DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 2102

Uitspraak aangebracht door Frederic Debusseré, time.lex; Henriette Tielemans, Covington & Burling LLP; Dirk Lindemans, Liedekerke; Dirk Van Liedekerke, Olswang.

Belgische Privacycommissie kan Facebook niet dagvaarden voor Belgische rechtbank

Overige instanties 29 jun 2016, IT 2102; (Facebook tegen Privacycommisse), https://itenrecht.nl/artikelen/belgische-privacycommissie-kan-facebook-niet-dagvaarden-voor-belgische-rechtbank

Hof van Beroep Brussel 29 juni 2016, IEfbe 1857; IT 2102 (Facebook tegen Privacycommissie)
De beschikking van de Voorzitter van de Nederlandstalige Rechtbank van Eerste Aanleg Brussel [IEFbe 1569] is ongedaan gemaakt. In die zaak vorderde de Privacycommissie dat Facebook veroordeeld zou worden om te stoppen met het registreren via cookies en social plug-ins van het surfgedrag van internetgebruikers uit België die geen Facebook-account hebben. In eerste aanleg was de vordering van de Privacycommissie ingewilligd geweest.

1. Belgische rechtbanken hebben geen internationale rechtsmacht
Het Hof van Beroep oordeelt dat de Belgische rechtbanken geen internationale rechtsmacht hebben voor een procedure ingesteld door de Belgische Privacycommissie tegen Facebook Inc. en Facebook Ireland Limited, omdat er geen enkele wettelijke bepaling is die hen internationale rechtsmacht verleent:

IT 2101

HvJ EU: Exploitant van fysieke marktplaats kan worden verplicht merkinbreuk van marktkramer te doen staken

HvJ EU 7 jul 2016, IT 2101; IEF 16085; IEFbe 1855; IT 2101; C-494/15 (Tommy Hilfiger Licensing e.a.), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-exploitant-van-fysieke-marktplaats-kan-worden-verplicht-merkinbreuk-van-marktkramer-te-doen-s

HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16085; IEFbe 1855; IT 2101; C-494/15 (Tommy Hilfiger Licensing e.a.)
Persbericht: De exploitant van een fysieke marktplaats kan worden verplicht de door de marktkramers gemaakte merkinbreuken te doen staken. Voor de daartoe uitgevaardigde rechterlijke bevelen gelden dezelfde voorwaarden als de voorwaarden die gelden voor de beheerder van een elektronische marktplaats. De vennootschap Delta Center is huurder van de Praagse markthallen. Zij onderverhuurt de verschillende verkoopstands op deze marktplaats aan marktkramers. Producenten en distributeurs van merkproducten hebben vastgesteld dat in de markthallen van Praag namaak van hun producten werd verkocht. Zij hebben vervolgens de Tsjechische rechterlijke instanties verzocht Delta Center te gelasten de verhuur van verkoopstands in deze hallen aan dergelijke inbreukmakers te staken. De richtlijn inzake intellectuele eigendom staat merkhouders toe in rechte te ageren tegen de tussenpersonen wier diensten door derden worden gebruikt om inbreuk te maken op hun merken.

IT 2100

Conclusie AG: InfoSoc verzet zich tegen belasten van erkende auteursrechtenorganisaties met reproductie en weergave in digitale vorm van 'niet meer verkrijgbare boeken'

HvJ EU 7 jul 2016, IT 2100; IEF 16084; IEFbe 1854; IT 2100; C-301/15; ECLI:EU:C:2016:536 (Soulier en Doke), https://itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-infosoc-verzet-zich-tegen-belasten-van-erkende-auteursrechtenorganisaties-met-reproduct

Conclusie AG HvJ EU 7 juli 2016, IEF 16084; IEFbe 1854; IT 2100; C-301/15; ECLI:EU:C:2016:536 (Soulier en Doke)
Prejudiciële gestelde vragen [IEF 15148; IEFbe 1449]. Auteursrecht en naburige rechten. Exclusief reproductierecht. Over wettelijke collectieve vertegenwoordiging voor out-of-print books. Nationale regeling waarbij de uitoefening van de exploitatierechten van niet meer in de handel verkrijgbare boeken wordt toegekend aan een incasso-organisatie. Recht van verzet van de auteurs of de rechthebbenden.

Artikel 2, onder a), en artikel 3, lid 1, [InfoSoc], verzetten zich ertegen dat een regeling, als die welke bij de artikelen L. 134‑1 tot en met L. 134‑9 van de code de la propriété intellectuelle is ingesteld, erkende auteursrechtenorganisaties belast met de uitoefening van het recht om de reproductie en de weergave in digitale vorm van „niet meer verkrijgbare boeken” toe te staan, ook al biedt zij de auteurs of de rechthebbenden van deze boeken de mogelijkheid die uitoefening te beletten of te beëindigen, onder bepaalde door haar vastgestelde voorwaarden.

IT 2098

Hyperlinken, tussenpersonen & the value gap: presentatie en stellingen

, IT 2098; https://itenrecht.nl/artikelen/hyperlinken-tussenpersonen-the-value-gap-presentatie-en-stellingen

Hyperlinken, tussenpersonen & the value gap: praat mee op donderdag 7 juli a.s. tijdens het IE Zomer Forum Congres.
U kunt zich hier opgeven.

Download hier de presentatie (incl. stellingen) alvast.

 

Onderwerpen:
• Hyperlinken

  •    Wat is de juridische status van verschillende vormen?
  •    Onder het auteursrecht / de naburige rechten / de onrechtmatige daad?

• Tussenpersonen

  •     Wie is het?  
  •     Wanneer is hij aansprakelijk?
  •     Wat moet hij doen?

• The value gap

  •     Wat is het?
  •     Moet er iets aan gebeuren?
  •     Wat moet er aan gebeuren?
IT 2091

Prejudiciële vragen over vordering tot rectificatie en materiële schade als gevolg van internetpublicatie: in elke lidstaat of land met centrum van belangen?

HvJ EU 23 mrt 2016, IT 2091; (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-vordering-tot-rectificatie-en-materi-le-schade-als-gevolg-van-internetpubli

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 23 maart 2016, IEF 16046; IEFbe 1838; IT 2091; C-194/16 (Bolagsupplysningen tegen Svensk Handel)
Minbuza: Verzoeksters hebben een vordering ingesteld tegen de Zweedse firma Svensk Handel (verweerster). Zij eisen rectificatie van onjuiste informatie die verweerster over verzoekster I heeft gepubliceerd alsmede een schadevergoeding, en voor verzoekster II vergoeding van immateriële schade. Verweerster heeft verzoeksters op een ‘zwarte lijst’ op haar website geplaatst wegens vermeend bedrog en oplichterij. Gevolg is dat verzoeksters bedreigd zijn (oproep tot geweld, een poederbrief) en dat hun activiteiten in Zweden nu nagenoeg stilliggen. Verweerster heeft geweigerd de informatie te verwijderen. Zij stelt dat er geen nauwe band is tussen het geding en de Estse rechter en er dan ook geen reden is af te wijken van artikel 4 van Vo. 1215/2012 en artikel 7, pt 2 toe te passen.

De rechter in eerste aanleg oordeelt zich onbevoegd omdat volgens de op de zaak toepasselijke Vo. 1215/2012 geen beroep kan worden gedaan op artikel 7, pt 2: de schade is niet in Estland ingetreden. De ‘onjuiste informatie’ is in het Zweeds gesteld en derhalve in Estland niet begrijpelijk. Schade in Estland is niet aangetoond. Verzoeksters gaan in beroep waarin de uitspraak in eerste aanleg wordt bevestigd. Zij stellen dan hoger beroep in bij de verwijzende rechter.

IT 2067

Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink en Joran Spauwen, Kennedy Van der Laan.

Parfumwebwinkel vordert met succes beheerdersgegevens van Facebookpagina

Rechtbank 11 mei 2016, IT 2067; (Parfumwebshop tegen Facebook), https://itenrecht.nl/artikelen/parfumwebwinkel-vordert-met-succes-beheerdersgegevens-van-facebookpagina

Vzr. Rechbank Den Haag 11 mei 2016, IEF 15962; IT 2067 (Parfumwebshop tegen Facebook)
Onrechtmatige publicatie. Opvraging gegevens. X heeft een parfumwebwinkel. Op een Facebookgroep konden ontevreden klanten hun mening delen, waarop persoonlijke gegevens van de webshopeigenaar werden gezet en verwijten van malafide praktijken en gebruik van stromannen. Na verwijdering van de gegevens wordt gedreigd met "binnen enkele dagen zullen wij wederom foto en persoonlijke gegevens van de eigenaar plaatsen, zodat u hem kunt vinden".  Na sluiting werd een tweede en een derde Facebookgroep opgericht. X vordert met succes de verstrekking gegevens van de beheerders van de Facebookgroepen. Een krantenartikel, waaraan X zelf heeft meegewerkt, is op zichzelf niet onrechtmatig en de verwijdering hiervan wordt afgewezen.

