IT 4937
28 augustus 2025
Artikel

In november gaat de Mr. S.K. Martens Academie 2025-2026 van start

 
IT 4938
27 augustus 2025
Uitspraak

Onrechtmatige verwerking persoonsgegevens CJIB: geen immateriële schadevergoeding, wel vergoeding wegens termijnoverschrijding

 
IT 4936
21 augustus 2025
Uitspraak

Inzageverzoek kansspelspelers (deels) afgewezen wegens verkeerde procedure en onvoldoende onderbouwing

 
IT 4937

In november gaat de Mr. S.K. Martens Academie 2025-2026 van start

De Mr. S.K. Martens Academie start dit najaar weer: de toonaangevende specialisatieopleiding in intellectueel eigendomsrecht en procesrecht. In acht masterclasses en vier online sessies scherpt u uw processtrategieën aan en verstevigt u uw adviesvaardigheden, met focus op de praktische toepassing en de impact van AI op het rechtsveld.

U werkt samen met ervaren vakgenoten, onder leiding van topexperts, zoals onze hoofddocenten: Marijn Kingma, Peter Teunissen en Jorn Torenbosch, en krijgt inzichten vanuit wetenschap, praktijk en rechtspraak.

De opleiding biedt:
- Intensieve klassikale bijeenkomsten (Amsterdam Zuid) met volop ruimte voor interactie en netwerkvorming en interactieve online sessies
- Toegang tot het alumninetwerk, AI‑Forum en de databanken van deLex
- Certificering en registratie‑mogelijkheden in twee rechtsgebieden
- 54–60 PO‑punten

Startdata (onder voorbehoud):
2025: 13 november – 27 november – 4 december
2026: januari t/m september

Heeft u interesse of wilt u een offerte op maat ontvangen? Neem contact op met info@delex.nl.

Voor meer informatie, klikt u hier

IT 4938

Onrechtmatige verwerking persoonsgegevens CJIB: geen immateriële schadevergoeding, wel vergoeding wegens termijnoverschrijding

Overige instanties 30 jul 2025, IT 4938; ECLI:NL:RVS:2025:3578 (Appellante tegen de minister voor Rechtsbescherming), https://itenrecht.nl/artikelen/onrechtmatige-verwerking-persoonsgegevens-cjib-geen-immateriele-schadevergoeding-wel-vergoeding-wegens-termijnoverschrijding

Raad van State 30 juli 2025, IT 4938; ECLI:NL:RVS:2025:3578 (Appellante tegen de minister voor Rechtsbescherming). De minister voor Rechtsbescherming heeft een verzoek van [appellante] op grond van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg) toegewezen voor inzage in gegevens, maar het verzoek om schadevergoeding wegens een foutieve brief van het CJIB afgewezen. Die brief uit juli 2020 over een verlenging van een taakstraf was het gevolg van een onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens, omdat een uitspraak waarin de taakstraf was vernietigd niet in de systemen was verwerkt. [appellante] voerde aan dat sprake was van een schending van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en dat zij daardoor recht had op schadevergoeding. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde echter dat, hoewel de gegevens gedurende twee jaar onrechtmatig zijn verwerkt en dit voor [appellante] stress en ongemak heeft veroorzaakt, niet is gebleken van een aantasting in haar eer, goede naam of persoon. Daarom hoefde de minister geen immateriële schadevergoeding toe te kennen. Wel stelde de Afdeling vast dat de totale procedure vier jaar en vijf maanden heeft geduurd, waardoor de redelijke termijn met vijf maanden is overschreden. Hiervoor is een schadevergoeding van € 500,- toegekend, waarvan € 333,33 ten laste van de Staat en € 166,67 ten laste van de minister komt. Het hoger beroep is ongegrond en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd.

IT 4936

Uitspraak ingezonden door Jurre Reus, Houthoff.

