IT 4703
19 december 2024
Uitspraak

Aanbesteding server- en storage-apparatuur rechtmatig

 
IT 4702
17 december 2024
Uitspraak

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, auteursrechten op software zijn overgedragen

 
IT 4701
17 december 2024
Uitspraak

Geschil over verlenging printer- en softwareovereenkomst

 
IT 4537

Eiseres en gedaagde beide slachtoffer van cryptofraude

Rechtbank 15 feb 2024, IT 4537; ECLI:NL:RBAMS:2024:2212 (Eiseres tegen gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/eiseres-en-gedaagde-beide-slachtoffer-van-cryptofraude

Rb. Amsterdam 15 februari 2024, IT 4537; ECLI:NL:RBAMS:2024:2212 (Eiseres tegen gedaagden). Op 27 maart 2023 heeft eiseres bij de politie aangifte gedaan van fraude. In het proces-verbaal geeft zij aan een gefalsificeerde factuur te hebben ontvangen van Biltz BV met het verzoek dezelfde dag het bedrag over te maken naar de rekening van gedaagde. Op 30 juni 2023 heeft gedaagde bij de politie aangifte gedaan van fraude met betaalproducten. Gedaagde stelt dat een vriend van haar misbruik heeft gemaakt van haar bankrekening en zij er verder niets mee te maken heeft. Eiseres vordert gedaagde te veroordelen tot betaling van €85.887,75 en Bitvavo (de cryptodienst) te veroordelen om de activa in de digitale bewaarportemonnee te liquideren. Gedaagde voert aan dat zij misleid is door haar vriend en dat eiseres verweten kan worden dat zij niet alert is geweest en de betaling heeft doorgezet. Bitvavo voert aan dat het bevriezingsbevel dat haar is opgelegd bij tussenvonnis van 14 december 2023 achterwege had moeten blijven. De rechtbank oordeelt als volgt. 

IT 4536

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

Hof 23 apr 2024, IT 4536; ECLI:NL:GHAMS:2024:1036 (NRC c.s. tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/publicaties-in-krant-over-politicus-zijn-niet-onrechtmatig

Hof Amsterdam 23 april 2024, IT 4536, IEF 22008; ECLI:NL:GHAMS:2024:1036 (NRC c.s. tegen geïntimeerde). Geïntimeerde was in de periode van 1999 tot 2005 werkzaam als wethouder en van 2005 tot 2023 Tweede Kamerlid. NRC en De Limburger hebben in hun krant en op hun website artikelen geplaatst over een grondtransactie en een vergunning voor het bouwen van een woning, waarbij geïntimeerde zou zijn bevoordeeld. Geïntimeerde bestrijdt dat hij is bevoordeeld en vraagt een verklaring voor recht dat de beschuldiging onrechtmatig is, een bevel de beschuldiging niet meer te uiten, rectificatie en een schadevergoeding. NRC c.s. betwist dit en stelt dat zij zeer zorgvuldig onderzoek gedaan heeft en dat de uitingen die voorliggen voldoende steun in de feiten vinden. Zij voert aan dat er sprake is van belangenverstrengeling van overheidsfunctionarissen en dat nu juist een actueel onderwerp van het publieke debat is.

IT 4535

Aanhouding journalist bij Extinction Rebellion leidt tot schending 10 EVRM

Hof 23 apr 2024, IT 4535; ECLI:NL:GHDHA:2024:559 (Appellant tegen de Staat en de Politie), https://itenrecht.nl/artikelen/aanhouding-journalist-bij-extinction-rebellion-leidt-tot-schending-10-evrm

Hof Den Haag 23 april 2024, IT 4535; ECLI:NL:GHDHA:2024:559 (Appellant tegen de Staat en de Politie). Appellant is fotojournalist. Hij bevond zich op 13 oktober 2021 in een busje met actievoerders van Extinction Rebellion. De actievoerders waren van plan om als protestactie de A12 te blokkeren. Appellant wilde van binnenuit verslag doen van deze actie (‘embedded journalism’). De Politie heeft het busje staande gehouden en alle inzittenden, inclusief appellant, aangehouden op verdenking van voorbereidingshandelingen van het, kort gezegd, versperren van een weg met gevaar voor de verkeersveiligheid. Kort nadat zijn hoedanigheid als journalist was vastgesteld, is hij vrijgelaten. Volgens appellant was die hoedanigheid al veel eerder duidelijk, onder meer omdat hij een officieel persherkenningsteken droeg in de vorm van een zogenaamde ‘rellenkaart’ en hij zijn politieperskaart kon tonen. Volgens hem was de handelwijze in elk geval onrechtmatig vanwege strijd met zijn recht op vrije nieuwsgaring, zoals beschermd door artikel 10 EVRM. Hij wil dat de rechter dit vaststelt, hem een schadevergoeding toekent en de Politie en de Staat opdraagt een rectificatie te plaatsen. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Het hof komt tot een ander oordeel.

IT 4534

Tussenbeschikking inzake AVG controlerecht

Hof 11 apr 2024, IT 4534; ECLI:NL:GHSHE:2024:1239 (Appellante tegen verweerster), https://itenrecht.nl/artikelen/tussenbeschikking-inzake-avg-controlerecht

Hof 's-Hertogenbosch 11 april 2024, IT 4534; ECLI:NL:GHSHE:2024:1239 (Appellante tegen verweerster). Appellante huurt sinds 21 september 1987 een woning van verweerster. Appellante heeft verweerster verzocht om haar een overzicht en kopieën te verstrekken van de persoonsgegevens die verweerster van haar (heeft) verwerkt op grond van artikel 12 en 15 lid 1 AVG. De vraag die in deze zaak voorligt is of het door verweerster verstrekte overzicht op 20 juli 2022 voldoet aan het artikel 15 AVG-verzoek van appellante. Daarnaast ligt de vraag voor of verweerster verplicht is om kopieën van documenten te verstrekken op grond van voormeld artikel, zoals door appellante is verzocht. Bij tussenbeschikking van 23 november 2023 heeft het gerechtshof ten aanzien van het verzoek tot afgifte van kopieën overwogen dat verweerster niet zonder meer kopieën behoeft te overleggen als de met het recht op inzage nagestreefde doelstelling – recht op controle – volledig kan worden voldaan door een andere vorm van verstrekking, maar dan verwacht het hof wel dat dit helder en begrijpelijk aan appellante wordt toegelicht. Appellante heeft echter onderbouwd aangegeven dat zij nog diverse stukken mist in het overzicht.

IT 4533

HvJ EU over de vaststelling van immateriële schade(vergoeding) bij schending AVG

HvJ EU 11 apr 2024, IT 4533; ECLI:EU:C:2024:288 (GP tegen juris), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-over-de-vaststelling-van-immateriele-schade-vergoeding-bij-schending-avg

HvJ EU 11 april 2024, IT 4533; ECLI:EU:C:2024:288 (GP tegen juris). Verzoeker is een natuurlijke persoon die zelfstandig advocaat is en klant was bij juris, een vennootschap die een juridische databank exploiteert. Nadat hij in het hoofdgeding had vernomen dat juris zijn persoonsgegevens ook voor direct marketing gebruikte, heeft hij op 6 november 2018 al zijn toestemmingen om van dit bedrijf informatie te ontvangen per e-mail of telefoon schriftelijk ingetrokken en zich verzet tegen elke verwerking van die gegevens. Desondanks heeft verzoeker in het hoofdgeding in januari 2019 op zijn kantooradres twee reclamebrieven ontvangen die op zijn naam stonden. De eerste prejudiciële vraag gaat over artikel 82, lid 1, AVG en of schending van de AVG volstaat om van immateriële schade te spreken, ongeacht of de door deze persoon geleden schade enige ernst vertoont. Het Hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Betrokkene moet namelijk niet alleen aantonen dat er bepalingen van de verordening zijn geschonden, maar ook dat hij dergelijke schade heeft geleden ten gevolge van deze schending.

IT 4532

Deskundige bepaalt welke medische gegevens verstrekt moeten worden

Rechtbank 9 apr 2024, IT 4532; ECLI:NL:RBOBR:2024:1569 (Verzoekster tegen NN), https://itenrecht.nl/artikelen/deskundige-bepaalt-welke-medische-gegevens-verstrekt-moeten-worden

Rb. Oost-Brabant 9 april 2024, IT 4532, LSR 2237; ECLI:NL:RBOBR:2024:1569 (Verzoekster tegen NN). Verzoekster is in 2011 een ongeval overkomen. Zij is toen aangereden door een verzekerde van Nationale Nederlanden Schadeverzekering N.V. (hierna NN). Tussen partijen is een discussie ontstaan over de precieze aard en ernst van het letsel en het causale verband tussen het ongeval en het gestelde letsel. Partijen zijn het erover eens dat er in ieder geval een psychiatrisch onderzoek moet plaatsvinden, maar zijn daarbij wel verdeeld over de vraag welke medische informatie verzoekster nog moet verstrekken. Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank voor het onderzoek een psychiater, een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige inschakelt en de kosten door NN betaald moeten worden. Verzoekster stelt dat zij hierbij niet gehouden is om meer medische gegevens te stellen dan zij al heeft gedaan, omdat NN al beschikt over het huisartsenjournaal met betrekking tot de periode vanaf 5 jaar voor het ongeval. NN stelt dat de verzoeken om benoeming van een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige prematuur zijn. Eerst moet namelijk worden vastgesteld of de gestelde medische klachten van verzoekster in medisch causaal verband staan tot het ongeval. De rechtbank oordeelt in deze tussenbeschikking als volgt.

IT 4531

Conflict tussen partijen over overeenkomst van opdracht betreffende printerreparatie

Rechtbank 10 apr 2024, IT 4531; ECLI:NL:RBOVE:2024:2003 (IndAut tegen Dupatech), https://itenrecht.nl/artikelen/conflict-tussen-partijen-over-overeenkomst-van-opdracht-betreffende-printerreparatie

Rb. Overijssel 10 april 2024, IT 4531; ECLI:NL:RBOVE:2024:2003 (IndAut tegen Dupatech). IndAut ontwikkelt en implementeert software voor industriële toepassing, Dupatech verkoopt en levert machines. Na meerdere storingen aan de printer heeft Dupatech IndAut verzocht om met een duurzame oplossing te komen. De partijen zijn een overeenkomst van opdracht aangegaan op grond waarvan IndAut werkzaamheden heeft verricht aan de software van de printer. IndAut vordert betaling van het laatste deel van een tussen partijen gesloten betalingsregeling en betaling van een openstaande factuur. Dupatech betwist dat zij moet betalen. Volgens haar zijn er problemen met de printer en heeft er geen oplevering plaatsgevonden. Indaut vordert in conventie veroordeling van Dupatech tot betaling van het resterende bedrag. Dupatech voert aan dat de facturen niet opeisbaar zijn, omdat er geen deugdelijke oplevering heeft plaatsgevonden. Zij vordert in reconventie schadevergoeding wegens tekortkoming in de nakoming. De rechtbank oordeelt dat uit de overeenkomst niet volgt dat Dupatech de voorwaarde van een werkende printer heeft gesteld voor de betaling. Anders dan Dupatech stelt, is er ook geen resultaatsverbintenis overeengekomen. Dupatech is akkoord gegaan met de betalingsregeling. Zij dient deze na te komen en tot betaling van € 18.954,41 over te gaan. Haar schadevergoedingsvordering in reconventie wordt afgewezen. 

IT 4530

Gemeente Tilburg dient blokkade SVB-platform op te heffen

Rechtbank 28 jul 2020, IT 4530; ECLI:NL:RBZWB:2020:3596 (Blue-Care tegen Gemeente Tilburg), https://itenrecht.nl/artikelen/gemeente-tilburg-dient-blokkade-svb-platform-op-te-heffen

