Verzoek om inzage in persoonsgegevens bij gemeente
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13 augustus 2020, IT 3316; ECLI:NL:RBZWB:2020:3789 (Eiser tegen gemeente Bergen op Zoom) Bestuursrecht. AVG. De heffingsambtenaar van de gemeente Bergen op Zoom heeft besloten op een verzoek van eiser tot inzage in persoonsgegevens op grond van de AVG. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Op dat bezwaarschrift is niet tijdig beslist. Vervolgens heeft eiser digitaal beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van de beslissing. Op grond van artikel 12 lid 3 AVG moet de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek tot inzage informatie over het gevolg van dat verzoek gegeven. In artikel 34 van de UAVG is bepaald dat een schriftelijke beslissing op het verzoek geldt als een besluit in de zin van de Awb. Het beroep is kennelijk gegrond. Het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar, dat met een besluit gelijk is te stellen, wordt vernietigd. Gezien de corona-maatregelen, is er sprake van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 8:55d lid 3 Awb. De heffingsambtenaar moet derhalve binnen vier weken alsnog een beslissing op het bezwaar maken.
Identiteitsfraude niet voldoende onderbouwd
Ktr. Rechtbank Limburg 28 oktober 2020, IT 3315; ECLI:NL:RBLIM:2020:8299 (T-Mobile tegen gedaagde) Telecomrecht. T-Mobile vordert betaling van de openstaande facturen en de schade als gevolg van beëindiging van de overeenkomst door gedaagde. Gedaagde stelt dat sprake is van identiteitsfraude en dat zij de overeenkomst niet is aangegaan. Op basis van de door T-Mobile genoemde feiten ten aanzien van de stappen in het bestelproces, is de totstandkoming van de overeenkomst voldoende gewaarborgd. Het is aan gedaagde om tegen deze stellingen voldoende onderbouwd verweer te voeren. Dat heeft zij niet gedaan. Zij geeft aan dat zij haar portemonnee enige tijd kwijt is geweest en dat zij aangifte heeft gedaan bij de gemeente. Gedaagde had de aangifte van vermissing en de gestelde identiteitsfraude echter bij de politie moeten doen. Bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing van het verweer, wordt van de juistheid van de stellingen van T-Mobile uitgegaan. De vordering van T-Mobile wordt toegewezen.
Perspublicaties over vastgoedondernemer niet onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 28 oktober 2020, IEF 19563, IT 3313; ECLI:NL:RBNNE:2020:3814 (Eiser tegen NDC Mediagroep) Onrechtmatige uiting. Eiser is een vastgoedondernemer. NDC is een uitgeverij van kranten en exploiteert te website Sikkom, een zogenaamde stadsblog gericht op Groningse studenten. Tussen partijen is in geschil of NDC onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld door de publicatie op de website Sikkom van het artikel: "Groninger verhuurder [eiser] zit vast op verdenking van fraude", alsmede door de publicatie van de column: "Column | Peter R. de Vries strijdt in de media tegen criminelen, zijn zoon strijdt namens [eiser] tegen ons".
Elektronische handtekening niet voldoende betrouwbaar
Ktr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 oktober 2020, IT 3312; ECLI:NL:RBZWB:2020:4817 (Eiser tegen Swishfund) Contractenrecht. Verzet. Eiser komt in verzet tegen een verstekvonnis van 3 juli 2019. Swishfund grondt haar vordering op de overeenkomst van borgstelling die als bijlage aan de overeenkomst van geldlening is gehecht. Vaststaat dat de overeenkomst digitaal is ondertekend, maar eiser betwist dat hij dat heeft gedaan. Ingevolge artikel 3:15a BW heeft een gekwalificeerde elektronische handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 (hierna: eidas-verordening) dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening. Er is niet gesteld of gebleken dat het gebruikte programma een gekwalificeerde handtekening is in de zin van de eidas-verordening. Derhalve moet op grond van artikel 3:15a BW gekeken worden of de methode voor ondertekening voldoende betrouwbaar is. Gelet op het doel en de overige omstandigheden van het geval kan de ‘gewone’ elektronisch handtekening niet als voldoende betrouwbaar worden aangemerkt. De overeenkomst van borgtocht is niet voldoende komen vast te staan. Het vonnis wordt vernietigd en de vorderingen van Swishfund worden alsnog afgewezen.
