Brief van de minister van binnenlandse zaken betreffende Delta-plan ICT, Kamerstukken II 2011-2012, 26 643, nr. 226.
Bij de vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van BZK voor het jaar 2012 heeft de Kamer de motie Van der Burg c.s. (33 000 VII, nr. 14) aangenomen waarin de regering wordt verzocht om binnen drie maanden met een Deltaplan ICT te komen.
De motie stelt dat ICT-projecten van de overheid de afgelopen jaren door verschillende oorzaken niet goed zijn verlopen. Daarbij verwijzen de stellers naar onvoldoende expertise, budgetoverschrijdingen, te lange doorlooptijden en complexe wet- en regelgeving. Voorts leggen zij een verbinding tussen de uitvoering van complexe wet- en regelgeving en het hanteren van verschillende begrippen en de effecten hiervan op de ICT-projecten.
De regering wordt met de motie verzocht een concreet Deltaplan ICT op te stellen teneinde de ICT-problemen bij de overheid aan te pakken, waarbij tevens wordt aangegeven welke wet- en regelgeving wordt geschrapt dan wel vereenvoudigd, hoe begrippen eenduidig worden gedefinieerd, hoe de aanbesteding en aansturing wordt verbeterd en hoe de inhoud van ICT-systemen op orde wordt gebracht.
Het kabinet onderschrijft het belang van de vraagstukken zoals in de motie genoemd én de relatie die de motie legt tussen de inzet van ICT en complexe wet- en regelgeving. Eenduidige begrippen en eenvoudige niet-complexe regelgeving zijn op zich geen ICT-issues, maar wel vaak randvoorwaardelijk voor het effectief, en efficiënt inrichten van ICT-systemen.
De expliciete relatie die de motie legt met de complexiteit van wet- en regelgeving, maakt dat de motie de beleidsterreinen van alle ministeries raakt. Ik heb de in de motie geschetste problematiek dan ook in de ministerraad besproken.
Het is onmiskenbaar, en ook al eerder door de Rekenkamer geconstateerd, dat het vereenvoudigen van wet- en regelgeving de complexiteit in de uitvoering in de ICT-systemen reduceert. Ten aanzien van de in de motie genoemde problemen voert het kabinet daartoe actief beleid. Gegeven de reikwijdte van de motie, gaat het hierbij voor een deel om al bestaand beleid, en voor een deel om nieuwe, meer recent geïnitieerde initiatieven. Voorbeelden van het eerste zijn het Integraal Afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK), de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen (AWIR), handhavings- en uitvoeringstoetsen.
Voorbeelden van het laatste zijn het project Inkomensondersteuning/voorziening burgers (project 12) uit de Compacte Rijksdienst, het terugdringen van het aantal wetten en amvb’s in het fysieke domein en de standaardisatie in de informatievoorziening in het zorgdomein. In de bijlage bij deze brief is een nadere toelichting op deze initiatieven opgenomen.
Binnen het kader van vastgesteld, en in wetgeving vastgelegd beleid, dient de ICT realisatie adequaat te gebeuren. Ten aanzien van de ICT-problematiek heeft het kabinet met de inrichting van het CIO-stelsel in 20081 de maatregelen genomen die nodig waren om een betere aansluiting tussen ICT, informatievoorziening en de vraag vanuit de beleid- en uitvoeringsprocessen tot stand te brengen. Recent heb ik de Kamer geïnformeerd over de I-strategie Rijk2. Hierin worden maatregelen genomen om de sturing en beheersing op doorlooptijd en budget bij ICT-projecten te verbeteren en de expertise binnen het Rijk te versterken. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd via de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk. Onderdeel van die jaarrapportage bedrijfsvoering vormt de rapportage over de grote ICT-projecten. Ten aanzien van de opzet en uitvoering van ICT-projecten worden eisen gesteld aan de projectplannen, de beheersmaatregelen en evaluaties en is projectportfoliomanagement ingericht. De belangrijkste beheersmaatregel is de invoering van de Gatewayreview, een peer-review-methodiek. Reviewteams bestaande uit opgeleide opdrachtgevers vanuit de rijksoverheid, toetsen de sturing en beheersing in verschillende fasen van de projecten en stellen adviezen ter verbetering op. In de volgende Gateway-review wordt getoetst op welke wijze opvolging aan de adviezen is gegeven. Het leer-effect van de methodiek heeft tevens een positief effect op het opdrachtgeverschap ten aanzien van de eigen projecten van de reviewers. Veel topambtenaren worden momenteel opgeleid tot peer-reviewer. Daarnaast is er sinds 2011 opleidingsaanbod beschikbaar voor CIO’s en opdrachtgevers (samen met de ABD). Met de oprichting van I-Interim Rijk wordt de aanwezige expertise op het gebied van ICT-projectmanagement gebundeld, geborgd en versterkt, om de afhankelijkheid van externe inhuur op cruciale posities in complexe ICT-projecten te verminderen. In lijn met de stroomlijning van de rijksinkoop in het kader van de Compacte Rijksdienst, worden in de I-strategie Rijk maatregelen genomen om de specialistische inkoop- en aanbestedingskennis die nodig is om complexe ICT-aanbestedingstrajecten tot een goed einde te brengen, vast te houden en uit te breiden. In 2012 wordt een compleet opleidingsaanbod opgesteld.
Bij het nadenken over het verbeteren van de ICT binnen de rijksdienst is ook aansluiting gezocht bij de ervaringen van grote bedrijven. Dit betreft niet alleen structurele contacten met de vertegenwoordigers van het ICT-bedrijfsleven via ICT-office, maar ook met de grote organisaties die vergelijkbare ICT-vraagstukken hebben als binnen het Rijk. De in de I-strategie Rijk opgenomen sourcingsstrategie en aanbodstructurering is mede geïnspireerd op ervaringen uit het bedrijfsleven.
Zoals gezegd, zijn eenduidige begrippen en eenvoudige niet-complexe regelgeving randvoorwaardelijk voor het effectief, en met minder risico’s voor budgetoverschrijding inrichten van ICT-systemen.
Nieuwe wet- en regelgeving en wijzigingen in bestaande wet- en regelgeving kunnen leiden tot verandertrajecten met een ICT-component. Op een aantal terreinen bestaat al wet- en regelgeving die tot het doel van de motie strekt. Ter uniformering en vereenvoudiging van regels voor het financiële beheer en de verantwoording van subsidies bestaat sinds 2009 het rijksbreed uniform subsidiekader3 en de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen. Voordat (ontwerp)wetten aan de ministerraad kunnen worden aangeboden, dienen de wetgevingstoets en de effectmeting te zijn uitgevoerd. In de besluitvorming over (aanpassingen in) wet- en regelgeving bestaat nadrukkelijk aandacht voor toetsing op de mogelijke effecten op de informatiehuishouding, door de inzet van uitvoerings- en handhaafbaarheidstoetsen en administratievelastentoetsen. ICT krijgt hier aandacht bij, met name in de zin van standaardisatie en hergebruik van begrippen en het voorkomen van allerlei specifieke uitzonderingscategorieën. Harmonisatie vindt dan plaats en verschillen in begripsdefinities worden daarin opgespoord en weggenomen. Vanwege de aard en context van wet- en regelgeving kan er bewust voor gekozen zijn een begrip specifiek te definiëren. Dan is de afweging gemaakt tussen enerzijds beleidsmatige wenselijkheid en effecten en anderzijds de uitvoeringskosten in het algemeen en ICT- en overige implementatie risico’s in het bijzonder.
Bij het inrichten van (e-)overheidsdienstverlening is een belangrijk uitgangspunt het «eenmalig aanleveren en meervoudig gebruik» van gegevens. Indien voor de uitvoering van een regeling gegevens van burgers, bedrijven of instellingen nodig zijn, wordt voor de omschrijving van de daaraan ten grondslag liggende begrippen zoveel mogelijk verwezen naar of aangesloten bij de definities uit de wetten inzake de basisregistraties. Deze aanwijzing is opgenomen in de Aanwijzingen voor de regelgeving4.
In het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de informatievoorziening richting ketenpartners en de mate waarin de organisatie op het gebied van ICT is toegerust*. Het adviescollege ACTAL geeft advies over het effect van grote voorstellen voor wet- en regelgeving op de regeldruk voor professionals in de publieke sector, burgers en bedrijven.
De door uw Kamer aangenomen motie krijgt invulling via het totaal van het al bestaande beleid, alsmede meer recent geïnitieerde initiatieven, waarvan een nadere beschrijving in de bijlage is opgenomen.
Daarnaast is het van belang een meer algemene werkwijze te ontwikkelen waarbij aangesloten wordt bij al bestaande systemen en definities, en niet voordurend te streven naar verbijzonderingen. Met het programma Compacte Rijksdienst wordt deze wijze van werken verder uitgebouwd. Daarbij deel ik de uit de motie sprekende intentie, om ook bij de totstandkoming van wet- en regelgeving meer aansluiting te willen zoeken bij al bestaande systemen en definities.
De minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. E. Spies