Inzageverzoek kansspelspelers (deels) afgewezen wegens verkeerde procedure en onvoldoende onderbouwing

Rechtbank Den Haag 31 jul 2025, IT 4936; ECLI:NL:RBDHA:2025:14322 (Verzoekers 1 t/m 11 tegen Kindred Group PLC, Risepoint Limited), https://itenrecht.nl/artikelen/inzageverzoek-kansspelspelers-deels-afgewezen-wegens-verkeerde-procedure-en-onvoldoende-onderbouwing

Rb. Den Haag 31 juli 2025, IT 4936; ECLI:NL:RBDHA:2025:14322 (Verzoekers 1 t/m 11 tegen Kindred Group PLC en Risepoint Limited). In deze zaak tussen elf verzoekers en de Maltese entiteiten Kindred Group PLC en Risepoint Limited heeft de rechtbank geoordeeld over verzoeken tot inzage in persoonsgegevens, gebaseerd op de AVG en artikel 194 Rv. Verzoekers zijn voormalige deelnemers aan online kansspelen op websites van Unibet, die vóór 1 oktober 2021 in Nederland zonder vergunning door deze aanbieders werden geëxploiteerd. Verzoekers stelden recht te hebben op een volledig overzicht van hun transactiegegevens en dienden hun verzoeken in via een verzoekschrift. De rechtbank stelt vast dat het geschil valt onder de materiële werkingssfeer van de AVG. Hoewel artikel 79 AVG een grondslag biedt voor de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter, is de Uitvoeringswet AVG (UAVG) niet van toepassing omdat Kindred en Risepoint geen vestiging in Nederland hebben. Daarmee ontbreekt een expliciete wettelijke basis voor indiening van het verzoek per verzoekschrift. Volgens artikel 261 Rv moet een verzoekschriftprocedure wettelijk zijn voorgeschreven, wat hier niet het geval is. De rechtbank past daarom een zogenoemde ‘spoorwissel’ toe: de zaak wordt verwezen naar de civiele kamer en zal worden voortgezet volgens de regels van de dagvaardingsprocedure. Het verzoekschrift wordt als dagvaarding aangemerkt, en verzoekers mogen hun stellingen via akte aanpassen aan de dagvaardingsregels. Een nieuwe oproeping is niet vereist omdat beide verweersters al bij advocaat zijn verschenen.

IT 4935

Gegevensuitwisseling met VS via FATCA rechtmatig onder AVG

Rechtbank Gelderland 23 jul 2025, IT 4935; ECLI:NL:RBGEL:2025:5881 (Eiser 1, eiseres, eiser 2 tegen de Minister van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/gegevensuitwisseling-met-vs-via-fatca-rechtmatig-onder-avg

Rb. Gelderland, 23 juli 2025, IT 4935; ECLI:NL:RBGEL:2025:5881 (eiser 1, eiseres, eiser 2 tegen de Minister van Financiën). Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de verzoeken van eisers op grond van de AVG. Eisers hebben de Amerikaanse nationaliteit . verkregen doordat zij in de Verenigde Staten van Amerika (VS) geboren zijn. Zij hebben bij de minister verzoeken ingediend tot beperking van de verwerking van hun financiële gegevens die de minister verstrekt aan de Amerikaanse Belastingdienst. Eisers zijn het er niet mee eens dat de minister hun verzoeken heeft afgewezen. Zij voeren daartoe een aantal beroepsgronden aan. Volgens eisers is er geen wettelijke grondslag om persoonsgegevens te verwerken, is de verwerking in strijd met de AVG en het Europese Handvest en is het besluit van de minister onvoldoende gemotiveerd, omdat niet wordt ingegaan op alle argumenten in de bezwaarschriften. De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de beroepen ongegrond zijn.

IT 4934

Autobedrijf schendt AVG na hack e-mailaccount

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 jul 2025, IT 4934; ECLI:NL:GHARL:2025:4556 ([appellant] tegen [geïntimeerde] B.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/autobedrijf-schendt-avg-na-hack-e-mailaccount

Hof Arnhem-Leeuwarden 22 juli 2025, IT 4934 ([appellant] tegen [geïntimeerde] B.V.) Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden behandelt op 22 juli 2025 in hoger beroep een zaak tussen een koper en een autobedrijf over schade na betaling van een deel van de koopprijs van een auto aan een hacker. De koper heeft dit bedrag overgemaakt op basis van een betaalinstructie vanaf het e-mailadres van het autobedrijf. Een derde heeft via dat e-mailaccount een valse instructie gestuurd, waardoor het autobedrijf het bedrag niet heeft ontvangen en de auto niet heeft geleverd. In een tussenarrest van 5 november 2024 is het autobedrijf opgedragen te bewijzen dat het e-mailaccount passend is beveiligd in de zin van de artikelen 5 lid 1 onder f, 24 en 32 AVG. Het bedrijf overlegt een akte met een nalevingsrapport van Secure !T Inside B.V., waarin onder meer wordt verwezen naar de inschakeling van een ISO 27001-gecertificeerde ICT-dienstverlener. Het hof oordeelt dat niet is toegelicht hoe brute-forceaanvallen en ongeoorloofde toegang onopgemerkt blijven, hoe het wachtwoordbeleid is ingericht, waarom de verwerker het wachtwoord kent en welke organisatorische maatregelen gelden.

IT 4933

Digitale fraude via phishing- en betaalpanels bestraft na procesafspraken

Rechtbank Gelderland 15 jul 2025, IT 4933; ECLI:NL:RBGEL:2025:5834 (Openbaar Ministerie tegen [verdachte]), https://itenrecht.nl/artikelen/digitale-fraude-via-phishing-en-betaalpanels-bestraft-na-procesafspraken

Rb. Gelderland 15 juli, IT 4933; ECLI:NL:RBGEL:2025:5834 (Openbaar Ministerie tegen [verdachte]). De rechtbank Gelderland veroordeelt op 15 juli 2025 een man voor het vervaardigen, beheren en aanbieden van betaalfraude-, phishing- en tikkiepanelsoftware. Deze software is ontworpen om inloggegevens van onder andere de Belastingdienst en diverse banken te verkrijgen, waarmee bank- en betaalfraude kan worden gepleegd. Daarnaast had hij 10.000 combinaties van gebruikersnamen en wachtwoorden van Netflix- en VPN-gebruikers in bezit, wetende dat deze bestemd waren voor identiteitsfraude of oplichting. De zaak wordt afgedaan op basis van procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie, de verdachte en zijn raadsman. Daarbij wordt onder meer overeengekomen dat de verdachte geen onderzoekswensen zou indienen, de feiten niet zou ontkennen, geen inhoudelijk verweer zou voeren, afstand zou doen van in beslag genomen goederen en af zou zien van hoger beroep.

IT 4932

DTT moet broncode afgeven, betalingsverplichting fase 2 nog niet opeisbaar

Rechtbank Amsterdam 3 jul 2025, IT 4932; ECLI:NL:RBAMS:2025:4994 (eiser 1, eiser 2, eiser 3 tegen DTT Multimedia B.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/dtt-moet-broncode-afgeven-betalingsverplichting-fase-2-nog-niet-opeisbaar

