Uitspraak ingezonden door Robin van Kleeff, Hoyng Rokh Monegier.
Ziggo, XS4ALL en KPN moeten mirror- en proxysites The Pirate Bay blokkeren
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 8 oktober 2020, IEF 19476, IT 3269; ECLI:NL:RBMNE:2020:4399 (BREIN tegen Ziggo c.s.) Auteursrecht. Naburige rechten. Kort geding. BREIN voert sinds 2010 gerechtelijke procedures tegen diverse Nederlandse internetproviders (waaronder gedaagden) om een einde te maken aan de door de website The Pirate Bay (hierna: TPB) gepleegde inbreuken op de auteursrechten van de bij haar aangesloten rechthebbenden. Nadat de Hoge Raad bij eindarrest van 29 juni 2018 de zaak heeft terugverwezen [IEF 17798] naar het hof, heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 juni 2020 [IEF 19248] Ziggo en XS4ALL onder meer bevolen om – kort gezegd – de toegang van hun klanten tot de (sub)domeinnamen en IP-adressen via welke TPB opereert of zal gaan opereren te blokkeren en geblokkeerd te houden. Echter, het hof heeft destijds de door BREIN ingediende eisvermeerdering om ook (sub)domeinen via welke (de dienst van) TPB bereikbaar wordt gemaakt te blokkeren, niet aanvaard. Ziggo c.s. zijn na dit arrest gestopt met het blokkeren van dergelijke (sub)domeinnamen.
Artikel ingezonden door Raoul Grifoni Waterman, Bird & Bird.
Grifoni Waterman: eerste uitspraak HvJ EU over netneutraliteit en zero-rating
Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 15 september 2020 zijn eerste arrest over netneutraliteit en zero-rating gepubliceerd [IT 3249]. De zaak die aan het HvJ EU is voorgelegd, heeft betrekking op twee mobiele telefoonabonnementen van Telenor in Hongarije. Beide abonnementen hadden een datalimiet maar het gebruik van bepaalde applicaties telde niet mee voor het dataverbruik. Dit soort abonnementen worden “zero-rated” abonnementen genoemd. Bovendien hebben beide abonnementen de snelheid van het dataverkeer sterk vertraagd zodra de datalimiet werd bereikt, met uitzondering van de ‘zero rated-applicaties’. Het HvJ EU oordeelde dat dit soort zero-rated abonnementen in strijd is met de Europese regels omtrent netneutraliteit.
Lees verder.
Hof gelast comparitie in ABMD tegen Buma/Stemra
Hof Amsterdam 15 september 2020, IEF 19472; ECLI:NL:GHAMS:2020:2583 (ABMD c.s. tegen Buma/Stemra) Tussenarrest. Mededingingsrecht. ABMD betaalt per afnemer van achtergrondmuziek voor zakelijk gebruik een licentievergoeding volgens het Buma/Stemra bepaalde tarief. Streamingsdiensten zoals Spotify bieden abonnementen aan die alleen een licentie geven voor persoonlijk gebruik, maar die feitelijk regelmatig gebruikt worden in bedrijfsruimten. Deze abonnementen zijn veel goedkoper dan de producten van de ABMD-leden. Buma/Stemra brengt de ABMD-leden een hogere vergoeding voor het distribueren van muziek in rekening, dan de vergoeding die zij in rekening brengt aan streamingsdiensten voor consumenten, die worden gebruikt voor het afspelen van muziek in bedrijfsruimten, [IEF 18202]. Hebben Buma, Stemra en Sabam een gezamenlijke machtspositie? Verzwaarde motiveringsplicht verweer Buma/Stemra. Er wordt een comparitie van partijen bepaald. Inbrengen van gegevens omtrent gehanteerde licentievoorwaarden, marktpositie, onderlinge samenwerking en handhavingspraktijk.
Eerste Kamer stemt in met tijdelijke appwet Covid-19
Via Rijksoverheid: De Eerste Kamer heeft op 6 oktober ingestemd met de Tijdelijke wet notificatieapplicatie Covid-19. De wet regelt de wettelijke grondslag voor de CoronaMelder-app. Nu zowel de Tweede Kamer, als de Eerste Kamer hebben ingestemd met de wet, zal de CoronaMelder op zaterdag 10 oktober landelijk worden geïntroduceerd. Op diezelfde dag start ook een landelijke campagne om de app onder de aandacht te brengen.
De app dient als aanvulling op het reguliere bron- en contactonderzoek van de GGD en stelt mensen in staat de verspreiding van het virus tegen te gaan. De privacy zou worden gewaarborgd, doordat de app geen informatie van gebruikers of de locatie van gebruikers opslaat. Bovendien mogen mensen nooit worden gedwongen tot het gebruik van de app. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan dat een horecaondernemer het gebruik van CoronaMelder verplicht stelt voor het kunnen plaatsnemen in zijn restaurant.
Dankzij de app kunnen meer mensen sneller een bericht krijgen dat ze in de buurt zijn geweest van een besmet persoon. Vaak kunnen mensen zich moeilijk herinneren met wie ze allemaal in contact zijn geweest. De app herinnert die contacten wel en waarschuwt daardoor meer mensen. Door op deze manier meer mensen sneller te kunnen berichten dat ze mogelijk een risico lopen, kunnen zij maatregelen nemen en voorkomen dat het virus onbewust wordt overgedragen.
Vordering porteren nummers naar andere provider afgewezen
Vzr. Rechtbank Amsterdam 2 september 2020, IT 3266; ECLI:NL:RBAMS:2020:4348 (Eiseres tegen Message To The Moon) Telecomrecht. Uitleg overeenkomst. Eiseres is een bv actief op het gebied van de levering van medische hulpmiddelen. Message To The Moon (hierna: MTTM) biedt telecommunicatiediensten aan. In dat kader houdt zij zich onder meer bezig met het doorschakelen van 0800 en 0900-servicenummers naar de telefooncentrale van haar klanten. Na een zakelijke relatie van vijftien jaar zegt eiseres haar overeenkomst met MTTM op. Vervolgens ontstaat een geschil over de rechtsgeldigheid van de opzegging. Eiseres vordert MTTM te veroordelen om mee te werken aan het porteren van haar servicenummers naar een andere serviceprovider. Eiseres heeft de overeenkomst niet rechtsgeldig opgezegd. De vordering van eiseres wordt afgewezen. In reconventie wordt eiseres verboden haar servicenummers bij MTTM te (laten) porteren naar een andere provider, zolang de afkoopsom voor voortijdige beëindiging van de overeenkomst niet is voldaan of de overeenkomst niet alsnog rechtsgeldig is geëindigd.
Geen schadevergoeding wegens opzegging telefoonabonnement
Ktr. Rechtbank Rotterdam 30 september 2020, IT 3265; ECLI:NL:RBROT:2020:8525 (Tele2 tegen gedaagde) Contractenrecht. Telecomrecht. Tele2 maakt kort gezegd aanspraak op betaling van abonnementsgelden en op een schadevergoeding voor misgelopen abonnementsgelden. In geschil is op welk moment de overeenkomst tussen partijen is beëindigd. Tele2 voert aan dat de overeenkomst is opgezegd op 27 september 2018. Gedaagde voert aan dat hij de overeenkomst al eerder per e-mail heeft opgezegd, namelijk in augustus 2018. Tele2 betwist de ontvangst van deze e-mail. Gedaagde heeft daarop aangegeven dat hij geen toegang meer heeft tot de mailbox van waaruit hij de opzeggingsmail heeft verzonden. De vordering tot betaling van de facturen en incassokosten wordt toegewezen. Verder maakt Tele2 aanspraak op een schadevergoeding, omdat partijen in mei 2018 een nieuw jaarcontract zouden hebben gesloten die door de opzegging van gedaagde voortijdig is beëindigd. De verlenging van de overeenkomst is niet komen vast te staan, waardoor de schadevergoeding wordt afgewezen.
Vorderingen auteursrechtinbreuk op databases roostersoftware afgewezen
Vzr. Rechtbank Den Haag 16 september 2020, IEF 19452, IT 3264; ECLI:NL:RBDHA:2020:9568 (Scientia tegen Eveoh) Auteursrecht. Kort geding. Scientia is een wereldwijde leverancier van roostersoftware voor onderwijsinstellingen, waaronder de Syllabus Plus en de Exam Schedular. Scientia maakt voor haar software gebruik van twee databases (ESDB en RDB) die bestaan uit tabellen die door ‘views’ worden weergegeven. Eveoh ontwikkelt ook software ten behoeve van onderwijsinstellingen, waaronder de MyTimetable software. Bij klanten van Eveoh die de roostersoftware van Scientia afnemen, leest de MyTimetable de data van de databases uit. Scientia meent dat Eveoh daarmee inbreuk maakt op haar auteursrechten. Op Scientia’s vordering met betrekking tot de RDB wordt niet inhoudelijk beslist, wegens een gesteld gebrek aan spoedeisend belang. Ten aanzien van de ESDB heeft Scientia onvoldoende onderbouwd dat en waarom het gebruiken van de bij een afnemer opgedane kennis over de tabellen/views auteursrechtinbreuk oplevert. De vorderingen worden afgewezen.
Registratie domeinnaam moet worden overgedragen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 18 september 2020, IEF 19449, IT 3263; ECLI:NL:RBMNE:2020:3854 ( Eiseres tegen erfgenamen) Gedaagde c.s. zijn de erfgenamen van A. Eiseres had een relatie met A tot diens overlijden in 2020. In 2005 hebben eiseres en A samen een woonhuis gekocht. Sinds 2012 exploiteert eiseres een eenmanszaak op het adres van de woning. De domeinnaam van deze zaak is registreerd bij Mijndomein. Dit hostingbedrijf factureert de kosten van het webhostingpakket vanaf de startdatum in 2012 aan eiseres op het adres van de woning. Dat bij de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) niet eiseres maar A geregistreerd stond als domeinnaamhouder, maakt niet dat gedaagde c.s. nu recht hebben op het gebruik van de domeinnaam. Van doorslaggevend belang is niet de registratie van de domeinnaam, maar het naar buiten toe treden van de onderneming met de betreffende naam. In reconventie maken volgens gedaagden c.s. de domeinnaam (en handelsnaam) deel uit van de nalatenschap van A. Eiseres voert aan dat A reeds in 2015 de domeinnaam aan haar heeft overgedragen en dat zij sindsdien mede werkzaam is geweest in de onderneming. Gedaagden hebben tegen dit twistpunt hun stellingen niet nader onderbouwd. De registratie van de domeinnaam moet aan eiseres worden overgedragen.
Leveringsakte IE-rechten was voldoende bepaalbaar
Vzr. Rechtbank Amsterdam 4 september 2020, IEF 19445, IT 3261; ECLI:NL:RBAMS:2020:4378 (Software-ontwikkelaar tegen startup) Kort geding. Overdracht auteursrechten. Eiser heeft ten behoeve van gedaagde software ontwikkeld. Gedaagde is een bv gericht op de (online) verbetering van levensstijl. Partijen zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. In de bijlage van die overeenkomst is een akte gevoegd waarin de IE-rechten van eiser op gedaagde worden overgedragen. Volgens eiser heeft de overdracht nooit plaatsgevonden, omdat de IE-rechten niet voldoende nauwkeurig zijn omschreven. Eiser vordert onder meer gedaagde te verbieden gebruik te maken van haar IE-rechten. Buiten kijf staat dat het de intentie van partijen was om de IE-rechten op de software over te dragen aan gedaagde. Op grond van art. 2 Aw is voor de overdracht van een auteursrecht een akte vereist. Het te leveren goed moet ex art. 3:84 lid 1 BW voldoende bepaalbaar omschreven zijn. Gelet op de inhoud van de akte, kan er redelijkerwijs geen onduidelijkheid bestaan over de over te dragen IE-rechten. De IE-rechten hoeven niet in detail te zijn omschreven en eiser ontving een reëel bedrag voor de IE-rechten. De IE-rechten zijn rechtsgeldig overgedragen. De vorderingen worden afgewezen. Wel voegt de voorzieningenrechter een interessante overweging ten overvloede toe aan de uitspraak.
Conclusie P-G: geen doorbreking rechtsmiddelenverbod
Parket bij de HR 4 september 2020, IEF 19446; ECLI:NL:PHR:2020:779 (Professionele fotografen) Auteursrecht. Bewijsrecht. Zie eerder [IEF 18526]. Eiseres en verweerder zijn professionele fotografen. Verweerder spreekt eiseres aan in verband met beweerdelijk gebruik van culinaire foto’s op de website van eiseres. De kantonrechter wijst de vordering van verweerder af. Het hof wijst de vordering toe. In cassatie wordt geklaagd dat de raadsheer ten overstaan van wie het voorlopig getuigenverhoor heeft plaatsgevonden, op grond van art. 155 Rv het eindarrest had behoren mee te wijzen, dan wel dat het hof van een afwijken van deze regel en de oorzaak daarvan in het bestreden arrest melding had behoren te maken.