DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 2967

Ontwikkeling Upday App niet in strijd met non-concurrentiebeding

Hof 26 nov 2019, IT 2967; ECLI.NL:GHDHA:2019:3064 (Mocreate tegen Samsung), https://itenrecht.nl/artikelen/ontwikkeling-upday-app-niet-in-strijd-met-non-concurrentiebeding

Hof Den Haag 26 november 2019, IEF 18889, IT 2967; ECLI.NL:GHDHA:2019:3064 (Mocreate tegen Samsung) Samsung en Mocreate zijn een samenwerking aangegaan. Mocreate verzorgde diverse websites voor Samsung en heeft daarnaast de Go App ontwikkeld. Bij vaststellings- en licentieovereenkomst is tussen partijen afgesproken dat de intellectuele eigendomsrechten van de producten bij Samsung berusten en dat Mocretae een exclusieve licentie houdt. Upday Duitsland heeft vervolgens de Upday App voor Samsung ontwikkeld. Mocreate heeft de Go App ge-rebrand tot de Skoep App. Het geschil dat tussen partijen is ontstaan spitst zich toe op een bepaling in de licentieovereenkomst waarin staat dat Samsung "op geen enkele wijze (noch voor zichzelf noch voor of door derden) een applicatie zal ontwikkelen, beheren of ter beschikking stellen welke gelijk is aan de Go App".

IT 2965

Leverancier software-systeem niet in verzuim

Stichting Geschillenoplossing automatisering , IT 2965; (Stichting tegen leverancier), https://itenrecht.nl/artikelen/leverancier-software-systeem-niet-in-verzuim

SGOA november 2018, IT 2965; (Stichting tegen leverancier) Afnemer is een instelling op het gebied van geestelijke gezondheidszorg die professionele hulp biedt aan mensen met ernstige psychiatrische problemen. Overeengekomen was dat leverancier een software systeem - een web service die bestaat uit een zorginformatiesysteem en EPD-functionaliteit - levert aan de stichting. De afnemer stelt dat leverancier toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst en wil de overeenkomst ontbinden. Geconcludeerd wordt dat leverancier niet in verzuim is geraakt. Er is niet vast te stellen dat de opgeschoven implementatiedatum als fatale datum dient te worden beschouwd. Wel is het aan de leverancier om zorgvuldig te informeren over de beperkingen en risico's van het IT-project. Dat het veel langer duurde dan gedacht om te voldoen aan de wensen van de opdrachtgever betekent echter niet automatisch dat er onrechtmatig is gehandeld door de leverancier. De vorderingen van de stichting worden afgewezen.

IT 2920

Succesvol beroep op exoneratiebeding ICT

Rechtbank 16 okt 2019, IT 2920; ECLI:NL:RBAMS:2019:7832 (Ctac tegen Leaseweb), https://itenrecht.nl/artikelen/succesvol-beroep-op-exoneratiebeding-ict

Rechtbank Amsterdam 16 oktober 2019, IT 2920; ECLI:NL:RBAMS:2019:7832 (Ctac tegen Leaseweb) Schadeafhandeling ICT-contract. Succesvol beroep op overeengekomen aansprakelijkheidsbeperking. Leaseweb verwijst  naar de ‘Nederland ICT Voorwaarden’ en voert aan dat het in de dienstverlenende ICT-branche algemeen aanvaard is dat een ICT-leverancier zijn aansprakelijkheid voor directe schade beperkt door een aansprakelijkheidslimiet en zijn aansprakelijkheid voor indirecte schade uitsluit. Het exoneratiebeding moet, volgens Leaseweb, in overeenstemming met deze norm worden uitgelegd en was ook de bedoeling van partijen. Deze uitleg wordt gevolgd. Er wordt als volgt overwogen: i) Ctac heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat een dergelijke wijze van exonereren gebruikelijk is in de dienstverlenende ICT-branche. ii) de totstandkoming van het exoneratiebeding wijst op de juistheid van zo’n uitleg. iii) Het volgen van de uitleg van Ctac zou de beperking in lid 2 van het exoneratiebeding nagenoeg betekenisloos maken. iv) Ctac heeft haar stelling, dat een volledige uitsluiting van vermogensschade is ingeprijsd gelet op haar zeer scherpe prijs, onvoldoende toegelicht en onderbouwd.

IT 2859

SGOA: roekeloos handelen leverancier

Stichting Geschillenoplossing automatisering 6 apr 2018, IT 2859; (Afnemer tegen leverancier), https://itenrecht.nl/artikelen/sgoa-roekeloos-handelen-leverancier

SGOA april 2018, IT&R 2859 (Afnemer tegen leverancier) Contractenrecht. Auteursrecht. Afnemer heeft een eenmansbedrijf dat tegen betaling ouders en oppassers via een internetapplicatie met videobeelden met elkaar in contact wil laten komen. Leverancier is een onderneming die onder meer voor derden software ontwikkelt en applicaties bouwt. Afnemer wilde een webapplicatie laten bouwen voor zijn bedrijf door de leverancier voor zowel de homepage, als de inlogschermen. Leverancier heeft een grafisch ontwerp aan afnemer toegezonden, gebaseerd op de door afnemer verstrekte informatie. Dit ontwerp moest aangepast worden en leverancier heeft hier kosten voor in rekening gebracht. Afnemer was het niet eens met het ontwerp en de kosten en heeft via de mail aangegeven een ander ontwerp te willen. Leverancier is hier niet op ingegaan, maar heeft wel aangegeven te wachten op de benodigde informatie van afnemer om een nieuw ontwerp te maken. Leverancier stelt dat afnemer de informatie niet duidelijk verstrekt heeft en beëindigde uiteindelijk via de mail de overeenkomst met afnemer. Afnemer stelt de leverancier aansprakelijk voor de financiële schade die afnemer heeft geleden. Centraal staan de vragen of de door afnemer verschafte informatie over de schermen van de applicatie voldoende duidelijk waren, waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen de homepage en de inlogschermen en of de leverancier de overeenkomst rechtmatig heeft ontbonden? De leverancier wordt in het ongelijk gesteld.

 

IT 2860

SGOA: geen ontbinding door ontbreken verzuim

Stichting Geschillenoplossing automatisering 20 aug 2018, IT 2860; (Afnemer tegen leverancier), https://itenrecht.nl/artikelen/sgoa-geen-ontbinding-door-ontbreken-verzuim

SGOA augustus 2018, IT&R 2860 (Afnemer tegen leverancier) Contracten. Afnemer is een instelling die professionele hulp biedt aan mensen met ernstige psychiatrische problemen. Leverancier is een IT- leverancier die actief is in de zorg en onder meer leverancier is van een software systeem (“[NAAM WEBSERVICE]”), een webservice die bestaat uit een zorginformatiesysteem en EPD-functionaliteit. Partijen hebben een overeenkomst gesloten met betrekking tot een project. De overeenkomst ziet op het verlenen van een gebruiksrecht op [NAAM WEBSERVICE] en anderzijds op het doorontwikkelen van [NAAM WEBSERVICE] in de vorm van onder andere generiek te maken meerwerk, het ontwikkelen van conversieprogrammatuur en diverse koppelingen met andere systemen. De overeenkomst bestaat uit een lijst documenten. Partijen hebben de startdatum en facturatie vastgelegd in het document Extra Bepalingen. Leverancier geeft na enige tijd aan dat de voortgang niet conform planning verloopt, maar dat zij alles in werk gaat stellen om ervoor te zorgen dat afnemer op de afgesproken datum van start kan gaan. Leverancier blijft aangeven dat zij niet op tijd zal leveren, mede veroorzaakt door gevraagd meerwerk door afnemer en komt met een herziening van de planning. Afnemer accepteert de herziening niet en meldt dat er te veel uitstel is geweest. Afnemer vordert ontbinding van de overeenkomst op grond van dwaling en stelt dat leverancier toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door het voortdurend niet halen van de afgesproken termijnen en het niet juist implementeren van [NAAM WEBSERVICE] met de overeengekomen functionaliteiten. De vordering wordt afgewezen doordat verzuim ontbreekt aan de kant van de leverancier.

IT 2828

Defam verplicht BKR-registratie te verwijderen

Rechtbank 15 jul 2019, IT 2828; ECLI:NL:RBMNE:2019:3644 (X tegen Defam), https://itenrecht.nl/artikelen/defam-verplicht-bkr-registratie-te-verwijderen

Rechtbank Midden- Nederland 15 juli 2019, IT&R 2828; ECLI:NL:RBMNE:2019:3644 (X tegen Defam) BKR-registratie. X heeft samen met ex-echtgenoot een geldlening afgesloten bij Defam. Hiervan is een betalingsachterstand ontstaan waar een betalingsregeling voor getroffen is. Defam heeft van de betalingsachterstand melding gemaakt bij het BKR en deze geregistreerd. Uiteindelijk is de schuld voldaan. X vordert verwijdering van de BKR-registratie. De vordering wordt toegwezen.

IT 2826

Prejudiciële vragen over levering digitale inhoud datingplatform

HvJ EU 29 jul 2019, IT 2826; (Bundesverband der Verbraucherzentralen tegen Frontline Digital), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-levering-digitale-inhoud-datingplatform

Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland) 29 juli 2019, IT&R 2826; C-438/19 (Bundesverband der Verbraucherzentralen tegen Frontline Digital) Via MinBuza. Verzoekster (consumentenvereniging Duitsland) maakt bezwaar tegen clausule van datingsite van verweerster parwise.at waarmee herroepingsrecht wordt opgegeven meteen na koop, omdat parwise dan meteen begint met leveren van digitale inhoud. In eerste aanleg heeft het Landgericht gesteld dat een dergelijke verklaring van de consument pas na het sluiten van de overeenkomst, maar niet voor of gelijktijdig met het sluiten van de overeenkomst kan worden gegeven. Hiertegen komt parwise in beroep.

Allereerst wil de verwijzende rechter weten of de overeenkomst betreffende het datingplatform wel of niet uitsluitend betrekking heeft op levering van digitale inhoud. Mocht hierop het antwoord bevestigend luiden, moet worden getoetst of de informatie over de verklaring in lijn is met de toepasselijke voorschriften.

IT 2825

ING verplicht BKR-registratie te verwijderen

Rechtbank 7 jun 2019, IT 2825; ECLI:NL:RBAMS:2019:4363 (Eiser tegen ING), https://itenrecht.nl/artikelen/ing-verplicht-bkr-registratie-te-verwijderen

Rechtbank Amsterdam 7 juni 2019, IT&R 2825; ECLI:NL:RBAMS:2019:4363 (eiser tegen ING) BKR-registratie. Eiser heeft een borgtochtovereenkomst gesloten met ING en heeft zich voor een bepaald bedrag borg gesteld voor een krediet dat ING heeft verstrekt. De overeenkomst is door ING beëndigd en heeft de eiser in het informatiesysteem van BKR geregistreerd. Na onderlinge regeling is het bedrag betaald door eiser. Eiser heeft geprobeerd een woning te kopen, maar de hypotheek werd afgewezen vanwege de BKR-registratie van ING. Eiser vordert de registratie te verwijderen. ING voert aan dat de koop van een woning geen bijzondere omstandigheid is op grond waarvan de BKR-registratie moet worden verwijderden en dat de belangen van eiser niet zwaarder wegen dan het belang van de registratie. De verwijdering van de BKR-registratie wordt toegewezen.

IT 2821

Verwijdering BKR-registratie na afweging belangen

Rechtbank 29 mei 2019, IT 2821; ECLI:NL:RBAMS:2019:3857 (X tegen Hoist), https://itenrecht.nl/artikelen/verwijdering-bkr-registratie-na-afweging-belangen

Rechtbank Amsterdam 29 mei 2019, IT&R 2821; ECLI:NL:RBAMS:2019:3857 (X tegen Hoist) BKR-registratie. Consument. AVG. X heeft een doorlopend krediet afgesloten. Uiteindelijk is een achterstand in de betaling van de rente ontstaan en heeft Hoist het saldo opgeëist. De schuld is geheel afgelost. Het doorlopend krediet staat geregistreerd in de BKR-registratie met bijzonderheidscodes. X verzoekt Hoist tot verwijdering van de BKR-registratie, aangezien hij geen hypotheek voor een nieuwe woning kan krijgen door de BKR-registratie. Hoist weigert. X stelt dat Hoist ten onrechte het verzoek om verwijdering van de bijzonderheidscoderingen uit de BKR-registratie heeft geweigerd en vordert verwijdering. Vordering wordt toegewezen.

IT 2798

Uitspraak ingezonden door Sabina Kloppers, Van Benthem & Keulen en Wouter Dammers, LAWFOX.

Bijzondere zorgplicht voor ICT-dienstverlener Stepco

23 mei 2019, IT 2798; (ANVA tegen Stepco), https://itenrecht.nl/artikelen/bijzondere-zorgplicht-voor-ict-dienstverlener-stepco

Vzr. Rechtbank Utrecht 23 mei 2019, IEF 18521, IT 2798 (ANVA tegen Stepco) Verbintenissen. Zorgplicht. Stepco is ICT-dienstverlener, gespecialiseerd in cloud-beheer en security, en leverancier van een ICT-platform. ANVA is reseller van software en diensten en maakt daarbij gebruik van hostingdiensten van Stepco. Stepco en ANVA hebben drie overeenkomsten gesloten met betrekking tot drie verschillende diensten. De partnerovereenkomst is door partijen beëindigd. Stepco heeft vervolgens ook de overige overeenkomsten opgezegd met een opzegtermijn van één maand. ANVA is voor de uitvoering van haar dienstverlening aan haar klanten afhankelijk van Stepco en is van mening dat Stepco conform de partnerovereenkomst mee moet werken aan een soepele exit, conform de geldende tarieven. ANVA is van mening dat Stepco geen redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen met betrekking tot de overige overeenkomsten. ANVA vordert nakoming van de op Stepco rustende verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten. Het lukt Stepco niet om de vermeende wanprestatie aan de kant van ANVA aan te tonen. Stepco moet de op haar rustende verplichtingen nakomen. Er rust daarbij een bijzondere zorgplicht op Stepco.