Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
4.663 artikelen gevonden
IT 2351

Uitspraak ingezonden door Robin van Kleeff, Hoyng Rokh Monegier

Voorlopige blokkade The PirateBay voor abonnees Ziggo en XS4ALL

Rechtbank 22 sep 2017, IT 2351; ECLI:NL:RBDHA:2017:10789 (The PirateBay), https://itenrecht.nl/artikelen/voorlopige-blokkade-the-piratebay-voor-abonnees-ziggo-en-xs4all

Vzr. Rechtbank Den Haag 22 september 2017, IEF 17123; IT 2351; ECLI:NL:RBDHA:2017:10789 (Stichting Brein tegen Ziggo en XS4ALL) Auteursrecht. Peer-to-peer. Stichting Brein vordert een blokkade van de website The PirateBay voor abonnees van Ziggo en XS4ALL. Op 14 juni 2017 [IEF 16859] heeft het HvJ EU geoordeeld dat het beschikbaar stellen en het beheer, op internet, van een platform voor de uitwisseling van bestanden dat, door een index van meta-informatie inzake beschermde werken en de verstrekking van een zoekmotor, die gebruikers van dit platform in staat stelt deze werken te vinden en deze te delen onder het begrip "mededeling aan het publiek" valt. Deze uitspraak laat een ander licht op de zaak schijnen en de rechtbank beschouwd de uitspraak van het Hof Den Haag [IEF 13467] als achterhaald. De handelwijze van The PirateBay kan aangemerkt worden als een mededeling aan het publiek. De proportionaliteitsafweging van het Hof is onjuist geweest: onvoldoende gewicht is aan de belangen van Brein gegeven. De voorzieningenrechter beveelt Ziggo en XS4ALL om binnen tien werkdagen de toegang tot de website The PirateBay te blokkeren totdat in de bodemzaak, aanhangig bij de Hoge Raad, is beslist.  

IT 2350

Antwoord Minister van Economische Zaken over betalen door data te delen en de verkoop van consumentendate aan bedrijven en de overheid

Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over betalen door data te delen en de verkoop van consumentendata aan bedrijven en de overheid (ingezonden 27 juli 2017). Antwoord van Minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 7 september 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2603.

IT 2349

SBS onrechtmatig gehandeld wegens uitzenden verborgen camera-beelden in Stegeman op de bres

Rechtbank 15 sep 2017, IT 2349; ECLI:NL:RBNNE:2017:3539 (Eiser tegen SBS Broadcasting), https://itenrecht.nl/artikelen/sbs-onrechtmatig-gehandeld-wegens-uitzenden-verborgen-camera-beelden-in-stegeman-op-de-bres

Rechtbank Noord-Nederland 15 september 2017, IT 2349; ECLI:NL:RBNNE:2017:3539 (Eiser tegen SBS Broadcasting) Art. 8 en 10 EVRM, eerbiediging van persoonlijke levenssfeer. In de uitzending van Stegeman op de Bres van 4 juni 2017 is aandacht besteed aan overboekingen van grote bedragen vanaf de bankrekening van de ouders naar de bankrekening van eiser. De moeder van eiser heeft aangifte gedaan van verduistering van de geldbedragen. Tijdens twee bezoeken in de woning van eiser zijn met gebruikmaking van een verborgen camera beeld- en geluidsopnames gemaakt en gebruikt voor de uitzending. Eiser vordert dat SBS de aflevering verwijdert. De voorzieningenrechter oordeelt dat de opnames zonder toestemming van eiser zijn gemaakt en gebruikt. Ondanks dat hij niet herkenbaar in beeld is gebracht is op eenvoudige wijze te herleiden dat het om eiser en zijn echtgenote gaat en waar zij wonen. Er is een inbreuk gemaakt op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Niet is gebleken van een misstand die een rechtvaardiging vormde voor deze inbreuk. De inbreuk heeft geleid tot aantasting van de eer en goede naam van eiser alsook tot nodeloos kwetsende reacties in de richting van eiser en zijn echtgenote zowel op internet als in hun directe omgeving. SBS heeft onrechtmatig gehandeld jegens eiser en moet binnen 5 werkdagen de aflevering van alle media verwijderden en een rectificatie plaatsen.

IT 2348

Uitspraak ingezonden door Thomas Kriense, Stichting Brein

Ex parte tegen Usenet- en BitTorrent-uploader van films & series

Rechtbank 31 aug 2017, IT 2348; (Stichting Brein tegen grootschalige usenet uploader), https://itenrecht.nl/artikelen/ex-parte-tegen-usenet-en-bittorrent-uploader-van-films-series

Rechtbank Rotterdam 31 augustus 2017, IEF 17101; IT&R 2348 (Stichting Brein tegen grootschalige usenet uploader) Auteursrechtinbreuk. Stichting BREIN heeft een ex parte-beschikking ex art. 1019e Rv behaald tegen een uploader van filmwerken. De uploader gebruikte op grote schaal auteurs- en natuurrechtelijk bescherme werken - populaire (bioscoop)films en tv-series - en heeft deze onder een alias openbaar gemaakt en ter beschikking gestelt aan het publiek via BitTorrent en usenet. De uploader vervulde een sleutelrol in het 'Libra Release Team', een team dat zich erop richt om film en tv-series gratis voor het publiek beschikbaar te stallen zonder dat de rechthebbenden daarvoor toestemming hebben gegeven of een vergoeding ontvangen. De voorzieningenrechter gebiedt de inbreuk op auteursrechten te staken en gestaakt te houden onder last van een dwangsom van €2.000,- per dag.

IT 2347

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS

Onrechtmatige daad jegens Zorgvervoercentrale Nederland voor publiceren bedrijfsinformatie

Rechtbank 6 sep 2017, IT 2347; (Zorgvervoercentrale Nederland tegen Gemeente Alkmaar), https://itenrecht.nl/artikelen/onrechtmatige-daad-jegens-zorgvervoercentrale-nederland-voor-publiceren-bedrijfsinformatie

Rechtbank Noord-Holland 6 september 2017, IEF 17096; IT&R 2347 (Zorgvervoercentrale Nederland tegen Gemeente Alkmaar) Publicatie bedrijfsgeheimen. De gemeenten Alkmaar, Bergen e.a. hebben een Europese aanbesteding georganiseerd voor het uitvoeren van vraagafhankelijk vervoer voor geïndiceerde reizigers. ZCN was de dienstverlener voor dit vervoer. Gemeenten hebben een Excel-bestand met gegevens over gefactureerde ritten in december 2014 gepubliceerd als bijlage bij de Nota van Inlichten 2. ZCN vordert dat gemeenten door publicatie van het bestand in strijd hebben gehandeld met de op gemeenten rustende contractuele geheimhoudingsplicht en onrechtmatig hebben gehandeld. Het betreft hier geheime bedrijfsinformatie met handelswaarde, het openbaren en verspreiden van deze bedrijfsgeheimen door online publicatie van het bestand levert daarmee een onrechtmatige daad jegens ZCN op. De rechter oordeelt dat gemeentes aansprakelijk zijn voor de schade die door ZCN is geleden als gevolg van het onrechtmatig publiceren van het bestand.

IT 2344

Verzoek advies aan EFTA over dominante machtpositie Telecomprovider en schuld aan onrechtmatige 'margin squeeze'

HvJ EU 30 jun 2017, IT 2344; (Fjarskipti v Síminn), https://itenrecht.nl/artikelen/verzoek-advies-aan-efta-over-dominante-machtpositie-telecomprovider-en-schuld-aan-onrechtmatige-marg

Verzoek advies HvJ EU 30 juni 2017, IT 2344; IEFbe 2333; E-6/17 (Fjarskipti tegen Síminn) Via Minbuza: Partijen zijn telecombedrijven die in IJsland algemene telecomdiensten aanbieden, inclusief mobiele telefoondiensten. Verzoeker levert diensten onder het merk Vodafone. Al decennia hebben ze een monopolie gehad op het bezitten en exploiteren van algemene telecommunicatienetwerken in IJsland. Dit staatsmonopolie werd op 01.01.1998 bij wet afgeschaft. De verweerder begon zijn telecomoperatie in 1994. Fjarskipti is nu de moeder-maatschappij van verzoeker. De voorgangers van verzoeker, Tal en Íslandssími, klaagden bij de mededingingsautoriteiten over het gedrag van verweerder op de mobiele telefoonmarkt. De mededingingsautoriteit kwam in zijn beslissing tot de conclusie dat verweerder zijn machtspositie heeft misbruikt door een 'grote gebruikerskorting' op de mobiele telefoonmarkt te geven. In zijn arrest van 08.11.2011 verwierp het Hooggerechtshof de eis van verzoeker om deze beschikking nietig te verklaren. De mededingingsautoriteit heeft in zijn beslissing verklaard dat de prijsverlagingen door de tegenpartij een mededingingsmaatregel vormen in reactie op de invoering van Tal op de mobiele telefoonmarkt. In zijn beslissing kwam de mededingingsautoriteit tot de conclusie dat verweerder de artikelen 11 en 19 van de mededingingswet en artikel 54 EER schendt. Deze schendingen door verweerder werden gezien als het bestaan van een onrechtmatige ‘margin squeeze’ tegen de concurrenten, met inbegrip van verzoeker, van 2001 tot eind 2007, bij de vaststelling van de termijnen.

IT 2346

12 september - ADR middag SGOA

De SGOA organiseert morgen een kosteloze ADR middag van 15:00 tot 17:00. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. Meedoen? Meld je dan aan door een mailtje te sturen naar info@sgoa.eu. De bijeenkomst zal plaatsvinden bij Spaces ZuidAs in Amsterdam. Kijk voor meer informatie op de website: www.sgoa.eu

IT 2345

Onderzoek AP naar voordeelurenabonnement in combinatie met persoonlijke OV-chipkaart te weinig acht geslagen op subsidiariteitsbeginsel

16 aug 2016, IT 2345; ECLI:NL:RBGEL:2016:4553 (eiser tegen Autoriteit Persoonsgegevens), https://itenrecht.nl/artikelen/onderzoek-ap-naar-voordeelurenabonnement-in-combinatie-met-persoonlijke-ov-chipkaart-te-weinig-acht

Rechtbank Gelderland 16 augustus 2016, IT 2345; ECLI:NL:RBGEL:2016:4553 (eiser tegen Autoriteit Persoonsgegevens) Wet bescherming persoonsgegevens; Eiser heeft bij verweerder een verzoek om handhaving ingediend vanwege het feit dat voordeelurenabonnement alleen te combineren is met een persoonlijke OV-chipkaart, waardoor zijn reisgegevens verwerkt worden indien hij wil reizen met een voordeelurenabonnement. Eiser acht dit in strijd met onder andere artikel 8 van de Wbp, nu het voor het uitvoeren van de overeenkomst niet noodzakelijk is dat zijn reisgegevens worden geregistreerd.

IT 2343

Vragen aan HvJ EU over beroep op de minder strenge informatievereisten bij beperkte weergavemogelijkheid

HvJ EU 14 jun 2017, IT 2343; (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung umlauteren Wettbewerbs), https://itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-beroep-op-de-minder-strenge-informatievereisten-bij-beperkte-weergavemogelijk

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 14 juni 2017, IEFbe 2331; IT 2343; C-430/17 (Walbusch tegen Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs) Via Minbuza: Consumentenbescherming. Verweerder (Walbusch Walter Busch GmbH & Co) verspreidde in 2014 als bijlage bij verschillende tijdschriften en kranten een uitvouwbare reclamefolder inclusief bestelformulier. Op de voor- en achterkant van de bestelkaart werd gewezen op het wettelijke herroepingsrecht. Het internetadres van verweerder was tevens aangegeven. Op de website van de verweerder kon men via de link “Algemene voorwaarden” de instructies voor herroeping alsmede het modelformulier voor herroeping raadplegen. Verzoeker (Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs) voert aan dat de reclamefolder van verweerder oneerlijk is omdat de instructies voor herroeping in de voorgeschreven vorm ontbraken en het modelformulier voor herroeping niet was bijgevoegd. Na een vergeefse aanmaning heeft verzoekster een vordering tot staking en tot vergoeding van precontentieuze aanmaningskosten ten bedrage van €246,10 vermeerderd met rente ingesteld. Het Landgericht heeft de vordering toegewezen. De appelrechter heeft deze beslissing deels gewijzigd (de veroordeling van verweerder tot vergoeding van de aanmaningskosten werd bevestigd). Met beroep in “Revision” verzoekt verweerder om afwijzing van de vordering in haar geheel, verzoeker verzoekt om afwijzing van het beroep in “Revision”. 

Hier is van belang of verweerder zich met succes kan beroepen op de minder strenge informatievereisten bij beperkte weergavemogelijkheid overeenkomstig de BGB (Duits Burgerlijk Wetboek), EGBGB (Duitse wet tot invoering van het Burgerlijk Wetboek) en richtlijn 2011/83. Het antwoord op de vraag of de minder strenge informatievereisten hier gelden, hangt af van de uitlegging van artikel 8 lid 4 eerste zin, en artikel 6 lid 1 (h) van richtlijn 2011/83/EU. De vraag rijst evenwel of een zo uitgebreide informatieplicht over het herroepingsrecht verenigbaar is met de doelen van richtlijn 2011/83/EU. Het zou een onevenredige beperking van de vrije reclamevoering kunnen blijken de handelaar ongeacht beperkingen in ruimte en tijd van het door hem voor de reclame gebruikte middel voor communicatie op afstand steeds te verplichten de omvangrijke de instructies voor herroeping meteen en rechtstreeks in dit middel voor communicatie op afstand mee te delen en het modelformulier voor herroeping daar dadelijk bij te voegen. Gestelde vragen:

 

IT 2342

HvJ EU: Regeling die leidt tot relatief grotere afname digitale netwerken ten opzicht van geëxploiteerde analoge kanalen, is discriminerend en onevenredig

HvJ EU 26 jul 2017, IT 2342; ECLI:EU:C:2017:597 (Persidera SpA), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-regeling-die-leidt-tot-relatief-grotere-afname-digitale-netwerken-ten-opzicht-van-ge-xploitee

HvJ EU 26 juli 2017, IT 2342; IEFbe 2324; ECLI:EU:C:2017:597; zaak C‑112/16 (Persidera SpA) Elektronische communicatie. Telecommunicatiediensten. Richtlijnen 2002/20/EG, 2002/21/EG en 2002/77/EG. Gelijke behandeling. Via Minbuza: Verzoekster Persidera (v/h Telecom Italia Media Broadcasting = TIMB) vraagt nietigverklaring van besluiten (van respectievelijk ITA MinEZ en de ‘NMa’ tot toewijzing van gebruiksrechten van frequenties voor digitale terrestrische radio- en tv-uitzendingen omdat zij minder frequenties heeft gekregen dan zij voorafgaand aan de overschakelijk feitelijk al gebruikte. De besluiten zijn in strijd met het beginsel van de één-op-één-omzetting op grond van eerder beheer; verzoekster stelt ongelijke behandeling daar zij als enige nationale marktdeelnemer niet alle rechtmatig door haar beheerde zenders heeft kunnen omzetten. De frequenties zijn bovendien technisch onder de maat. Tegen het NMa-besluit voert zij aan dat dit in strijd is met EUrecht en ook de ITA Gw. De rechter in eerste aanleg verwerpt verzoeksters beroep en de zaak ligt nu voor bij de ITA RvS. Verzoekster dringt aan op het stellen van vragen aan het HvJEU. Zij bestrijdt het vonnis omdat, gezien arrest HvJEU C-380/05, de rechter miskent dat zij concurrentienadeel ondervindt door niet toepassen van het beginsel één-op-één omzetting. Interveniënten (telecombedrijven) zijn het niet met verzoekster eens: na omzetting van TIMB in Persidera (door overname van Rete A) is verzoekster eigenaar geworden van in totaal vijf multiplexen in digitale terrestre technologie, hetgeen het maximumaantal is dat voor elke marktdeelnemer is toegestaan.

De verwijzende ITA rechter (Raad van State) kan de zaak pas beslissen als duidelijk is dat de door verweerster gehanteerde toewijzingscriteria rechtmatig zijn. Antwoord HvJ EU: