IT 4673
15 november 2024
Uitspraak

Autobedrijf moet passendheid e-mailbeveiliging aantonen na frauduleuze betaalinstructie door hacking

 
IT 4672
14 november 2024
Uitspraak

Geen inbreuk op persuitgeversrecht, auteursrecht en databankenrecht met nieuws-signaleringen

 
IT 4670
14 november 2024
Uitspraak

Uitingsvrijheid hoeft niet te worden beperkt ten behoeve van privacybescherming

 
IT 423

Pakbonnen en verzendlijsten

kantonrechter Rechtbank Utrecht 22 juni 2011, LJN BQ9789 (Direct Pay Services tegen gedaagde)

E-Commerce, koop op afstand. Verkoper kan geen bewijs leveren door pakbonnen en verzendlijsten in te brengen. Proceskosten nihil.

2.6.  [gedaagde] is consument. Van belang is dat de overeenkomst tot stand is gekomen via telefonische verkoop en is te kwalificeren als een overeenkomst op afstand. Hierdoor is het regime van de artikelen 7:46a tot en met 7:46j BW van toepassing. Voor een dergelijke overeenkomst geldt dat de verkoper 30 dagen na de bestelling door de klant het product aan de klant dient te leveren. Doet hij dit niet, dan treedt verzuim aan de zijde van de verkoper op (artikel 7:46f BW). [gedaagde] heeft betwist enig pakket van Beyond Beauty te hebben ontvangen. Het ligt op de weg van Direct Pay te bewijzen dat [gedaagde] de pakketten heeft ontvangen. Ter onderbouwing van haar stelling heeft Direct Pay aangeboden de pakbonnen en verzendlijsten van de diverse pakketten in het geding te brengen. De kantonrechter overweegt dat deze bewijsmiddelen niet kunnen leiden tot de conclusie dat [gedaagde] de pakketten daadwerkelijk heeft ontvangen, maar slechts kunnen bijdragen aan het bewijs dat deze zijn verzonden.

 

Direct Pay heeft geen concrete feiten en omstandigheden gesteld die, indien bewezen, tot het oordeel kunnen leiden dat [gedaagde] de pakketten heeft ontvangen, zodat de kantonrechter om deze reden het bewijsaanbod van Direct Pay zal passeren. Daarmee is niet komen vast te staan dat [gedaagde] de gestelde pakketten heeft ontvangen. Op grond van het voorgaande is Beyond Beauty tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en is zij bovendien zonder voorafgaande ingebrekestelling in verzuim, zodat [gedaagde] het recht toekomt de overeenkomst te ontbinden. De kantonrechter is van oordeel dat uit het e-mailbericht van 14 september 2010 voldoende blijkt dat [gedaagde] de overeenkomst met Beyond Beauty heeft willen ontbinden. Ontbinding brengt met zich dat partijen worden bevrijd van de op hen rustende verplichtingen en tevens verplicht zijn de reeds verrichte prestaties ongedaan te maken. Nu niet is komen vast te staan dat Beyond Beauty aan enige verplichting tot levering heeft voldaan is [gedaagde] ook niet gehouden tot enige vergoeding. De vordering van Direct Pay dient te worden afgewezen.

2.7.  Nu de hoofdsom wordt afgewezen, worden ook de nevenvorderingen afgewezen.

2.8.  Direct Pay wordt als in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

IT 422

Spoedige instelling Ksa

Brief regering verschillende aspecten van het kansspelbeleid, Kamerstukken II 2010/11, 24 557, nr. 127.

In citaten Consumentenbescherming Daarnaast verplicht het wetsvoorstel de vergunninghouders te zorgen voor een evenwichtig beleid op het gebied van werving en reclame. Het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid hierover nadere regels – bij Amvb - te stellen. Tijdens de tweede termijn van het algemeen overleg heb ik de kamer toegezegd hiertoe over te gaan; een nadere uitwerking vindt op dit moment plaats. De Ksa [ red. Kansspelautoriteit] zal gaan toezien op de naleving van deze regels en kan bij overtreding daarvan zonodig sancties opleggen. Op dit moment zijn de regels over werving en reclame vervat in de Gedrags- en reclamecode kansspelen. Daarbij is sprake van zelfregulering door vergunninghouders, terwijl de Reclame Code Commissie toeziet op de naleving. De RCC heeft echter weinig mogelijkheden om sancties op te leggen.

Handhavingsmogelijkheden bij kansspelen via internet

Bij de bestrijding van het illegale aanbod sta ik de volgende meervoudige aanpak voor. Spelers zullen door een aantrekkelijk aanbod en goede voorlichting worden verleid te spelen op legale sites in plaats van illegale. Hoe minder markt er is voor illegale aanbieders, des te oninteressanter het is voor deze aanbieders. Bij de aanpak van illegaal kansspelaanbod zal een beroep worden gedaan op organisaties die een faciliterende rol vervullen bij het aanbieden van illegale kansspelen, zoals financiële instellingen/dienstverleners, internet hosting providers en internet service providers. Aan de Nederlandse Vereniging van Banken zal een zwarte lijst met illegale kansspelaanbieders worden verstrekt met het verzoek deze lijst te verspreiden onder haar leden. Artikel 1, onder b, van de Wok houdt namelijk een verbod in om de deelneming aan niet-vergunde kansspelen te bevorderen. Het wetsvoorstel tot instelling van de Ksa biedt vervolgens mogelijkheden (voor de Ksa) om sancties op te leggen aan degenen die dit verbod overtreden. Ook zal de Ksa nauwlettend toezien op de naleving van het verbod op reclame voor illegale websites en gokgelegenheden in het algemeen. Voor de illegale aanbieder moet het een riskante onderneming worden om illegaal aanbod te richten op de Nederlandse markt. Met het Centraal Justitieel Incassobureau worden daarom de mogelijkheden onderzocht om dwangsommen en bestuurlijke boetes, die aan in het buitenland gevestigde illegale aanbieders zijn opgelegd, te innen. Tenslotte volg ik de Europese ontwikkelingen rond kansspelen via internet op de voet en nemen vertegenwoordigers van mijn ministerie actief deel aan de discussies die daar spelen, ook op het gebied van de handhaving. Tevens worden diverse Europese landen bezocht waar al enige ervaring met het weren van illegale sites is opgedaan om waar mogelijk best practises over te nemen.

Spoedige instelling Ksa
· Ook bevat het wetsvoorstel de grondslag voor het stellen van regels voor het maken van reclame en voor de handhaving van die regels door de kansspelautoriteit.

IT 421

Zomerse bijeenkomsten

Jurisprudentiebijeenkomst Merken- en Modelrecht

Donderdag 30 juni 2011 15:00 - 18:30, 
3 PO-punten, bijeenkomst te Leiden

Tijdens deze bijeenkomst zullen  Joris van Manen (Hoyng Monegier LLP) , Paul Reeskamp (Klos Morel Vos & Schaap) en Christien Wildeman (Kennedy Van der Laan) belangrijke en actuele jurisprudentie de revue laten passeren, waarbij zowel merkenrecht, als modelrecht als procesrechtelijke aspecten aan bod komen. In slechts 3 uur bent u volledig op de hoogte over de actuele ontwikkelingen in de rechtspraak. Laatste plaatsen nog beschikbaar hier.

Open Source Licentie-compliance 

Dinsdag 12 juli 13:30 - 17:30, 
3 PO-punten (Regeling vakbekwaamheid), workshop te Utrecht

GPL-enforcer Armijn Hemel en ICTRecht een middagworkshop over de belangrijkste knelpunten zijn en hoe u daarmee omgaat.

In deze middagworkshop leert u wat de belangrijkste knelpunten zijn en hoe u daarmee omgaat. Welke eisen stellen licenties als de GPL en hoe worden deze in de praktijk nageleefd? Middels een interactieve demo laat Armijn u zien hoe schendingen van de GPL worden opgespoord. Voor advocaten en bedrijfsjuristen. Meer hier (later) hier en op ITenRecht.nl.

