Vragen aan HvJ EU: Kunnen beperkende regels voor vastgoedmakelaar tegen Airbnb worden ingeroepen

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 7 juni 2018, IEFbe 2673; IT 2611; Zaak C-390/18 (AirBNB Ireland) Via Minbuza: De in Ierland gevestigde onderneming Airbnb Ireland biedt een online platform dat tot doel heeft verhuurders (zowel verhuurbedrijven als particulieren) die over accommodatie beschikken en potentiële huurders in een groot aantal landen met elkaar in contact te brengen. Franse internetgebruikers sluiten een contract af met Airbnb Ireland voor het gebruik van de website (plaatsing van advertenties, reserveringen) en met Airbnb Payments UK Ltd voor betalingen via de website. Op 24.01.2017 heeft de vereniging voor professionele accommodatie en toerisme (hierna: Ahtop) een klacht ingediend bij de rechter in eerste aanleg vanwege het verrichten van werkzaamheden van bemiddeling in en beheer van onroerend goed en winkelpanden zonder beroepskaart uit hoofde van de wet-Hoguet en andere strafbare feiten. In deze wet-Hoguet zijn verschillende regels vastgelegd waaraan vastgoedmakelaars dienen te voldoen (bijhouden van een register, afgifte van een beroepskaart e.d.), aangezien het om een gereglementeerd beroep gaat, op straffe van strafrechtelijke sancties. Ahtop verwijt Airbnb zich aan deze regels te onttrekken, terwijl het bedrijf volgens de vereniging het beroep van vastgoedmakelaar uitoefent via een online platform. Naar aanleiding van deze klacht heeft het parket van Parijs op 16.03.2017 een vordering tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek ingediend vanwege het beheer van financiële middelen voor werkzaamheden van bemiddeling in en beheer van onroerend goed en winkelpanden door een persoon zonder beroepskaart (wet-Hoguet) en andere strafbare feiten. Airbnb betwist werkzaamheden als vastgoedmakelaar te verrichten en betoogt dat de wet-Hoguet niet op haar van toepassing is omdat deze strijdig is met de bepalingen van richtlijn 2000/31.