IT 4575
4 juli 2024
Uitspraak

Logius heeft onvoldoende belang bij verregaande informatie inzake de door Visma geleverde ´Digipoort´

 
IT 4574
2 juli 2024
Uitspraak

Moderatie op forum AVROTROS valt onder journalistieke exceptie AVG

 
IT 4573
25 juni 2024
Uitspraak

Gedaagde dient broncode van verbeterde software over te dragen

 
IT 3668

Prejudiciële vragen over reclametijd

21 apr 2021, IT 3668; (Reti Televisive Italiane), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-reclametijd

Consiglio di Stato 21 april 2021, IEF 20209, RB 3559, IEFbe 3285, IT 3668; C-255/21 (Reti Televisive Italiane) Verzoek om een prejudiciële beslissing. Via MinBuza: De Italiaanse toezichthouder heeft drie zenders van RTI sancties opgelegd wegens het overtreden van de regels omtrent maximale reclametijd per klokuur. Volgens RTI werd in deze tijd ook zelfpromotie gepresenteerd, die bij de berekening niet mee hoeven worden genomen. In het geschil is dan ook aan de orde de vraag of het aanprijzen door de moedermaatschappij van (radio)programma's van de dochter-onderneming rechtmatig is. De verwijzende rechter verwijst in dit verband naar een besluit van de AGCOM, volgens welke de concentratie van televisie- en radio-uitzendingen ertoe kan leiden dat concurrenten worden uitgesloten van de markt. Er worden verschillende prejudiciële vragen gesteld over deze kwestie. De belangrijkste ziet op de vraag of het bestaan van diverse vormen van communicatie ondergebracht in onderling verbonden ondernemingsgroepen ertoe kan leiden dat de omroeporganisatie als groep aan te merken is als één economische eenheid. De overige vragen zien op de maximumzendtijd voor reclame en de gevolgen hiervan als de verschillende ondernemingen inderdaad als één economische eenheid beschouwd moeten worden.

IT 3667

Geen onverschuldigde betaling voor ICT-werkzaamheden

Gerechtshof Den Haag 7 sep 2021, IT 3667; ECLI:NL:GHDHA:2021:1720 (MR2 tegen Result XL), https://itenrecht.nl/artikelen/geen-onverschuldigde-betaling-voor-ict-werkzaamheden

Gerechtshof Den Haag 7 september 2021, IT 3667; ECLI:NL:GHDHA:2021:1720 (MR2 tegen Result XL) Deze zaak gaat over (terug)betalingsverplichtingen voor ICT aankopen en werkzaamheden van Result ten behoeve van MR2. MR2 is een onderneming die zich richt op het ontwikkelen en verkopen van overboekingssoftware en -applicaties. Result is een onderneming die zich onder andere bezighoudt met consultancy, project- en programmamanagement en interim management op het gebied van ICT. Samen hebben zij een overeenkomst van opdracht gesloten. Hieruit volgde dat Result voor MR2 werkzaamheden zou verrichten. MR2 heeft Result gedagvaard omdat zij van mening is dat er € 20.000 onverschuldigd betaald is. Vlak na het overmaken van dit bedrag is in overleg besloten dat dit resultaat niet meer nodig was. Het hof oordeelt in dit arrest, net als de rechtbank, dat de € 20.000 niet onverschuldigd is betaald en dat Result niet hoeft terug te betalen. MR2 stelt dat er sprake was van een resultaatsverbintenis, waardoor Result pas de vergoeding zou ontvangen als bepaalde doelstellingen behaald waren. Het hof verwerpt deze stelling. In geen enkel stuk tussen partijen vastgelegd komt naar voren dat een resultaatsverbintenis beoogd was.

IT 3666

Incidenteel overnemen gegevens databank niet onrechtmatig

31 aug 2021, IT 3666; ECLI:NL:GHSHE:2021:2701 (Appellant tegen geïntimeerden), https://itenrecht.nl/artikelen/incidenteel-overnemen-gegevens-databank-niet-onrechtmatig

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 31 augustus 2021, IEF 20205, IT 3666; ECLI:NL:GHSHE:2021:2701 (Appellant tegen geïntimeerden) Appellant en geïntimeerde 2 hebben samen een webshop voor de verkoop van startmotoren en dynamo's gehad. Beide waren 50% aandeelhouder. Onderdeel van deze webshop is een databank met onderdeelnummers, maten en een omschrijving waarin tevens is opgenomen met welke motoren / motortypes de startmotor of dynamo compatibel is. Na beëindiging van de samenwerking is geïntimeerde 2 op soortgelijke wijze bij geïntimeerde 3 gaan werken. De databank is een-op-een overgenomen. Appellant stelt dat geïntimeerden onrechtmatig jegens appellant handelen nu zij gebruik maken van de databank die appellant toekomt. Hij beweert dat door het systematisch verzamelen en ordenen van gegevens de databank bescherming toekomt op grond van de Databankenwet en dat appellant, als rechtsopvolger van de bv, is aan te merken als producent van de databank. Het hof is van oordeel dat hier niet genoeg bewijs voor is geleverd. Daarnaast kan een enkele keer raadplegen niet worden gezien als hergebruik. De grieven falen.

