IT 4658
5 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Patērētāju tiesību aizsardzības centrs

 
IT 4655
5 november 2024
Uitspraak

Rechtbank komt terug op afwijzing litispendentieberoep

 
IT 4657
5 november 2024
Artikel

Vacature Universitair docent Privaatrecht en Intellectueel Eigendom

 
IT 2089

Uitspraak ingezonden door Hendrik Struik en Simon Sanders, CMS.

Meewerken aan contractueel overeengekomen goedkeuringsprocedure voor software

Rechtbank 4 mei 2016, IT 2089; ECLI:NL:RBMNE:2016:2195 (Centrix tegen Gemeente Amersfoort), https://itenrecht.nl/artikelen/meewerken-aan-contractueel-overeengekomen-goedkeuringsprocedure-voor-software

Rechtbank Midden-Nederland 4 mei 2016, IT 2089; ECLI:NL:RBMNE:2016:2195 (Centric tegen Gemeente Amersfoort)
Tussenvonnis. Opdrachtgever (gemeente) heeft niet meegewerkt aan contractueel overeengekomen goedkeuringsprocedure voor software. Rechtbank toetst of sprake is van dermate ernstige gebreken dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat opdrachtnemer zich beroept op die contactuele verplichting van de gemeente.

IT 2088

Bijdrage ingezonden door Victor de Pous, technologierecht.blogspot 

Cloudrecht in ontwikkeling: wetgever, toezichthouder en rechter

Evenals computernetwerken heeft cloud computing zich nooit in een juridisch vacuüm bevonden; ICT-diensten maken deel van onze samenleving uit. Bovendien gaat het om bij cloud computing om een samenloop van reeds bestaande technieken. Dat laat rijzende vragen en bezorgdheid bij gebruikersorganisaties onverlet. Inmiddels zet spoedeisendheid de legislatieve toon, in hoofdzaak gedreven door economische belang en nationale veiligheid. Verder laten toezichthouders van zich horen. Van Autoriteit Persoonsgegevens tot De Nederlandse Bank. Onderbelicht is echter de jurisprudentie. De vooralsnog schaarse rechtspraak over clouddiensten biedt een interessante kijk op feitelijk gedrag met juridische consequenties.

IT 2087

Uitspraak mede ingezonden door Dirk Visser en Patty de Leeuwe, Visser Schaap & Kreijger.

Conclusie AG: Onder het uitleenrecht valt ook het uitlenen van e-books door bibliotheken

HvJ EU 16 jun 2016, IT 2087; ECLI:EU:C:2016:459 (VOB tegen Stichting Leenrecht), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-onder-het-uitleenrecht-valt-ook-het-uitlenen-van-e-books-door-bibliotheken

Conclusie AG 16 juni 2016, IEF ; IEFbe; C-174/15; ECLI:EU:C:2016:459 (VOB tegen Stichting Leenrecht)
Zie eerder IEF 14164 en IEF 14829. Auteursrecht en naburige rechten. Verhuur- en uitleenrecht voor beschermde werken. E-Books. Openbare bibliotheken. Conclusie AG:

1) Artikel 1, lid 1, van [richtlijn 2006/115/EG], gelezen in samenhang met artikel 2, lid 1, onder b), van die richtlijn, moet aldus worden uitgelegd dat onder het uitleenrecht in de zin van dit artikel mede wordt verstaan het voor beperkte tijd aan het publiek ter beschikking stellen van e‑books door bibliotheken. Lidstaten die de uitleenexceptie van artikel 6 van deze richtlijn willen invoeren voor de uitlening van e‑books dienen zich ervan te vergewissen dat de voorwaarden van die uitlening geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van het werk en niet op ongerechtvaardigde wijze schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de auteurs.

IT 2086

EC publieke consultatie over de veiligheid van apps en niet-ge-embedde software

EC stakeholders publieke consultatie over de veiligheid van apps en niet-ge-embedde software, 9 juni - 15 september 2016.
Deze consultatie betreft software en apps die noch ge-embed zijn, noch op een tastbaar medium te verkrijgen zijn op het tijdstip van het in de markt zetten ervan, de verstrekking aan consumenten of wanneer ze op een andere manier beschikbaar gemaakt worden aan consumenten (niet-ge-embedde software). Voorbeelden omvatten gezondheidsapps die kunnen worden gebruik op een mobiel toestel, digitale modellen voor 3D-printen of apps die andere apparaten beheren (zoals electronische toepassingen).