Rb. Amsterdam 3 juli 2025, IEF 22856; IT&R 4932; ECLI:NL:RBAMS:2025:4994 (eisers tegen DTT Multimedia B.V.). Eisers, exploitanten van een sporttrainingsapp, hebben met DTT een ontwikkelovereenkomst gesloten voor het bouwen van een nieuwe app in twee fasen. Het totale projectbedrag bedroeg €192.532, met 10% korting onder de voorwaarde dat beide fasen zouden worden afgenomen en fase 2 uiterlijk 31 december 2025 volledig zou zijn betaald. Fase 1 is inmiddels voltooid en betaald, waarna de app in september 2024 live ging. Eisers vorderen in kort geding afgifte van de broncode en bijbehorende documentatie, zodat zij de app door een derde kunnen laten aanpassen. DTT weigert en beroept zich op een contractuele bepaling dat overdracht pas plaatsvindt nadat alle opeisbare vorderingen zijn voldaan. Volgens DTT geldt dit ook voor de nog te betalen fase 2 en heeft zij recht op opschorting. De voorzieningenrechter oordeelt dat eisers bij het sluiten van de overeenkomst opdracht hebben gegeven voor beide fasen. De betaling voor fase 2 is echter pas eind 2025 verschuldigd en dus nog niet opeisbaar. Omdat fase 1 volledig is betaald, is er op dit moment geen openstaande betalingsverplichting die de levering van de broncode in de weg staat. Ook het beroep op opschorting wordt afgewezen, omdat daarvoor eveneens een opeisbare tegenvordering nodig is.

IT 4931

Gedeeltelijke toewijzing verwijderingsverzoek CIS-registraties: schikkingsbedragen geen ‘feitelijk uitgekeerd schadebedrag’

Gerechtshof Den Haag 1 apr 2025, IT 4931; ECLI:NL:GHDHA:2025:1243 (Verzoekster tegen Klaverblad), https://itenrecht.nl/artikelen/gedeeltelijke-toewijzing-verwijderingsverzoek-cis-registraties-schikkingsbedragen-geen-feitelijk-uitgekeerd-schadebedrag

Hof Den Haag 1 april 2025, IT 4931; ECLI:NL:GHDHA:2025:1243 (Verzoekster tegen Klaverblad). Verzoekster had bij Klaverblad een rechtsbijstandsverzekering. Naar aanleiding van vier claims registreerde Klaverblad persoonsgegevens, waaronder schadebedragen, in de databank van Stichting CIS. Verzoekster verzocht verwijdering van de opgenomen bedragen, stellende dat het ging om afkoop- en schikkingsbedragen, en dat opname strijdig was met de AVG, het CIS Privacyreglement en het CIS Gebruikersprotocol.De rechtbank wees het verzoek af. In hoger beroep oordeelt het hof dat het bedrag in claimmelding 1 (€ 3.762,40), dat Klaverblad betaalde ter afkoop van een verzekerde zaak, terecht is geregistreerd als feitelijk uitgekeerd schadebedrag. Het beroep faalt op dat punt. De bedragen in claimmeldingen 2, 3 en 4 (€ 10.000,- en tweemaal € 2.500,-) betroffen echter een schikking in het kader van een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van het conflict tussen partijen zelf, en niet een uitkering uit hoofde van de verzekering. Deze bedragen kwalificeren daarom niet als feitelijk uitgekeerd schadebedrag ex art. 4 CIS Privacyreglement. Nu Klaverblad geen zelfstandig belang bij de opname had, is de registratie onrechtmatig onder art. 6 lid 1 sub f AVG. Het hof gelast verwijdering van die drie bedragen uit de CIS-databank. De gevorderde dwangsom wordt afgewezen vanwege vrijwillige nakoming, evenals de gevraagde schadevergoeding wegens onvoldoende onderbouwing. Klaverblad wordt veroordeeld in de proceskosten in beide instanties.

IT 4930

Recht op inzage onder AVG weegt zwaarder dan Maltees verweer: Unibet-moederbedrijf moet goktransacties verstrekken

Rechtbank Overijssel 17 jul 2025, IT 4930; ECLI:NL:RBOVE:2025:4820 (Eiser tegen Risepoint), https://itenrecht.nl/artikelen/recht-op-inzage-onder-avg-weegt-zwaarder-dan-maltees-verweer-unibet-moederbedrijf-moet-goktransacties-verstrekken

Rb. Overijssel 16 juli 2025, IT 4930; ECLI:NL:RBOVE:2025:4820 (Eiser tegen Risepoint). [Eiser] had vóór 1 oktober 2021 deelgenomen aan online kansspelen bij Unibet, geëxploiteerd door Risepoint Limited, en verzocht in 2025 om inzage in zijn transactiegegevens. Risepoint weigerde deze gegevens te verstrekken, onder verwijzing naar een beperking in de Maltese wetgeving, ondanks eerdere toezending van andere persoonsgegevens. [Eiser] vorderde in kort geding dat Risepoint verplicht zou worden om binnen 14 dagen zijn volledige transactiegegevens te verstrekken, op straffe van een dwangsom, en vroeg tevens een verbod op vernietiging van deze gegevens. Risepoint voerde aan dat zij op grond van de Maltese Restriction Regulation niet verplicht was de transactiegegevens te verstrekken, mede vanwege haar verdedigingsbelang bij mogelijke juridische claims. De voorzieningenrechter oordeelde dat het inzagerecht uit de AVG rechtstreeks van toepassing is en dat de door Risepoint ingeroepen Maltese beperking niet gerechtvaardigd is, omdat deze niet noodzakelijk en evenredig is in de zin van artikel 23 AVG. Daarbij werd overwogen dat transactiegegevens persoonsgegevens zijn en dat het verdedigingsbelang van Risepoint niet zwaarder weegt dan het recht van [eiser] op inzage. De rechter achtte het spoedeisend belang van [eiser] voldoende onderbouwd, mede gezien de persoonlijke gevolgen van zijn gokverslaving en de veranderde houding van Risepoint ten aanzien van het verstrekken van gegevens. De vordering tot inzage werd toegewezen, met de verplichting voor Risepoint om de transactiegegevens in een gangbaar elektronisch formaat te verstrekken. De gevorderde dwangsom werd eveneens toegewezen, terwijl het verbod op vernietiging van gegevens werd afgewezen wegens gebrek aan belang. Risepoint werd veroordeeld in de proceskosten en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

IT 4929

Geen rectificatie na e-mail over grensoverschrijdend gedrag presentatrice: uitlatingen producent vinden voldoende feitelijke grondslag

Rechtbank Amsterdam 30 mei 2025, IT 4929; ECLI:NL:RBAMS:2025:4462 (Eiseres tegen Gedaagden), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-rectificatie-na-e-mail-over-grensoverschrijdend-gedrag-presentatrice-uitlatingen-producent-vinden-voldoende-feitelijke-grondslag

Rb. Amsterdam 30 mei 2025, IEF 22833, IT 4929; ECLI:NL:RBAMS:2025:4462 (eiseres tegen gedaagde). Sinds 2018 presenteert eiseres een kinderprogramma voor AVROTROS. In 2023 krijgt ze de hoofdrol in de theaterversie van het programma, geproduceerd door gedaagde 1, waarvan gedaagde 2 bestuurder is. In augustus 2024 beëindigt gedaagde 2, namens gedaagde 1, de samenwerking met eiseres per e-mail aan AVROTROS. In die e-mail beschuldigt hij haar van grensoverschrijdend gedrag, het niet nakomen van afspraken, intimidatie, onprofessioneel gedrag en het creëren van een angstcultuur. Deze uitlatingen zijn volgens gedaagden gebaseerd op meldingen van medewerkers, klachten van theaters en eigen ervaringen van de producent. AVROTROS confronteert eiseres vervolgens met de inhoud van de e-mail, waarna haar contract wordt aangepast en onzekerheid ontstaat over verdere samenwerking. Eiseres stelt dat de beschuldigingen feitelijk onjuist zijn, dat haar reputatie is geschaad en dat zij vooraf niet is gehoord. Zij vordert onder meer een rectificatie aan AVROTROS en andere (eventuele) ontvangers van de e-mail, alsook inzage in wie de mail heeft ontvangen en afgifte van soortgelijke communicatie. Ook dagvaardt zij gedaagde 2 persoonlijk.