Aanmelden is nog mogelijk (tot 2 dagen vóór bijeenkomst): info(a)ICTRecht.nl

Managing patent conflicts 2011

Woensdag 31 Augustus - vrijdag 2 september 2011
Een interactieve workshop over beheer van octrooiconflictsituaties die voornamelijk voorkomen in't MKB. Industrial Property Office, Praag, Tjechië

Dit is een unieke kans om beheer van octrooiconflicten in het MKB te begrijpen. Octrooiprofessionals en ervaren praktijkbeoefenaars uit de industrie presenteren methodes, 'best practices' en nuttige inzichten. Onder begeleiding van trainers zullen deelnemers fictieve zaken oplossen in praktijkgerichte groepsoefeningen. Het programma omvat R&D project management, een mock-up trial en simulatie van licentieonderhandelingen.

Over het programma en online reservering: hier (Ref.: OC02-2011)
Contact: academy@epo.org
Georganiseerd door European Patent Academy in samenwerking met IPO Tjechië en Licensing Executive Society (LES)

Leiden Revisited 2011

Donderdag 29 september 14:30 - 19:00, 
2 PO-punten (in aanvraag) netwerkbijeenkomst te Leiden

Sinds 2006 organiseren de Vrienden van de Juridische Faculteit te Leiden (VVJF), in samenwerking met het Juridisch PAO van de Universiteit Leiden, "Leiden Revisited: een middag terug in de collegebanken. Keuze voor de sessie Intellectuele eigendom:

1- “Gebruik van merken als Google Adwords (nav Tempur, eBay en Interflora)” (30 minuten). Spreker: Mw. mr. Adonna Alkema, advocaat te Amsterdam bij HofhuisAlkema en Leids IE Alumna.
2- "De volledige proceskostenveroordeling in IE-zaken" (30 minuten). Spreker: Mw. mr. Charlotte Vrendenbarg, promovenda IE-procesrecht Universiteit Leiden en Leids IE Alumna.
3- "Eva Maria Painer en andere recente IE ontwikkelingen" (30 minuten). Spreker: Prof.mr. Dirk Visser, hoogleraar IE in Leiden, advocaat bij Klos Morel Vos & Schaap te Amsterdam en Leids IE Alumnus.

Aanmelden en meer lezen via deze link.

IT 420

Personalia Wisemen | Clifford Chance

WiseMen Advocaten breidt zijn team uit

WiseMen Advocaten in Den haag heeft al in mei zijn team uitgebreid met Mark Krul. Hij is sinds 1999 advocaat en specialist op het gebied van IT-recht en Intellectuele Eigendom. Eerder was Krul werkzaam bij Kneppelhout & Korthals en GMW Advocaten. "De wens werkzaam te zijn op een écht nichekantoor deed hem besluiten de overstap te maken naar WiseMen."WiseMen is een op IT-recht en Intellectuele Eigendomsrecht gericht nichekantoor voor ondernemers in de IT- en creatieve sector.

Clifford Chance benoemt Line Poliquin tot counsel.

Line Poliquin is werkzaam binnen de praktijkgroep Corporate en maakt deel uit van de wereldwijde TMT groep. Line is gespecialiseerd in M&A, outsourcing en joint ventures, met name in de TMT sector.

IT 419

Vrijheidsbeeld op het Rode Plein

L. de Gier en J. Kuhlmann, ‘Vrijheidsbeeld op het Rode Plein’, in Automatiseringsgids 11 februari 2011, p. 12-13.

I-Stock / edited by Automatisering Gids, february 2011Met dank aan Louise de Gier en Joost Kuhlmann, De Gier | Stam & Advocaten.

Een BP-logo verandert in een lekkend olievat, het Vrijheidsbeeld op het Rode Plein, het kenteken van een auto onthult direct of de eigenaar lid is van een criminele organisatie. Dat is allemaal mogelijk met augmented-realitytoepassingen. Maar wat zijn de juridische gevolgen van AR?
 
Iedereen herinnert zich de rel die de zogenaamde Bavaria-babes bij het laatste wereldkampioenschap voetbal veroorzaakten. Hoofdsponsor Budweiser van de FIFA kon weer rustig ademhalen nadat de dames het stadion waren uitgezet. Maar wat als de dames en de Bavaria-jurkjes virtueel weer tevoorschijn zouden komen, als men simpelweg een telefoon met camera op de tribune had gericht? Met een augmentedrealitytoepassing (‘AR’) en een smartphone met camera is een dergelijke situatie niet ondenkbaar. AR voegt virtuele informatie toe aan de werkelijkheid. Dergelijke toepassingen hebben grote invloed op de rechten van personen en hebben vele juridische consequenties.
 
Louise de Gier en Joost Kuhlmann bespreken, in een artikel dat werd gepubliceerd in de Automatiseringsgids, onder meer het merkenrecht, het auteursrecht, het privacy- en het internationaal privaatrecht, lees verder hier.

IT 418

Personalia Voorzitter NMa

Persbericht

Chris Fonteijn wordt per 1 juli 2011 benoemd als voorzitter van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Dat heeft de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie meegedeeld in de ministerraad. De NMa ziet er onder meer op toe dat bedrijven op de vrije markt met elkaar concurreren, en bijvoorbeeld geen afspraken met elkaar maken over prijzen die schadelijk zijn voor consumenten.

Het kabinet besloot eerder dit jaar dat de NMa, de Onafhankelijke Post- en Telecommunicatieautoriteit (OPTA) en de Consumentenautoriteit (CA) met elkaar gaan fuseren. Het is de bedoeling dat Fonteijn bestuursvoorzitter wordt van de nieuwe toezichthouder zodra die fusie een feit is.

Chris Fonteijn (1955) is een jurist met een lange carrière in de advocatuur, waarbij hij zich specialiseerde in energie- en ondernemingsrecht. Hij is sinds 2005 collegevoorzitter van de OPTA. Zijn ervaring bij de OPTA en de kennis die hij zal opdoen als bestuursvoorzitter van de NMa maken hem bij uitstek geschikt om het beste uit de fusie-organisaties te verenigen.

Fonteijn blijft aan het hoofd staan van de OPTA. Hij zal wel een deel van zijn taken overdragen aan de plaatsvervangend voorzitter.

IT 417

Personalia De Gier | Stam

persbericht & IT-advocaat Joost Kuhlmann

Na enige tijd bij De Gier | Stam & Advocaten als paralegal te hebben gewerkt, is Joost Kuhlmann recentelijk bij ons als advocaat in dienst getreden. Joost is niet alleen meester in de rechten, hij is ook afgestudeerd IT-er. Joost ruilt zijn carrière als freelance programmeur en websitebouwer in voor een loopbaan in een toga. Zijn IT-kennis zal hij blijven inzetten, want bij DGS zal hij zich als advocaat toeleggen op het IT-recht. Winnaar internetscriptieprijs 2010.

Meer weten, klik link.

IT 416

Conclusie Diefstal virtueel goed

HR 28 juni 2011, LJN BQ9251 concl. A-G. Hofstee  (Runescape diefstal virtuele goederen)

Eigendomsrechtvraagstuk inzake virtuele 'goederen', literatuurtip: P. Kleve, Juridische iconen van het informatietijdperk, Deventer: Kluwer 2004.

Rechtspraak.nl Conclusie A-G over de vraag of virtuele voorwerpen kunnen worden aangemerkt als een ‘goed’ dat voor diefstal in de zin van art. 310 Sr vatbaar is. Verdachte en medeverdachte nemen slachtoffer mee naar woning medeverdachte en dwingen het slachtoffer na het toepassen van geweld en het bedreigen met geweld zich aan te melden op zijn account in het online-spel RuneScape. Vervolgens hevelen de verdachten een virtueel masker en een virtuele amulet van het slachtoffer over naar hun eigen account. Dit virtueel masker en virtuele amulet kunnen, in het licht van een redelijke wetsuitleg en in het licht van de jurisprudentie van de Hoge Raad, worden begrepen als goederen die voor diefstal vatbaar zijn, nu deze virtuele voorwerpen i) een economische waarde vertegenwoordigen (zowel binnen als buiten het spel), ii) zelfstandig bestaan, iii) overdraagbaar zijn en iv) individualiseerbaar zijn.

29. Bij wijze van intermezzo past hier een korte beschouwing over de interessante wetenschappelijke discussie die aan dat arrest was voorafgegaan en waarvan het strafrechtelijk goedbegrip en de diverse vormen van computercriminaliteit het thema vormden. Het debat ontstond naar aanleiding van het arrest van Hof Arnhem 27 oktober 1983, LJN AC8160, NJ 1984, 80.(50) De verdachte was een systeemanalist-programmeur en had net vóór beëindiging van zijn dienstbetrekking bij een softwarebedrijf onbevoegd op een disc-pack een kopie gemaakt van een softwarepakket. Is deze handeling - het (onbevoegd) kopiëren - als toe-eigening van 'enig goed' in de zin van art. 321 Sr aan te merken? Anders dan de Rechtbank in eerste aanleg, beantwoordde het Hof deze rechtsvraag bevestigend, kort gezegd onder aanhaling van een (aantal van) de door de Hoge Raad in het Elektriciteitsarrest geformuleerde criteria. Vervolgens kwam de vraag op of het Hof hier niet het Elektriciteitsarrest analogisch had toegepast en hoe zijn oordeel zich verhield met de auteursrechtelijke bescherming van computer software (51). [red. accentuering]

Duitsland 41 (...) Het lijkt uitgesloten dat de reikwijdte van § 242 StGB 'diefstal' van een virtueel goed bestrijkt. Deze bepaling ziet immers op fysieke voorwerpen, en een virtueel object is nu eenmaal 'niet-tastbaar'. Bovendien kan naar Duits recht digitale informatie niet worden 'gestolen'.

42. Ligt vervolging ter zake van het bepaalde in § 303a StGB meer voor de hand? Naar berichtgeving van de Augsburger Allgemeine van 17 mei 2011 heeft het Amtsgericht Augsburg de verdachte op grond van deze strafbepaling veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren en een schadevergoeding van € 1000,-. De verdachte had, volgens dit krantenbericht, eerst de wachtwoorden van twee andere deelnemers afgetroggeld en vervolgens de virtuele kleding van hun figuren zich toegeëigend.(84) Omdat het delict van Diebstahl een beweglichen Sache voor ontvreemding vereist, werd de verdachte voor unbefugter Datenveränderung veroordeeld.
51. Het zijn in deze tijdgeest vooral de technologische ontwikkelingen in het betalingsverkeer, de informatietechniek en de communicatiemiddelen die maken dat de rechtspraktijk steeds opnieuw wordt uitgedaagd antwoord te geven op de vraag wat onder 'goed' is te verstaan. In dat opzicht kleurt de materiële invulling van het begrip 'goed' nog altijd bij. Het criterium van de 'redelijke wetsuitleg' maakt mogelijk om een klassieke strafbepaling als diefstal binnen de rechtsontwikkeling functioneel te modelleren naar die ontwikkelingen en de inzichten van de huidige tijd. Daartegen kan, meen ik, redelijkerwijs geen bezwaar bestaan. Ook een historisch pand kan met behoud van de eigen statuur zich heel goed lenen voor een moderne(re) inrichting.
52. Ik kom tot de slotsom dat in de onderhavige zaak zowel het virtueel masker als de virtuele amulet een 'goed' is in de zin van art. 310 Sr, nu (i) de wetsgeschiedenis zich tegen een dergelijke uitleg niet verzet en (ii) aan de hier door de Hoge Raad gestelde criteria is voldaan. Daarbij neem ik (iii) in aanmerking dat deze uitleg van het begrip 'goed' binnen de grens van de toelaatbare interpretatie blijft, mede de rechtspraak van het EHRM op dit punt in ogenschouw genomen.

 

50 Zie ook: Computerrecht 1984 m.nt. Smits. De Hoge Raad heeft over de rechtsvraag niet kunnen oordelen; van een cassatieberoep (in het belang der wet) is het niet gekomen.
51 Zie: NLR, a.w., aant. 4 op art. 310 Sr; H.W.K. Kaspersen en N. Keijzer, (bundel) Computermisdaad en strafrecht; en Groenhuijsen en Wiemans, a.w., p. 81 e.v. Zie ook (al eerder): D.W.F. Verkade, Bescherming van computerprogrammatuur, 1985, p. 102.

 

Lees meer: P.Kleve, Juridische Iconen in het informatietijdperk, Deventer: Kluwer 2008, p. 103 e.v.

IT 415

Opt in voor KvK?

Antwoord Kamervragen Verhoeven over omgang van de Kamer van Koophandel (KvK) met persoonsgegevens Aanhangsel Handelingen II 2010/11, nr. 2951.

Verkoop van contactgegevens door KvK zorgt voor ongevraagde reclamezendingen. De minister antwoord dat men kan opteren voor Non Mailing. Van de nieuwe inschrijvingen kiest 40% daar ook voor. Rond de zomer verwacht de Minister "een meer principiële afweging [te] maken in de openbaarheid, beschikbaarheid en het mogen gebruiken van de gegevens in het handelsregister."

3 Bent u bekend met het feit dat deze verkoop van contactgegevens leidt tot veel ongevraagde reclamezendingen.

Antwoord Iedere onderneming of rechtspersoon die is ingeschreven in het handelsregister kan bij de KvK opteren voor de zogeheten Non Mailing Indicator (NMI). De NMI houdt in dat het de directe of indirecte afnemer van adresgegevens (in bulk) niet is toegestaan reclame-uitingen (per post) toe te zenden aan de betreffende onderneming of rechtspersoon. Bij evidente aanwijzingen dat ongewenste mailing zijn oorsprong vindt in door de KvK verstrekte adressen bestaat de mogelijkheid via klachtenprocedure de KvK daarop opmerkzaam te maken. De KvK beziet vervolgens of binnen de gegeven wettelijke kaders overgegaan kan worden tot het staken van de levering. Voor mailings die langs elektronische weg worden toegezonden, geldt op grond van de Telecomwet het beginsel van opting in.De KvK wijzen sinds medio 2009 bij iedere nieuwe inschrijving op de NMI; inmiddels kiest bij nieuwe inschrijvingen 40% van betrokkenen voor de NMI. Ook reeds bestaande inschrijvingen zijn enkele malen door middel van de Kamerkrant erop geattendeerd. Het is dus aan ingeschrevenen zelf of zij reclame-uitingen (per post) wensen te ontvangen die gebaseerd zijn op levering van adresgegevens door de KvK. Dit sluit uiteraard niet uit dat er ook andere wegen zijn om adressen van ondernemingen of andere organisaties te weten te komen. Correcte naleving van de NMI vormt dus geen absolute garantie tegen het ongewenst ontvangen van reclamezendingen.

4 Wat vindt u van het idee om over te schakelen op opt-out in plaats van opt-in, dat wil zeggen de ‘non mailing indicator’ standaard uitzetten in plaats van standaard op aan? 
5. Denkt u ook dat dit veel meer zou passen voor een publieke organisatie?

Antwoord 4 en 5 De Non Mailing Indicator is in de huidige vorm gebaseerd op het opting out beginsel. Ik begrijp deze vragen daarom aldus dat wordt voorgesteld, in plaats van opting out, over te schakelen op opting in. In de beantwoording van bovengenoemde eerdere vragen (in het bijzonder vraag 5 daarvan) is ingegaan op de overwegingen om het stelsel van opting out te behouden. Ik merk daarbij op dat het gebruik van door de KvK geleverde adresgegevens voor het toezenden van commerciële mailings niet los kan worden gezien van andere toepassingen van dat adressenmateriaal. Ik doel daarbij op andere commerciële toepassingen zoals opname in elektronische telefoonboeken, en op gebruik uit hoofde van de rechtszekerheidsfunctie van het handelsregister. Daarom wil ik op korte termijn een meer principiële afweging maken in de openbaarheid, beschikbaarheid en het mogen gebruiken van de gegevens in het handelsregister. Ik verwacht die afweging rond de zomer bij brief aan uw Kamer te kunnen voorleggen.

IT 414

Water en ICT speerpunt

Advies Topsector Water, Bijlage bij Kamerstukken II 2010/11, 32 637, nr. 14 (Bedrijfslevenbeleid)

Advies Topsector Water (hier): Water verdient het, p. 25 - 26

Water en ICT Speerpunt
Het Nederlandse bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden bieden gezamenlijk een breed pallet aan diensten en producten op het gebied van Water en ICT. Bestaande Nederlandse producten betreffen onder andere kennismanagement, visualisatietechnieken, meet- en monitorinstrumentarium, sensortechnologie, ontwerp- of modelleringinstrumenten en zogenoemde Decision Support Systems (DSS). Het leeuwendeel van deze producten is als DSS te typeren. Zij bieden computergestuurde technologische oplossingen ter ondersteuning van de besluitvorming bij complexe problemen. Toepassingsgebieden zijn onder andere te vinden bij het ontwerpen van schepen, het optimaliseren van waterstromen voor de landbouw, het sturen in watersysteem en waterketen en de reductie van overstromingsrisico’s.

De internationale markt voor ICT groeit snel en biedt zeer veel potentie. Het is een domein waarin Nederland
zich onderscheidend kan ontwikkelen. De internationale concurrentiepositie van de Nederlandse kennis en
expertise is sterk. Vooral op het gebied van overstromingstoepassingen en slim meten en monitoren heeft
Nederland een voorsprong in de mondiale markt.

Businesscases
Kenmerkend is de gefragmenteerde ontwikkeling van producten en initiatieven. De doorstroom van nieuwe technologische inzichten naar de markt is langzaam. Er zijn voldoende goede ideeën, maar de koppeling aan vragen uit de markt is beperkt. Om de internationale marktkansen te kunnen benutten bestaat er een sterke behoefte aan systeemintegratie en opschaling van kleine initiatieven. De verbetering van de onderlinge verbinding van veel verschillende individuele producten versnelt de kennis- en productontwikkeling en vergroot de marktkansen aanzienlijk. De voorbeeldcases ‘Floodcontrol 2100’ en de ‘Digitale Delta’ zijn gericht op deze systeemintegratie, opschaling van kleine initiatieven en dus op de verbetering van de marktgang.

‘Digitale Delta’ is een technologische vernieuwing en voorziet in een ‘Open Source Water Systeem’, een distributiekanaal voor Nederland rondom ICT-Water, waar andere organisaties op aan kunnen haken. Kleine specialistische oplossingen worden in staat gesteld om waarde toe te voegen aan de kennisketen en sneller op te schalen. Door de inzet van werkwijzen als cocreatie, crowdsourcing en peer review wordt enerzijds snelle ontwikkeling en innovatie bewerkstelligd en worden anderzijds kosten bespaard. Het initiatief biedt bovendien de gelegenheid om voort te bouwen op bestaande producten en technologie. Zo kan er niet alleen worden gekeken naar nieuwe markten en nieuwe producten, maar ook naar de bestaande markten, producten en diensten: de bestaande ‘Dutch Diamonds’.

Advies
Het Topteam adviseert:
• Rond de voorbeeldcase ‘Digitale Delta’ een team in te stellen, dat samen met de overheid, de voorstellen binnen enkele maanden uitwerkt tot een concrete businesscase, die ook de omvang van financiële ondersteuning uit het bedrijfsleven, de kenniswereld en de overheid inzichtelijk maakt;
• De initiatiefnemers rond de businesscases ‘Smart Levee’ ‘Information Management Systems’ (LIMS), ‘Integrating Sensor Solutions in Flood defence Planning’, ‘Holland Delta’, ‘3Di’, ‘Live dijken’, ‘MoreCashperSplash’, ‘Smart Water Use In Agro’, ‘Hydrocity’, ‘Shore Support’ en ‘Slim sturen in de Waterketen’ uit te nodigen te bezien hoe deze cases concreter vorm kunnen krijgen.

 

4. Een keur aan concrete crossectorale verbindingen
De speerpunten en de businesscases onderbouwen het beeld dat de watersector veel raakvlakken heeft met
andere sectoren. Dit blijkt onder andere uit:
• High tech, o.a. ‘Digitale Delta’, ‘Deep sea mining’ en ‘Intelligent Water Management’;
• Energie, o.a. ‘Grevelingen Tidal Testcentre’ en ‘Kleinschalige waterkracht’;
• Logistiek, o.a. ‘Haveninfrastructuur’, en de sterke koppeling via de maritieme sector;
• Agrofood, o.a ‘Smart water use in agro’ en ‘Farmcity Heerlen’ en;
• Tuinbouw en uitgangsmaterialen, o.a. ‘Emissieloze kas’ en ‘Alternatieve waterbronnen’.
Dit bevestigt ook dat zowel de Nederlandse kracht als de internationale marktkansen liggen op kruisingen
van sectoren. De watersector moet in gesprek blijven en samenwerken met de andere topsectoren, via de
verschillende businesscases.