IT 4658
5 november 2024
Uitspraak

HvJ EU: Patērētāju tiesību aizsardzības centrs

 
IT 4655
5 november 2024
Uitspraak

Rechtbank komt terug op afwijzing litispendentieberoep

 
IT 4657
5 november 2024
Artikel

Vacature Universitair docent Privaatrecht en Intellectueel Eigendom

 
IT 2171

CLI conferentie donderdag 17 november 2016

Leveren wij onze ziel en zaligheid uit aan internetgiganten als Google en Facebook en raken wij daarmee verstrikt in allerlei vormen van digitale dwingelandij?

Filosoof Hans Schnitzler spreekt op donderdag 17 november aanstaande over de effecten van het digitale tijdperk op onze persoonlijke levenssfeer, op onze creativiteit en verbeeldingskracht, op onze denkkracht en kritische vermogens en over de rol van juristen in een tijd van geraffineerde digitale technologieën.

Donderdag 17 november aanstaande, in het West-Indisch Huis te Amsterdam: CLI-conferentie georganiseerd door de Rechtenfaculteit van de Vrije Universiteit.

Er zijn nog enkele plekken beschikbaar. Meld u snel aan!
Meer info op: www.lawandinternet.com en https://www.ie-forum.nl/artikelen/cli-conference-op-donderdag-17-november

 

IT 2169

Uitspraak ingezonden door Adonna Alkema en Judith de Snoo, Hofhuis Alkema Groen

Verbod negatief uitlaten over niet voldoen aan Gedragscode Mobiele Diensten, afgewezen

Rechtbank 15 sep 2016, IT 2169; (EDF Communications en X tegen Stichting Gedragscodes Mobiele Diensten), https://itenrecht.nl/artikelen/verbod-negatief-uitlaten-over-niet-voldoen-aan-gedragscode-mobiele-diensten-afgewezen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 15 september 2016, IEF 16368; RB2793; IT 2169 (EDF tegen Stichting Gedragscodes Mobiele Diensten) Mobiele dienst. EDF richt zich op de ontwikkeling en het wereldwijd op de markt brengen van applicaties voor mobiele telefoons. Na onderzoek blijkt dat EDF het in de Gedragscode (waar zij staan geregistreerd) voorgeschreven scherm dat aanbieders van mobiele internetdiensten, wanneer bij hen een bestelling wordt geplaatst, aan de consument moeten tonen om duidelijk te maken dat deze door het plaatsen van de bestelling een betalingsverplichting op zich neemt, niet toont. EDF vordert nu dat de Stichting verboden wordt uitspraken te doen of anderszins negatief uit te laten, totdat vaststaat dat EDF aan de gedragscode gebonden is en deze niet in strijd is met de wet. EDF is ook via haar contract met Dimico aan de Gedragscode gebonden is, omdat zij als de klant zich verplicht tot naleving van de Country Specific Regulations, waaronder de Gedragscode. Dat een Roemeense medewerker die het formulier van de Gedragscode invulde niet bevoegd zou zijn en het Engels niet voldoende beheerst, is onaannemelijk. Het is niet aannemelijk dat de gevorderde verboden in een bodemprocedure worden toegewezen, en wordt in kort geding afgewezen.

IT 2168

Conclusie A-G: de kosten van een gesprek naar een after-sales telefoonnummer mag niet hoger zijn dan de kosten van een standaard oproep

HvJ EU 10 nov 2016, IT 2168; C-568/15 (Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main e.V. / comtech GmbH), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-de-kosten-van-een-gesprek-naar-een-after-sales-telefoonnummer-mag-niet-hoger-zijn-dan

HvJ EU 10 november 2016, IT 2168; RB 2790; Zaak C-568/15 (Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main e.V. / comtech GmbH) Consumenten. Telecom. Aan het HvJ werd de volgende vraag voorgelegd (IT 1949): Moeten consumentenrechten aldus worden uitgelegd dat een consument die telefonisch contact opneemt met een handelaar via een telefoonnummer dat deze laatste ter beschikking stelt opdat consumenten contact met hem zouden kunnen opnemen in verband met een reeds gesloten overeenkomst, geen hogere kosten voor deze oproep mogen worden aangerekend dan die welke hij voor een oproep naar een gewoon (geografisch) vast of mobiel nummer had moeten betalen?

Conclusie A-G: de kosten van een gesprek naar een after-sales telefoonnummer mag niet hoger zijn dan de kosten van een standaard oproep.

IT 2164

A-G: Onderneming dient na te gaan of abonnee duidelijke informatie ontvangt over de verwerking van persoonsgegevens

HvJ EU 9 nov 2016, IT 2164; Zaak C-536/15 (Tele2 tegen ACM en European Directory Assistance NV), https://itenrecht.nl/artikelen/a-g-onderneming-dient-na-te-gaan-of-abonnee-duidelijke-informatie-ontvangt-over-de-verwerking-van-pe

Conclusie AG 9 november 2016, IT 2164; IEFBE 1988; Zaak C-536/15 (Tele2 tegen ACM en European Directory Assistance NV) Provider. Verweking persoonsgegevens. Het gaat hier onder andere om de vraag of onder verzoeken ook moet worden begrepen een verzoek van een in een andere lidstaat gevestigde onderneming, die informatie vraagt ten behoeve van het verstrekken van openbare telefooninlichtingendiensten en telefoongidsen die worden aangeboden in die lidstaat en/of in andere lidstaten.
Conclusie AG: Op het tijdstip waarop het contract van het abonnement wordt getekend, dient deze onderneming zich er van te vergewissen dat de abonnee duidelijke en nauwkeurige informatie ontvangt over de verschillende aspecten van de verwerking van zijn persoonsgegevens en in het bijzonder over het beschikbaar stellen van deze gegevens aan een aanbieder van telefoongidsen en/of telefooninlichtingen die zijn diensten verricht in een andere lidstaat dan die waarin hij verblijft.

IT 2167

HvJ EU: de financiering van het Spaanse publiek televisiesysteem (RTVE) is verenigbaar met de EU-regels over staatssteun

HvJ EU 10 nov 2016, IT 2167; C‑449 (DTS Distribuidora de Televisión Digital SA tegen Europese Commissie), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-de-financiering-van-het-spaanse-publiek-televisiesysteem-rtve-is-verenigbaar-met-de-eu-regels

HvJ EU 10 november 2016, IT 2167; Zaak C‑449 ; (DTS Distribuidora de Televisión Digital SA tegen Europese Commissie) Staatssteun. omroep‑ en telecomexploitanten. De Commissie heeft verklaard dat de doorgevoerde wijziging van het systeem van financiering van RTVE met de interne markt verenigbaar was op grond van artikel 106, lid 2, VWEU. In dit verband heeft zij met name geoordeeld dat de  ingevoerde of gewijzigde fiscale maatregelen geen integrerend deel van de bij deze wet ingevoerde nieuwe steun vormden en dat de eventuele onverenigbaarheid van deze fiscale maatregelen met richtlijn 2002/20 dus geen weerslag had op het onderzoek naar de verenigbaarheid ervan met de interne markt. Voorts was zij van mening dat het gewijzigde systeem van financiering van RTVE in overeenstemming was met artikel 106, lid 2, VWEU, aangezien het voldeed aan het evenredigheidsbeginsel. Deze zaak biedt het Hof de gelegenheid duidelijkheid te verschaffen over de draagwijdte van de criteria waarmee kan worden beoordeeld in hoeverre fiscale maatregelen dienen ter financiering van staatssteun en dus een integrerend deel vormen van die steun, zodat zij aan de Commissie meegedeeld dienen te worden. Hiervoor moet worden aangetoond dat er een „dwingend bestemmingsverband” bestaat tussen deze maatregelen en de betrokken steunregeling. Voorwerp van het geding in casu is de vraag of er sprake is van een dergelijk bestemmingsverband tussen de heffingen ten laste van de televisieomroep‑ en telecomexploitanten, zoals DTS en Telefónica, en de steun die RTVE ontvangt.

HvJ EU: Het Hof bevestigt dat de financiering van het Spaanse publiek televisiesysteem (RTVE) verenigbaar is met de EU-regels over staatssteun.

IT 2165

Vodafone handelt onrechtmatig door de weigering om NAW-gegevens van abonnee bekend te maken

Rechtbank 24 okt 2016, IT 2165; ECLI:NL:RBLIM:2016:9210 (X tegen VODAFONE LIBERTEL B.V.), https://itenrecht.nl/artikelen/vodafone-handelt-onrechtmatig-door-de-weigering-om-naw-gegevens-van-abonnee-bekend-te-maken

Vzr. Rechtbank Limburg 24 oktober 2016, IT 2165; ECLI:NL:RBLIM:2016:9210 (X tegen VODAFONE LIBERTEL B.V.) Onrechtmatig handelen. NAW-gegevens. Eiser verlangt dat Vodafone de NAW-gegevens verstrekt van de abonnee aan wie het IP-adres toebehoort, omdat er een Facebookpagina was aangemaakt waarin mensen stelden gedupeerd te zijn door de winkel van eiser. Eiser vordert bij Vodafone alle bij haar bekende gebruikers/contactgegevens, waaronder de naam, woonplaats en behorende bij het IP-adres. Vodafone weigert. Het gaat nu om de vraag of de weigering van Vodafone om de NAW-gegevens van haar abonnee aan eiser bekend te maken in strijd met de zorgvuldigheid die zij jegens eiser in acht dient te nemen. Na toetsing aan deze criteria uit het Lyco/Pessers arrest komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat Vodafone onrechtmatig handelt jegens eiser. Het is volgens de rechtbank voldoende aannemelijk dat dergelijke beschuldiging op Facebook, indien vast zou komen te staan dat deze niet op een feitelijke grondslag berust, onrechtmatig is jegens de eiser. In dat geval is het niet ondenkbaar dat eiser ten gevolge van deze mogelijk onrechtmatige uitlatingen schade, zoals bijvoorbeeld reputatieschade, heeft geleden.

IT 2166

Rectificatie als proportioneel middel nu beschuldigingen over (mede-eigenaar van) Sint Martinus University ongefundeerd zijn

Overige instanties 19 okt 2016, IT 2166; ECLI:NL:OGEAC:2016:107 en ECLI:NL:OGEAC:2016:108 (mede-eigenaar van Sint Martinus University tegen gedaagde en Sint Martinus University N.V. tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/rectificatie-als-proportioneel-middel-nu-beschuldigingen-over-mede-eigenaar-van-sint-martinus-univer

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 19 oktober 2016, IT 2166; ECLI:NL:OGEAC:2016:107 en ECLI:NL:OGEAC:2016:108 (mede-eigenaar van Sint Martinus University tegen gedaagde en Sint Martinus University N.V. tegen gedaagde). Rectificatie. Ongefundeerde beschuldigingen. Eisers in deze zaken zijn de Sint Martinus University en een mede-eigenaar van Sint Martinus University (SMU), een medische school op Curaçao. Beschuldigingen van gedaagde aan het adres van eiseres houden in dat eiseres het systeem bedriegt door illegale medewerkers aan te stellen en documenten van studenten uit India vervalst, om meer studenten te werven en dus meer geld te verdienen. Sint Martinus University stelt dat de school schade lijdt, zowel financieel als wat betreft de eer en goede naam. Ook wat betreft de mede-eigenaar gaat het om zware beschuldigingen die een ernstige inbreuk vormen op de goede naam van eiseres, maar waarmee - indien ze juist zijn - ook een ernstige misstand aan de kaak zou worden gesteld. Eisers vorderen rectificatie van deze beschuldigingen. Het gerecht stelt dat het uiten van deze ongefundeerde beschuldigingen onrechtmatig is. Het is in het belang van eisers noodzakelijk dat een en ander wordt rechtgezet. Rectificatie is daartoe een adequaat middel en ook proportioneel, voor zover de rectificatie wordt beperkt tot de digitale krant waarin gedaagde de beschuldigingen heeft geuit.

IT 2157

16 en 17 november - CLI-Conference 1st Annual Conference of the Centre for Law and Internet Law and Society in the Digital Era

Amsterdam, 16/17november 2016. Society is changing fast under the influence of the digital revolution and developments in the field of a.o. Big Data and artificial intelligence. Data, including personal data, are the new natural source of the global economy and the basis for government surveillance, as will be demonstrated by Head of the Dutch General Intelligence and Security Service Rob Bertholee. EU copyright reform and future developments in this field will be presented by Séverine Dusollier, Professor of Intellectual Property Law. The issue of personal data protection reform in the digital society will be addressed by Paul de Hert, Professor at VUB, Associated Professor at Tilburg Institute for Law, Technology and Society Ethical dilemmas of Big Data and new technologies will be the topic of the contribution of Hans Schnitzler free-lance philosopher and author of “Het digitale proletariaat”. Serge Gijrath and Judica Krikke will refl ect on the challenges of technology from an attorney perspective. Lees meer

IT 2163

Vragen aan HvJ over de hoedanigheid als 'consument' bij zakelijke gebruik privé-Facebookaccount

HvJ EU 3 nov 2016, IT 2163; C-498/16 (X tegen Facebook Ireland), https://itenrecht.nl/artikelen/vragen-aan-hvj-over-de-hoedanigheid-als-consument-bij-zakelijke-gebruik-priv-facebookaccount

HvJ EU, 3 november 2016, IEFBE 1987; IT 2163; C-498/16 (X tegen Facebook Ireland) Social media. Consumenten. Ten behoeve van die voorgenomen procedures, voorlichting en bewustmaking heeft verzoeker een vereniging (zonder personeel en zonder winstoogmerk) opgezet. Zijn klacht luidt dat verweerster talrijke inbreuken pleegt op gegevensbeschermings-rechtelijke regelingen die in de OOS (en andere) databeschermingswetten zijn verankerd. De internationale bevoegdheid van de rechter ontleent verzoeker aan het forum consumentis (verzoeker is OOS staatsburger). Maar verweerster stelt dat verzoeker zich wegens zijn commerciële activiteiten daarop niet kan beroepen en wegens de on-overdraagbaarheid van forum consumentis kan verzoeker geen gebruik maken van de aan hem gecedeerde rechten. De rechter in eerste aanleg wijst de vordering af op grond van het beroepsmatige gebruik van Facebook door verzoeker. Het oordeel na beroep is voor beide partijen aanleiding beroep in Revision aan te vragen. Partijen zijn het niet eens dat verzoeker een consument is. Verzoeker baseert zich daarbij op de overeenkomst met verweerster inzake zijn particuliere facebookaccount, en die tussen de cedenten en verweerster. Op grond van de huidige stand van de jurisprudentie kan de rechter geen zekerheid geven over in hoeverre een consument die door andere consumenten rechten aan hem laat cederen om deze gezamenlijk geldend te maken zich op ‘ forum consumentis’ kan beroepen. Hij legt de volgende vragen voor aan het HvJEU: