28 sep 2021
Aanmoediging tot geweld op Twitter
Rechtbank Den Haag 28 september 2021, IEF 20221, IT 3672; ECLI:NL:RBDHA:2021:10502 (Opruiing op Twitter) Man wordt veroordeeld voor driemaal opruiing tot enig strafbaar feit (art. 131 Sr) door middel van het plaatsen van berichten op een openbaar Twitteraccount waarin wordt aangemoedigd tot het ‘vernietigen’ van de ‘zionisten’ en ‘de vijanden van de Islam’. Er is sprake van voorwaardelijk opzet. Dergelijke oproepen tot geweld passen niet in een democratische samenleving en het recht op vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM) mag daarom in dit geval worden beperkt. Oplegging van 120 uren taakstraf.
6.3. (...) De verdachte heeft zich in een periode van enkele maanden drie keer schuldig gemaakt aan opruiing door op Twitter berichten te plaatsen waarin hij aanmoedigt tot (ernstig) geweld tegen een specifieke groep mensen. Nadat hij uit de reacties had kunnen opmaken dat sommige lezers zijn eerste bericht als een oproep tot geweld hadden opgevat, heeft de verdachte alsnog twee soortgelijke berichten geplaatst. Dat zijn berichten uiteindelijk niet tot geweldshandelingen hebben geleid, althans voor zover de rechtbank bekend, maakt de feiten niet minder ernstig. De vrijheid van meningsuiting is weliswaar een fundamenteel onderdeel van onze rechtsstaat, maar met zijn berichten heeft de verdachte de grenzen van wat in dat kader toelaatbaar is, overschreden. Juist vanwege het grote aantal volgers dat de verdachte had op Twitter ten tijde van het plaatsen van de berichten, mag van hem worden verwacht dat hij zich bij het plaatsen van berichten bekommert om de gevolgen die zijn boodschappen zouden kunnen hebben. Dat hij dit kennelijk heeft nagelaten, rekent de rechtbank de verdachte aan.