Praktijkgebied IE Plus
PGIE Plus biedt toegang tot een uitgebreide verzameling van tijdschriften, boeken, databanken en weblogs op het gebied van intellectueel eigendomsrecht. Onmisbaar voor elke professional die werkzaam is in het intellectueel eigendomsrecht.
Inbegrepen in het PGIE Plus abonnement:
- PGIE Plus biedt toegang tot de vier toonaangevende tijdschriften Auteursrecht, Berichten Industriële Eigendom, BMM Bulletin en Mediaforum en het nieuwste tijdschrift Data, Cybersecurity en Privacy;
- Meer dan 65 boeken op het gebied van intellectueel eigendom en IT, inclusief de nieuwste uitgave IE Kort Merkenrechtspraak van Prof. mr. D.J.G. Visser (Universiteit Leiden) en de oratie: Duurzaamheid via IE: nog een wereld te winnen van Prof. mr. C.J.S. Vrendenbarg (Radboud Universiteit);
- Toegang tot de uitgebreide databanken DomJur en JUROU met actuele jurisprudentie;
- Telecom & Recht, de nieuwe gespecialiseerde databank voor juridische professionals die zich bezighouden met telecommunicatierecht. Deze nieuwe databank biedt een uitgebreide verzameling van uitspraken, beslissingen en consultaties binnen dit complexe rechtsgebied;
- Het archief ICT Modelcontracten;
- Ook de weblogs IE-Forum, IT&Recht, Reclameboek, LS&R en IE-Forum België zijn geïntegreerd in PGIE Plus;
- Toegang tot de volledig nieuwe PGIE Plus App, waarmee u altijd en overal op de hoogte bent van nieuwste ontwikkelingen in het intellectueel eigendomsrecht.
- Ook de weblogs IE-Forum, IT&Recht, Reclameboek, LS&R en IE-Forum België zijn geïntegreerd in PGIE Plus;
- Toegang tot de volledig nieuwe PGIE Plus App, waarmee u altijd en overal op de hoogte bent van nieuwste ontwikkelingen in het intellectueel eigendomsrecht.
Vraag nu vrijblijvend een offerte aan en ontdek de mogelijkheden
Bedrijfsgegevens vallen niet onder AVG; KvK schendt zorgplicht door niet verder te helpen
Rb. Midden-Nederland 9 oktober 2024, IT 4647; ECLI:NL:RBMNE:2024:5787 (De Waarden c.s. tegen Google en KvK). De aanleiding van betreffende zaak was de verspreiding van een anoniem document via een Gmail-account, waarin de eisers werden beschuldigd van ernstige misstanden, waaronder machtsmisbruik, belangenverstrengeling, corruptie, en zelfs fraude met subsidies. Dit document bevatte bovendien privégegevens van betrokkenen en hun families en werd breed verspreid binnen de kraamzorgbranche, de media, en de politiek. De Waarden c.s. zagen dit als een ernstige aantasting van hun reputatie en wilden de identiteit achterhalen van de persoon of personen die verantwoordelijk waren voor deze verspreiding. Hun verzoek begon bij Google, van wie zij eisten informatie over de eigenaar van het anonieme Gmail-account te verstrekken. Google gaf echter aan dat de gebruiker het account kort na de verspreiding van het document had verwijderd, waarna het technisch onmogelijk bleek om de gegevens te herstellen. Google ondersteunde deze stelling met documentatie, en de rechter achtte deze informatie overtuigend. Omdat Google geen gegevens meer bezat, wees de rechtbank de vordering tegen Google af. De aandacht van de eisers richtte zich daarna op de KvK. Het anonieme document bevatte namelijk KvK-uittreksels waarop tijdstippen waren zichtbaar gebleven, wat de KvK in staat stelde om het verzoeker-account te traceren. De KvK ontdekte dat de uittreksels waren opgevraagd door een groot, anoniem bedrijf. Hoewel de eisers toegang wilden tot de naam van dit bedrijf om zo mogelijk de identiteit van de anonieme verspreider te achterhalen, weigerde de KvK mee te werken, met als reden dat zij geen internetdienstaanbieder waren zoals in de bekende Lycos/Pessers-zaak, en dus niet verplicht waren gegevens te verstrekken.
Aanbestedingsprocedure voor patiëntbewakingssysteem in ziekenhuis
Vzr. Rb. Den Haag 25 juni 2024, IT 4649; ECLI:NL:RBDHA:2024:17328 (Dräger tegen Universitair Medisch Centrum Utrecht). Universitair Medisch Centrum Utrecht (hierna: UMCU) heeft een aanbestedingsprocedure georganiseerd voor een patiëntbewakingssysteem. UMCU wil één marktpartij contracteren voor het leveren en onderhouden van compacte bewakingsmonitoren met toebehoren. Eerst wordt de opdracht gegund aan de inschrijver met de beste prijs-kwaliteitverhouding, dan volgt de testfase. In de testfase wordt gekeken of de inschrijvers voldoen aan de zogeheten knock out-eisen uit het Programma van Eisen (hierna: PvE). De inschrijving is ongeldig als een inschrijver niet voldoet aan een van de knock out-eisen. In casu is de opdracht aan Dräger gegund, maar in de testfase bleek dat het product van Dräger niet voldeed aan alle knock out-eisen uit het PvE. UMCU heeft de opdracht vervolgens voorlopig gegund aan Philips. Volgens Dräger geeft UMCU achteraf een andere uitleg aan de eisen en lijkt UMCU gezocht te hebben naar haakjes om Dräger uit te sluiten, daarmee sturend naar een favoriete opdrachtnemer. Als Dräger op juiste gronden is uitgesloten, zou de voorlopige gunning aan Philips niet kunnen worden voortgezet, omdat dan sprake zou zijn van dubbelzinnige eisen.
Verzoek om informatieverstrekking (191 RoP) wordt afgewezen
UPC CFI LD Mannheim 20 oktober 2024, IEF 22329, IT 4650, IEFbe 3813; UPC_CFI_471/2023 (DISH & Sling tegen AYLO). DISH heeft een octrooi op een methode voor het presenteren van snelheidsaanpassende streams en Sling heeft een exclusieve licentie. AYLO biedt videobestanden en mediaspelers aan via haar websites en levert aan eindgebruikers die, wanneer ze op de eindgebruikersstations werken, de in het litigieuze octrooi geclaimde methode uitvoeren. In deze procedure verzoeken eisers dat verweerders worden gelast informatie te verstrekken over de wijze waarop de via hun streamingdiensten toegankelijke videobestanden zijn gecodeerd. Dit is een verzoek tot het verstrekken van informatie overeenkomstig Rule 191 RoP.
Registratie persoonsgegevens door ING dient gerechtvaardigd belang
Rb. Amsterdam 18 september 2024, IT 4648; ECLI:NL:RBAMS:2024:5791 (Eisers tegen ING Bank). Eisers exploiteren een webshop in onder andere research chemicals. Ze hebben hun rekeningen bij ING. De ING heeft haar relaties met eisers wat betreft alle zakelijke rekeningen opgezegd vanwege de handel in research chemicals, zoals 3-CMC en 2F-Ketamine en het vermoeden dat deze middelen niet voor onderzoeksdoeleinden worden verkocht, maar voor consumptie aan consumenten als partydrugs. Bij opzegging heeft de ING de persoonsgegevens van eisers geregistreerd in haar gebeurtenissenadministratie en Interne Verwijzingsregister (IVR). Eisers vorderen dat de rechtbank verklaart dat beëindiging van de bankrelaties onaanvaardbaar is en dat de bank onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld. Daarnaast vorderen ze dat de gegevens van eisers binnen maximaal twee dagen na het vonnis moeten worden verwijderd uit het IVR.
Politie mag opdracht aanleg Meldkamercommunicatiesysteem rechtstreeks gunnen aan KPN
Rb. Den Haag 29 december 2023, IT 4645; ECLI:NL:RBDHA:2023:22297 (Grosc tegen Politie) De Politie heeft het voornemen om de huidige Dienst 112 en de meldkamer telefoniesystemen ten behoeve van het telefoonnummer 112 te vervangen door het Meldkamercommunicatiesysteem. De Politie voornemens wil het verkenningstraject met KPN gaan uitvoeren en verwachtte begin juni 2024 het traject te hebben afgerond en met KPN een overeenkomst te hebben gesloten. Grosc vordert dat de Politie de opdracht voor het Meldkamercommunicatiesysteem moet aanbesteden in plaats van deze rechtstreeks aan KPN te gunnen. De Politie beroept zich op artikel 2.16 ADV, een uitzondering op de aanbestedingsplicht voor defensie- en veiligheidsgebied. Dit artikel staat toe om af te wijken van de aanbestedingsprocedure als openbaarmaking van informatie strijdig is met een essentieel veiligheidsbelang.
