IT 4673
15 november 2024
Uitspraak

Autobedrijf moet passendheid e-mailbeveiliging aantonen na frauduleuze betaalinstructie door hacking

 
IT 4672
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IT 4670
14 november 2024
Uitspraak

Uitingsvrijheid hoeft niet te worden beperkt ten behoeve van privacybescherming

 
IT 253

Afkoelen in energieleveringscontract

Rechtbank Leeuwarden (sector kanton) 9 februari 2011, LJN: BP5786 en Rechtbank Assen (sector kanton) 15 februari 2011, LJN: BP4835.

Kwalificatie van een energieleveringscontract onder de wet koop op afstand. Geldt het afkoelingstermijn (recht om koop op afstand zonder opgave van redenen te ontbinden) voor een energieleveringscontract. De wettelijke uitzondering voor “zaken die door hun aard niet kunnen worden teruggezonden”, oordeelt de rechtbank dat deze termijn ook hiervoor geldt. Rechtbank Leeuwarden concludeert dat er niet is voldaan aan de informatieplicht (r.o. 4.2 - 4.3) en deze termijn geen 7 dagen is, maar verlengt wordt tot 3 maanden.

4.2  De kantonrechter is van oordeel dat er hoge eisen moeten worden gesteld aan de totstandkoming van een overeenkomst door het telefonisch benaderen van een consument. De kans dat er onduidelijkheden en misverstanden ontstaan is namelijk niet denkbeeldig. In het Burgerlijk Wetboek is daarom ter bescherming van consumenten een bijzondere regeling opgenomen voor de totstandkoming van overeenkomsten op afstand. Die regeling is onder meer van toepassing op een overeenkomst tot levering van gas en elektriciteit die telefonisch worden gesloten (artikel 7:5 BW).

4.3  Een in die regeling opgenomen beschermingsbepaling is dat de consument bij een koop op afstand de gelegenheid heeft om gedurende 7 werkdagen na de ontvangst van de zaak zonder opgave van reden de koop te ontbinden. Die termijn wordt verlengd tot drie maanden als niet alle informatie die op grond van de wet moet worden verstrekt, voorafgaande aan of bij het sluiten van de koop, is verstrekt (artikel 7:46d BW). Die bepaling is echter in een aantal situaties niet van toepassing, waaronder als het zaken betreft die door hun aard niet kunnen worden teruggezonden. Gas en elektriciteit die geleverd is, kan niet worden teruggezonden. Daarvan uitgaande zou die uitzondering van toepassing kunnen zijn op een overeenkomst tot levering van gas en elektriciteit. Bij een overeenkomst tot levering van gas en elektriciteit gaat het echter niet om een eenmalig geleverde prestatie, maar is sprake van een zogenoemde duurovereenkomst. Door ontbinding kan verdere levering ongedaan worden gemaakt. Daarnaast valt niet in te zien dat een consument tot ontbinding van zo'n overeenkomst zou wensen over te gaan omdat de geleverde zaak hem bij nader inzien niet bevalt en dat met die ontbinding zou worden beoogd om datgene wat aan gas en elektriciteit al is geleverd terug te geven. Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat deze uitzondering niet van toepassing is op een overeenkomst tot levering van energie als in onderhavig geval. 

lees de uitspraak Leeuwarden hier en Assen hier.
Bijdrage van Menno Weij, SOLV hier en hier.

IT 252

Eerste hulp bij Fraudehelpdesk

Een nieuw initiatief om burgers en kleine bedrijven beter geholpen kunnen worden: De Fraudehelpdesk. Daar neemt een medewerker nauwkeurig op hoe iemand slachtoffer is geworden en begeleidt de gedupeerde vervolgens bij het melden van zijn zaak bij de juiste instantie. De helpdesk neemt zelf geen meldingen in behandeling, maar krijgt via de vragen en doorverwijzingen wel belangrijke informatie over de omvang van fraude en oplichting in Nederland. Die informatie geeft de helpdesk door aan het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Een overzicht van deelnemende partners > lees meer

IT 251

Europees aanbesteden: een paar vermijdbare valkuilen

Met dank aan Walter van Holst, Mitopics voor deze bijdrage.

