Internetconsultatie Kaderwet zbo´s Cbp
Aanpassing van enige wetten op het terrein van het Ministerie van V&J aan Kaderwet zbo's
Met het wetsvoorstel wordt beoogd de volgende zelfstandige bestuursorganen onder de werking van de Kaderwet te brengen:
1. College bescherming persoonsgegevens; wet
2. College van toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten; wet
3. Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting en
4. Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.
Toelichting Artikel I van het wetsvoorstel
Het Cbp zal als zelfstandig bestuursorgaan onder de werking van de Kaderwet komen te vallen. In het wetsvoorstel wordt echter rekening gehouden met de onafhankelijke positie van het Cbp (artikel 52, tweede lid, van de Wbp). Waar nodig worden in de Wet bescherming persoonsgegevens voorzieningen getroffen die de onafhankelijkheid van het door het Cbp uit te oefenen toezicht (blijven) waarborgen. Zo blijven op de rechtspositie van de leden van het Cbp de in artikel 54 van de Wbp genoemde bepalingen van de Wet rechtspositie rechterlijke
ambtenaren van toepassing.
In Hoofdstuk 4 van de Kaderwet zijn regels opgenomen betreffende het financieel toezicht van een zelfstandig bestuursorgaan. Alleen de regels die daarop aanvullend zijn, worden opgenomen in de bijzondere wet.
Uit artikel 28, eerste lid, van richtlijn nr. 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PbEG L 281) vloeit voort dat het Cbp strikt onafhankelijk dient te zijn (zie hierover ook onder de onderdelen I en J). De onafhankelijke positie van het Cbp
komt onder meer tot uiting in de regeling van benoeming, schorsing en ontslag voor de leden van het Cbp, die is neergelegd in de artikelen 53 en 54 van de Wbp. Vanwege de onafhankelijkheid van het Cbp dient de huidige regeling gehandhaafd te blijven. Om die reden wordt artikel 12 van de Kaderwet niet van toepassing verklaard op schorsing en ontslag van de leden van het Cbp.[red. enkele bepalingen worden overbodig]
Om de uitvoering van de algemene taakopdracht aan het Cbp mogelijk te maken zijn aan het Cbp verschillende bevoegdheden toegekend. Het Cbp is bevoegd tot het verlenen van ontheffingen van het verbod op het verwerken van bijzondere persoonsgegevens (artikel 23, eerste lid, onder f, van de Wbp), het verlenen van goedkeuring aan gedragscodes (artikel 25 van de Wbp) en het geven van een oordeel na een voorafgaand onderzoek (artikel 32 van de Wbp). Het Cbp is ook bevoegd tot het uitoefenen van bevoegdheden in het kader van het toezicht op de naleving (artikelen 60 en 61 van de Wbp). Daarnaast is het Cbp bevoegd om een last onder bestuursdwang of een bestuurlijke boete op te leggen (artikelen 65 en 66 van de Wbp).
Uw reactie insturen vóór 15 januari 2012: hier.