Onenigheid over overeenkomst tot het ontwikkelen van app
Rb. Limburg 11 mei 2022, IT 3962; ECLI:NL:RBLIM:2022:3795 (Kembit tegen EDR) EDR is een onderneming die zich bezighoudt met facturatie en andere financiële processen. Zij heeft in 2019 een plan opgesteld om een applicatie te laten ontwikkelen, wat door Kembit gedaan zou worden. Naar aanleiding van de gesloten overeenkomst is er onenigheid gekomen over het te betalen bedrag na het programmeren van de applicatie. Dit betreft een vraag naar de uitleg van de overeenkomst tussen partijen. De overeenkomst tot het ontwikkelen van software heeft in dit geval niet alleen betrekking op de vastlegging van de eisen waaraan de software moet voldoen (de requirements), maar ook al op de voorbereidende werkzaamheden die kunnen worden verricht zonder over de requirements te beschikken. Aan voorbereidende werkzaamheden bestede uren moeten in beginsel worden betaald. Wel moet rekening worden gehouden met naderhand gemaakte afspraken over de creditering van bepaalde uren. Uiteindelijk wordt het gevorderde ten dele toegewezen, waarbij de nadruk ligt op de correspondentie tussen partijen om het te betalen bedrag te bepalen.
Geen provisie na beëindiging agentuurovereenkomst
Vzr. Rb. Amsterdam 20 mei 2022, IT 3961; ECLI:NL:RBAMS:2022:2703 (Eiser tegen Edsson Software) Tussen eiser en Edsson Software is er een agentuurovereenkomst gesloten, waarbij eiser tot medio 2014 sales director en aandeelhouder was bij Edsson Software. Binnen deze overeenkomst was er een provisie afgesproken voor eiser op basis van een bepaald percentage van de aan klanten gefactureerde omzet. Na het opzeggen van de overeenkomst door Edsson Software, staat de vraag centraal of eiser ook na het opzeggen van deze overeenkomst recht houdt op de provisie. De kortgedingrechter weigert de gevraagde voorziening van eiser. Noch uit de wet, noch uit de overeenkomst blijkt enige grond waaruit de vorderingen van eiser zouden moeten worden toegewezen.
Afweging persoonlijke levenssfeer en noodzaak volledig krantenarchief
Rb. Amsterdam 28 april 2022, IT 3960; ECLI:NL:RBAMS:2022:2342 (Eiseres tegen gedaagde) Gedaagde is een uitgever van drie nieuwsmedia. Op 4 juni 2014 heeft hij op haar websites het politiebericht omtrent de vermissing van eiseres laten plaatsen. Eiseres heeft vervolgens op grond van art. 17 AVG aan gedaagde verzocht om de vermelding van haar persoonsgegevens te verwijderen. De Amsterdamse rechter concludeert dat er een afweging moet worden gemaakt tussen eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van eiseres en de noodzaak van een volledig en betrouwbaar archief van een krant. Door gedeeltelijke toewijzing van de subsidiaire vordering wordt toegekomen aan beide belangen van partijen.
Inhoudsopgave Computerrecht
Inhoudsopgave van Computerrecht 3-2022.
EDITORIAL
89 Privémail gebruiken voor het werk? Een absolute ‘no go’ / p. 167 / A. Drahmann
ARTIKELEN
90 ESG-aspecten in Outsourcing en Offshoring / p. 168
Er komt steeds meer regelgeving op het gebied van ESG (Environmental, Social and Governance), zowel normen als rapportageverplichtingen. Hoewel deze regels veelal zien op grote ondernemingen en financiële instellingen zien zij ook op de leveringsketen en daarmee de partijen in die keten. De huidige methodiek om ESG-doelstellingen in de leveringsketen zeker te stellen is nog vaak ontoereikend. In dit artikel pleiten de auteurs voor verdere ontwikkeling van breed gedragen objectieve normen die gecertificeerd kunnen worden en het gebruik van andere gereedschappen zoals audits waar die objectieve normen er nog niet zijn / F.A. van de Ven & B.L.P. van Reeken
Verwerking persoonsgegevens door basisschool rechtmatig
Hof 's-Hertogenbosch 12 mei 2022, IT 3958; ECLI:NL:GHSHE:2022:1511 (Ouders tegen stichting) Zie ook [IT 3711]. In november 2020 ontstaat er een conflict tussen basisschool 1 en appellant (ouders van een minderjarig kind). Appellant heeft ervoor gekozen om vervolgens haar minderjarige kind bij basisschool 2 in te schrijven. Basisschool 1 heeft een rapportage geschreven over de minderjarige en laten zien aan basisschool 2. Op grond van deze rapportage heeft basisschool 2 afgezien van de inschrijving van minderjarige. Appellant heeft vervolgens verzocht bij basisschool 1 om de gegevens van minderjarige te verwijderen. Dit is door basisschool 1 geweigerd. De rechtbank heeft in eerste aanleg de vorderingen van appellant afgewezen, waarna deze in hoger beroep opkomt tegen dit vonnis. Primair stelt het hof dat de verwerking van de persoonsgegevens rechtmatig is geschied, gezien deze verwerking noodzakelijk is om te voldoen aan de wettelijke verplichting van basisschool 1 (stichting). Ook het beroep van appellant dat de inhoud van de rapportage onjuist zou zijn bood geen soelaas en wordt tevens verworpen door het hof.