In de publieke sector wordt wel eens van de ‘aanbestedingsproblematiek’ gesproken. Zo belastend worden de aanbestedingsregels soms ervaren door inkopers. In dit artikel een top drie van klassieke valkuilen die vermijdbaar zijn bij het Europees aanbesteden van ICT. Geen van alle zijn zuiver juridisch van aard, maar door de interactie met het aanbestedingsrecht resulteren ze vaak in juridische problemen.

Valkuil 1: Praten met marktpartijen is marktpartijen voortrekken
Valkuil 2: Disproportionele selectie- en gunningscriteria
Valkuil 3: Onevenwichtigheid in het aanbestedingsteam

Valkuil 1: Praten met marktpartijen is marktpartijen voortrekken

Het non-discriminatiebeginsel brengt met zich mee dat partijen die betrokken zijn bij de voorbereiding en de uitvoering van de aanbestedingsprocedure bij voorbaat uitgesloten dienen te worden. Onterecht wordt daar vaak de conclusie aan verbonden dat er in het geheel geen contact met de markt mag zijn. Dit is een bron van veel mislukte aanbestedingen omdat veel aanbestedingsbestekken als gevolg hiervan een volledig van de commerciële, technische en juridische werkelijkheid losgezongen programma van eisen bevatten, al dan niet gelardeerd met lacunes. Terwijl de soep niet zo heet wordt gegeten als ze wordt opgediend. Zolang marktpartijen niet daadwerkelijk betrokken worden bij het opstellen van (technische) specificaties, selectie- of gunningscriteria hoeft dat geen probleem te zijn. En zelfs bij een dergelijke betrokkenheid hoeft er niets aan de hand te zijn, zolang het maar aannemelijk gemaakt kan worden dat dit niet heeft geleid tot een ongelijk speelveld voor andere aanbieders. Over het algemeen kan met enkele eenvoudige spelregels veel leed voorkomen worden. Een voorbeeld is de regel dat alle informatie die in het kader van een marktconsultatie van marktpartijen verkregen wordt voor alle marktpartijen toegankelijk dient te zijn. Een andere is dat de betrokkenheid bij specificaties, selectie- en gunningscriteria in beginsel een hooguit toetsend karakter mag hebben en dat bij een verdergaande betrokkenheid er gedacht moet worden aan betaling voor de betrokkenheid en uitsluiting van de procedure.

Hoe dan ook, het is ten zeerste aan te bevelen om voorafgaand aan de formele aanvang van de aanbestedingsprocedure een grondige marktconsultatie uit te voeren. Want niets is zo pijnlijk als in het geheel geen inschrijving ontvangen is voor een aanbesteding. Of inschrijvingen met een veel hoger prijskaartje die desondanks niet aansluiten bij de interne behoeftes.
Voorbeeld: een grote gemeente vroeg twee jaar geleden om een financieel pakket onder een open source licentie waarvan al referentie-implementaties bij overheden bestonden. In de toenmalige marktomstandigheden was dat er nu eenmaal niet. Het marktsignaal wat men af had willen geven resulteerde in een mislukte aanbesteding. Veel verstandiger was het geweest om één van beide eisen als wens te classificeren.

Valkuil 2: Disproportionele selectie- en gunningscriteria

Vooral de selectiecriteria zijn nogal eens onderhevig aan een zeer besmettelijke, organisatiegrenzen overstijgende ziekte: hergebruik. Want het is zo aantrekkelijk, om een selectiecriterium her te gebruiken. Ze staan immers los van de inhoud van de opdracht en sluiten elkaar zelden uit. En in niet op winst gedreven context als die van de (semi-)publieke sector is vooral het vermijden van fouten minder belangrijk dan het behalen van eclatante successen. Risicomijdend gedrag zit dus in de genen van de organisatie en de last van nog een selectie-eis wordt niet zelf gevoeld. Een andere ziekte is het hebben van inkoopbeleid zonder speelruimte voor inkoopfunctionarissen bij de toepassing van dat beleid. Dat resulteert in een pakket van eisen waarin slechts een paar spelers in de markt aan kan voldoen en wel de grootste. En aangezien het aanbestedingsrecht vanuit de markt gehandhaafd wordt, wat niet altijd haalbaar is voor kleinere aanbieders, zal deze praktijk nog even blijven bestaan. Het zou brancheorganisaties als ICT~Office dan ook sieren als ze de belangen van hun kleinere leden eens via een kort geding zouden behartigen.

Voorbeeld: bij  een opdracht van enkele tonnen ten behoeve van een niet-kritisch organisatieproces wordt een omzeteis van zes miljoen euro per jaar in de afgelopen vijf jaar gevraagd. Gevolg: alleen grote leveranciers kunnen inschrijven terwijl het belang van de aanbestedende dienst bij de continuïteit van leverancier hier geen rationele grond voor oplevert.

Valkuil 3: Onevenwichtigheid in het aanbestedingsteam

Vaak is aan de inhoudsopgave van een aanbestedingsleidraad al te zien welke partij binnen een aanbestedende dienst het voortouw heeft genomen bij de procedure. Meestal is dat de ICT-afdeling, waardoor men overvoerd wordt met fraaie architectuurprincipes, of, minstens zo verkeerd, technische eisen die uit de inktkoker van een medewerker met een zeer technisch kloppend hart komen. Een andere, relatief weinig voorkomende, is de aanbestedingsleidraad waarin allerlei fascinerende eisen al als knock-out eis in de begrippendefinities opgenomen zijn en ook verder als een contract lezen. Heel vaak is het de inkoopafdeling, waardoor de leidraad uitblinkt in eisen aan de offerte en de beoordeling vooral op prijs plaatsvindt, maar verder vooral met een boodschappenlijstje van de ICT-afdeling aan de slag is gegaan. Heel zelden is de organisatiebehoefte echt goed in beeld. Wat nog wel eens gebeurt, is dat allerlei beleidsdoelen aan de markt worden overgelaten, met bijbehorende essayvragen: “Leverancier draagt zorg dat het beleid op het gebied van X naar behoren wordt uitgevoerd bij dienstverlening Y. Geef in maximaal twee pagina’s A4 uw visie op X in samenhang met uw dienst Y.”

In een ideale wereld zouden de ‘eigenaren’ van het te automatiseren organisatieproces (proceshouders) altijd onderdeel uitmaken van het team dat de aanbestedingsprocedure uitvoert. Waarbij de ICT-afdeling zorgdraagt voor het functioneel verwoorden van eisen en wensen van deze proceshouders en Inkoop en juridische zaken de aanbestedingsprocedure, risico- en prijsbeheersing voor hun rekening nemen. In de werkelijke wereld is het veelal wat de betrokken ICT’ers denken wat de betrokken organisatie-onderdelen nodig zouden moeten hebben, naar de markt vertaald door inkoopfunctionarissen die vooral een inkoopbesparing willen realiseren.

In dezelfde ideale wereld, en die is wel degelijk te realiseren, hebben inkopers een draaiboek voor aanbestedingen en hoeven alleen voor grensgevallen advies in te winnen bij juridische zaken. De inhoud van de overeenkomst is wel weer bij uitstek het terrein van juridische zaken. De inhoud van het bestek wordt bepaald door een door eerdergenoemde proceshouders geaccordeerde vertaling van de organisatiewensen in functionele eisen en wensen, waarvan de penvoering door de ICT-afdeling is gedaan. Deze is ook verantwoordelijk voor de exploitatiegerichte niet-functionele eisen op het gebied van o.a. (digitale) duurzaamheid, leveranciersonafhankelijkheid en beheersbaarheid van de oplossing.

Zolang dat niet lukt, zal er van aanbestedingsproblematiek gesproken blijven worden en zullen inkopers uit de private sector meewarig blijven hoofdschudden over het geweeklaag over Europees aanbesteden, want in de praktijk doen zij namelijk precies hetzelfde, maar zonder dat het als een dwangbuis wordt ervaren.