Beantwoording prejudiciële vragen over ‘technisch voorschrift’
HvJ EU 22 oktober 2020, IT 3311; ECLI:EU:C:2020:856 (Sportingbet en IOE tegen Santa Casa) Prejudiciële verwijzing. Sportingbet en Internet Opportunity Management (‘IOE’) bieden gokdiensten aan via het internet en hebben door middel van Portugese wetgeving een boete opgelegd gekregen omdat zij binnen de staatsmonopolie op gokdiensten zou opereren. Op grond van artikel 8 lid 1 Richtlijn 98/34/EG moeten lidstaten elk ontwerp voor een technisch voorschrift meedelen aan de Europese Commissie. Niet-nakoming van die verplichting is een zeer ernstige procedurefout, die wordt bestraft met de niet-toepasselijkheid van deze technische voorschriften. De vraag is of de wettelijke bepaling een ‘technisch voorschrift’ is. Artikel 1 punt 11 Richtlijn 98/34/EG, gelezen in samenhang met artikel 1 punt 5 van deze richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat een nationale wettelijke regeling waarin is bepaald dat het aan een overheidsinstantie verleende exclusieve recht om voor het gehele nationale grondgebied bepaalde kansspelen te exploiteren zich mede uitstrekt tot de exploitatie van deze spelen op het internet, een ‘technisch voorschrift’ is in de zin van eerstgenoemde bepaling. Het feit dat dit technisch voorschrift niet is meegedeeld aan de Europese Commissie ex artikel 8 lid 1 van die richtlijn, heeft tot gevolg dat de regeling niet kan worden tegengeworpen aan particulieren.
Vacature: advocaat-medewerker IE en reclamerecht bij Holla
Holla zoekt een gevorderd advocaat-stagiair(e) / beginnend advocaat-medewerker intellectuele eigendom (IE) en reclamerecht.
Standplaats: Eindhoven.
Heb jij inmiddels enkele jaren ervaring met het rechtsgebied IE en/of het reclamerecht? Of zou je je graag willen ontwikkelen op dit gebied? We komen graag met je in contact!
De Business Unit Intellectuele Eigendom, ICT & Privacy van Holla bestaat uit een team van acht advocaten. Het team is gespecialiseerd in onder andere het merken-, auteurs- en modellenrecht, ICT-recht en nieuwe media. Jij gaat je vooral bezighouden met IE en het (geneesmiddelen) reclamerecht, maar ook met zaken op het gebied van medische hulpmiddelen, cosmetica en voedingsmiddelen. Het team is actief in zowel de adviespraktijk als de specifieke procespraktijk van het intellectuele eigendom als in het procederen voor de codecommissies van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Reclame Code Commissie (RCC).
Lees verder.
Geen inbreuk op octrooi draadloze communicatie
Rechtbank Den Haag 4 november 2020, IEF 19556, IT 3310; ECLI:NL:RBDHA:2020:11108 (Sisvel tegen Xiaomi) Tussenvonnis. De Sisvel-groep beheert een uitgebreide octrooiportefeuille op het gebied van draadloze communicatie, waaronder octrooi EP 272. De vraag ligt voor of Xiaomi met de verhandeling van haar mobiele telefoons inbreuk maakt op EP 272. Volgens Sisvel wordt in de LTE-standaard door Xiaomi gebruik gemaakt van de uitvinding van EP 272. Xiaomi voert aan dat vanwege de tussen de netwerkarchitectuur van het octrooi en die van de LTE-standaard bestaande verschillen niet kan worden gezegd dat zij met de verhandeling van mobiele telefoons die de LTE-standaard ondersteunen, inbreuk maakt op het octrooi. De vordering van Sisvel in de hoofdzaak in conventie wordt afgewezen. De ingeroepen conclusies van het als standaard-essentieel aangemelde octrooi zijn niet geïncorporeerd in de LTE/4G-standaard die de mobiele telefoons van Xiaomi ondersteunen. De andere niet-inbreuk verweren van Xiaomi behoeven geen bespreking meer, net zo min als haar FRAND-verweer.
Schadevergoedingsbeding niet onredelijk bezwarend
Ktr. Rechtbank Rotterdam 11 september 2020, IT 3307; ECLI:NL:RBROT:2020:8836 (Direct Pay tegen gedaagde) Telecomrecht. Tussen een provider en gedaagde is in 2017 is een sim-only abonnement overeengekomen voor de duur van 24 maanden. Als betaalwijze is overeengekomen dat de maandelijkse facturen per automatische incasso zullen worden voldaan. Ondanks herhaaldelijke aanmaning, lukt het Direct Pay niet de bedragen per automatische incasso te incasseren en heeft gedaagde de bedragen niet zelf overgemaakt. Uiteindelijk ontbindt gedaagde de overeenkomst vroegtijdig wegens emigratie. De vordering is gecedeerd aan Direct Pay. Ook nu gedaagde een machtiging tot automatische incasso had afgegeven, bleef het de verantwoordelijkheid van gedaagde om zorg te dragen voor tijdige en volledige betaling. De vordering tot betaling van de verschuldigde factuurbedragen wordt toegewezen. Daarnaast is niet komen vast te staan dat gedaagde een bewijs van emigratie aan de provider heeft doen toekomen. Direct Pay beroept zich op een beding in de algemene voorwaarden op grond waarvan gedaagde een gematigde schadevergoeding dient te voldoen voor de resterende abonnementstermijnen. Dit beding is in lijn met de aanbevelingen uit het rapport Ambtshalve toetsing II/III en derhalve niet onredelijk bezwarend. De vordering tot betaling van de schadevergoeding wordt toegewezen.
Verzet in twaalf jaar oude zaak tegen Ziggo gegrond
Ktr. Rechtbank Limburg 23 september 2020, IT 3309; ECLI:NL:RBLIM:2020:7227 (Eiseres tegen Ziggo) Contractenrecht. Eiseres is in verzet gekomen van het tegen haar als gedaagde gewezen verstekvonnis van 2 juli 2008, waarbij zij is veroordeeld tot betaling van een bedrag aan @Home, de rechtsvoorganger van Ziggo. Allereerst rijst de vraag of eiseres tijdig in verzet is gekomen. Door de feiten en omstandigheden is de verzettermijn van vier weken pas gaan lopen op of na 3 maart 2020, waardoor eiseres ontvankelijk is in haar verzet. Eiseres betwist dat zij een overeenkomst met @Home heeft gesloten en dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Verder voert eiseres aan dat @Home heeft nagelaten relevante stukken, waaronder de overeenkomst, in het geding te brengen. Op grond van de door @Home bij dagvaarding aangehaalde feiten en omstandigheden is onvoldoende gebleken dat tussen partijen een overeenkomst is gesloten. Nu de aan de vordering ten grondslag gelegde overeenkomst in rechte niet is komen vast te staan, wordt de vordering van Ziggo afgewezen.
Gewijzigde Mediawet in werking getreden
Op 1 november jl. is de Mediawet 2008 gewijzigd vanwege de implementatie van de herziene Europese Richtlijn audiovisuele mediadiensten. De belangrijkste wijziging is dat nu niet alleen omroepen en streamingsdiensten, maar ook videoplatformdiensten zoals YouTube onder de nieuwe richtlijn vallen. In de gewijzigde Mediawet zijn de regels voor lineaire mediadiensten en mediadiensten op aanvraag grotendeels gelijk getrokken. Het gaat daarbij onder meer om regels op het gebied van bescherming van minderjarigen, sponsoring en productplaatsing, de promotie van Europese werken en een flexibelere regeling voor zendtijd voor reclame. Klik hier voor de gewijzigde Mediawet 2008.