Consumentenbond: Facebook moet gebruikers compenseren
De Consumentenbond en Data Privacy Stichting (DPS) beginnen een massaclaim tegen Facebook voor een financiële compensatie voor het jarenlang schenden van de privacy van Nederlandse gebruikers. Zij roepen consumenten op zich aan te sluiten bij deze actie. Facebook verzamelde jarenlang privégegevens van gebruikers en verkocht deze zonder toestemming aan adverteerders en appmakers. Hiermee heeft Facebook haar gebruikers misleid: het bedrijf stelde dat gebruik van het platform gratis zou zijn, maar feitelijk gezien betaalden gebruikers met hun gegevens. Op deze manier heeft Facebook zich ongerechtvaardigd verrijkt ten koste van haar gebruikers.
Lees verder op Consumentenbond.nl.
Recht op privacy wijkt voor recht op informatievrijheid
Hof Amsterdam 23 juni 2020 IT 3182; ECLI:NL:GHAMS:2020:1802 (Google tegen Geïntimeerde) Privacyrecht. Bij het googelen van de naam van geïntimeerde (plastisch chirurg), verschenen tussen de zoekresultaten koppelingen naar onder meer www.zwartelijstartsen.nl en www.drimble.nl met vermelding van de naam van geïntimeerde, haar BIG-nummer, haar specialisme en de uitspraak van het Tuchtcollege. Geïntimeerde verzocht Google de koppelingen te verwijderen. Google wees dit verzoek af en stelde dat de URL’s in de zoekresultaten gerechtvaardigd worden door het wezenlijk belang van het grote publiek hier toegang tot te hebben. Het Hof oordeelt - in tegenstelling tot de rechtbank - dat het recht op informatievrijheid van Google en derden hier zwaarder weegt dan het recht op privacy en bescherming van persoonsgegevens van geïntimeerde. Hoewel uit vaste rechtspraak (HR X/Google en HvJEU Costeja) volgt dat in beginsel het recht op informatievrijheid van het publiek moet wijken voor het recht op privacy en bescherming van persoonsgegevens, zijn er volgens het Hof in deze zaak bijzondere omstandigheden die ervoor zorgen dat in dit geval het recht op informatievoorziening wint. Allereerst omdat de arts een kwetsbare groep patiënten behandelt met weinig behandelopties, die eenvoudig en online toegang moeten hebben tot informatie over de voor- en nadelen van hun arts. Ten tweede wordt het BIG-register, met daarin aantekening van aan een arts opgelegde maatregelen, in de praktijk nauwelijks door patiënten geraadpleegd. Daarnaast behelst de Wet BIG geen regels over wat derden mogen publiceren of vindbaar maken over tuchtrechtelijke maatregelen. Tot slot is de vermelding van de arts op de ‘zwarte lijst’ van SIN-NL, waarnaar de zoekresultaten verwijzen, volgens het Hof recent, relevant, feitelijk, niet onnodig grievend en actueel. Derhalve hoeft Google de zoekresultaten niet te verwijderen.
Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.
Uitzending 'Undercover in Nederland' niet onrechtmatig jegens imam
Hof Amsterdam 9 juni 2020, IEF 19309, C/13/635267 (Imam tegen SBS) SBS is een omroeporganisatie. Op haar televisiezender SBS6 zendt zij het programma 'Undercover in Nederland' uit. Op 9 oktober 2016 zond SBS6 een aflevering uit die aan illegale polygamehuwelijken was gewijd. Insteek was de aanname dat imams in Nederland dergelijke huwelijken ondanks het verbod toch inzegenen. Centrale vraag in dit geding is of de uitzending waarin appellant met gebruikmaking van met een verborgen camera gemaakte opname herkenbaar in beeld is gebracht als een imam die zijn medewerking verleende aan het sluiten van illegale polygame huwelijken, onrechtmatig is jegens hem. De vorderingen van appellant zijn ook in hoger beroep niet toewijsbaar. De uitzending is niet onrechtmatig jegens appellant. Het belang van SBS bij uitoefening van haar recht op vrijheid van meningsuiting dient in dit geval te prevaleren boven het belang van appellant bij bescherming van zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Niet alleen is sprake van een maatschappelijke misstand die SBS terecht aan de orde stelt, maar ook vindt de beschuldiging voldoende steun in het feitenmateriaal.
·
Verzoek tot verwijderen BKR-registratie niet toewijsbaar
Hof Amsterdam 11 september 2018, IT 3180, ECLI:NL:GHAMS:2018:3453 (Appellant tegen ABN AMRO) Beschikking. Appellant is zijn betalingsverplichtingen uit hoofde van een kredietovereenkomst met ABN AMRO niet nagekomen. ABN AMRO laat de kredietovereenkomst in het Centraal Krediet Informatiesysteem van het BKR registreren met de code ‘A’ van achterstand. Later wordt aan de registratie bijzonderheidscode 2 - (restant)vordering geheel opeisbaar - en bijzonderheidscode 3 toegevoegd - een bedrag van 250 euro of meer is afgeboekt. Appellant wijst er onder meer op dat het geregistreerde bedrag van € 31.500,- te hoog is. Hij voert aan dat hij vier termijnen heeft afbetaald zodat zijn schuld op de datum van registratie, maximaal € 25.500,- bedroeg. De BKR-registratie is niet onjuist of disproportioneel. Het verzoek tot verwijderen van de BKR-registratie is ook in hoger beroep niet toewijsbaar. Het gaat niet om de omvang van de achterstand, zoals appellant veronderstelt, maar om de omvang van de kredietovereenkomst die met rente en kosten dient te worden opgegeven.
Autoriteit Persoonsgegevens legt boete van 830.000 euro op aan Stichting BKR
'Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) mag geen geld vragen aan mensen die digitaal hun persoonsgegevens willen inzien. En wanneer mensen per post inzage in hun persoonsgegevens bij BKR willen, moet dat eenvoudig en met redelijke tussenpozen mogelijk zijn. BKR wierp te hoge drempels op voor inzage. Dat mag niet volgens de privacywetgeving. Daarom heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) BKR een boete opgelegd van 830.000 euro.'
Lees verder op Autoriteitpersoonsgegevens.nl. Zie ook de reactie van de Stichting BKR.
Computerrecht 2020-03
Computerrecht 2020, afl. 3 - Inhoudsopgave
EDITORIAL
41 Ai, ai, ai, de EU wil weer eens overhaast reguleren! / p. 71
P. Van Eecke
ARTIKELEN
42 Doeltreffende voorziening in rechte onder de AVG: de eerste arresten van het Marktenhof / p. 73
Deze bijdrage bespreekt de uitvoering van de AVG vereiste van doeltreffende voorziening onder artikel 108 van de Belgische wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit van 3 december 2017. Ze ontleedt eerst de werking van artikel 108 en besluit vervolgens met een bespreking van de belangrijkste punten in de eerste arresten van het Marktenhof inzake beroepen tegen beslissingen van de geschillenkamer van de Gegevensbeschermingsautoriteit.
G. Vandendriessche
43 Betekenisvolle transparantie voor algoritmische besluitvorming / p. 83
Algoritmes in het bestuursrecht zijn hot. Het gebruik van geavanceerde algoritmes in de bestuurlijke besluitvorming is het afgelopen jaar steeds vaker onderwerp van discussie. Transparantie is het toverwoord als het gaat om maatregelen die ‘black box’-besluiten moeten openen. Verder dan de vaststelling van die noodzakelijkheid komt men evenwel vaak niet. Waar vindt de noodzaak tot transparantie haar grondslag? En hoe ziet betekenisvolle transparantie eruit?
C. Adriaansz
44 Berichtenbox van MijnOverheid: burger voldoende bereikbaar voor bekendmaking besluiten via de elektronische weg? / p. 92
Communicatie met de overheid is aan verandering onderhevig. Twee bewegingen vallen daarbij op: enerzijds de wens van burgers en overheid om meer digitaal met elkaar te kunnen communiceren en anderzijds de roep om aandacht te blijven houden voor digitaal minder vaardige burgers en burgers die niet digitaal wensen te communiceren. Zowel jurisprudentie over de elektronische bekendmaking van besluiten via de Berichtenbox, als de nieuwe afdeling 2.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) weerspiegelt deze bewegingen.
S. van Kaam
Advertentie via Google AdWords niet misleidend
Vzr. Rechtbank Limburg 10 juni 2020, IEF 19305, IT 3178; ECLI:NL:RBLIM:2020:4150 (Eiser tegen Hesi) Kort geding. Eiser heeft een eenmanszaak in technische installaties, waaronder luchtbehandelingsapparatuur. De onderneming draagt de handelsnaam [handelsnaam]. Hesi heeft een installatiebedrijf op het gebied van verwarming en luchtbehandeling. Zij voert de handelsnamen Hesi B.V. en Hesi Verhuur Limburg. Eiser stelt dat Hesi via Google AdWords adverteert op internet en daarbij gebruik maakt van de naam en vestigingsplaats van haar onderneming. Indien men in Google deze zoektermen intypt, verschijnt volgens eiser bovenaan de pagina de advertentie van Hesi. Volgens eiser klikken klanten door de misleidende advertentie van Hesi onbewust op deze advertentie.
Wetsvoorstel: consumenten moeten recht krijgen op software- en beveiligingsupdates
In het wetsvoorstel van minister Dekker en staatssecretaris Keijzer staat dat consumenten bij de aankoop van slimme apparaten zoals smart tv’s, printers, camera’s, babyfoons en digitale horloges recht moeten krijgen op software- en beveiligingsupdates. Dit geldt ook voor games, applicaties en streamingsdiensten. De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State te zenden. Met de verplichting voor verkopers om deze updates te leveren, moet worden voorkomen dat apparaten of diensten na verloop van tijd minder goed werken, omdat er dan geen nieuwe updates meer komen. Zo blijft de consument langer verzekerd van de juiste ondersteuning. Het wetsvoorstel is een implementatie van de Europese richtlijnen over de verkoop van goederen en levering van digitale inhoud en diensten.
Lees verder op Rijksoverheid.nl.
Consultatie leidraad voor het delen van mobiele netwerken
In de leidraad voor het delen van mobiele netwerken verduidelijkt de ACM hoe telecomaanbieders mogen samenwerken bij de uitrol van mobiele netwerken. De ACM biedt belanghebbenden de mogelijkheid om te reageren op deze conceptleidraad. De reacties zullen worden meegenomen bij de vaststelling van de definitieve leidraad.
Lees verder op ACM.nl.
Vacature: docent recht, innovatie en technologie (Universiteit Utrecht)
Het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht aan de Universiteit Utrecht zoekt een docent recht, innovatie en technologie.
Functiebeschrijving
U draagt bij aan het voorbereiden en verzorgen van onderwijs op het terrein van recht, innovatie en technologie in de door het departement en de faculteit aangeboden bachelor-opleiding Rechtsgeleerdheid. U draagt zorg voor kwalitatief goed onderwijs conform de daarvoor geldende universitaire en departementale richtlijnen. Daarnaast verwachten wij van u dat u afstudeerwerk van studenten begeleidt.
Lees verder.