IT 3665

Ontbreken wettelijke grondslag voor opvragen persoonsgegevens

Rechtbank Gelderland 12 mei 2021, IT 3665; ECLI:NL:RBGEL:2021:4809 (ZIDB c.s. tegen Menzis), https://itenrecht.nl/artikelen/ontbreken-wettelijke-grondslag-voor-opvragen-persoonsgegevens

Rechtbank Gelderland 12 mei 2021, IT 3665; ECLI:NL:RBGEL:2021:4809 (ZIDB c.s. tegen Menzis) Verzekeringsrecht. ZIDB c.s. vordert in deze zaak dat voor recht verklaard wordt dat Menzis onrechtmatig heeft gehandeld door ZIDB c.s. te proberen te bewegen om (medische) persoonsgegevens te vertrekken. Menzis zou zich niet hebben gehouden aan de regels die volgen uit de Rzv en de verdere uitwerking hiervan in de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens en het Protocol Materiële Controle van Zorgverzekeraars Nederland. De gegevens die Menzis heeft opgevraagd betreffen persoonsgegevens van verzekerden en zorgverleners, waarbij er geen toestemming is gegeven door de eerstgenoemde partij en ook enige wettelijke grondslag ontbreekt. Voor de beoordeling van deze zaak kijkt de rechter naar de rechtmatigheid van het opvragen van de persoonsgegevens door Menzis, en in hoeverre ZIDB c.s. die gegevens mag en/of moet verstrekken. De wetgever heeft nadrukkelijk beoogd dat bij verstrekking van gezondheidsgegevens eerst moet worden getoetst aan regels voor doorbreking van het medisch beroepsgeheim. In het geval van een niet-gecontracteerde zorgaanbieder zoals ZIDB c.s. mogen dat soort gegevens alleen rechtstreeks aan de zorgaarbieder worden verstrekt met expliciete toestemming van de verzekerde. Daarvan is hier geen sprake geweest. De rechtbank concludeert dat er hier geen wettelijke grondslag was en verklaart dat Menzis onrechtmatig heeft gehandeld.

IT 3664

Opinie AG over emissiebeperkende software in auto's

Volgens advocaat-generaal Rantos is de installatie van software die het niveau van verontreinigende gasemissies van voertuigen wijzigt in strijd met het Unierecht. De verkoop van een voertuig waar dergelijke software op zit is volgens hem in strijd met richtlijn 1999/44. Er wordt over meerdere zaken gesproken, waarbij het gaat om fabrikanten die motorvoertuigen produceren die zijn uitgerust met software die, op basis bepaalde temperatuur- en rijhoogten, de vermindering van de stikstofoxiden (NOx)-emissies beperkt. Deze software werkt met een temperatuurvenster, waarbij het mechanisme wordt uitgeschakeld indien de buitentemperatuur te laag of te hoog is. De advocaat-generaal van mening dat het temperatuurvenster niet representatief is voor reële rijomstandigheden en dat hiermee de litigieuze software de doeltreffendheid van de emissiebeperking bij normaal gebruik van het voertuig vermindert. Hierdoor zou het een 'manipulatievoorziening' in de zin van verordening nr. 715/2007 vormen en in strijd zijn met richtlijn 1999/44.

IT 3662

Geschil tussen distributeur en producent van televisieserie

Rechtbank Amsterdam 24 aug 2021, IT 3662; ECLI:NL:RBAMS:2021:4452 (Source tegen KVP), https://itenrecht.nl/artikelen/geschil-tussen-distributeur-en-producent-van-televisieserie

Rechtbank Amsterdam 24 augustus 2021, IEF 20198, IT 3662; ECLI:NL:RBAMS:2021:4452 (Source tegen KVP) Source is een filmindustriebedrijf dat tevens handelt onder de naam Dutch Dreamworks. Gedaagde is auteur en producent van de Nederlandse televisieserie Keizersvrouwen en bestuurder van KVP. KVP heeft Netflix per brief laten weten dat Source de rechten van deze serie niet bezit. Source vordert KVP te verbieden om Netflix te benaderen en daarbij negatieve uitlatingen over de rechten op Keizersvrouwen te doen. Source zou hierdoor reputatieschade lijden. KVP vordert in reconventie om inbreuk op haar auteursrechten te staken en Source te gebieden Netflix van de daadwerkelijke auteursrechthebbende op de hoogte te stellen. In de distributieovereenkomst tussen de twee partijen staat dat het recht om de serie te exploiteren uitsluitend ziet op de serie als zodanig, het ‘ready made work’. De rest blijft bij de producent. Er is met Netflix gesproken over een remake, die onder de definitie van 'derivative works' valt. De rechtbank oordeelt dat de benadering van KVP naar Netflix niet onrechtmatig is en dat Source de inhoud van de brief uit proportie heeft getrokken. 