 

IT 2057

Prejudicieel gestelde vragen over informatie over een handelaar die uitsluitend online verkoopt, terwijl ook op de site informatie staat

HvJ EU 28 jan 2016, IT 2057; (Verband Sozialer Wettbewerb tegen DHL), https://itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-over-informatie-over-een-handelaar-die-uitsluitend-online-verkoopt-terw

Prejudiciële vragen gesteld aan HvJ EU 28 januari 2016, IEFbe 1800; IT 2057; RB 2712; C-146/16 (Verband Sozialer Wettbewerb tegen DHL)
Minbuza: Verzoekster, een bond van onder meer electro(nica)artikelen en postorderbedrijven die allerlei soorten goederen aanbieden, heeft verweerster DHL gedaagd wegens een advertentie in de ‘Bild am Sonntag’ van 2 december 2012. Verzoekster meent dat verweerster haar verplichting niet nakomt de identiteit en het geografische adres te vermelden ten behoeve van bezoekers aan het in de advertentie genoemde platform. De rechter wijst de vordering toe, maar in hoger beroep wordt die alsnog afgewezen omdat de rechter oordeelt dat de op de website gehanteerde methode met links in de rubriek ‘informatie over de aanbieder’ voor de consument voldoende herkenbaar is. Hij oordeelt ook dat het in alle rust van achter de computer aankopen doen niet is te vergelijken met kopen in een winkel, gadegeslagen door verkooppersoneel. Verzoekster vraagt en krijgt Revision.

IT 2058

Boete inzake geen definitieve prijzen vliegtickets en Engelstalige klantenservice houdt stand

Overige instanties 10 mei 2016, IT 2058; ECLI:NL:CBB:2016:103 (Ierse luchtvaartmaatschappij), https://itenrecht.nl/artikelen/boete-inzake-geen-definitieve-prijzen-vliegtickets-en-engelstalige-klantenservice-houdt-stand

CBb 10 mei 2016, RB 2713; IT 2058; ECLI:NL:CBB:2016:103 (Luchtvaartmaatschappij)
Misleidend. Ierse luchtvaartmaatschappij biedt vliegtickets aan via haar website en verleent een dienst van de informatiemaatschappij. Daar worden niet definitieve prijzen vermeld van vaste en onvermijdbare kosten. Als last onder dwangsom opgelegd dat steeds de definitieve vluchtprijs worden vermeld inclusief de administratiekosten die feitelijk voorzienbaar en onvermijdbaar zijn en dat zij deze administratiekosten dient op te nemen in de specificatie van de vluchtprijs. De transacties worden in het Nederlands gesloten, maar de aftersales zijn enkel Engelstalig (6:193g onder h BW). Het College oordeelt dat de aanpassingen aan het contactformulier onvoldoende zijn om van het contactformulier een aan het elektronisch postadres gelijkwaardig alternatief te maken, zodat nog steeds sprake was van een overtreding. ACM was bevoegd om een last onder dwangsom op te leggen. Het CBb bevestigt de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam.

 

IT 2038

Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Universiteit Leiden (blog).

Dirk Visser - Will EU copyright law lose all of its public?

Anti-copyright activists, who advocate for their particular vision of a totally free and open internet, often argue that certain court decisions, which they consider limit the freedom to hyperlink, mark the end of internet as they know it. On this occasion, such activists may well rejoice. If the CJEU follows the opinion of the Advocate-General of 7 April 2016 in the GS Media case (C-160/15) the anti-copyright movement can celebrate a serious impairment of copyright protection online, which will have extremely negative consequences for the legal distribution and protection of content online.

It might sound harmless and reasonable enough: “The posting on a website of a hyperlink to another website on which works protected by copyright are freely accessible to the public without the authorisation of the copyright holder does not constitute an act of communication to the public”.

But the Advocate-General goes on to say: