Vragen aan HvJ EU over verzamelen en verwerken persoonsgegevens door geloofsgemeenschap Jehovah's getuigen
Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 22 december 2016, IT 2244; IEFbe 2111; C-25/17 (Jehovah's getuigen) Verzamelen persoonsgegevens in kader geloofsverkondiging. De wervingspraktijk van de geloofsgemeenschap Jehovah’s getuigen is naar ik aanneem algemeen bekend. Het gaat in deze zaak om de bescherming van persoonsgegevens. De (natuurlijke) personen die langs de deuren gaan noteren zaken over de bezochte adressen op notitieblaadjes, memoblaadjes en dergelijke, met name als geheugensteuntje voor een volgend bezoek. In het informatieblad ‘Onze koninkrijksdienst’ van november 2011 stond een artikel was een opsomming opgenomen welke gegevens de leden over de bezochte adressen zouden kunnen noteren (zoals gezinssamenstelling, geloof en dergelijke). Deze passage is één maal kort behandeld in een ledenbijeenkomst. Daarna volgde in juli 2012 een artikel over het bereiken van ‘anderstaligen’. Wanneer een lid stuit op een niet-Fins sprekende burger wordt hem geadviseerd de gegevens door te geven aan de dienstopziener zodat er iemand gevonden kan worden die de betreffende taal spreekt. Hiervan wordt een lijst bijgehouden. Ook bestaat er een lijst van personen die niet meer benaderd wensen te worden (de ‘verbodslijst’). De toezichthouder gegevensbescherming (verweerder) bepaalt dat het verwerken van dit soort gegevens onder de wet persoonsgegevens valt.
Aangeboden: redactionele stages voor websites, databanken en tijdschriften
Wij hebben plaats voor één of twee (web)redacteuren die zich wil(len) verdiepen in de laatste actuele ontwikkelingen binnen de vakgebieden IE en ICT. Je maakt kennis met de werkzaamheden binnen een juridische uitgeverij en leer je de weg te vinden in de IE- en ICT-community.
HvJ EU: voor persoonsgegevens in het vennootschapsregister geen recht om vergeten te worden
HvJ EU 9 maart 2017, IT 2243; IEFbe 2108; C-398/15; ECLI:EU:C:2017:197 (Camera di Commercio, Industria, Artigianato e Agricoltura di Lecce tegen Salvatore Manni) Handelsregister. Privacy. Uit het persbericht: De lidstaten kunnen echter, na verloop van een voldoende lange termijn na de ontbinding van de betrokken vennootschap, in uitzonderlijke gevallen de toegang van derden tot die gegevens beperken. HvJ EU:
Artikel 6, lid 1, onder e), artikel 12, onder b), en artikel 14, eerste alinea, onder a), [richtlijn 95/46/EG], gelezen in samenhang met artikel 3 van de [Eerste richtlijn (68/151/EEG)], moeten aldus worden uitgelegd dat het bij de huidige stand van het Unierecht aan de lidstaten is om te bepalen of natuurlijke personen als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder d) en j), van richtlijn 68/151 de met het houden van het centraal register, handelsregister of vennootschapsregister belaste autoriteit mogen verzoeken om op basis van een beoordeling per geval na te gaan of het, om zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen die verband houden met hun bijzondere situatie, bij wijze van uitzondering gerechtvaardigd is om, na verloop van een voldoende lange termijn na de ontbinding van de betrokken vennootschap, de toegang tot in dat register over hen opgenomen persoonsgegevens te beperken tot derden die een aantoonbaar belang hebben bij inzage in die gegevens.
Uitspraak ingezonden door Victor den Hollander, Stichting BREIN.
Ex parte: aanbod van hyperlinks naar streams op Place2use achter een pay-wall is IE-inbreuk
Ex parte Rechtbank Noord-Nederland 14 februari 2017, IEF 16641; IT 2242(Place2use.net) Auteursrecht. Piraterij. Place2use verkoopt op grote schaal toegang tot ongeautoriseerde streams van films en TV-films die ongeautoriseerd op internet zijn geüpload. Dagelijks worden nieuwe links aangeboden onder meer zeer recent uitgebrachte films. Er zijn diverse soorten accounts waar gebruikers uitsluitend toegang toe krijgen na betaling van een bedrag. Er zijn 8.500 geregistreerde gebruikers, 2.000 gebruikers bezoeken de website dagelijks. De streamingdienst heeft tenminste 200 betalende gebruikers. In de ingebouwde player zit tevens een download-knop. Het aanbieden van streams met een winstoogmerk is inbreuk op auteurs- en naburige rechten. Omdat de streams-omgeving uitsluitend te bereiken is nadat een gebruiker betaling heeft gedaan, wordt er inbreuk gepleegd (red. GS Media). Openbaarmaken van de filmposters en DVD-hoezen is eveneens inbreukmakend.
Uitspraak ingezonden door Sikke Kingma, Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn.
Hof: Handelen van vergelijkingssite Skyscanner is eveneens een oneerlijke handelspraktijk
Hof Amsterdam 7 maart 2017, RB 2827; IT 2241 (Skyscanner tegen Stichting Reclame Code) Reclamerecht. Skyscanner exploiteert een vergelijkingswebsite voor vliegtickets. Er werden vliegtickets aangeboden zonder dat daarbij werd vermeld dat behalve de prijs ook onder meer een bedrag aan boekingskosten in rekening wordt gebracht. Skyscanner bestrijdt niet dat de wijze waarop Govolo het onderhavige aanbod presenteert op zichzelf genomen een oneerlijke handelspraktijk oplevert. In geschil is slechts of het handelen van Skyscanner eveneens een oneerlijke handelspraktijk oplevert. De rechtbank [RB 2544] oordeelt dat ingeval van een onjuiste beslissing door de SRC en bijkomende omstandigheden, sprake kan zijn van onrechtmatigheid. Dat is het geval als ten tijde van de uitspraak bekend was of had moeten zijn dat de beslissing in rechte als onjuist zou worden bestempeld.
Het CvB overweegt ter zake dat Skyscanner een zelfstandige handelspraktijk uitoefent en dat de consument die haar website raadpleegt in de onjuiste veronderstelling wordt gebracht dat Govolo de goedkoopste aanbieder is. Skyscanner onderscheidt zich van een 'hosting provider' doordat zij zelfstandig onderzoek doet naar de juistheid van de door derden aangeleverde gegevens. Het hof bekrachtigd het vonnis waarvan beroep.
HvJ EU: Geen verlaagd btw-tarief voor digitale boeken via elektronische weg, wel voor boeken op fysieke dragers
HvJ EU 7 maart 2017, IEF 16633; IEFbe 2103; IT 2239; C-390/15; ECLI:EU:C:2017:174 (RPO tegen Prokurator Generalny) Geen verlaagd btw-tarief voor de levering van digitale boeken langs elektronische weg – Beginsel van gelijke behandeling – Vergelijkbaarheid van twee situaties – Levering van digitale boeken langs elektronische weg en op alle fysieke dragers. Uit het persbericht: Het beginsel van gelijke behandeling staat er niet aan in de weg dat digitale boeken, kranten en tijdschriften die langs elektronische weg worden geleverd, uitgesloten zijn van de toepassing van een verlaagd btw-tarief. Volgens de btw-richtlijn kunnen de lidstaten een verlaagd btw-tarief toepassen op gedrukte publicaties, zoals boeken, kranten en tijdschriften. Digitale publicaties moeten daarentegen aan het normale btw-tarief worden onderworpen, met uitzondering van digitale boeken die op een fysieke drager worden geleverd (op cd-rom bijvoorbeeld).
SGOA Rapid Conflict Resolution
RCR reglement & Modelaanvraag. Rapid Conflict Resolution (RCR) is een nieuwe dienst van de SGOA voor de wat kleinere IT-geschillen waarvoor een snelle, gedegen oplossing gewenst is. Twee ervaren conflict moderators met mediation- en onderhandelingsvaardigheden (een IT-jurist en een IT-deskundige) begeleiden partijen binnen één dag naar een gedragen oplossing, die wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. De partijen wordt gevraagd een korte vragenlijst te beantwoorden in plaats van stukken aan te leveren. De moderators krijgen zo tijdens de voorbereiding snel en gericht inzicht in de aard en omvang van het geschil.
Complexiteit van applicatie maakt van verzuimsoftware een werk
Rechtbank Rotterdam 15 februari 2017, IEF 16628; IT 2237; ECLI:NL:RBROT:2017:1583 (Track Innovations tegen Vijverberg Medical Consultants) Rechtspraak.nl: Auteursrecht. Vastgestelde samenstelling en complexiteit maken dat verzuimsoftwareprogramma ‘Track Verzuim’ kwalificeert als werk. In aanzienlijk mate auteursrechtelijk beschermde elementen overgenomen in programma D-Care. Gebruik daarvan, na waarschuwing voor mogelijk illegale software, levert toerekenbare inbreuk op.
NRC: 'Zelfs kwade bedoelingen moeten niet strafbaar zijn'
Uit NRC: De Eerste Kamer beslist dinsdag of het strafbaar kan worden seksueel te chatten met een robot. Een heel slecht plan, vinden Anne de Hingh en Rob van den Hoven van Genderen. Het wetsvoorstel Computercriminaliteit III heeft al aandacht gekregen in de media, maar vooral vanwege de nieuwe bevoegdheid voor de politie om computers van verdachten te hacken . Er gaan echter nog veel meer controversiële plannen schuil in dit wetsvoorstel. Zo heeft de regering voorgesteld om de grooming - bepaling (artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht) op verschillende punten te wijzigen en uit te breiden.
Online kinderlokken is al strafbaar sinds in 2010 grooming via een nieuwe bepaling in het Wetboek van Strafrecht werd opgenomen als zogenoemde ‘strafbare voorbereidingshandeling’. De potentiële dader legt via sociale media als Facebook, Skype of een chatbox contact met een kind terwijl hij weet of moet weten dat het kind jonger is dan zestien. Hij stuurt vervolgens aan op een ontmoeting met het doel die zestienminner seksueel te misbruiken en/of kinderpornografisch materiaal te vervaardigen, én hij onderneemt uiteindelijk „enige handeling gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting”. Wat die handelingen inhouden is duidelijk gemaakt in de rechtspraak. Wanneer de kinderlokker een specifieke locatie voor de ontmoeting noemt, alvast een treinkaartje koopt of een routebeschrijving opstuurt naar het toekomstige slachtoffer, dan kan de betrokkene worden vervolgd en veroordeeld voor grooming. Lees verder
HvJ EU: Basistarief van servicelijn mag niet meer kosten dan vast of mobiel nummer
HvJ EU 2 maart 2017, IT 2235; IEFbe 2100; ECLI:EU:C:2017:154; C‑568/15 (Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main e.V./comtech) Telecom. Openstelling van een telefoonnummer door een handelaar teneinde consumenten de mogelijkheid te bieden contact met hem op te nemen over een gesloten overeenkomst – Verbod om een hoger tarief dan het basistarief toe te passen – Begrip ,basistarief’. HvJ EU:
Het begrip „basistarief”, als bedoeld in artikel 21 van [consumentenrichtlijn 2011/83/EU] moet aldus worden uitgelegd dat de kosten van een oproep over een gesloten overeenkomst naar een door een handelaar opengestelde servicelijn niet meer mogen bedragen dan de kosten van een oproep naar een gewoon vast geografisch of mobiel nummer. Voor zover deze limiet in acht wordt genomen, is het irrelevant of de betrokken handelaar winst haalt uit deze servicelijn.