IT 3661

Schoonmaken via online platform is uitzendovereenkomst

Gerechtshof Amsterdam 21 sep 2021, IT 3661; ECLI:NL:GHAMS:2021:2741 (FNV tegen Helpling ), https://itenrecht.nl/artikelen/schoonmaken-via-online-platform-is-uitzendovereenkomst

Hof Amsterdam 21 september 2021, IT 3661; ECLI:NL:GHAMS:2021:2741 (FNV tegen Helpling) Helpling exploiteert een platform waar schoonmakers en huishoudens afspraken kunnen maken over het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden. Het platform stelt minimum en maximum tarieven, maar huishoudens en schoonmakers spreken hierbinnen onderling af tegen welk tarief de klus wordt uitgevoerd. Appellante is schoonmaakster en heeft na ziekmelding bij Helpling informatie ingewonnen over mogelijke doorbetaling van loon. Helpling heeft hierop laten weten dat er geen sprake was van een dienstverband. FNV vorderde in eerste aanleg primair te verklaren dat deze arbeidsovereenkomst wel bestaat. De kantonrechter heeft dit afgewezen. In dit hoger beroep overweegt het hof dat er inderdaad geen gewone arbeidsovereenkomst tot stand komt. Hiervoor speelt het platform een te beperkte rol in de afspraken die worden gemaakt tussen huishoudens en schoonmakers. Wel is er sprake van een uitzendovereenkomst. De huishoudens zijn inlener van de schoonmaker, waardoor er tussen hen ook geen arbeidsovereenkomst ontstaat. 

IT 3660

Beantwoording prejudiciële vragen over levering software

HvJ EU 16 sep 2021, IT 3660; ECLI:EU:C:2021:742 (The Software Incubator tegen Computer Associates), https://itenrecht.nl/artikelen/beantwoording-prejudici-le-vragen-over-levering-software

HvJ EU 16 september 2021, IT 3660, IEF 20196, IEFbe 3282; ECLI:EU:C:2021:742 (The Software Incubator tegen Computer Associates) De Supreme Court of the United Kingdom heeft het Hof verzocht een prejudiciële beslissing te nemen. Hierbij werden twee vragen gesteld:
1) Als computersoftware elektronisch wordt geleverd, valt dit dan onder 'goederen' volgens de betekenis van dat begrip zoals dit staat in de definitie van een handelsagent in richtlijn 86/653? 2) Indien de software aan klanten van een principaal wordt geleverd door een licentie van onbepaalde tijd toe te kennen, valt dit dan onder 'verkoop van goederen' volgens richtlijn 86/653?

IT 3658

Sms- en WhatsApp-berichten zijn documenten

Rechtbank Midden-Nederland 15 dec 2020, IT 3658; ECLI:NL:RBMNE:2020:5875 (Eiseres tegen minister van VWS), https://itenrecht.nl/artikelen/sms-en-whatsapp-berichten-zijn-documenten

Rechtbank Midden-Nederland 15 december 2020, IT 3658; ECLI:NL:RBMNE:2020:5875 (Eiseres tegen minister van VWS) Bestuursrecht. Deze uitspraak gaat over een Wob-verzoek dat eiseres op 9 maart 2016 bij verweerder heeft ingediend, betreffende de openbaarmaking van alle documenten die gaan over acties die zijn ondernomen tegen een derde partij naar aanleiding van financiële moeilijkheden. Eiseres stelt dat verweerder verplicht was om de aanwezige SMS- en WhatsApp-berichten die onder de reikwijdte van het Wob-verzoek vielen, veilig te stellen. De ABRvS oordeelt hier anders over. Het beroep dat eiseres vervolgens instelde, acht de rechtbank gegrond. Verweerder heeft er na de uitspraak van de rechtbank over het eerste deelbesluit onvoldoende voor gezorgd dat de sms- en WhatsApp-berichten die onder het Wob-verzoek vielen, niet vernietigd zouden worden. Daarmee is er niet voldaan aan de bewaarplicht die op verweerder rust. 

IT 3659

Interview met scheidend hoogleraar Bernt Hugenholtz

Bernt Hugenholtz, hoogleraar informatierecht en mede-oprichter van het Instituut voor Informatierecht (IViR) aan de UvA, is met pensioen. In Folia, het online medium van de UvA, verscheen een afscheidsinterview met de emeritus hoogleraar. "Sinds de opkomst van het internet is het vakgebied geëxplodeerd. Deelgebieden zoals privacy, uitingsvrijheid, cybersecurity, telecommunicatieregulering en later desinformatie en hate speech zijn enorm belangrijk geworden. Dat geldt ook voor het auteursrecht."
Lees verder >>