Geen onrechtmatige concurrentie 'GPS-horloges' Avium
Vzr. Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 februari 2021, IT 3411; ECLI:NL:RBZWB:2021:446 (LCT en Lifewatcher tegen Avium Wearables) LCT, LifeWatcher en Avium zijn actief op de markt voor alarmeringsoplossingen en brengen met elkaar concurrerende GPS-horloges op de markt. Deze horloges stellen gebruikers in staat om in geval van nood snel in contact te treden met andere personen. De horloges zijn voorzien van software en een app. De gegevens hiervan worden verwerkt en opgeslagen op een centrale server. LCT koopt de componenten voor de horloges bij de firma ILOGS Healthcare gevestigd in Oostenrijk en maakt gebruik van een door ILOGS Healthcare ontwikkeld softwareplatform. LifeWatcher koopt de horloges bij One2Track en maakt gebruik van een door One2Track ontwikkeld softwareplatform. Avium maakt gebruik van een door 3G Electronics ontwikkeld softwareplatform, gevestigd in China.
Autoriteit Persoonsgegevens: ziekenhuis OLVG beboet
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) legt een boete van 440.000 euro op aan het Amsterdamse ziekenhuis OLVG. Het ziekenhuis had tussen 2018 en 2020 te weinig maatregelen genomen om toegang door onbevoegde medewerkers tot medische dossiers te voorkomen. Dat kwam door onvoldoende controle op wie welk dossier bekeek en ontoereikende beveiliging van de computersystemen. Naar aanleiding van het onderzoek van de AP heeft het OLVG de vereiste verbeteringen doorgevoerd. Tijdens het onderzoek van de AP heeft het OLVG verbeteringen doorgevoerd. Het ziekenhuis controleert vanaf dat moment structureel de logging en heeft sindsdien tweefactor-authenticatie in het ziekenhuis geregeld. Het ziekenhuis gaat niet in bezwaar of beroep tegen de boete van de AP.
Lees hier verder.
Gedwongen ontgrendelen van een smartphone toegestaan
HR 9 februari 2021, IT 3409; ECLI:NL:HR:2021:202 (vingerafdrukscanner) Cassatie in belang der wet. In deze zaak gaat het om de biometrische ontgrendeling van een inbeslaggenomen smartphone van een verdachte om ten behoeve van het opsporingsonderzoek toegang te krijgen tot de inhoud daarvan. Dit gebeurde door verdachte te boeien en zijn duim op de vingerafdrukscanner van de smartphone te plaatsen. Eerder werd geoordeeld dat het op deze wijze toepassen van zeer geringe mate van fysieke dwang geen inbreuk op het door artikel 6 EVRM gewaarborgde nemo tenetur-beginsel oplevert. De vraag in cassatie is of het samenstel van de artikelen 94, 95 en 96 Sv voldoende wettelijke grondslag biedt voor het toegang verschaffen van het inbeslaggenomen voorwerp. De tweede vraag is of het onder dwang gebruikmaken van een vingerafdruk van verdachte een inbreuk oplevert met artikel 6 EVRM. Het beroep wordt verworpen. Het oordeel van de rechtbank getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk.
Opheffing blokkade e-mailaccount toegewezen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland, IT 3406; ECLI:NL:RBMNE:2020:5773 (X tegen Microsoft) Kort geding. Eiser maakt tegen betaling gebruik van de diensten van Microsoft en heeft daarvoor een Microsoft e-mailaccount. Aan dit e-mailaccount is een Xbox-account gekoppeld voor het spelen van gelicentieerde spellen en een OneDrive-account voor het opslaan van digitale bestanden. Microsoft heeft het e-mailaccount van eiser geblokkeerd, omdat volgens Microsoft de gedragscode uit de tussen partijen geldende servicevoorwaarden zijn geschonden door eiser. Via diensten van Microsoft zou eiser een afbeelding hebben gedeeld die kinderen uitbuit, schade toebrengt, ongepast en mogelijk onwettig is. Eiser is het hiermee oneens en verzoekt toegang tot zijn e-mailaccount, maar Microsoft weigert dit. Geordeeld wordt dat het niet aannemelijk is geworden dat de eiser de in de servicevoorwaarden opgenomen gedragscode heeft geschonden. De vordering tot opheffing van de blokkade op het e-mailaccount wordt dan ook toegewezen.
(On)terechte melding van persoonsgegevens
Hof Amsterdam 2 februari 2021, IEF 19761, IT 3405; ECLI:NL:GHAMS:2021:312 (Vivat Schadeverzekeringen tegen X) Geïntimeerde had een verzekering bij Vivat Schadeverzekeringen voor zijn personenauto. Met deze auto heeft geïntimeerde tot tweemaal toe een ongeluk gehad. De verzekeraar heeft voor het eerste ongeluk het bedrag van € 1.187,75 uitgekeerd. Voor het tweede ongeluk heeft de verzekeraar een expert ingeschakeld om de schade te beoordelen. De expert heeft verklaard dat uit een vergelijking van het fotomateriaal de conclusie kan worden getrokken dat de eerdere schade niet is hersteld. Geïntimeerde zou deze schade dus niet hebben opgelopen bij het tweede ongeluk, maar de schade wel hebben gemeld bij de verzekeraar. Daarop heeft de verzekeraar het uitgekeerde schadebedrag en de persoonsgegevens van geïntimeerde laten opnemen in het Extern Verwijzingsregister van Stichting Centraal Informatie Systeem (CIS). Geïntimeerde betwist de juistheid van deze feiten en heeft de verzekeraar gesommeerd om de registratie ongedaan te maken. Geïntimeerde heeft voor deze vordering niet de geëigende route van artikel 35 UAVG gevolgd, maar de weg van het kort geding. Hiervoor dient eerst het spoedeisend belang van geïntimeerde bij de gevraagde voorziening aannemelijk worden gemaakt. Doordat partijen zich hier nog niet over hebben uitgelaten, worden zij hiertoe alsnog toe in gelegenheid gesteld. Een verdere beslissing wordt daarom vooralsnog aangehouden.
Raad van de EU bepaalt standpunt over e-privacyregels
De lidstaten zijn het eens geworden over een onderhandelingsmandaat voor nieuwe regels voor de bescherming van de privacy en de vertrouwelijkheid bij het gebruik van elektronische-communicatiediensten. De nieuwe e-privacy-regels zullen bepalen wanneer dienstverleners elektronische-communicatiegegevens mogen verwerken of toegang krijgen tot gegevens op apparatuur van eindgebruikers. Nu er een akkoord is, kan het Portugese voorzitterschap met het Europees Parlement gaan onderhandelen over de definitieve tekst.
Lees verder.
Geen inbreuk op exclusiviteit
Hof Arnhem-Leeuwarden 9 februari 2021, IEF 19760, IT 3407, LS&R 1914; ECLI:NL:GHARL:2021:1227 (Dovideq tegen CB) Kort geding. Dit geschil gaat over de vraag of Dovideq met het op de markt brengen van een door haarzelf in eigen beheer ontwikkeld medisch instrument, de zogenoemde LightControl, inbreuk maakt op een door CB bedongen exclusiviteit ten aanzien van de ontwikkeling van de daarin te plaatsen software. Dat is niet aannemelijk geworden. Zo waren de afspraken tussen de partijen uitsluitend gebaseerd op het enige endoscoopmeetsysteem dat indertijd werd ontwikkeld. Een ander systeem voor dergelijke metingen of andere functionaliteiten was in die beginperiode niet in beeld. Er kan niet zondermeer vanuit worden gegaan dat bij het aangaan van de overeenkomst voor Dovideq duidelijk had moeten zijn (of dat CB toen mocht verwachten) dat niet alleen de verdere ontwikkeling van dat specifieke apparaat onder de exclusiviteit zou vallen, maar elk door Dovideq te ontwikkelen endoscoopmeetsysteem. Het vonnis van de voorzieningenrechter wordt vernietigd en de vorderingen van CB alsnog afgewezen.
Oneerlijke handelspraktijken telecomaanbieder
Rechtbank Rotterdam 5 februari 2021, IT 3404, RB 3486; ECLI:NL:RBROT:2021:780 (eiseres tegen ACM) In 2017 heeft de ACM onderzoek gedaan naar de naleving van wettelijke informatieplichten die gelden bij het aanbieden van producten en diensten via internet door telecomaanbieders. De ACM heeft naar aanleiding van dit onderzoek 'Uitgangspunten transparante aanbiedingen telecomaanbieders' opgesteld. In dit verband is eiseres verzocht haar website www.vodafone.nl in lijn te brengen met deze uitgangspunten. De website bood namelijk een sim only-abonnement aan met een abonnementsprijs van € 21, waarbij in kleine letters is vermeld 'i.c.m. Ziggo'. De korting gold alleen voor Ziggo-klanten, maar was wel al verwerkt in de prijsvermelding op de webpagina. Op een later moment bood eiseres op haar website een abonnement aan in combinatie met een toestel aan onder vermelding van een maandprijs. Na het klikken op deze aanbieding kwam met op een webpagina waar men een aanvraagproces moest doorlopen.
'Parkeerwekker' onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Amsterdam 1 februari 2021, IEF 19755, IT 3402; ECLI:NL:RBAMS:2021:237 (Parkeerwekker) Iedereen die in de gemeente Amsterdam wil parkeren, dient hiervoor parkeerbelasting te betalen. Dat gebeurt door het registreren van het kenteken bij de parkeerautomaat of met een parkeerapp. Vector Wise biedt in de gemeente Amsterdam onder de naam ‘Parkeerwekker’ een dienst aan, waarbij een automobilist die in een gebied staat waar parkeerbelasting moet worden betaald een bericht ontvangt als de scanauto voorbij rijdt. Het systeem van Parkeerwekker bestaat eruit dat gebruikers, door installatie van een app, nadat zij hun auto hebben geparkeerd een melding ontvangen als een scanauto van de Gemeente voorbij rijdt. Ter voorkoming van een boete hebben gebruikers na de melding nog vijf minuten om parkeergeld te betalen. Volgens gedaagde biedt haar systeem een oplossing voor gebruikers die 'vergeten' zijn parkeergeld te betalen.
Dirk Visser: Sluitertijd, fotoauteursrecht en kunstmatige intelligentie
Ter gelegenheid van het emeritaat van Jaap Hijma, hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden, verscheen Sluitertijd. In deze bundel werpen promovendi, collega’s en vrienden een blik op zijn werk. Collega Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht, gaat in zijn bijdrage in op de onderwerpen fotoauteursrecht en kunstmatige intelligentie.
‘Met betrekking tot een portretfoto moet worden opgemerkt dat de auteur bij het maken daarvan op verschillende manieren en op verschillende momenten zijn vrije en creatieve keuzes zal kunnen maken. In de voorbereidende fase kan de auteur de enscenering, de pose van de te fotograferen persoon of de belichting kiezen. Bij het nemen van de portretfoto kan hij de camera-instelling, de invalshoek of de gecreëerde sfeer kiezen. Bij het ontwikkelen van het cliché tot slot kan de auteur kiezen tussen diverse technieken, of in voorkomend geval software gebruiken. Met die diverse keuzes is de auteur van een foto dus in staat zijn werk een “persoonlijke noot” te geven. In het geval van een portretfoto is de vrijheid waarover de auteur beschikt om zijn creatieve bekwaamheden uit te oefenen dan ook niet noodzakelijkerwijs beperkt of zelfs nihil.’
Aldus omschreef het HvJ EU in 2011 de mogelijkheden die een fotograaf heeft om te komen tot een ‘eigen intellectuele schepping’ die vereist is om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen.
Lees verder.