IT 2085

Stelselmatige en verwijtbare nalatigheid in onderzoek foutmeldingen zet exoneratiebeding opzij

Rechtbank 9 mrt 2016, IT 2085; ECLI:NL:RBOVE:2016:1113 (gerechtsdeurwaarderskantoor tegen Tweco), https://itenrecht.nl/artikelen/stelselmatige-en-verwijtbare-nalatigheid-in-onderzoek-foutmeldingen-zet-exoneratiebeding-opzij

Rechtbank Overijssel 9 maart 2016, IT 2085; ECLI:NL:RBOVE:2016:1113 (gerechtsdeurwaarderskantoor tegen Tweco)
Contractenrecht. [X], een gerechtsdeurwaarderskantoor, heeft ten behoeve van haar bedrijf voor aanzienlijke bedragen computerapparatuur bij Tweco gekocht. Equinix, waar back-up data werd opgeslagen, mailde Tweco wekelijks, maar foutmeldingen zijn niet onderzocht; dat is een zo stelselmatige en verwijtbare nalatigheid, dat dit 'grove schuld' oplever in de zin van de AV van Tweco. Vast staat dat partijen in de ‘dienstovereenkomst’ betreffende de externe back-up de toepasselijkheid van die voorwaarden zijn overeengekomen. Tweco is aansprakelijk voor de schade, behoudens contractuele exoneratie. Een beroep op haar exoneratiebeding kan niet slagen. De schade van X voor het ontbreken van een back-up van 15 maart 2015 tot 16 april 2015 dient zij te vergoeden. De schade is veroorzaakt door beschadiging en verlies van bedrijfsmiddelen van [X] , namelijk digitale bedrijfsgegevens.

 

IT 2084

Klanten informeren op een neutrale, aanvaardbare wijze, zonder onterechte IE-inbreuksuggesties te doen

Rechtbank 7 mrt 2016, IT 2084; ECLI:NL:RBNHO:2016:1556 (Lead tegen Promptus), https://itenrecht.nl/artikelen/klanten-informeren-op-een-neutrale-aanvaardbare-wijze-zonder-onterechte-ie-inbreuksuggesties-te-doen

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 7 maart 2016, IEF 16007; IT 2084; ECLI:NL:RBNHO:2016:1556 (Lead tegen Promptus)
Onrechtmatige uitlatingen. Verbod en rectificatie. Gedaagde wekt naar derden de suggestie dat eisers inbreuk maken op IE-rechten met betrekking tot software, terwijl conform vaststellingsovereenkomst wordt gehandeld. Na verstrijken van het concurrentiebeding is het Promptus uiteraard toegestaan om te trachten haar klanten voor zich te behouden. De sfeer die in de e-mail wordt neergezet is er eentje die de suggestie wekt van ongeoorloofde praktijken aan de zijde van Carta Online en van inbreuk op de IE-rechten van Promptus. Dit blijkt onder meer uit een zin als ‘Carta Online is nota bene een kopie van Promptus dat hij bij zijn vertrek heeft meegenomen!!’. Promptus weert zich, maar had aan haar klanten op een neutrale, in het maatschappelijk verkeer aanvaardbare, wijze kunnen uitleggen hoe de vork in de steel zit, zonder daarbij allerlei onterechte suggesties te wekken en eiseres in een kwaad daglicht te stellen. Zij dient zich te onthouden van negatieve berichtgeving over LEAD en een rectificatie te zenden.

 

IT 2083

Begroting van schadevergoeding na ontbinding bitcoin-koopovereenkomst

Hof 31 mei 2016, IT 2083; ECLI:NL:GHARL:2016:4219 (Bitcoin-levering), https://itenrecht.nl/artikelen/begroting-van-schadevergoeding-na-ontbinding-bitcoin-koopovereenkomst

Hof Arnhem-Leeuwarden 31 mei 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:4219; ITenRecht 2083 (Bitcoin-levering) Eerste aanleg: IT 1511

Eiser vordert schadevergoeding anders dan in geld, namelijk 1760 bitcoins welke gedaagde in 2012 nagelaten heeft naar de bitcoinrekening van eiser te sturen. Eiser hieromtrent in 2012 de koopovereenkomst ontbonden. Tussen het moment van aankoop en het moment van ontbinding is de bitcoin circa 1 euro in waarde gestegen. De rechtbank heeft in eerste aanleg een schadevergoeding van 1 euro per niet geleverde bitcoin toegewezen en de gedaagde bevolen de aankoopprijs van de 1760 bitcoins te retourneren.

