DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 2084

Klanten informeren op een neutrale, aanvaardbare wijze, zonder onterechte IE-inbreuksuggesties te doen

Rechtbank 7 mrt 2016, IT 2084; ECLI:NL:RBNHO:2016:1556 (Lead tegen Promptus), https://itenrecht.nl/artikelen/klanten-informeren-op-een-neutrale-aanvaardbare-wijze-zonder-onterechte-ie-inbreuksuggesties-te-doen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 7 maart 2016, IEF 16007; IT 2084; ECLI:NL:RBNHO:2016:1556 (Lead tegen Promptus)
Onrechtmatige uitlatingen. Verbod en rectificatie. Gedaagde wekt naar derden de suggestie dat eisers inbreuk maken op IE-rechten met betrekking tot software, terwijl conform vaststellingsovereenkomst wordt gehandeld. Na verstrijken van het concurrentiebeding is het Promptus uiteraard toegestaan om te trachten haar klanten voor zich te behouden. De sfeer die in de e-mail wordt neergezet is er eentje die de suggestie wekt van ongeoorloofde praktijken aan de zijde van Carta Online en van inbreuk op de IE-rechten van Promptus. Dit blijkt onder meer uit een zin als ‘Carta Online is nota bene een kopie van Promptus dat hij bij zijn vertrek heeft meegenomen!!’. Promptus weert zich, maar had aan haar klanten op een neutrale, in het maatschappelijk verkeer aanvaardbare, wijze kunnen uitleggen hoe de vork in de steel zit, zonder daarbij allerlei onterechte suggesties te wekken en eiseres in een kwaad daglicht te stellen. Zij dient zich te onthouden van negatieve berichtgeving over LEAD en een rectificatie te zenden.

 

IT 2083

Begroting van schadevergoeding na ontbinding bitcoin-koopovereenkomst

Hof 31 mei 2016, IT 2083; ECLI:NL:GHARL:2016:4219 (Bitcoin-levering), https://itenrecht.nl/artikelen/begroting-van-schadevergoeding-na-ontbinding-bitcoin-koopovereenkomst

Hof Arnhem-Leeuwarden 31 mei 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:4219; ITenRecht 2083 (Bitcoin-levering) Eerste aanleg: IT 1511

Eiser vordert schadevergoeding anders dan in geld, namelijk 1760 bitcoins welke gedaagde in 2012 nagelaten heeft naar de bitcoinrekening van eiser te sturen. Eiser hieromtrent in 2012 de koopovereenkomst ontbonden. Tussen het moment van aankoop en het moment van ontbinding is de bitcoin circa 1 euro in waarde gestegen. De rechtbank heeft in eerste aanleg een schadevergoeding van 1 euro per niet geleverde bitcoin toegewezen en de gedaagde bevolen de aankoopprijs van de 1760 bitcoins te retourneren.

Het hof ziet geen aanleiding om de vordering toe te wijzen nu dit wezenlijk zou betekenen dat de gedaagde verplicht wordt na te komen, terwijl deze verplichting door de ontbinding door eiser is komen te vervallen. Daarnaast is het hof van oordeel dat het niet voor de hand ligt om schadevergoeding anders dan in geld toe te wijzen op grond van artikel 6:125 lid 1 BW nu de koopprijs van de bitcoins (en de ongedaanmakingsverplichting) uitgedrukt was in euro's.

Het hof wijst al het gevorderde af.

IT 2059

Complexiteit en omvang door beide partijen is enorm onderschat, geen tekortkoming IT-leverancier

Rechtbank 12 mei 2016, IT 2059; ECLI:NL:RBOVE:2016:1682 (ENO zorgverzekeraar tegen VCD), https://itenrecht.nl/artikelen/complexiteit-en-omvang-door-beide-partijen-is-enorm-onderschat-geen-tekortkoming-it-leverancier

Vzr. Rechtbank Overijssel 12 mei 2016, IT 2059; ECLI:NL:RBOVE:2016:1682 (ENO zorgverzekeraar tegen VCD)
Contractenrecht. Partijen hebben een mantelovereenkomst 'Cloudias' voor levering IT-platform met bijbehorende diensten. Gedaagde is niet toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen door zich niet te houden aan de overeengekomen (fatale) termijnen voor de oplevering van verschillende fasen en onderdelen van een IT-platform. Het project dat partijen zijn aangegaan met als doel de livegang van het platform per 1 januari 2016 is,  gelet op de complexiteit en omvang van de benodigde functionaliteit, door beide partijen enorm onderschat c.q. niet goed aangevlogen. VCD maakt voldoende aannemelijk gemaakt dat en waarom oplevering van het IT-platform op basis van de herziene mijlpalenplanning medio 2016 niet haalbaar is, dat dit ook geldt voor een opleverdatum van 1 mei 2017 en voorts dat VCD dit – overeenkomstig het bepaalde in artikel 18.5 van de Overeenkomst – terstond aan Eno heeft meegedeeld. Van VCD wordt niet het onmogelijke gevergd om voor 1 mei 2017 te leveren.

IT 2058

Boete inzake geen definitieve prijzen vliegtickets en Engelstalige klantenservice houdt stand

Overige instanties 10 mei 2016, IT 2058; ECLI:NL:CBB:2016:103 (Ierse luchtvaartmaatschappij), https://itenrecht.nl/artikelen/boete-inzake-geen-definitieve-prijzen-vliegtickets-en-engelstalige-klantenservice-houdt-stand

CBb 10 mei 2016, RB 2713; IT 2058; ECLI:NL:CBB:2016:103 (Luchtvaartmaatschappij)
Misleidend. Ierse luchtvaartmaatschappij biedt vliegtickets aan via haar website en verleent een dienst van de informatiemaatschappij. Daar worden niet definitieve prijzen vermeld van vaste en onvermijdbare kosten. Als last onder dwangsom opgelegd dat steeds de definitieve vluchtprijs worden vermeld inclusief de administratiekosten die feitelijk voorzienbaar en onvermijdbaar zijn en dat zij deze administratiekosten dient op te nemen in de specificatie van de vluchtprijs. De transacties worden in het Nederlands gesloten, maar de aftersales zijn enkel Engelstalig (6:193g onder h BW). Het College oordeelt dat de aanpassingen aan het contactformulier onvoldoende zijn om van het contactformulier een aan het elektronisch postadres gelijkwaardig alternatief te maken, zodat nog steeds sprake was van een overtreding. ACM was bevoegd om een last onder dwangsom op te leggen. Het CBb bevestigt de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam.

 

IT 2047

Ingezonden door Sylvia Huydecoper, Nederland ICT

Belastingdienst publiceert modelovereenkomst voor inhuur zzp'ers in de ICT

De Belastingdienst heeft op 30 maart jl. een modelovereenkomst voor de inhuur van zzp'ers in de ICT-sector gepubliceerd. De modelovereenkomst is het resultaat van overleg tussen Nederland ICT en de Belastingdienst en moet werkgevers meer zekerheid bieden bij de inhuur van zelfstandigen. De modelovereenkomst wordt binnenkort met een toelichting opgenomen in ICT modelcontracten.

Download hier de officiële (PDF-)versie van de modelovereenkomst van de website van de Belastingdienst (inclusief hun toelichting). Nederland ICT heeft voor ICT-bedrijven een eigen toelichting op de modelovereenkomst geschreven. Voor het gemak kun je ook de Word-versie van de modelovereenkomst downloaden via de website van Nederland ICT.

IT 2031

Uitspraak ingezonden door Hanneke Slager, Cordemeyer & Slager.

Niet aansprakelijk voor schade bij De Politie voor hack bij derde-token-leverancier

Rechtbank 30 mrt 2016, IT 2031; (De Politie tegen Motiv), https://itenrecht.nl/artikelen/niet-aansprakelijk-voor-schade-bij-de-politie-voor-hack-bij-derde-token-leverancier

Rechtbank Midden-Nederland 30 maart 2016, IT 2031 (De Politie tegen Motiv)
Contractenrecht. Schade na hack. Tokens. Cryptobeveiliging. Overeenkomst tussen Politie en RSA strekkende tot afname van een digitaal beveiligingsproduct. Raamovereenkomst met Motiv. De Politie stelt dat na de digitale inbraak bij RSA de beveiligingstokens - geleverd door Motiv - niet meer voldeden aan wat zij daarvan mocht verwachten, namelijk gedurende drie of vier jaar zeer sterke cryptografische bescherming. De politie vordert een verklaring voor recht dat Motiv toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de Raamovereenkomst en een schadevergoeding van €1.166.235,85. De rechtbank oordeelt dat de RSA-software niet onder de voorwaarden van de Raamovereenkomst valt en verwerpt de vorderingen.

IT 2021

Agion niet toerekenbaar tekortgeschoten in nakoming verbintenis Almedo

Rechtbank 9 mrt 2016, IT 2021; ECLI:NL:RBNNE:2016:997 (Agion tegen Almedo), https://itenrecht.nl/artikelen/agion-niet-toerekenbaar-tekortgeschoten-in-nakoming-verbintenis-almedo

Rechtbank Noord-Nederland 9 maart 2016, IT 2021; ECLI:NL:RBNNE:2016:997 (Agion tegen Almedo)
Almedo is een hardware specialist en Agion gaat nieuwe bedrijfssoftware van SAP bij haar installeren voor de website, maar door software problemen heeft Almedo de facturen onbetaald gelaten. Agion vordert dat Almedo de facturen alsnog betaalt, Almedo vordert dat Agion toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en dat ze op goede gronden de overkomst hebben ontbonden. Het is niet voldoende dat het systeem problemen ondervond en niet aansloot bij de onduidelijke wensen van Almedo om te kunnen concluderen dat Agion tot schadevergoeding aan Almedo gehouden is. Almedo heeft onvoldoende gemotiveerd waarom Agion toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de verbintenissen. De vordering strekkende tot betaling van de hoofdsom wordt toegewezen en de tekortkoming in nakoming van de verbintenis wordt afgewezen.  

IT 2020

Geen rechtsgeldig ontbinding van overeenkomst vanwege ontbreken deugdelijke ingebrekestelling Mama Cash

Rechtbank 19 jan 2016, IT 2020; ECLI:NL:GHAMS:2016:108 (Stichting Mama Cash tegen Ifunds), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-rechtsgeldig-ontbinding-van-overeenkomst-vanwege-ontbreken-deugdelijke-ingebrekestelling-mama-c

Hof Amsterdam 19 januari 2016, IT 2020; ECLI:NL:GHAMS:2016:108 (Stichting Mama Cash tegen Ifunds)
Software. Ontbinding overeenkomst. Ifunds is aanbieder van diensten op het gebied van CRM-oplossingen. Partijen sluiten een overeenkomst ten aanzien van deze diensten. Mama Cash is tevreden over het verloop van het project en wilt de overeenkomst ontbinden. In hoger beroep vordert Mama Cash betaling door Ifunds van het reeds door haar betaalde bedrag. Ifunds vordert op haar beurt betaling door Mama Cash van het onbetaalde deel. Mama Cash heeft Ifunds niet deugdelijk in gebreke gesteld. De lange duur die met de uitvoering van de werkzaamheden was gemoeid is op zichzelf geen reden om ingebrekestelling achterwege te laten. De vordering van Ifunds voor de geleverde software wordt toegewezen. De vordering voor aanvullende diensten wordt afgewezen nu niet is komen vast te staan dat Mama Cash daartoe opdracht heeft gegeven.

 

IT 2010

Battle of the forms niet in internationale handel ongebruikelijk

Rechtbank 2 mrt 2016, IT 2010; ECLI:NL:RBGEL:2016:1328 (MFE Machining & Construction tegen Buderes Edelstahl), https://itenrecht.nl/artikelen/battle-of-the-forms-niet-in-internationale-handel-ongebruikelijk

Rechtbank Gelderland 2 maart 2016, IT 2010; ECLI:NL:RBGEL:2016:1328 (MFE Machining & Construction tegen Buderes Edelstahl)
Internationale overeenkomst. Beide partijen hanteren algemene voorwaarden. Battle of the forms. Nederlands recht van toepassing. Artikel 6:225 lid 3 BW. Verweer dat deze regeling niet aansluit bij hetgeen in internationale handel gebruikelijk is wordt verworpen. De rechtbank verklaart voor recht dat uitsluitend de Orgalime voorwaarden van toepassing zijn op de tussen partijen gesloten overeenkomsten en niet de inkoopvoorwaarden van Buderus.

 

IT 2002

HvJ EU: Voormalig erkende garagehouder niet aansprakelijk voor merkgeassocieerde internetadvertenties

HvJ EU 3 maart 2016, IT 2002 ; ECLI:EU:C:2016:134; C-179/15 (Daimler)
Zie eerder IEF 14981 / IEFbe 1355. Uit het persbericht: Voormalige erkend garagehouders van Daimler zijn niet aansprakelijk voor internetadvertenties waarin hun naam geassocieerd blijft worden met het merk „Mercedes-Benz” ondanks hun inspanningen om die advertenties van het internet te laten verwijderen. Bovendien kan Daimler van die garagehouders niet eisen dat zij actie ondernemen om dergelijke advertenties van het internet te laten verwijderen wanneer zij geen opdracht tot plaatsing daarvan hebben gegeven.

Antwoord:

Artikel 5, lid 1, onder a) en b), van richtlijn 2008/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten moet aldus worden uitgelegd dat een derde die wordt genoemd in een op een website gepubliceerde advertentie die een teken bevat dat gelijk is aan of overeenstemt met een merk, zodat de indruk wordt gewekt dat er commerciële banden bestaan tussen hem en de merkhouder, geen gebruik van dat teken maakt dat krachtens die bepaling door de merkhouder kan worden verboden, wanneer de advertentie niet door of namens de derde is geplaatst of, ingeval de advertentie door of namens de derde is geplaatst met de toestemming van de merkhouder, wanneer de derde de beheerder van die website, bij wie hij de advertentie had besteld, nadrukkelijk heeft gevraagd om de advertentie of de vermelding van het merk erin te verwijderen.

Gestelde vraag:

Moet artikel 5, lid 1, onder b), van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten aldus worden uitgelegd dat de houder van een merk tegen een derde die wordt genoemd in een internetadvertentie waarin een teken is opgenomen dat met het merk kan worden verward en die betrekking heeft op door de derde aangeboden diensten die identiek zijn aan de waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven, zodat bij het publiek ten onrechte de indruk kan worden gewekt dat er officiële commerciële banden bestaan tussen de onderneming van de derde en de houder van het merk, ook dán kan optreden, wanneer de advertentie niet op het internet is geplaatst door of voor rekening van de erin genoemde persoon of op het internet blijft opduiken hoewel de erin genoemde persoon alles heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden verlangd om de advertentie te laten verwijderen, maar daar niet in is geslaagd?