Handhavingsbeleid Cbp

2. Hanteert het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) specifieke richtlijnen voor de omgang met en het beschermen van persoonsgegevens door sociale netwerksites? Zo ja, wat zijn deze regels? Zo nee, waarom niet? Bent u in dat laatste geval voor of tegenstander van nadere regelgeving?
Desgevraagd heeft het Cbp mij laten weten dat het de volgende richtlijnen hanteert met betrekking tot de omgang en het beschermen van persoonsgegevens door sociale netwerksites:
- de standaardinstellingen van sociale netwerksites dienen op privacyvriendelijk te staan;
- voor de beoordeling van de vraag of sprake is van ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene, zoals vereist in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) dient de toestemming in vrijheid gegeven te zijn en specifiek op een bepaalde gegevensverwerking betrekking te hebben;
- de betrokkene dient vooraf over de noodzakelijke inlichtingen te beschikken om de toestemming te kunnen geven;
- het uitblijven van een reactie (opt-out) staat niet gelijk aan het geven van toestemming.
Voornoemde uitgangspunten zijn tevens terug te vinden in een gemeenschappelijk standpunt over het begrip toestemming van 13 juli 2011 van de Europese privacytoezichthouders, verenigd in de Artikel 29-werkgroep (zie met name pagina 35).1
3. Deelt u de mening dat, los van deze specifieke casus, het principeel onjuist is indien sociale netwerksites persoonlijke gegevens van hun gebruikers zonder (expliciete) toestemming vooraf voor reclame dan wel andere commerciële doeleinden gebruiken?
Eén van de eisen die de Wbp stelt aan de verwerking van persoonsgegevens is de aanwezigheid van een grondslag voor de gegevensverwerking. De Wbp bevat een aantal rechtsgeldige grondslagen, waaronder ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene voor de verwerking. Sociale netwerksites moeten zich bij de verwerking van persoonsgegevens te allen tijde houden aan de eisen van de Wbp.
4. Deelt u tevens de mening dat, indien het sociale netwerksites binnen de huidige richtlijnen van het Cbp is toegestaan accountinstellingen van hun gebruikers ongevraagd te wijzigen teneinde persoonsgegevens te gebruiken voor commerciële doeleinden, dit ongewenst is? Zo ja, bent u bereid het Cbp op te dragen deze te wijzigen. Zo nee,
waarom niet?
Het Cbp vult haar toezicht- en handhavingsbevoegdheden nader in via handhavingsbeleid. Met betrekking tot de omgang met en bescherming van persoonsgegevens door sociale netwerksites hanteert het Cbp richtlijnen zoals in mijn antwoord op vraag 2 weergegeven. Daaruit leid ik af dat het Cbp al diverse kwalitatieve eisen stelt aan de omgang van en de bescherming van persoonsgegevens door sociale netwerksites, in het bijzonder waar het de invulling van het begrip
ondubbelzinnige toestemming betreft.
Overigens heeft het Cbp een wettelijk gegarandeerde onafhankelijke positie. Gelet hierop beschik ik
niet over bevoegdheden om het Cbp voor te schrijven hoe zich te gedragen in individuele
toezichtszaken.
Vanaf vandaag kan ieder bedrijf eenvoudig en kostenloos zijn eigen social media gedragscode opstellen met de Social Media Policy Generator op
De interpretatie en toepassing van telemarketingregels, waarvoor de OPTA verantwoordelijkheid draagt, worden door haar uitgelegd vanuit de (handhavings)praktijk. Zie
1 Kent u het artikel “Hoe LinkedIn leden en reclame linkt”?1 (www.volkskrant.nl, 4 augustus 2011) Herinnert u zich de eerdere Kamervragen over sociale netwerksites die inbreuk maken op de Wet bescherming persoonsgegevens? 2 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 912)
Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Verzoek tot verwijdering persoonsgegevens; art. 8, 36, 46 Wbp. Aanwezigheid wettelijke rechtvaardigingsgrond maakt belangenafweging aan de hand van vermelde beginselen niet overbodig.
Wet bescherming persoonsgegevens. Na een bezoek aan Parijs geeft A c.s. een diefstal aan, welke onjuist bleek. Verzoek tot verwijdering (art. 46 Wbp) uit het incidentenregister van (reis)verzekeraar afgewezen. Het vermoeden is gerechtvaardigd dat verzoekster een vervalste factuur heeft overgelegd en vervolgens heeft geprobeerd haar verklaringen in overeenstemming te brengen met deze factuur.
Vanaf komende dinsdag verschijnt een ‘cookie-icoon’ bij veel webadvertenties in Nederland. Wie doorklikt komt terecht bij een volg-me-niet register, waar de gebruiker kan aangeven van welke partijen hij wel of geen third party cookies wenst te ontvangen.
Als randvermelding. De RCC oordeelt over gebruik van 'privacy-gegevens'. De twee reclamefolders, die per post aan klager zijn toegestuurd, zijn niet alleen voorzien van klagers naam en adres, maar ook van klagers klantnummer, en wel zo, dat dit voor een ieder zichtbaar is. Na ontvangst van de eerste folder heeft klager zijn bezwaar daartegen aan adverteerder kenbaar gemaakt, doch heden ontving hij een tweede folder, wederom voorzien van zijn klantnummer. Hierdoor kan een ieder, die deze uitingen onder ogen krijgt zich voor klager uitgeven.
Geen recht op verwijdering persoonsgegevens uit huisartsenregister (ION). Het enkele feit dat met de registratie duidelijk kan worden bij welke huisarts zij als patiënt staat ingeschreven, zegt over haar geestelijke of lichamelijke gezondheid niets, ook niet als de persoon van die arts bij deze beoordeling wordt betrokken. Dat betekent dat artikel 16 juncto 21 Wbp toepassing mist.