3 sep 2019
Voorzieningenrechter onbevoegd bij verzoek tot verwijdering interne notitie
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 3 september 2019, IT 2861; ECLI:NL:RBNHO:2019:7528 (X tegen gemeente Langedijk) Vordering tot verwijdering e-mail i.v.m. onjuiste diagnose. De tekst 'hier is sprake van een psychiatrische moeder, ws een Munchhausen by Proxy' werd zichtbaar nadat eiseres de digitale tekst uit een e-mail kopieerde en de zwarte balk verdween. De gemeente stelt dat het gaat om een interne notitie en weigert de informatie te verwijderen uit haar dossiers. Voorzieningenrechter komt niet toe aan een oordeel, want verklaart zich onbevoegd. Eiseres moet bestuursrechtelijke weg volgen.
4.2.2.
De gemeente heeft aanvankelijk niet inhoudelijk gereageerd op dit verzoek, waarna de advocaat van [eiseres] bij brief van 17 april 2019 de gemeente heeft verzocht om binnen een week te reageren op het verzoek. Dat heeft de gemeente gedaan bij brief van 18 april 2019. Deze brief houdt – voor zover relevant in deze zaak – het volgende in:
“U stelt in de brief dat in deze e-mail een ongefundeerde (en daarmee onrechtmatige) diagnose is gesteld en dat deze met diverse medewerkers is gedeeld. De medewerkster die deze diagnose heeft gesteld was daar vanuit haar functie echter voor bevoegd. Hiermee is er in onze optiek geen sprake van een ongefundeerde diagnose. De medewerkers met wie de diagnose is gedeeld hebben allen een SKJ-registratie en bijbehorende geheimhoudingsplicht en maakten allen deel uit van een crisisteam die elkaar onderling moesten kunnen vervangen, behoudens de medewerker die in CC is opgenomen: zij is de functioneel leidinggevende van deze medewerkers. Het betreft hier een interne e-mail die verder niet met onbevoegden is gedeeld.U doet in uw brief het verzoek om alle correspondentie rond deze e-mail te verwijderen van onze informatiesystemen, zowel analoog als digitaal inclusief alle mogelijke kopieën. In artikel 17 van de AVG wordt dit recht van een betrokkene nader uitgewerkt. In lid 1 van dit artikel wordt aangegeven dat het recht op gegevenswissing (ook wel recht op vergetelheid) onder voorwaarden van toepassing is. Onder 1a wordt in dit verband de voorwaarde genoemd dat de persoonsgegevens niet langer nodig zijn voor de doeleinden waarvoor ze zijn verzameld/anderszins verwerkt. Wij zijn van mening dat, aangezien het dossier waarvan deze e-mail onderdeel uitmaakt nog actueel is en een lopende zaak betreft, aan deze voorwaarde niet wordt voldaan. (…)
Wij kunnen derhalve niet aan uw verzoek tot gegevenswissing voldoen. (…)
Indien u het niet eens bent met dit besluit, kunt u een bezwaarschrift sturen naar het college van burgemeester en wethouders.”
4.2.3.
Bij brief van 29 mei 2019 heeft de advocaat van [eiseres] bezwaar ingediend tegen het ‘besluit’ van de gemeente. Op dat bezwaar is nog niet beslist. De gemeente heeft die beslissing aangehouden in afwachting van de beslissing in het onderhavige kort geding.De voorzieningenrechter merkt hierover op dat het niet beslissen door de gemeente zich moeilijk laat rijmen met het standpunt van de gemeente in deze kort geding procedure, waarin de gemeente immers stelt dat de voorzieningenrechter niet bevoegd is om te beslissen.
4.2.4.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is echter evident dat de beslissing in de hiervoor onder 4.2.2. geciteerde brief een besluit is. Daartegen staat bezwaar en beroep open. De taakverdeling tussen de burgerlijke en administratieve rechter brengt met zich mee dat de voorzieningenrechter in kort geding geen taak heeft indien de mogelijkheid van een administratiefrechtelijke voorziening openstaat.4.2.5.
Ook als ‘restrechter’ in verband met een mogelijk spoedeisend belang – dat door de gemeente overigens gemotiveerd wordt betwist – is er voor de voorzieningenrechter geen ruimte om te beslissen. [eiseres] kan immers – ook nu nog – bij de bestuursrechter een voorlopige voorziening vragen (artikel 8:81 ABW).