Google mag advertenties voor doorschakeldienst weren
Hof Amsterdam 27 augustus 2024, IT 4644; ECLI:NL:GHAMS:2024:2431 (Appellanten tegen Google). In deze zaak verzetten 1883 B.V. en 1843 B.V., aanbieders van telefoongids- en doorschakeldiensten, zich tegen het advertentieverbod en de opschorting van hun accounts door Google. Google Ads accepteerde aanvankelijk hun advertenties, maar voerde in maart 2020 een verbod in op advertenties voor doorschakeldiensten vanwege het risico op misleiding. Dit werd aangescherpt na klachten over hoge kosten voor consumenten die doorverbonden werden tegen een tarief van meer dan 1 euro per minuut. 1883 en 1843 beroepen zich in hoger beroep op het mededingingsrecht en stellen dat Google misbruik maakt van zijn machtspositie door hen oneerlijk te behandelen en hen zonder rechtvaardiging van de advertentiemarkt uit te sluiten. Het hof oordeelt dat Google geen misbruik maakt van zijn economische machtspositie en bekrachtigde het eerdere vonnis. Volgens het hof is het advertentieverbod gerechtvaardigd vanwege Google’s verantwoordelijkheid om consumenten tegen misleiding te beschermen en reputatieschade te vermijden. De klachten en misleidingsrisico's rechtvaardigen het verbod, dat een legitiem doel nastreeft en een proportionele maatregel is. Daarnaast hebben 1883 en 1843 onvoldoende aannemelijk gemaakt dat Google het verbod specifiek inzet om concurrentie uit te sluiten. Hun beroep op rechtsverwerking en een vermeende vertrouwensbreuk faalde eveneens, omdat Google hun advertenties eerder al op basis van dezelfde voorwaarden had geweigerd. Het hof bevestigt dat Google, als dominante marktspeler, binnen het mededingingsrecht de vrijheid heeft om beleid te voeren dat verdergaat dan de minimale nationale regelgeving om consumentenbelangen te waarborgen.
HvJ EU over uitdrukkingswijze van een computerprogramma
HvJ EU 17 oktober 2024, IEF 22325, IT 4646; ECLI:EU:C:2024:88 (Sony tegen Datel) In deze zaak heeft Sony aangevoerd dat Datel de auteursrechten van Sony heeft geschonden door zonder haar toestemming wijzigingen aan te brengen in een computerprogramma waarop Sony auteursrecht bezit. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of het gebruik van de Datel-software inbreuk maakte op de bescherming van Sony's computerprogramma's, hoewel het niet de bron- of doelcode wijzigt, maar wel de inhoud van variabelen die in het werkgeheugen van de console worden opgeslagen tijdens het spel.
Opschorting betalingsverplichting leidt tot mislukte ontbinding
Rb. Amsterdam 18 september 2024, IT 4643; ECLI:NL:RBAMS:2024:6020 (Valcon tegen Partypin). Valcon, een dienstverlener van IT-personeel, en Partypin, ontwikkelaar van sociale apps, sloten op 31 oktober 2022 een overeenkomst voor de ontwikkeling van de app HereNow. Deze app stelt gebruikers in staat om evenementen en de locatie van vrienden te zien. Na de prototypefase gaf Partypin opdracht tot verdere ontwikkeling met een geplande release in oktober 2023 tijdens het Amsterdam Dance Event. Er ontstonden echter onenigheden over betalingen en de oplevering van een werkende app, wat uiteindelijk leidde tot het einde van de samenwerking in oktober 2023. Valcon eist in betreffende zaak vetaling door Partypin van openstaande facturen, primair € 146.671,36, subsidiair € 111.150,32, of meer subsidiair € 82.424,70, telkens vermeerderd met wettelijke handelsrente en een vergoeding van € 1.805,12 voor beslagkosten. Partyping vordert in reconventie terugbetaling van € 347.565,72, omdat Valcon volgens Partypin geen werkende app heeft opgeleverd en contractuele afspraken heeft geschonden. Partypin stelt dat zij gerechtigd is de betaalde bedragen terug te vorderen vanwege de ontbinding van de overeenkomst.
Inbreukmaker AVG mag aangevochten worden op grond van oneerlijke handelspraktijk
HvJ EU 4 oktober 2024, IT 4642; ECLI:EU:C:2024:846 (Lindenapotheke). In deze zaak vroeg een Duitse apotheker zijn concurrent, de eigenaar van de online verkopende apotheek “Lindenapotheke”, om het verkopen van apotheekgeneesmiddelen te staken, zolang klanten geen voorafgaande toestemming voor gegevensverwerking gaven. Volgens de concurrent vormde het gebrek aan toestemming een schending van de AVG en een verboden oneerlijke handelspraktijk onder Duitse wetgeving. De Duitse rechter stelde vragen aan het HvJ EU over de toelaatbaarheid van een rechtsvordering door een concurrent in AVG-zaken, en of de klantinformatie bij de online aankoop van apotheekgeneesmiddelen als gezondheidsgegevens onder de AVG valt. Het Hof oordeelt dat de AVG het niet uitsluit dat concurrenten rechtsvorderingen instellen voor schendingen van de AVG op basis van nationale wetgeving inzake oneerlijke handelspraktijken. Het Hof benadrukte dat deze mogelijkheid naast de handhavingsbevoegdheden van toezichthouders en het recht van betrokkenen op schadevergoeding bestaat, en bijdraagt aan een hoog beschermingsniveau van persoonsgegevens. Verder oordeelt het Hof dat informatie die klanten invoeren bij het bestellen van geneesmiddelen online – zoals namen en adresgegevens – gezondheidsgegevens betreft, omdat deze gegevens inzicht kunnen geven in iemands gezondheidstoestand. Hierdoor moet de verkoper duidelijk en volledig informeren over de gegevensverwerking en expliciete toestemming van de klant vragen, ongeacht of een medisch voorschrift vereist is.