Rb. Zeeland-West Brabant 28 juli 2020, IT 4530; ECLI:NL:RBZWB:2020:3596 (Blue-Care tegen Gemeente Tilburg). Blue-Care is een zorgaanbieder en biedt jongeren begeleiding. Gemeente Tilburg is op grond van de WMO 2015 en de Jeugdwet belast met het toezicht op de naleving van de hierin opgenomen wettelijke voorschriften en de daarmee verband houdende regelingen. Onderzoeken van de gemeente hebben geleid tot de conclusie dat de doelmatigheid, rechtmatigheid en kwaliteit van de begeleiding die door Blue-Care wordt geboden onvoldoende zijn. Cliënten is meegedeeld dat niet langer hun persoonsgebonden budget (pgb) bij zorgaanbieder Blue-Care mogen verzilveren en dat de ten onrechte verstrekte pgb-gelden in het kader van Wmo 2015 en Jeugdwet gedurende de periode 1 januari 2016 tot 18 februari 2020 worden teruggevorderd. Blue-Care heeft bij brief van 10 juli 2020 bezwaar gemaakt tegen deze terugvordering en grondt dit op onrechtmatige daad. De gemeente heeft tevens de declaratiemogelijkheid bij de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) is geblokkeerd, waar Blue-Care eveneens tegenop komt met de stelling dat dit onrechtmatig is. De rechtbank stelt vast dat pas op 20 februari 2020 de zorgovereenkomsten worden afgekeurd. Gemeente Tilburg kan daarom de betaling van de tot 1 maart 2020 verleende zorg niet tegenhouden met het argument dat Blue-Care toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. De rapporten waarop de gemeente zich beroept zien bovendien niet specifiek op de zorg waarop de onderhavige declaraties betrekking hebben. Dit maakt dat de stelling dat Blue-Care geen zorg zou bieden aan haar budgethouders niet voldoende onderbouwd is. De vordering van Blue-Care wordt toegewezen; de blokkade op het SVB-platform dient ongedaan gemaakt te worden.

IT 4529

Eer en goede naam directeur wordt geschonden door valse beschuldigingen

Hof 9 apr 2024, IT 4529; ECLI:NL:GHAMS:2024:862 (Appellanten tegen geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/eer-en-goede-naam-directeur-wordt-geschonden-door-valse-beschuldigingen

Hof Amsterdam 9 april 2024, IT 4529; ECLI:NL:GHAMS:2024:862 (Appellanten tegen geïntimeerde). Het geschil heeft betrekking op de beschuldigingen aan het adres van geïntimeerde en via Dutch Solar Systems B.V. (hierna: DSS). Deze beschuldigingen bestonden uit (onjuiste) informatie die de goede naam en reputatie van geïntimeerde aantasten. Appellant meent dat geïntimeerde bij DSS – waar geïntimeerde directeur bij is geweest – heeft gefraudeerd, miljoenen euro’s heeft weggesluisd naar Gambia en de oorzaak geweest zou zijn van een FIOD-inval bij Strukton, het bedrijf van appellant. Bij vonnis van 25 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter bij de rechtbank Overijssel appellant veroordeeld tot plaatsing van een rectificatie. Appellant is echter ook daarna in het openbaar blijven verklaren dat geïntimeerde de FIOD-inval heeft veroorzaakt. De voorzieningenrechter heeft vervolgens bij vonnis van 2 augustus 2019 geoordeeld dat appellant het maximale bedrag aan dwangsommen (€ 200.000,-) had verbeurd, en heeft de dwangsom verhoogd. Appellant komt in hoger beroep hiertegen op. Het hof sluit zich aan bij de voorzieningenrechter en oordeelt aan de hand van een belangenafweging dat het verspreiden van privécommunicatie en gegevens als onrechtmatig beschouwd moet worden. Uit het feitenmateriaal blijkt immers voldoende dat appellant de werk e-mailaccounts van geïntimeerde heeft doorzocht en het onrechtmatige gebruik van haar privé gegevens heeft gefaciliteerd door aan mogelijk belastende e-mails ter beschikking te stellen. Het hof ziet genoeg aaneleidng het maxium van de te verbeuren dwangsommen te verhogen van € 500.000,- tot € 750.000,-.

IT 4528

Vordering die strekt tot uitvoering van samenwerkingsovereenkomst afgewezen

Rechtbank 26 feb 2024, IT 4528; ECLI:NL:RBMNE:2024:1923 (Eiseres tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/vordering-die-strekt-tot-uitvoering-van-samenwerkingsovereenkomst-afgewezen

Rb. Midden-Nederland 26 februari 2024, IT 4528; ECLI:NL:RBMNE:2024:1923 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres en gedaagde bieden softwareproducten aan voor de GGZ-markt. Partijen zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan die eruit bestaat dat gedaagde overeenkomsten sluit met revalidatiecentra en binnen het softwarepakket dat zij aanbiedt, naast haar eigen softwareproducten, de specifiek op de revalidatiemarkt gerichte software van eiseres laat leveren en implementeren. Op 11 oktober 2023 heeft gedaagde de samenwerking met eiseres beëindigd. Volgens eiseres op onterechte gronden. Zij vordert daarom in dit kort geding primair nakoming van de overeenkomst en dat zij in staat gesteld wordt om haar software voor het project te implementeren.