Wilt u ook een bijdrage leveren, stuurt deze hier in of meldt u uw idee aan bij de webredacteur middels hetzelfde webformulier.

IT 250

Consultatie inzake elektronische handtekening

Een erg hoge vlucht heeft de gekwalificeerde elektronische handtekening nooit genomen. Te duur en omslachtig. De Europese Commissie is nu een consultatieronde gestart inzake elektronische identificatie, authenticatie en handtekening, deadline 15 april. U vindt de questionnaire hier. "The results of this consultation will feed into the Commission's review of the existing eSignature Directive and the preparation of a planned initiative on the mutual recognition of electronic identification and authentication."

In het begeleidende persbericht zegt de Commissie:

"In order to tackle low levels of consumer and business confidence in online transactions, the European Commission is asking citizens and other interested parties how electronic signatures and electronic identification (eID) and authentication can help the development of the European Digital Single Market. Currently, difficulties in verifying people's identities and signatures are a significant factor holding back the development of the EU's online economy. Electronic signatures and electronic identification (eID) and authentication can be an important tool to enable both users and providers to rely on secure, trustworthy and easy-to-use online services but must work in all Member States to be effective. The results of this consultation will feed into the Commission's review of the existing eSignature Directive and the preparation of a planned initiative on the mutual recognition of electronic identification and authentication. Boosting e-commerce, e-business, and making it easier to undertake administrative procedures online in the Single Market are important aspects of the Digital Agenda for Europe. The online consultation runs until 15 April 2011."

Zie de website van de Europese Commisie over de digitale agenda hier.

IT 249

Afwijzing bescherming onder Wbp

Rechtbank Alkmaar 4 november 2011, LJN: BP5613 (publicatie 24 februari 2011); soortgelijke zaak tegen ABN Amro (LJN: BP5621)

Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) - afwijzing verzoek tot verwijdering persoonsgegevens uit incidentenregister en IVR. Uitgangspunt Protocol incidentenwaarschuwingssysteem financiële instellingen. Belang ING prevaleert, nu de benadeling vaststaat en de verwijzingsgegevens uitsluitend bestemd zijn voor de eigen organisatie van ING. [Verzoeker] kan nog terecht bij andere financiële instellingen.

3.1 Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is gebleken dat ING de persoonsgegevens van Verzoeker uitsluitend heeft opgenomen in het Intern Verwijzingsregister (IVR/IVA) en niet in het Extern Verwijzingsregister (EVR/EVA), zodat de rechtbank dient te beoordelen of deze melding in het IVR terecht door ING wordt gehandhaafd.

3.2 Op de verwerking van persoonsgegevens is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) van toepassing. Op grond van artikel 8 sub f Wbp dient bij het verwerken van persoonsgegevens een afweging te worden gemaakt tussen het gerechtvaardigde belang van - in casu - ING om de gegevens te verwerken en het belang en de fundamentele rechten en vrijheden van Verzoeker. ING heeft bij haar besluit de voorwaarden van het Protocol in acht genomen. Blijkens de preambule van het Protocol is het Protocol een toelichting op de aanmelding van het incidentenregister bij het College bescherming Persooonsgegevens. De doelstelling van het incidentenregister is het ondersteunen van activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector. De rechtbank is met ING van oordeel dat het Protocol kan worden beschouwd als een regeling die voldoende waarborgen biedt voor een rechtmatige verwerking van persoonsgegevens zoals de Wbp die voorschrijft, zodat het Protocol als uitgangspunt zal gelden bij de beoordeling van het onderhavige geschil.
(...)

3.6 De rechtbank is van oordeel dat bij de afweging tussen het gerechtvaardigde belang van ING om een bedreiging voor de integriteit van haar organisatie af te wenden en het recht op bescherming van de belangen van Verzoeker, het belang van ING dient te prevaleren. Vaststaat immers dat ING is benadeeld door handelingen die zijn verricht met gebruikmaking van de bankrekening en bankpas van Verzoeker. Daarbij kan in het midden worden gelaten wat het aandeel van Verzoeker daarin is geweest. Bij voormelde afweging laat de rechtbank tevens meewegen dat de persoonsgegevens van Verzoeker niet zijn opgenomen in het EVR, maar slechts in het IVR, zodat de verwijzingsgegevens uitsluitend bestemd zijn voor (de eigen organisatie van) ING. Het staat Verzoeker nog altijd vrij om bij andere financiële instellingen zaken te doen. Bovendien heeft ING desgevraagd laten weten dat zij in beginsel de maximale termijn van acht jaar hanteert voordat de gegevens uit het IVR worden verwijderd, maar dat de mogelijkheid bestaat om deze termijn te verkorten nadat daartoe een schriftelijk verzoek is ingediend.

Rechtbank wijst het verzoek af, zie hier en hier (pdf)

IT 248

Centralisatie KvK-systemen nadert voltooiing

Bericht van computable: hier

introductie: De Kamer van Koophandel (KvK) staat op het punt om de centralisatie van zijn ict af te ronden. Dit grote ict-project werd vijf jaar geleden gestart en kostte in totaal 56 miljoen euro. Binnen het project vielen centralisatie van de ict van de dertien KvK's, het opzetten van één shared services center, de invoering van een nieuwe werkplek, vernieuwing van het crm-systeem en de financiële omgeving en het opzetten van een nieuw Handelsregistersysteem.

IT 247

Een reclamezuil als oplaadpunt voor elektrisch vervoer

Op het Kerkplein in Den Haag staat een reclamezuil van JCDecaux die door ENECO ook wordt ingezet als oplaadpunt voor elektrisch vervoer. Mensen met een OV-chipkaart kunnen hiermee (voorlopig) gratis hun elektrische vervoersmiddel opladen. Na Den Haag krijgen Utrecht, Haarlem en Nijmegen ook dergelijke oplaadzuilen.

Gezien de talloze berichten over gehackte OV-chipkaart (vooral in kort nieuws, links van dit artikel), wordt je hier ook aan een klassiek arrest herinnerd; HR 23 mei 1921, NJ 1921, 564 (elektriciteitsarrest). Het kan dus een fraudegevoelig project worden, gekoppeld aan privacy issues, of oneerlijke concurrentie (elektrische taxi's die ten nadele van concullegae oplaadzuilen bezet houden). Tal van beperkende voorwaarden voor de afname zullen op enigerlei wijze worden vastgelegd; bepaalde hoeveelheid KwH per OV-chipkaart; aantal oplaadbeurten per week, etc..

Wie heeft de hand weten te leggen op de (beperkende) voorwaarden en de privacy-verklaring voor deze service?
Kunt u dat, voorzien van enig commentaar, insturen alstublieft, klik hier. (redactie heeft de deze juridische documenten opgevraagd).

Fotobron: AdFormatie
<!-- AddThis Button BEGIN --><div class="addthis_toolbox addthis_default_style"><a href="https://www.addthis.com/bookmark.php?v=250&username=xa-4cc58b813d6ef585" class="addthis_button_compact">SHARE</a><span class="addthis_separator">|</span> <a class="addthis_button_preferred_1"></a><a class="addthis_button_preferred_2"></a> <a class="addthis_button_preferred_3"></a><a class="addthis_button_preferred_4"></a> </div> <script type="text/javascript" src="https://s7.addthis.com/js/250/addthis_widget.js#username=xa-4cc58b813d6ef585"></script><!-- AddThis Button END -->

IT 246

Prejudiciele vragen HvJ EU over toelaatbaarheid doorverkoop &ldquo;gebruikte&rdquo; licenties

Bundesgerichthof 3 februari 2011, I ZR 129/08 (UsedSoft).

Auteursrecht op software. Overdraagbaarheid licentie. Uitputtingsleer.

Het Duitse BGH heeft het Europese Hof van Justitie vragen gesteld over de interpretatie van de Softwarerichtlijn 2009/24/EG ten aanzien van de toelaatbaarheid van de doorverkoop van downloadbare “gebruikte” licenties op business software. In Nederland is onlangs nog over een vergelijkbare kwestie geoordeeld door de Rechtbank Dordrecht 11 augustus 2011, LJN: BN3863, 78465 / HA ZA 08-2747. Eerder ook uitgebreid besproken en becommentarieerd op deze site en wel bij IT 40, IT 99, IT 148 en last but certainly not least IT 206).

UsedSoft verhandelt gebruikte licenties van Oracle. In de voorwaarden van Oracle – zoals in bijna alle licenties – staat dat de licentie niet overdraagbaar is. Oracle beroept zich op deze voorwaarden en op haar auteursrecht. Waar het om draait is of, en zo ja, onder wat voor omstandigheden, de verkrijger van de tweedehands licentie als rechtmatig verkrijger kan worden geacht in de zin van artikel 5 lid 1 van de Softwarerichtlijn. Interessant is dat het in deze zaak niet gaat om voorgeïnstalleerde software, maar software die door de klanten van UsedSoft zelf wordt gedownload van de site van Oracle.

Lees het volledige persbericht van het BGH hier en hier(pdf); 
extra service: vertaald naar het Engels(pdf) en naar het Nederlands(pdf)

Door Laurens Ramondt en Rutger Alsbach, legal counsels Capgemini Nederland
<!-- AddThis Button BEGIN --><div class="addthis_toolbox addthis_default_style"><a href="https://www.addthis.com/bookmark.php?v=250&username=xa-4cc58b813d6ef585" class="addthis_button_compact">SHARE</a><span class="addthis_separator">|</span> <a class="addthis_button_preferred_1"></a><a class="addthis_button_preferred_2"></a> <a class="addthis_button_preferred_3"></a><a class="addthis_button_preferred_4"></a> </div> <script type="text/javascript" src="https://s7.addthis.com/js/250/addthis_widget.js#username=xa-4cc58b813d6ef585"></script><!-- AddThis Button END -->

IT 245

Nominaties Big Brother Award...

De prijs voor de grofste privacyschender maken kans op de Big Brother Award. Jaarlijks neemt burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom (BOF) dit initiatitief om privacyschendingen onder de aandacht te brengen. Op 9 maart worden, tijdens een awardsgala in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam de winnaars "publiekelijk" gemaakt. Vanaf vandaag  kan iedereen stemmen voor de Publieksprijs.

De genomineerden in categorie overheid, bedrijfsleven, personen en voorstellen zijn...

OVERHEID
De Belastingdienst vanwege de plicht voor ZZP´ers hun Burger Service Nummer te publiceren. De Nederlandse Zorgautoriteit vanwege de plicht voor psychiaters om op declaraties diagnostische gegevens te melden. Het Openbaar Ministerie omdat zij met sleepnetacties wil achterhalen wie bepaalde nieuwsartikelen heeft gelezen. En het ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de huiscontroles door pandbrigades en de komende uitbreiding van die praktijk, waarbij alle uitkeringsgerechtigden worden verplicht huiscontroles te ondergaan.

BEDRIJVEN 
ABN AMRO voor het inzetten en verstoppen van spyware, zelfs nadat de bank eerder door een onderzoeksbureau op de vingers werd getikt. TNO vanwege het ontwikkelen en testen van ‘Hostile Intent Technology’ om ‘verdacht’ gedrag met camera’s op te sporen aan de hand van een zeer breed scala aan verdachte gedragingen, zoals het dragen van een dikke jas. En Trans Link Systems en OV-bedrijven vanwege het doorzetten van de OV-chipkaart, ondanks de vele constateringen dat de kaart onherstelbaar kapot is.

PERSONEN
De Facebook-gebruikers vanwege het schenden van privacy van hun eigen vrienden. Minister van Justitie Ivo Opstelten vanwege het voorstel om gescande kentekens vier weken te bewaren. En tot slot de Haarlemse wethouder Rob van Doorn voor het verplicht aan- en afmelden van parkerend bezoek.

VOORSTELLEN
onderzoek naar de inzet van Deep Packet Inspection, een permanente internettap op het verkeer van alle Nederlandse internetters. En SLIM Prijzen vanwege het registreren van ritgegevens van automobilisten: het rekeningrijden in een nieuw jasje.

Meer weten? klik hier