Gepubliceerd op donderdag 20 juli 2023
IT 4321

Reijer Passchier stuurt brief aan de Staatscommissie rechtsstaat

Reijer Passchier (Hoogleraar Digitalisering en de democratische rechtsstaat, Open Universiteit) heeft een brief aan de Staatscommissie rechtsstaat geschreven betreffende de gevolgen van digitalisering voor de constitutionele borging van de democratische rechtsstaat. Daarin bespreekt hij de gevolgen van de toenemende digitalisering. Deze legt hij breed uit als een ‘sociotechnologische’ ontwikkeling waarbij de technieken voor het opslaan, gebruiken en delen van numerieke gegevens steeds geavanceerder worden. Hij beschrijft de gevolgen van deze digitalisering voor de constitutionele structuren binnen het Nederlandse staatsbestel.

 

Ook het begrip constitutionele structuren wordt breed uitgelegd als juridische en niet-juridische institutionele verhoudingen binnen de staat en haar supranationale verbanden. Het proces van digitalisering verzwakt deze structuren, nu zij de machtsposities van gigantische overheidsapparaten en een kleine groep internationale bedrijven in staat stelt de macht bij zichzelf te concentreren. De toenemende complexiteit en ondoorzichtigheid die met digitalisering gepaard gaan, staan uitvoerende machten toe om meer invloed naar zich toe te trekken. Passchier noemt enkele oplossingen voor deze ontwikkelingen. Zo kunnen de rechterlijke en wetgevende machten zelf meer gebruik maken van technologie, om hun eigen processen te automatiseren en vereenvoudigen. Ook moet er meer ondersteuning worden georganiseerd, om de wetgevende en rechtsprekende machten de benodigde kennis te verschaffen die zij nu niet hebben. Als laatste roept Passchier op om hogere eisen aan technologie te stellen, waar het gaat om de transparantie en begrijpelijkheid van deze technologie. Belangrijk is dat niet alleen gereageerd wordt op specifieke technologieën en specifieke problemen, maar om de achterliggende, scheefgegroeide machtsstructuren tussen ‘Big Tech’ en consumenten in het achterhoofd te houden. Passchier stelt dat niet alleen het publieke, maar ook het private recht moet worden aangewend om de negatieve gevolgen van digitalisering tegen te gaan en de constitutionele structuren beter te borgen.