Conclusie A-G HvJ EU: Controleorgaan is niet slechts een doorgeefluik
Conclusie A-G Hof van Justitie 15 juni 2023, IT 4297; ECLI:EU:C:2023:488 (BA/Controleorgaan op de politionele informatie) In deze zaak heeft Advocaat-Generaal L. Medina haar opinie gegeven inzake gegevensregistratie bij strafzaken. Er zijn twee vragen die centraal staan in de conclusie, namelijk of het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie vereisen dat wordt voorzien in een voorziening in rechte tegen een onafhankelijke toezichthoudende autoriteit én of richtlijn 2016/680 in overeenstemming is met het Handvest voor zover deze de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit slechts verplicht de betrokkene te informeren dat hij recht heeft op een beroep bij de rechter en dat alle noodzakelijke controles zijn uitgevoerd, ook als er daardoor geen posterieure controle kan plaatsvinden.
Conclusie A-G HvJ EU: Staatsblad is verantwoordelijke in gegevensverwerking
Conclusie A-G Hof van Justitie EU 8 juni 2023, IT 4298; ECLI:EU:C:2023:468 (Belgische Staat/LM) LM is aandeelhouder van Bureau LM. In het kader van een wijziging van de statuten wordt een akte opgenomen die in het Belgische Staatsblad wordt gepubliceerd. Daarin staan, naast de wettelijk vereiste gegevens, ook de namen van twee vennoten en hun bankrekeningnummers. De notaris vraagt het Belgisch Ministerie van Justitie (hierna: FOD Justitie) om deze passage uit het register te schrappen en te vervangen door een tekst waarin deze gegevens niet voortkomen. Dat verzoek wordt afgewezen. LM heeft hierop een klacht ingediend tegen het Belgisch Staatsblad bij de GBA (Gegevensbeschermingsautoriteit). De GBA heeft de klacht toegewezen en het Staatsblad gevorderd de wijziging door te voeren. De Belgische Staat heeft hoger beroep ingesteld tegen dat besluit, waarin LM intervenieert. De vragen waar de A-G over opinieert zijn: of een staatsblad als verwerkingsverantwoordelijke kan worden gezien en, als de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, of het dan zo is dat de AVG eist dat elke overheidsinstantie die in contact komt met officiële akten en documenten een meldingsplicht van de verwerking heeft of dat deze informatieplichten cumulatief bij de eindverantwoordelijke belanden.
Conclusie A-G HvJ EU: onbeperkte verwerking niet toelaatbaar
Conclusie A-G HvJ EU 15 juni 2023, IT 4296; ECLI:EU:C:2023:483 (NG/MVR) In reactie op een prejudiciële verwijzing behandelt Advocaat-Generaal P. Pikamäe de vraag of richtlijn 2016/680 toestaat dat nationale wettelijke maatregelen worden ontworpen die een nagenoeg onbeperkt recht op verwerking van persoonsgegevens ten aanzien van strafbare feiten aan nationale autoriteiten geven. De aanleiding hiertoe is dat de Bulgaarse 'NG' wegens meineed wordt veroordeeld. Als hij verzoekt om zijn gegevens uit het Bulgaarse politiebestand te schrappen, hoort hij dat zijn gegevens voor onbepaalde duur in het bestand zullen worden gehouden. Dat lijkt in strijd met de eerder genoemde richtlijn, die aangeeft dat verwerking van persoonsgegevens door oplsag niet van onbepaalde duur mag zijn. De verwijzende rechter stelt de genoemde prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie, waar Pikamäe deze conclusie aan verbindt.
Incassofraude ING rechtvaardigt registratie
Rechtbank Amsterdam 25 mei 2023, IT 4295; ECLI:NL:RBAMS:2023:3210 (Verzoeker/ING) In deze zaak betreft het een grootschalige incassofraude waar verzoeker bij betrokken was. Op een online platform van Universe.com kon men evenementen aanmelden en toegangsbewijzen kopen voor deze evenementen. De betalingstransacties werden door Stripe en PPRO geregeld. Bij een van deze evenementen, 'Krava Ontmoet Startende Ondernemers' - dat niet bleek te bestaan - werden grote hoeveelheden betalingsbewijzen gekocht, die snel daarna geannuleerd werden.Dit gaf hen recht op restitutie van het aankoopbedrag en/of stornering van de incasso. De rekeninghouders ontvingen dus onverschuldigde restitutiebetalingen die door Universe niet geïncasseerd konden worden. De verzoeker in kwestie heeft meermaals contant geld opgenomen, nadat er een grote overboeking werd gedaan. Als ING bekend wordt met de feiten en (een deel van) het bedrag dat verzoeker heeft buitgemaakt heeft teruggekregen, geeft zij aan dat de persoonsgegevens van verzoeker acht jaar in het Incidentenregister (hierna: IR) en het Externe Verwijzingsregister (hierna: EVR) zullen worden opgenomen. De verzoeker betwist bij de fraude te zijn betrokken en verzoekt schrapping uit de registers. De ING heeft dit verzoek afgewezen, waarop verzoeker zich tot de rechter went. Hij vordert dat zijn registratie in het IR en het EVR ongedaan worden gemaakt, dan wel dat de termijn van registratie wordt verkort.
Open brief van de AP aan OpenAI
De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: de AP) heeft contact opgenomen met OpenAI, de ontwikkelaar van ChatGPT, omdat de AP zich zorgen maakt over de manier waarop de chatbot getrained wordt. De grote kwantiteiten data die aan het zelflerende algoritme worden gevoerd kunnen immers persoonsgegevens bevatten. De AP heeft als taak om de Algemene Verordening Gegevensverwerking (hierna: de AVG) te handhaven en heeft daarom een ChatGPT-taskforce opgericht.
Onrechtmatig offline door een pestende ex
Rechtbank Gelderland 14 maart 2023; IEF 21475; ECLI:NL:RBGEL:2023:3174 (eiseres tegen gedaagde) Eiseres heeft een onderneming die gespecialiseerd is in bedden en had, enkele maanden voor de gerechtelijke procedure, een relatie met gedaagde. Gedaagde heeft een eigen onderneming die zich richt op ICT-dienstverlening. Nadat deze relatie is opgehouden en de verstandhouding tussen beide partijen verslechterd, haalt gedaagde de website van zijn ex uit de lucht en verandert hij alle inlogcodes die eiseres nodig heeft om haar bedrijfsvoering te kunnen faciliteren. Sommaties van eiseres om de website en bijbehorende administratie terug te geven worden door eiser terzijde geschoven. Hij stelt dat hij, als auteursrechthebbende van het ontwerp van de website, bevoegd is om haar de toegang tot de website te ontzeggen omdat eiseres zijn factuur voor het ontwerpen van de website niet heeft voldaan. Daaruit ontstaat, volgens gedaagde, een opschortingsbevoegdheid. Na het versturen van een dagvaarding ontvangt eiseres een aantal van de benodigde inlogcodes en een back-up van haar website van de advocaat van gedaagde. Eiseres stelt dat de website nu wel weer (deels) toegankelijk is, maar dat het 'thema' van de website ontbreekt. Gedaagde stelt op zijn beurt dat dit de enige back-up van de website is waar hij over beschikt. Na een eiswijziging komen de vorderingen van eiseres in dit kort geding neer op herstel van de volledige website en een veroordeling van gedaagde om zich van verdere handelingen die de bedrijfsvoering verstoren te onthouden, onder last van dwangsom.
Nieuwe richtlijnen privacytoezichthouders
De European Data Protection Board (EDPB) heeft met het uitbrengen van nieuwe boeterichtlijnen voor privacytoezichthouders een grote harmonisatieslag teweeg gebracht. Voorheen was het nog aan individuele lidstaten om zelf te bepalen hoe hoog een boete voor overtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) moest zijn en hoe deze precies berekend moet worden. Hiervoor heeft het de EDPB een vijfstappenplan bedacht, dat beoogt om de berekening van boetes in de hele Europese Unie zoveel mogelijk gelijk te trekken.
Conclusie A-G HvJ EU inzake platformaansprakelijkheid
Conclusie A-G HvJ EU 8 juni 2023, IEF 21470, ECLI:EU:C:2023:467 (Tiktok e.a. tegen Oostenrijk) In reactie op de invoering van de 'Digital Services Act' (hierna: DSA) hebben Tiktok Ireland, Meta Platforms Inc en Google enkele prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van Europa (hierna: het Hof) gesteld. In zijn bericht van 8 juni heeft A-G Szpunar zijn voorlopige oordeel over deze vragen duidelijk gemaakt. De DSA heeft tot doel om aansprakelijkheid voor platforms te regelen, vooral waar het gaat om illegale content die op deze platforms wordt geüpload en verspreid. Daar de DSA in februari 2024 in werking treedt, hebben de drie partijen de kans aangegrepen om te reageren op een 'puur declaratoire' uiting van de Oostenrijkse [informatietoezichthouder] dat hun nationale wetgeving van toepassing zal zijn op de platforms. Dat lijkt op het eerste gezicht logisch, maar in de DSA ligt een zogenaamd 'country of origin'-principe besloten, wat bepaalt dat een platform niet zomaar aan andere wetgeving dan het land van vestiging mag worden onderworpen.
Vermeende verschrijving in verzoek
Rechtbank Amsterdam 6 april 2023, IT 4290; ECLI:NLRBAMS:2023:2523 (Verzoekster/ING) Verzoekster is een tijd klant geweest bij ING. Vier jaar na het aflopen van de bankrelatie, die eindigde vanwege ongeoorloofde roodstand en omdat de rekening lange tijd inactief is geweest, vraagt verzoekster om een afschrift van de verwerkte persoonsgegevens. Als ING gehoor geeft aan haar verzoek en zij na enige plichtplegingen de gegevens ophaalt, stelt zij dat ING tekort is geschoten door haar niet het volledige dossier te geven. Zij verzoekt ING om vrijwel alle documentatie waar enige van haar persoonsgegevens in voorkomen aan haar toe te zenden. ING stelt dat het recht op inzage in persoonsgegevens niet automatisch het recht geeft op inzage in alle bestanden waarin persoonsgegevens van de verzoekster in voorkomen. Daarnaast stelt ING dat alle gegevens zijn verstrekt overeenkomstig de informatie in het systeem en dat sommige informatie niet meer te achterhalen is, wegens de gehanteerde bewaartermijnen van ING. Verzoekster vordert een dwangsom voor elke dag dat ING het volledige dossier niet aan haar overhandigt en een schadevergoeding. ING verweert zich met de stelling dat verzoekster haar verzoekschrift te laat heeft ingediend. Daarnaast stelt ING dat zij heeft voldaan aan haar verplichtingen op grond van AVG.
Baanbrekend partnerschap op gebied van digitale gezondheid
De Europese Commissie en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben gister aangekondigd dat ze een baanbrekend partnerschap op het gebied van digitale gezondheid aangaan. Vanaf juni 2023 zal de WHO het systeem van digitale COVID-19-certificering van de Europese Unie overnemen om een wereldwijd systeem op te zetten.