Het hof ziet geen aanleiding om de vordering toe te wijzen nu dit wezenlijk zou betekenen dat de gedaagde verplicht wordt na te komen, terwijl deze verplichting door de ontbinding door eiser is komen te vervallen. Daarnaast is het hof van oordeel dat het niet voor de hand ligt om schadevergoeding anders dan in geld toe te wijzen op grond van artikel 6:125 lid 1 BW nu de koopprijs van de bitcoins (en de ongedaanmakingsverplichting) uitgedrukt was in euro's.

Het hof wijst al het gevorderde af.

IT 2082

Rabobank is ex Wft gehouden persoonsgegevens in BKR bij te houden

Hof 31 mei 2016, IT 2082; ECLI:NL:GHARL:2016:4289 (appellant tegen Rabobank), https://itenrecht.nl/artikelen/rabobank-is-ex-wft-gehouden-persoonsgegevens-in-bkr-bij-te-houden

Hof Arnhem-Leeuwarden 31 mei 2016, IT 2082; ECLI:NL:GHARL:2016:4289 (appellant tegen Rabobank)
Wet Bescherming Persoonsgegevens. BKR. Appellant heeft gevorderd Rabobank op straffe van een dwangsom te veroordelen haar meldingen met betrekking tot appellant uit het register van BKR te (laten) verwijderen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af en in hoger beroep wordt dit oordeel bekrachtigt. Rabobank is een aanbieder van krediet in de zin van art. 1 Wet financieel toezicht (Wft). Ingevolge art. 4:32 lid 1 Wft is Rabobank gehouden deel te nemen aan een stelsel van kredietregistraties. Dat stelsel is het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) dat door BKR wordt bijgehouden. Rabobank is deelnemer aan het CKI en als deelnemer aan het door BKR vastgestelde Algemeen Reglement CKI gebonden.

IT 2081

Vragen aan HvJ EU over 'dezelfde handelingen' en rechtsmacht online merkgebruik

HvJ EU , IT 2081; (MERCK), https://itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-eu-over-dezelfde-handelingen-en-rechtsmacht-online-merkgebruik

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU IEF 15994; IT 2081; IEFbe 1819; C-231/16 (MERCK)
Merkenrecht. Procesrecht. Rechtsmacht. Over de rechtsmacht over een aantal Britse en internationale woordmerken MERCK. Artikel 109 Richtlijn EUTM. Is er sprake van dezelfde handeling als het gaat om onderhoud en wereldwijd gebruik van identieke online internet presentie op dezelfde domeinnaam? Wanneer voor rechterlijke instanties van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen met betrekking tot dezelfde handelingen vorderingen wegens inbreuk worden ingesteld, en de ene rechterlijke instantie op grond van een Uniemerk en de andere rechterlijke instantie op grond van een nationaal merk wordt aangezocht, moet de rechterlijke instantie de partijen verwijzen naar de eerst-aanhangig gemaakte zaak of kan de uitspraak aanhouden.

IT 2080

Uitspraak mede ingezonden door Frank Eijsvogels, HOYNG ROKH MONEGIER.

HR creërt rechterlijk overgangsrecht voor de aanhangigheid en proceskosten na intrekken kort geding

Hoge Raad 3 jun 2016, IT 2080; ECLI:NL:HR:2016:1087 (Wieland tegen Gia Systems), https://itenrecht.nl/artikelen/hr-cre-rt-rechterlijk-overgangsrecht-voor-de-aanhangigheid-en-proceskosten-na-intrekken-kort-geding

HR 3 juni 2016, IEF 15988; IT 2080; RB 2730; ECLI:NL:HR:2016:1087 (Wieland tegen Gia Systems)
Procesrecht. Rechterlijk overgangsrecht. Wieland sommeert GIA tot staken merkgebruik en als nevenvordering rectificatie van merkgebruik en misleidende mededelingen. Nadat het kort geding wordt ingetrokken, wordt een bodemprocedure met nagenoeg identieke vorderingen ingesteld. GIA verzoekt de redelijke en evenredige proceskosten te vergoeden ex 249 jo. 250 jo. 1019h Rv ad € 32.978,00. Hoge Raad beantwoord prejudicieel gesteld vragen [IEF 15098]. dat art. 9.1 van het Procesreglement onverbindend is en stelt eigen regels op, geënt op wettelijke regeling van bodemprocedure. Mogelijkheid tot behandeling van vordering tot proceskostenveroordeling, dat vonnis is vatbaar voor hoger beroep en uitvoerbaarverklaring bij voorraad [deels anders: Conclusie AG].