Vacature: gevorderd advocaat-stagiair(e) / beginnend medewerker IT & Privacy bij SOLV
Voor onze IT & Privacy praktijk zijn we op zoek naar een gevorderd advocaat-stagiair(e) of beginnend medewerker. De advocaten in ons team waren al privacyspecialisten lang voordat de AVG in werking trad. Vanuit onze decennialange ervaring zijn wij in staat om creatief en pragmatisch te adviseren over de meest complexe vragen van gegevensbeschermingsrecht, waaronder over AI, gegevensverwerking in de zorg, profilering en internationale doorgifte.
Ben jij helemaal thuis in de AVG? Heb je affiniteit met technologie en een voorliefde voor IT-contracten? Vind je het een mooie uitdaging om geen platgetreden paden te bewandelen, maar juist nieuwe paden te banen samen met cliënten als SAP, Hearst, Avaya, Zorgdomein en Holland Casino? Solliciteer dan voor een plek in ons gerenommeerde IT & Privacy team.
Stichting BREIN: rechtbank Utrecht wijst minst ingrijpende vorm van handhaven af
Uit het persbericht: Vandaag bepaalde de voorzieningenrechter te Utrecht [IEF 20771] dat Ziggo geen waarschuwing van BREIN door hoeft te sturen aan een van haar klanten die 200 ebooks ter beschikking stelde via zijn eigen Ziggo IP-adres. Ook hoeft Ziggo geen NAW af te geven.
Met regelmaat stuit BREIN op klanten van ISPs die ebooks, films of muziek zonder toestemming van de rechthebbenden ter beschikking stellen aan het internetpubliek. In deze zaak ging het om een klant van Ziggo die meer dan 200 populaire ebooks openbaar maakte. BREIN verzocht Ziggo een waarschuwing door te sturen of NAW af te geven zodat BREIN contact kon zoeken met deze klant, maar die weigerde dat. De voorzieningenrechter wijst de vordering af onder verwijzing naar een recente andere zaak [IEF 20509] waarin hij oordeelde dat het niet doorsturen van waarschuwingen onrechtmatig is maar dat Ziggo daarvoor een vergunning van de Autoriteit Persoonsgegevens moet aanvragen. BREIN is tegen die uitspraak in hoger beroep gegaan en zal dat ook doen tegen deze uitspraak.
Lees verder op de website van Stichting BREIN >>
Ziggo hoeft opnieuw geen waarschuwing van BREIN door te sturen
Rechtbank Midden-Nederland 9 juni 2022, IEF 20771, IT 3955; ECLI:NL:RBMNE:2022:2198 (Stichting BREIN tegen Ziggo) Kort geding. Internetprovider Ziggo hoeft opnieuw niet mee te werken aan een verzoek van Stichting BREIN om een waarschuwingsbrief door te sturen aan een klant. Dat is de beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland. BREIN wil dat Ziggo een waarschuwing stuurt naar een klant omdat via zijn/haar IP-adres illegaal boeken zijn gedownload. Anders dan BREIN stelt, is niet zeker dat die IP-adreshouder zélf auteursrechten heeft geschonden. Daarnaast oordeelt de rechter ook nu dat het doorsturen van een waarschuwing in strijd is met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), zolang Ziggo daarvoor geen vergunning heeft.
Conclusie P-G in tonercartridge-zaak
HR Conclusie P-G 29 april 2022, IEF 20767, IT 3954; ECLI:NL:PHR:2022:402 (DR tegen Samsung) Zie ook [IEF 19415]. Deze zaak gaat over tonercartridges voor laserprinters waarvoor Samsung zich beroept op twee octrooien en twee modellen ten betoge dat DR c.s. (123inkt.nl) met hun huismerkcartridges inbreuk maken. P-G Van Peursem ziet de klachten in het principaal beroep, dat handelt over het octrooirechtelijke deel, geen doel treffen en meent dat in ieder geval de klachten uit onderdeel 1 over ontvankelijkheid kunnen worden afgedaan met toepassing van art. 81 lid 1 RO. Bij die stand van zaken behoeven de voorwaardelijke klachten over de ontvankelijkheid in het incidenteel cassatieberoep geen bespreking.
Uitspraak ingezonden door Stan Elsendoorn en Britt van den Branden, BG.Legal.
Geen forumshopping bij online auteursrechtinbreuk op grond van 102 Rv
Rb. Amsterdam 18 mei 2022, IEF 20760, IT 3953; C/12/714132 / HA ZA 22-168 (Eiseres tegen Cobra Art Company B.V.) Procesrecht. Bevoegdheid. In dit vonnis in incident staat de vraag centraal of de rechtbank Amsterdam relatief bevoegd is om kennis te nemen van het onderhavige geschil. Volgens eiseres is dat het geval, aangezien het schadebrengende feit zich onder meer in het arrondissement Amsterdam heeft voorgedaan (art. 102 Rv). De inbreuk op de auteursrechten van eiseres heeft immers plaatsgevonden via de website van Cobra Art, die in heel Nederland – en dus ook in Amsterdam – raadpleegbaar is. Cobra Art stelt zich op het standpunt dat er sprake is van forumshopping. De rechtbank stelt eiseres in het gelijk. De homepagina van de website verwijst namelijk naar de vestiging van Cobra Art in Amsterdam, waar de prints ook opgehaald kunnen worden. Aldus zijn er meer aanknopingspunten voor de relatieve bevoegdheid van de rechtbank Amsterdam, dan het enkel oproepbaar zijn van de website. Het feit dat Cobra Art al eerder door de rechtbank Amsterdam is veroordeeld in een mogelijk vergelijkbare zaak, is daarbij irrelevant.