Beheer uw juridische risico’s met behulp van ‘legal tech’
Download Whitepaper, Framework 7 Steps to Legal Risk Management for General Counsel, Wolters Kluwer. Als bedrijfsjurist wordt er vaak aan u gevraagd om de juridische riscio’s te beoordelen. Echter, dit blijkt een moeizame klus te zijn, vooral wanneer alle informatie op meerdere plekken binnen het bedrijf wordt opgeslagen zoals in gedeelde mappen, op harde schijven en in e-mails. Processen worden vaak handmatig uitgevoerd, en er wordt veel tijd besteedt aan het krijgen van een actueel overzicht van de status van alle lopende hoofdzaken. Veel bedrijven hebben met inefficiënte processen te maken, maar ‘legal tech’ kan u helpen!
Graag delen we 3 tips met u, waarmee we uitleggen hoe u door middel van ‘legal tech’ efficiënter kunt werken en uw juridische informatie op een gestructureerde manier kunt organiseren om uw riscio’s te identificeren, beheren en op kan rapporteren.
ACM hoeft documenten die Daisycon heeft opgevraagd via de Wob niet te verstrekken
Rechtbank Rotterdam 6 september 2018, IT 2639; ECLI:NL:RBROT:2018:7319 (Daisycon tegen ACM) De Rechtbank Rotterdam heeft bevestigd dat de ACM de documenten niet hoefde te verstrekken die Daisycon met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) had opgevraagd. Dit heeft de rechtbank op 26 april en 6 september 2018 bepaald. Daisycon heeft de ACM verzocht om documenten te verstrekken over onderzoek naar (mogelijke) overtredingen van het spamverbod bij twee concurrenten.
HR volgt verwerping Conclusie AG inzake onrechtmatig karakter van ontvangen gegevens van buitenlandse inlichtingendiensten
HR 7 september 2018, IT 2637; ECLI:NL:HR:2018:1434 (particulieren en belanghebbenden tegen de Staat) Privacy. Onrechtmatige daad. Staat ontvangt door buitenlandse inlichtingendiensten (in het bijzonder de Amerikaanse NSA) verkregen gegevens. Biedt art. 59 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 voldoende waarborgen in het licht van art. 8 EVRM, art. 10 EVRM, IVBRP en Handvest EU en van de ‘Snowden-onthullingen’? Vertrouwensbeginsel in verhouding tot buitenlandse diensten; waarborgen in gewijzigde Amerikaanse wetgeving; stelplicht. Strekking vordering, uitleg gedingstukken. HR volgt de verwerping van Conclusie AG [IT 2581] en bevestigd het arrest van het Hof.
Ongevraagd advies Raad van State over de effecten van de digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen
Raad van State, Ongevraagd advies over de effecten van de digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen. Kamerstukken II 2017/18, 26643, nr. 557. Tegen die achtergrond adviseert de Afdeling om:
- de beginselen van behoorlijk bestuur, en in het bijzonder het motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel, verscherpt te interpreteren in de context van digitalisering. Dat betekent onder meer dat in een besluit moet worden toegelicht welke beslisregels (algoritmen) zijn gebruikt en welke gegevens zijn overgenomen van andere bestuursorganen. Daarmee kan de positie van de burger bij geautomatiseerde en ketenbesluitvorming worden versterkt;
- maatwerk en "menselijke" heroverweging in de bezwaarfase van geautomatiseerd tot stand gekomen besluiten te bevorderen.
AVG-bekendheid: Ook kopie van personeelsdossier die al eerder zijn verstrekt
Ktr. Rechtbank Den Haag 31 augustus 2018, IT 2635; ECLI:NL:RBDHA:2018:10910 (eiser tegen Asta Leisure) Opheffen loonstop. AVG-bekendheid met gegevens is geen grond voor het niet verstrekken van stukken. Daaruit volgt dat de betrokkene ook om een kopie kan vragen van stukken die al eerder (ooit eens) zijn verstrekt. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft eiser dan ook een rechtmatig belang bij afgifte van de stukken in zijn personeelsdossier die hem niet reeds na zijn verzoek in april 2018 zijn verstrekt.
Irene Feenstra benoemd tot partner bij Project Moore
Project Moore, een Amsterdams advocatenkantoor gespecialiseerd in IT- recht & privacy, heeft Irene Feenstra benoemd tot partner. Irene is gespecialiseerd in IT- en aanbestedingsrecht en is sinds 2015 aan Project Moore verbonden. Zij heeft meer dan 10 jaar ervaring met IT-projecten, software licensing, outsourcing en IT-aanbestedingen. Daarvoor was zij advocaat bij Kennedy Van der Laan.
ADVERTORIAL - Wolters Kluwer
Hoe kleine juridische afdelingen omgaan met een toenemende werkdruk
Download eBook Digital Transformation for legal departments, Wolters Kluwer. Indien u steeds meer werkdruk ervaart en vindt dat uw werkzaamheden in de laatste jaren zijn toegenomen, dan bent u niet de enige. Ongeveer driekwart van de bedrijfsjuristen vindt dat hun werkzaamheden sinds 2016 steeds verder toenemen. De vraag is, hoe kunnen kleine juridische afdelingen omgaan met de toenemende werkdruk?
Voor kleine juridische afdelingen die niet over het budget beschikken om meer personeel aan te nemen of die bepaalde werkzaamheden uitbesteden, betekent het vaak dat ze zich bezig houden met administratieve werkzaamheden ten koste van een strategische rol binnen het bedrijf. Veel bedrijfsjuristen besteden slechts 32% van hun tijd aan het adviseren, terwijl ze meer dan 50% van hun tijd aan administratieve werkzaamheden besteden zoals archiveren, zoeken naar documenten en e-mails versturen.
Gelukkig kan ‘legal tech’ kleine juridische afdelingen ondersteunen met de toenemende werkdruk, zodat ze in staat zijn om het bestuur te adviseren, bij te dragen aan de doelstellingen van het bedrijf en risico’s te beheersen. Door gebruik te maken van gestructureerde systemen en processen voor het beheer van juridische informatie (zoals contracten, compliance, bedrijfsdocumenten, claims, IE en data privacy) hoeven juridische afdelingen minder tijd te besteden aan het zoeken, beheren, en rapporteren van juridische informatie. Maar dat is niet alles.
Overeenkomst rechtsgeldig beëindigd op 1 januari 2017: afnemer betaalt leverancier voor onderhoud tot 1 januari 2017
SGOA arbitraal vonnis 7 februari 2018, IT 2632 (Beëindiging automatiseringsovereenkomst) ICT. Leverancier richt zit op onder meer op het ontwikkelen, produceren, uitgeven en onderhouden van software. Afnemer doet in vermogensbeheer en beleggingsadvies. Afnemer en leverancier sluiten in 2007 een automatiseringsovereenkomst over de levering van een automatiseringssysteem voor het beheren van relaties en relatiecontacten. Eind 2015 wil afnemer een deel van het overeengekomen onderhoud opzeggen. Maar in de automatiseringsovereenkomst staat dat dit pas tegen de laatste kalendermaand kan en niet tussentijds. Op 22 januari 2016 laat afnemer per brief laten weten de automatiseringsovereenkomst te willen opzeggen per 1 januari 2017. Ook geeft afnemer de opdracht onderhoud aan vier onderdelen van het automatiseringssysteem te schrappen. Leverancier heeft hier niet op gereageerd. Afnemer wil de gehele overeenkomst ontbinden omdat de leverancier in verzuim is. Maar de leverancier stelt dat de afnemer de overeenkomst moet nakomen tot de einddatum. Afnemer sluit de toegang tot het systeem af, zodat Leverancier geen onderhoud meer kan leveren. Leverancier vordert dat de overeenkomst niet is geëindigd door opzegging per 1 januari 2017 en dat de afnemer daarom de onderhoudsverplichting moet betalen. De arbiters oordelen dat de afnemer onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij gerechtigd was om het onderhoud te verminderen en daardoor is er geen grond voor ontbinding van de overeenkomst. De overeenkomst is met de brief van 22 januari 2016 wel rechtsgeldig beëindigd. De primaire vordering wordt afgewezen. Afnemer moet de onderhoudsvergoeding betalen over de periode 21 juli 2016 tot 1 januari 2017, plus een compensatie voor het bedrag dat betaald zou worden als de overeenkomst niet was opgezegd, te weten € 49.870,32.
Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport inzake de effecten van digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen
De samenleving is zich op alle mogelijke manieren aan het instellen op een wereld van digitale communicatie en gegevensverwerking; de zogenaamde iSamenleving. De overheid gaat daar volop in mee; zij heeft de ambitie een iOverheid te worden. Vooralsnog geschiedt dat echter niet op een gecoördineerde wijze. Het gemak van het functioneren van de overheid staat voorop. Bij de implicaties daarvan voor de verhouding tussen overheid en burger wordt onvoldoende stilgestaan. Dit advies van de Afdeling advisering van de Raad van State gaat in op de effecten van de digitalisering voor de rechtsstatelijke verhoudingen. Het richt zich daarbij meer specifiek op de positie en de bescherming van de burger. Lees het volledige advies hier.
Uitspraak ingezonden door Hanneke Slager en Gwendolin van Rooy, Cordemeyer & Slager / Advocaten
Motiv niet aansprakelijk want de tokens zelf zijn niet gebrekkig geworden door de hack
Hof Arnhem-Leeuwarden 4 september 2018, IEF 17959; IT 2630 (Politie tegen Motiv It Masters) Contractenrecht. Hacking. Cryptobeveiliging. De politie en RSA hebben een overeenkomst gesloten over de afname van een digitaal beveiligingsproduct. Daarnaast heeft de politie een raamovereenkomst gesloten met Motiv. De Politie stelt dat na de digitale inbraak bij RSA de beveiligingstokens - geleverd door Motiv - niet meer voldeden aan wat zij daarvan mocht verwachten, namelijk gedurende drie of vier jaar zeer sterke cryptografische bescherming. De politie vordert een verklaring voor recht dat Motiv toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de Raamovereenkomst en een schadevergoeding van €1.166.235,85. De rechtbank [IT 2031] oordeelde dat de RSA-software niet onder de voorwaarden van de Raamovereenkomst valt en verwerpt de vorderingen. In hoger beroep vordert de politie dat Motiv tekort is geschoten in de nakoming. Het is van belang dat De Politie het bewuste beveiligingssysteem zelf, zonder bemoeienis of advies van Motiv, heeft uitgekozen en dat de tokens ten tijde van de levering in ieder geval wel aan de overeenkomst beantwoordden. Dat later een gebrek in de tokens is ontstaan, is toe te schrijven aan omstandigheden die zich geheel in de risicosfeer van RSA bevonden (te weten de hack en het feit dat er kennelijk steeds zijn bewaard, waardoor die konden worden gekopieerd) en die Motiv niet kon beïnvloeden of voorkomen. Daar komt dan nog bij dat ieder computersysteem uiteindelijk kan worden gehackt, zodat De Politie ook geen volledig hackfree systeem mocht verwachten. Motiv hoeft niet in te staan voor de gevolgen van het later opgetreden gebrek in de tokens. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.