Prejudicieel gestelde vragen over locatiegegevens in geval van oproepen toestellen zonder simkaart

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 21 juni 2018, IT 2656; C-417/18 (Locatiegegevens toestellen zonder simkaart) Telecom. Via Minbuza. Verzoekers vorderen bij de verwijzende rechter de veroordeling van de Litouwse Staat tot betaling van o.a. €4.000.000,- aan de erfgenamen van slachtoffer ES. Toen het slachtoffer “112” belde vanuit haar mobiele telefoon, gaven de exploitanten geen precieze informatie over haar locatie door aan het BPC (centrum voor respons in noodsituaties), omdat het onmogelijk was het telefoonnummer van het slachtoffer te identificeren. Verzoekers voeren in hun vordering aan dat Litouwen, vertegenwoordigd door het Ministerie (Binnenlandse Zaken), het BPC en de RRT (controleautoriteit voor communicatie), niet heeft gezorgd voor de uitvoering van artikel 26(5) van de richtlijn op grond waarvan exploitanten van communicatiediensten locatiegegevens moeten doorgeven aan noodhulpdiensten met betrekking tot personen die “112” bellen en daarmee haar verplichtingen krachtens de richtlijn en tegelijkertijd krachtens artikel 288(3) VWEU schendt. De verwijzende rechter concludeert dat het Hof om richtsnoeren moet worden gevraagd over de uitlegging van verplichte verstrekking van locatiegegevens in het geval van oproepen vanuit toestellen zonder simkaart.