Gepubliceerd op maandag 20 januari 2020
IT 3010
Rechtbank ||
17 jan 2020
Rechtbank 17 jan 2020, IT 3010; ECLI:NL:RBDHA:2020:303 (Commissie tegen AlFitrah), https://itenrecht.nl/artikelen/stichting-alfitrah-moet-inlichtingen-verstrekken

Stichting alFitrah moet inlichtingen verstrekken

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 januari 2020, IEF 18954, IT 3010; ECLI:NL:RBDHA:2020:303 (Commissie tegen alFitrah) Beschikking. De parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen van de Tweede Kamer heeft een verzoek gedaan aan de rechtbank. Daarin vraagt zij de rechtbank zes stichtingen, waaronder alFitrah, te bevelen inlichtingen en documenten te verstrekken aan de commissie. Het verzoek van de commissie wordt toegewezen. De commissie is niet buiten haar bevoegdheden getreden. Het opvragen van de gegevens voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit en is niet in strijd met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel dan wel de vrijheid van godsdienst.

Privacy
5.10. Voor zover de Stichtingen medewerking weigeren omdat naar hun zeggen door afgifte van de gevraagde gegevens de privacy van derden zou kunnen worden geschaad, wordt dat verweer verworpen. In de Wet biedt worden enkel de in artikel 25 omschreven gronden voor weigering van medewerking vermeld. Dit betreft een limitatieve opsomming. Een beroep op de privacy valt daar niet onder. De voorzieningenrechter tekent in dat kader nog aan dat de Commissie geen stukken kan opvragen die zich niet in het domein van de Stichtingen bevinden. Overigens valt uit het overzicht van op te vragen gegevens, zoals opgenomen in de vorderingsbrieven van 27 november 2019, op te maken dat geen gegevens bij derden worden opgevraagd. Weliswaar wordt in dat overzicht gesproken over alle donaties naar de Stichtingen, inclusief donaties van meer dan € 15.000,-- die via een derdenrekening van een notaris of advocaat zijn gekomen, maar daarin valt geen vordering jegens de desbetreffende notaris of advocaat te lezen. Overigens heeft de advocaat van de Stichtingen in dat kader terecht naar voren gebracht dat een vordering jegens de Stichtingen geen vordering jegens een advocaat of notaris kan impliceren.

Vrijheid van godsdienst
5.12. Tot slot hebben de Stichtingen betoogd dat het onderzoek in strijd is met de vrijheid van godsdienst. De voorzieningenrechter passeert ook dat betoog. Immers, op geen enkele wijze is onderbouwd dat afgifte van de gevraagde gegevens leidt tot beperkingen in de belijdenis van godsdienst of levensovertuiging. De voorzieningenrechter overweegt ten overvloede nogmaals dat hiervoor reeds is geoordeeld dat evenmin sprake is van strijd met het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel.