Klachtenregeling aanbesteden consultatieversie
Uit de consultatie (2009) van het wetsvoorstel Aanbestedingswet 20.. bleek dat de meningen van partijen uiteen lopen als het gaat om klachtenafhandeling. Belanghebbenden werd toen gevraagd hoe zij tegen een centraal klachtenloket bij aanbesteden voor en door ondernemers aankeken. Aanbestedende diensten reageerden terughoudend. Zij zagen meer in een interne klachtenprocedure binnen de aanbestedingsprocedure. Sommigen zagen echter wel toegevoegde waarde, daar waar het kan bijdragen aan een verbetering van de professionaliteit van beide kanten. Ondernemers konden zich over het algemeen vinden in de oprichting van een centraal klachtenloket mits de bestaande branche initiatieven hun werk kunnen blijven doen.
Deel 1: Standaard klachtenregeling voor aanbestedende diensten
Deel 2: Commissie van Aanbestedingsexperts
Waarom een standaard klachtenregeling?
De standaard klachtenregeling biedt aanbestedende diensten en ondernemers bij aanbestedingen een kader voor de afhandeling van klachten met als doel om te bevorderen dat klachten snel en laagdrempelig worden afgehandeld.
Toepassing van de klachtenregeling zal tot gevolg hebben dat klachten die in onderling overleg opgelost kunnen worden, niet nodeloos aan de rechter worden voorgelegd. Misverstanden, onbedoelde fouten en ten onrechte gestelde eisen in de aanbesteding kunnen worden hersteld zonder dat zaken escaleren. Ondernemers voelen zich gehoord en hun klacht wordt geadresseerd zonder dat ze naar rechtsmiddelen hoeven grijpen. Dat is een win-win situatie voor alle betrokken partijen. Ook als een klacht niet leidt tot correctie kan de snelle en laagdrempelige afhandeling van klachten nuttig zijn. Zowel aanbestedende diensten als ondernemers kunnen daarvan leren en deze kennis bij toekomstige aanbestedingen in de praktijk brengen. Zo kan het toepassen van de uniforme standaard klachtenregeling bijdragen aan verdere professionalisering van aanbestedende diensten en ondernemers.
Andersom kan een aanbestedende dienst in een aanbesteding ook klachten hebben over een ondernemer, bijvoorbeeld over zijn gedrag. De aanbestedende dienst moet dan de mogelijkheid krijgen om deze klacht aan de orde te stellen bij de ondernemer.
Paragraaf II en III behandelen de situatie dat een ondernemer wil klagen bij een aanbestedende dienst. Paragraaf IV beschrijft de situatie dat een aanbestedende dienst een klacht over een ondernemer aan de orde wil stellen bij die ondernemer.
Deel 2: Commissie van Aanbestedingsexperts
1. Inleiding
De Commissie van Aanbestedingsexperts kan bijdragen aan een snelle, zorgvuldige en laagdrempelige afhandeling van klachten. Op verzoek van een ondernemer of een aanbestedende dienst kan de commissie bemiddelen en advies geven over de klacht. De Commissie van Aanbestedingsexperts is een onafhankelijke commissie, waarin experts zitting hebben die hun sporen in de aanbestedingspraktijk hebben verdiend. De experts moeten in staat zijn om goed onderbouwde, evenwichtige en bruikbare adviezen te geven aan ondernemers en aanbestedende diensten. De uitkomst is zwaarwegend en kan door de aanbestedende dienst niet zomaar naast zich worden neergelegd.Het kader waarbinnen de Commissie van Aanbestedingsexperts werkt wordt mede bepaald door de beperking dat het inschakelen van de Commissie geen extra rechtsgang is en dat een advies van de Commissie niet bindend is. De Commissie heeft niet de bevoegdheid om een aanbestedingsprocedure stil te leggen.
Speciale IT-rechters?
In het zojuist verschenen research memorandum "Specialisatie gewenst" van de Raad voor de Rechtspraak wordt geconcludeerd dat het bedrijfsleven behoefte heeft aan gespecialiseerde IT-rechters. De Raad voor de rechtspraak neemt dit over en acht specialisatie op het terrein informaticarecht wenselijk. De Raad denkt aan specialisatie in de vorm van landelijke concentratie en is voornemens hierover overleg te voeren binnen de rechterlijke organisatie.
Met dank aan Polo van der Putt, Vondst Advocaten
Uit de samenvatting:
"ICT- of informaticarecht is in de internetenquête door bedrijfsjuristen genoemd als gebied waarop gespecialiseerde rechtspraak wenselijk is (hoewel dit niet in de lijst met de antwoordmogelijkheden was opgenomen). Tijdens de expertmeeting en uit de reactie van het VIRA-bestuur blijkt dat ook gespecialiseerde ICT-advocaten van oordeel zijn dat specialisatie van de rechtspraak op dit terrein kan bijdragen aan de kwaliteit van de rechtspraak. Grootste knelpunt is dat rechters vaak onvoldoende begrijpen waar het in een informaticageschil over gaat."
Ik denk dat onvoldoende begrip van IT niet alleen een probleem is van rechters. Ik zou de volgende stelling aan durven gaan: De business heeft vaak onvoldoende begrip van de achterliggende IT-component en bijkomende mogelijkheden en onmogelijkheden en vice versa. Hierdoor onstaat veel onvrede die vaak uitmondt in geschillen. Een beter inzicht in de daadwerkelijke informatiebehoefte en de specifieke risico's die zijn verbonden aan de automatisering van bepaalde functionaliteit zou veel geschillen kunnen voorkomen.
Funda hoeft uitgebreide kantoorpagina niet te faciliteren, in stand houden of te gedogen
Vzr. Rechtbank Utrecht 31 oktober 2012, LJN BY1677 (Vastgoedpro tegen Funda Real Estate B.V. en NVM)
Tot eind 2007 konden alleen NVM makelaars hun woningaanbod op funda.nl onder de aandacht van het publiek brengen. Vanaf eind januari 2009 wordt conform een in december 2008 gesloten samenwerkingsovereenkomst ook het woningaanbod van niet NVM-makelaars, zoals leden van (de rechtsvoorgangster van) VastgoedPro, op funda.nl gepresenteerd. Uitgangspunt daarbij was dat NVM en haar leden een voorkeurspositie hebben ten opzichte van leden van VastgoedPro en andere organisaties.
In de nieuwsflits d.d. 21 juni 2012 heeft Funda Vastgoedpro (en nadoorzending ook haar leden) gewezen op een nieuwe functionaliteit tot het invoeren van een aantal extra velden over uw kantoor op onze site. Echter dit betrof een interne operationele fout van funda die per heden wordt hersteld. Dit betekent concreet voor u dat het niet meer mogelijk is gegevens in te voeren of te wijzigen op de extra invoervelden met kantoorinformatie.
Vastgoedpro vordert dat Funda de kantoorpagina's en de extra mogelijkheden in stand te houden.
Het is niet aannemelijk geworden dat Funda Real Estate en/of Funda en/of NVM verplicht zijn om de uitgebreide kantoorpagina op funda zoals die is aangeboden na het e-mailbericht van 21 juni 2012 aan de leden van VastgoedPro te faciliteren, in stand te houden en te gedogen. Geen afzonderlijke overeenkomst tot stand gekomen. Sprake van vergissing. Geen sprake van onrechtmatige handelen en rechtsverwerking.
4.9. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet aannemelijk is dat sprake is geweest van een rechtsgeldig en onaantastbaar aanbod. Dit betekent dat niet kan worden geconcludeerd dat de door VastgoedPro c.s. gestelde afzonderlijke overeenkomst tot stand is gekomen. Wat VastgoedPro c.s. heeft aangevoerd over de aanvaarding van de in het
e-mailbericht van 21 juni 2012 geboden mogelijkheid tot uitbreiding van de kantoorpagina en de opzegbaarheid van de door haar gestelde afzonderlijke overeenkomst kan daarom onbesproken blijven.
4.10.1. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met wat volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond (artikel 6:162, tweede lid, BW).
4.10.2. Uit wat hiervoor is overwogen, volgt dat het aannemelijk is dat sprake is geweest van een vergissing van Funda Real Estate en dat VastgoedPro c.s. daarop bedacht diende te zijn geweest: het was niet de bedoeling dat VastgoedPro c.s. en de leden van VastgoedPro zich gratis op de website van haar concurrent, NVM, zou kunnen profileren. Het herstellen van een vergissing is, in beginsel, niet in strijd te achten met wat volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Integendeel, uitgangspunt is dat een vergissing moet kunnen worden hersteld. Het gaat in dit geval om een voor
Funda Real Estate c.s. en NVM verstrekkende vergissing. Door deze vergissing worden niet
NVM-makelaars, zoals leden van VastgoedPro, in de gelegenheid gesteld om zichzelf gratis op de website van hun concurrent, NVM, te profileren. Slechts zwaarwegende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat het herstellen van deze verstrekkende vergissing in strijd moet worden geacht met wat volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Deze zwaarwegende omstandigheden zijn niet gesteld of gebleken.
VastgoedPro c.s. heeft tijdelijk gebruik kunnen maken van een kantoorpagina op funda.nl waarop zij gelet op wat hiervoor is overwogen geen recht had. In tegenstelling tot wat VastgoedPro c.s. betoogt, is de uitgebreide kantoorpagina niet voor lange duur actief geweest, namelijk slechts voor de periode van 21 juni 2012 tot
1 november 2012, met dien verstande dat het per 2 oktober 2012 al niet meer mogelijk was om gebruik te maken van de extra functionaliteiten. [directeur Funda Real Estate] heeft bovendien op
25 september 2012 al aan VastgoedPro laten weten dat sprake was van een vergissing, zodat VastgoedPro al vanaf die datum er rekening mee moest houden dat haar leden binnen afzienbare tijd geen gebruik meer zouden kunnen maken van de uitgebreide kantoorpagina.
Verder geldt dat ook in het geval van de uitgebreide kantoorpagina niet kan worden gezocht op de naam van een VastgoedPro-makelaar. Alleen indien een woning van een VastgoedPro makelaar wordt bekeken, kan ook zijn kantoorpagina worden bekeken. Dat – zoals VastgoedPro c.s. aanvoert – de VastgoedPro-makelaars door hun opdrachtgevers en woningzoekenden erop worden aangekeken dat zij ineens niet meer als kantoor zichtbaar zijn op funda.nl. komt de voorzieningenrechter dan ook onwaarschijnlijk voor. Er zijn ook geen aanknopingspunten dat dit wel het geval is. Bovendien geldt dat zij nog wel als kantoor zichtbaar zijn, omdat vanaf 1 november 2012 de kantoorpagina wordt aangeboden zoals in de samenwerkingsovereenkomst is afgesproken.
Dat VastgoedPro door het herstellen van de vergissing vertrouwen en aantrekkelijkheid verliest bij haar bestaande en nieuwe leden komt de voorzieningenrechter evenmin aannemelijk voor. VastgoedPro c.s. moet in staat worden geacht om aan haar leden uit te leggen dat het aanbieden van de nieuwe kantoorpagina op een vergissing berustte. Zij kan daartoe zo nodig dit vonnis gebruiken.
De omstandigheid dat er voor VastgoedPro c.s. geen alternatief in de vorm van een concurrent van funda.nl is, levert gelet op wat hiervoor al is overwogen ook geen zwaarwegende omstandigheid op.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet aannemelijk is geworden dat sprake is van onrechtmatig handelen van Funda Real Estate c.s. en NVM.
Rechtsverwerking
4.11. Het standpunt van VastgoedPro c.s. dat sprake zou zijn van rechtsverwerking wordt eveneens verworpen. Het enkel stilzitten is onvoldoende om rechtsverwerking aan te nemen. Bovendien volgt uit wat in rechtsoverweging 4.10 is overwogen, dat de uitgebreide kantoorpagina niet voor lange duur actief is geweest en dat [directeur Funda Real Estate] namens
Funda Real Estate c.s. al op 25 september 2012 (drie maanden na het aanbieden van de mogelijkheid) heeft laten weten dat sprake was van een vergissing.
Wetsvoorstel Aanbestedingswet 20.. aangenomen
Aanbestedingswet 20., kamerstukken I, 32 440. - dossier.
30 oktober 2012 De Eerste Kamer heeft vandaag het wetsvoorstel Aanbestedingswet 20.. (32.440) na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PVV, VVD, PvdA, CDA, ChristenUnie, SGP, GroenLinks, D66, OSF en 50PLUS stemden voor.
Dit wetsvoorstel vervangt de huidige Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen. Met dit voorstel wil het kabinet een duidelijk en eenvormig wettelijk kader bieden voor het aanbesteden van overheidsopdrachten voor het uitvoeren van werken, het leveren van producten en het verrichten van diensten. De nieuwe Aanbestedingswet geldt voor alle overheidsopdrachten (onder en boven de Europese grens).
Met dit voorstel worden minder en helderdere regels gesteld waardoor ook kleinere ondernemers een eerlijke kans krijgen op overheidsopdrachten. Hiermee wordt de totstandkoming van optimale concurrentie bevorderd, de lasten van het aanbesteden verminderd, de aanbestedingspraktijk waar nodig geuniformeeerd en de klachtenafhandeling vereenvoudigd. Het bieden van maatwerk is mogelijk.
Analyse van momentopname van hack rechtvaardigt niet de opzegging
Uitspraak ingezonden door Wouter Seinen, CMS Derks Star Busmann.
Contractenrecht. Ontbinding. Tussen Triple P en CMS is een serviceovereenkomst gesloten betreffende een telefonieomgeving. Via een hack is er op kosten van CMS naar het buitenland gebeld. Er is wederom een hack geweest en nu bleek dat de DISA functie nog steeds uitstond. CMS heeft bij een brief de ontbinding van de serviceovereenkomst ingeroepen met terugwerkende kracht.
4.9. De uitkomst van de analyse, waarop CMS haar stelling baseert dat Triple P tekort is geschoten in haar verplichtingen, geeft geen inzicht in de werkzaamheden die Triple P aan het telefoonsysteem heeft verricht. Immers, de analyse heeft betrekking op twee verschillende data en laat niet zien op welke momenten en door wie wijzigingen zijn doorgevoerd. Buiten Triple P kunnen wijzigingen in het systeem ook zijn aangebracht door hiervoor opgeleide medewerkers van CMS of door externen die misbruik van het systeem hebben willen maken. De analyse van Simac geeft dan ook alleen momentopnames en laat zien dat de instellingen op die momenten verkeerd stonden. Het geeft geen inzicht in de handelswijze van Triple P. De uitkomst van de analyse van Simac, dat op de door haar onderzochte momenten niet alle RAD poorten in een huntgroep stonden, rechtvaardigt dan ook niet de conclusie dat Triple P tekort is geschoten in de uitvoering van haar verplichtingen uit de overeenkomst.
CMS wordt veroordeeld om aan Triple P een bedrag van €84.030,45 te betalen vermeerderd met de contractuele rente van 1% per maand.
4.10 Uit het voorgaande volgt dat CMS niet door de buitengerechtelijke ontbinding is beëindigd, was CMS van 31 maart 2010 tot aan 1 mei 2012 gehouden om de maandelijkse betaling te verrichten. CMS heeft aangevoerd dat Triple P na 31 maart 2010 geen werkzaamheden heeft hoeven te verrichten ten behoeve van CMS en dat zij daarmee kosten heeft bespaard, welke besparing volgens CMS in de hoogte van het toe te wijzen bedragen dient te worden meegenomen.
Symposium uitreiking internetscriptieprijs 2012:
Link / Uitreiking Internet Scriptieprijs 2012
Auteursrechthandhaving op Internet’ in Felix Meritis, Amsterdam. Tijdens het symposium wordt de Internet Scriptieprijs 2012 uitgereikt. Daarnaast komen interessante sprekers aan het woord; Ot van Daalen (directeur Bits of Freedom), Okke Delfos Visser (deputy general counsel bij The Motion Picture Association of America), Joost Poort (senior economisch onderzoeker bij het Instituut voor Informatierecht, UvA) en Marietje Schaake (per video, Europarlementariër D66). Het symposium is voor alle belangstellenden gratis toegankelijk op aanmelding via de website.
Inschrijven: link
Waar Felix Meritis, Amsterdam
Wanneer 22 november, 13:30 – 17:00 uur
Prijs: gratis
Bijlage: pdf
Programma
Tijdens het symposium komen de finalisten van de Internet Scriptieprijs en interessante sprekers aan het woord:
Ot van Daalen is directeur van digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom. Voorheen was hij advocaat bij advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek en onderzoeker bij het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam.
Okke Delfos Visser is deputy general counsel bij The Motion Picture Association of America (MPA) in Brussel, de branchevereniging van zes grote Amerikaanse film en tv-studio’s. Bij de MPA houdt hij zich onder andere bezig met de bestrijding van online piraterij.
Joost Poort is senior economisch onderzoeker bij het Instituut voor Informatierecht. Hij was één van de auteurs van de studie Digitale drempels (2012) waarin juridische, economische en technische knelpunten voor een legaal digitaal aanbod van muziek, films, games en boeken worden beschreven. Recent onderzocht hij de reactie van consumenten op de blokkade van The Pirate Bay.
Marietje Schaake (per video) is lid van het Europees Parlement voor D66. Haar werk in het Europees Parlement richt zich onder meer op de volgende onderwerpen: Buitenlandse Zaken, Internationale Handel en Cultuur, Media en Onderwijs. Momenteel is zij rapporteur voor de eerste EU strategie over digitale vrijheid in het buitenlands beleid van de EU.
Kabinetsformatie en de IT/IE-praktijk
Brief van de informateurs Wouter Bos en Henk Kamp in de Kabinetsformatie 2012, Kamerstukken II 2012-2013, nr. 15.
In de bijlage staan wat aardige bulletpoints:
- We moderniseren het kansspelbeleid. Online kansspelen, sportweddenschappen en pokerevenementen worden strikt gereguleerd. Het illegale aanbod aan kansspelen dringen we daarmee terug. Op de naleving van de aan de vergunning verbonden voorwaarden wordt strikt toegezien. Het aanbieden van gokspelen is geen kerntaak van de overheid, daarom wordt Holland Casino onder voorwaarden verkocht.
- We gaan digitaal procederen in het bestuursrecht mogelijk maken.
- De Raad van State wordt gesplitst in een rechtsprekend deel en een adviserend deel. Het rechtsprekende gedeelte wordt samengevoegd met de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.
- De privacytoezichthouder, het College Bescherming Persoonsgegevens, krijgt meer bevoegdheden, waaronder de bevoegdheid meer boetes uit te delen. Bij de bouw van systemen en het aanleggen van databestanden is bescherming van persoonsgegevens uitgangspunt. Daar hoort een zogenaamd privacy impact assessment (PIA) standaard bij. Inbreuken door de overheid zijn voorzien van een horizonbepaling en worden geëvalueerd.
- Bij nieuwe wetgeving wordt netneutraliteit strikt gehandhaafd.
- Het auteursrecht wordt zo gemoderniseerd dat recht wordt gedaan aan de bescherming van creatieve prestaties zonder dat de gebruiksmogelijkheden voor consumenten in het gedrang komen.
- Het verdrag ter bestrijding van namaak (ACTA) krijgt in de huidige vorm geen steun.
Software uit het auteurscontractenrecht
A.P. Meijboom, Software uit het auteurscontractenrecht, COMPUTERRECHT 2012/151.
Op 19 juni 2012 is het Wetsontwerp auteurscontractenrecht bij de Tweede Kamer ingediend. Volgens de memorie van toelichting heeft het tot doel de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars ten opzichte van de exploitanten van hun werken te verstevigen. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de invoering van het wetsontwerp zelfs als een van de speerpunten van het auteursrechtbeleid aangemerkt. Men zou denken dat er blijkbaar sprake is van ernstige misstanden. Mij dunkt dat het wel meevalt.
Lees verder.
De abonnee weet niet wie de partners zijn, noch welke diensten en producten door hen worden aangeboden
OPTA besluit 2 oktober 2012, Zaaknummer: 11.0242.37 (Campaneo)
Besluit van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit tot het opleggen van een boete ter zake van overtredingen van artikel 11.7, eerste lid, van de Telecommunicatiewet (spamverbod).
In het geval van de partnermailings betreft het berichten die in opdracht van derden worden verzonden met daarin advertenties voor (de verkoop van) producten en diensten van die specifieke derden. Companeo wordt betaald door de betreffende adverteerders voor het maken en het verzenden van dergelijke berichten.
89. Het college is echter van oordeel dat op basis van voornoemde wilsuiting de abonnee redelijkerwijs niet kan verwachten dat hij toestemming geeft voor e-mailberichten zoals beschreven in randnummer 86. De term “Companeo partners” is naar het oordeel van het college niet voldoende specifiek. De abonnee weet niet wie de partners van Companeo zijn, noch welke diensten en producten door die partners worden aangeboden. Companeo heeft dit bevestigd tijdens de hoorzitting.53 In de praktijk kwam het er immers op neer dat Companeo zich vrij achtte om abonnees, die hadden ingestemd met de hiervoor genoemde passage, te benaderen met advertenties van iedere willekeurige adverteerder waar Companeo zaken mee deed. Daaruit volgt dat de betreffende geïnteresseerde zich geen duidelijk beeld kon vormen van de producten die in de partnermailings zouden worden aangeprezen.
163. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit:
a) stelt vast dat de gedragingen van de rechtspersoon Companeo S.A., zoals beschreven in het onderhavige besluit, overtredingen vormen van artikel 11.7, eerste lid, van de Telecommunicatiewet. De gedragingen die als overtredingen kwalificeren bestaan eruit dat Companeo S.A., gedurende de periode van 3 december 2009 tot en met 23 maart 2011, ongevraagde elektronische berichten heeft verzonden met een commercieel doeleinde zonder voorafgaande toestemming van de betreffende abonnee waar de e-mailberichten naartoe werden gezonden.
b) legt wegens de onder a) bedoelde overtredingen aan de rechtspersoon Companeo S.A., statutair gevestigd te Brussel (België), een boete op van € 100.000.164. Bovengenoemde boete dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 15.13, eerste lid, van de Telecommunicatiewet binnen zes weken nadat de beschikking waarbij de boete is opgelegd in werking is getreden, in euro’s te worden betaald. Na het verstrijken van bovengenoemde termijn wordt de betreffende boete vermeerderd met de wettelijke rente overeenkomstig artikel 15.13, tweede lid, van de Telecommunicatiewet.
165. Het college zal dit boetebesluit publiceren op zijn website, waarbij hij namen van de betrokken personen alsmede de bedrijfsvertrouwelijke gegevens zal anonimiseren.
Op andere blogs:
DeBrauw Legal Alert (New decision by OPTA: Opt-in of consumers for direct e-mail with commercial offers from 'partners' is valid only if the third parties and their products are specified)
De IND Inzage vragen in 'de minuut'
Prejudiciële vragen aan HvJ EU 1 augustus 2012, zaak C-372/1212 (verzoekers tegen IND)
Bescherming persoonsgegevens (privacyrichtlijn); Handvest grondrechten; EVRM, uitleg
Richtlijn 95/46/EG.
Verzoekers M en S vragen de IND inzage in 'de minuut' een stuk dat onderdeel uitmaakt van de besluitvorming tot verlening aan verzoekers van hun verblijfsvergunning (asiel, regulier verblijf). De bezwaren van verzoekers worden ongegrond verklaard.
De verzoekers willen inzage in de juridische analyses, niet zozeer inzage in de persoonsgegevens die in 'de minuut' verwerkt zijn. Met name in asielzaken kan de analyse indrukken van medewerkers bevatten over de geloofwaardigheid van de door aanvragers afgelegde verklaringen.
S stelt met name het nuttig effect van de privacyrichtlijn ter discussie (artikel 12) en doet ook een beroep op artikel 8.2 en 41.2 EU-handvest. M stelt dat een juridische analyse een ‘persoonsgegeven’ is, een begrip dat ruim geïnterpreteerd zou moeten worden.
De verwijzende rechter (NL RvS) moet de vraag beantwoorden of en hoe de Minister inzage in de minuut moet geven, en of de juridische analyse een persoonsgegeven is. Hij stelt het HvJEU de volgende zes vragen:
1. Dient artikel 12, aanhef en onder a, tweede streepje, van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens aldus te worden uitgelegd dat er een recht bestaat op een afschrift van stukken waarin persoonsgegevens zijn verwerkt, of is voldoende dat een volledig overzicht in begrijpelijke vorm wordt verstrekt van de persoonsgegevens die in de desbetreffende stukken zijn verwerkt?
2. Dienen de woorden "recht van inzage" in artikel 8, tweede lid, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus te worden uitgelegd dat er een recht bestaat op een afschrift van stukken waarin persoonsgegevens zijn verwerkt, of is voldoende dat een volledig overzicht in begrijpelijke vorm wordt verstrekt van de persoonsgegevens die in de desbetreffende stukken zijn verwerkt in de zin van artikel 12, aanhef en onder a, tweede streepje, van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens?
3. Is artikel 41, tweede lid, aanhef en onder b, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie mede gericht tot de lidstaten van de Europese Unie voor zover zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen in de zin van artikel 51, eerste lid, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie?
4. Levert de consequentie dat als gevolg van het geven van inzage in "minuten" daarin niet meer de redenen worden vastgelegd waarom een bepaald besluit wordt voorgesteld, hetgeen de interne ongestoorde gedachtewisseling binnen de betrokken overheidsinstantie en de ordelijke besluitvorming niet ten goede komt, een gerechtvaardigd belang van de vertrouwelijkheid op in de zin van artikel 41, tweede lid, aanhef en onder b, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie?
5. Kan een juridische analyse, zoals neergelegd in een "minuut", worden aangemerkt als een persoonsgegeven in de zin van artikel 2, onder a, van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens?
6. Behoort tot de bescherming van rechten en vrijheden van anderen in de zin van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder g, van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens ook het belang van een interne ongestoorde gedachtewisseling binnen de betrokken overheidsinstantie? Indien het antwoord hierop negatief luidt, kan dit belang dan worden gebracht onder artikel 13, eerste lid, aanhef en onder d of f, van die richtlijn?
Op andere blogs:
Dirkzwagerieit (Ook Raad van State vraagt uitleg over privacyrecht aan Hof van Justitie)