Interne kerkelijke stukken vallen onder recht op inzage

Hof Den Haag 17 september 2019, IT 2865; ECLI:NL:GHDHA:2019:2398 (Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt uit Dordrecht tegen kerklid) Wet Bescherming persoonsgegevens. Verweerster is lid van de kerk. Ze heeft onder verwijzing naar artt. 35 en 36 Wbp de Kerk onder meer verzocht een aantal documenten te ontvangen waarin haar persoonsgegevens zijn verwerkt, met het oog op haar recht op correctie en verwijdering van verkeerde gegevens. De Kerk is van mening dat verweerster op grond van de Wbp geen aanspraak kan maken op de ontvangst van kopieën van de documenten. Verder stelt zij dat het verzoek mede ziet op interne kerkelijke stukken (correspondentie tussen kerkenraadsleden, persoonlijke visies) en dat deze niet onder het recht op inzage vallen. Geoordeeld wordt dat het recht op inzage niet op voorhand zonder meer wordt geblokkeerd omdat in de desbetreffende documenten sprake zou (kunnen) zijn van vertrouwelijke (interne) correspondentie, stukken waarin persoonlijke gedachten en/of adviezen zijn verwoord die zijn opgesteld met het oog op intern overleg en beraad, dan wel interne besluitvorming. De kerk zal dit van geval tot geval moeten beoordelen. De Kerk mag de documenten die zij aan verweerster ter inzage overlegt, anonimiseren, in die zin, dat de Kerk ervoor zorgt dat uitlatingen niet herleidbaar zijn tot de persoon die de uitlating heeft gedaan. Wie de uitlating heeft gedaan is immers niet relevant voor de beoordeling van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking (waarvoor de Wbp en de AVG bedoeld zijn), terwijl het wel een aantasting kan opleveren van de rechten van de persoon die de uitlating heeft gedaan.
Zie ook: Hof: Interne documenten kerkbestuur vallen onder inzagerecht privacy.