal data and on the free movement of such data must be interpreted as meaning that, in circumstances such as those of the main proceedings, the written answers submitted by a candidate at a professional examination and any comments made by an examiner with respect to those answers constitute personal data, within the meaning of that provision.

IT 2443

HvJ EU: Lidstaten kunnen voorwaarden vaststellen voor taxibemiddelingsdienst Uber

HvJ EU 20 dec 2017, IT 2443; ECLI:EU:C:2017:981 (Asociación Profesional Elite Taxi contre Uber Systems Spain), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-lidstaten-kunnen-voorwaarden-vaststellen-voor-taxibemiddelingsdienst-uber

HvJ EU 20 december 2017, IEFbe 2439; IT 2443; ECLI:EU:C:2017:981; C-434/15 (Asociación Profesional Elite Taxi contre Uber Systems Spain) Zie eerder Conclusie A-G [IEFbe 2170]. Uit het persbericht: De door Uber geleverde dienst om met particuliere bestuurders in contact te treden valt onder „diensten op het gebied van het vervoer”. De lidstaten kunnen dus de voorwaarden vaststellen waaronder deze bemiddelingsdienst kan worden geleverd.

(vrij vertaald) Artikel 56, 58 VWEU, en e-Commercerichtlijn moeten worden uitgelegd dat de bemiddelingsdienst waarmee met behulp van een smartphone, tegen vergoeding niet-professionele chauffeurs met hun eigen voertuig personen vervoeren, moet worden beschouwd als een vervoersdienst in de zin van artikel 58 VWEU. Zo'n dienst wordt niet beheerst door 56 VWEU, en de richtlijnen 2006/123 en 2000/31.

IT 2441

EHRM: laster van een bekende blogger door de woorden "fuck you rapist bastard" op Instagram

Overige instanties 7 nov 2017, IT 2441; Application no. 24703/15 (Egill Einarsson tegen IJsland), https://itenrecht.nl/artikelen/ehrm-laster-van-een-bekende-blogger-door-de-woorden-fuck-you-rapist-bastard-op-instagram

EHRM 7 november 2017, IEF 17358; IEFbe 2432; IT&R 2441; Application no. 24703/15 (Egill Einarsson tegen IJsland). Privacy. Vrijheid van meningsuiting. Een bekende blogger, de heer Einarsson, klaagt over een uitspraak van het IJslandse Hooggerechtshof, waarin werd vastgesteld dat er geen sprake was van laster door de woorden "fuck you rapist bastard" die bij een post op Instagram van de blogger werden geplaatst. Het strafrechtelijk onderzoek naar het plegen van seksueel geweld door deze blogger was net gestaakt. Het EHRM is het niet met de IJslandse rechtbanken eens dat de post een waardeoordeel inhoudt. Het woord 'rapist' is objectief en impliceert een aantijging van verkrachting. Nu het strafrechtelijk proces geseponeerd werd verviel de feitelijke onderbouwing van de aantijging. Het EHRM constateert dat de rechtbanken geen 'fair balance' hebben gevonden tussen het recht van de heer Einarsson op eerbiediging van zijn privé-leven krachtens artikel 8 EVRM en het recht op vrijheid van meningsuiting van de persoon die de opmerking had gepost krachtens artikel 10 EVRM.