DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 2694

Uitspraak ingezonden door Christiaan Alberdingk Thijm en Sam van Velze, bureau Brandeis.

Actieve rol Facebook bij advertenties leidt tot verwachting waken inbreuk IE-rechten PHV

Rechtbank 21 dec 2018, IT 2694; ECLI:NL:RBAMS:2018:9362 (PVH c.s. tegen Facebook), https://itenrecht.nl/artikelen/actieve-rol-facebook-bij-advertenties-leidt-tot-verwachting-waken-inbreuk-ie-rechten-phv

Vzr. Rechtbank Amsterdam 21 december 2018, IEF 18172; RB 3273; IT 2694; ECLI:NL:RBAMS:2018:9362 (PVH c.s. tegen Facebook) Merkenrecht. Auteursrecht. Tommy Hilfiger Europe (onderdeel PVH) heeft met Facebook een advertentieovereenkomst gesloten voor het merk Tommy Hilfiger op de platforms van Facebook. Tommy Hilfiger Licensing (onderdeel PVH) heeft o.a. het Benelux woordmerk TOMMY HILFIGER laten registreren. PVH heeft afbeeldingen in het geding gebracht van een aantal advertenties aangetroffen op Facebook en Instagram voor kleding en schoeisel met de naam "Tommy Hilfiger", die niet van haar afkomstig zijn. Facebook heeft deze verwijderd. PVH heeft Facebook verzocht om gegevens aan haar te verstrekken van de adverteerders die advertenties hebben geplaatst waarmee inbreuk werd gemaakt. Merkinbreuk Benelux-woordmerk Tommy Hilfiger door stelselmatig verschijnen advertenties die niet verwezen naar producten van PVH. Facebook kan geen beroep doen op vrijwaringsbepaling art. 6:196c BW: door controle van Facebook op advertenties, vastgelegd in het advertentiebeleid, bepaalt zij mede de inhoud en speelt zij dus een actieve rol. Van Facebook wordt verwacht dat zij passende maatregelen treft om stelselmatige inbreuken op IE-rechten van derden zoals PVH te voorkomen. Facebook niet zelf de inbreukmaker. Maatregelen Facebook onvoldoende effectief door telkens opduiken gewraakte advertenties. Privacybelangen staan niet in de weg van verstrekking gegevens: het gaat om adverteerders die bedrijfsmatig inbreukmakende artikelen aanbieden. Het beschikken over de gevraagde (persoons-)gegevens is voor PVH noodzakelijk om hiertegen te kunnen optreden. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen.

IT 2687

Uitspraak ingezonden door Marcoline van Dussen en Erik Jonkman, CMS Law.

Klacht wederom afgewezen, 'Tell-a-friend-functie' DeGoedeZaak niet i.s.m. Code e-mail

Overige instanties 27 sep 2018, IT 2687; (Appellant tegen DeGoedeZaak), https://itenrecht.nl/artikelen/klacht-wederom-afgewezen-tell-a-friend-functie-degoedezaak-niet-i-s-m-code-e-mail

CvB RCC 27 september 2018, RB 3262; IT 2687; dossiernr. 2018/00489 (Appellant tegen DeGoedeZaak) DeGoedeZaak biedt op haar website de mogelijkheid landelijke petities te steunen door deze te'ondertekenen' met onder meer een e-mailadres. Appellant heeft blijkens de overgelegde stukken twee petities getekend, te weten "Ons geld naar de Groningers, niet naar Shell" en "Red het zonnepaneel". DeGoedeZaak heeft dit telkens per e-mail aan appellant bevestigd en heeft hem daarbij de mogelijkheid geboden de desbetreffende campagnes via Facebook, Twitter of e-mail te delen. Appellant maakt bezwaar tegen het ontvangen van deze bevestigingsmail met de mogelijkheid om een campagne te delen. Bij het ondertekenen van de petities heeft hij door middel van het 'uitzetten van vinkjes' kenbaar gemaakt dat hij geen reclame via e-mail wenst te ontvangen. Appellant stelt dat de onderhavige e-mails door de mogelijkheid van het delen van campagnes 'spam' zijn, en dat zij in strijd met de Code reclame via e-mail 2O12 (Code e-mail) aan hem zijn verzonden.

IT 2668

Boetes overtreding spamverbod vervallen door formeel gebrek ACM

Overige instanties 11 sep 2018, IT 2668; (Bob spamverbod), https://itenrecht.nl/artikelen/boetes-overtreding-spamverbod-vervallen-door-formeel-gebrek-acm

ACM 11 september 2018, IT 2668 (Bob spamverbod). Via ACM. In het gepubliceerde besluit op bezwaar herroept de ACM een eerder genomen boetebesluit. Tijdens de heroverweging in de bezwaarprocedure constateert de ACM dat zij niet kan vaststellen dat tijdens het onderzoek naar de overtreding haar digitale werkwijze correct is nageleefd. De gemaakte verslaglegging bood hiervoor onvoldoende basis. Omdat partijen van de ACM volledige naleving van de digitale werkwijze mogen verwachten, verklaart de ACM het bezwaar gegrond. Dit betekent dat de boetes van in totaal 600.000 euro die de ACM eerder had opgelegd voor overtreding van het spamverbod en oneerlijke handelspraktijken komen te vervallen.

IT 2625

Uitspraak ingezonden door Anne Bekema, Le Poole Bekema

Staat aansprakelijk voor geleden schade door uitlatingen dat illegaal downloaden in Nederland was toegestaan

Rechtbank 5 sep 2018, IT 2625; ECLI:NL:RBDHA:2018:10645 (Sekam tegen de Staat (NL)), https://itenrecht.nl/artikelen/staat-aansprakelijk-voor-geleden-schade-door-uitlatingen-dat-illegaal-downloaden-in-nederland-was-t

Rechtbank Den Haag 5 september 2018, IEF 17942; IT 2625; ECLI:NL:RBDHA:2018:10645 (SEKAM tegen NL) Onrechtmatige daad. Uit het persbericht: SEKAM is een stichting die de belangen van ruim 1400 film en televisieproducenten behartigt. De Nederlandse Staat heeft zich tien jaar lang op het standpunt gesteld dat downloaden uit illegale bron was toegestaan. Vanaf de implementatie van de auteursrechtrichtlijn in 2004 tot april 2014 heeft de Staat dit standpunt, als enige Europese land, consequent verkondigd. Hierdoor is in Nederland een klimaat ontstaan waarin iedereen er vanuit gaat dat het is toegestaan om voor eigen gebruik, zonder toestemming van en betaling aan de rechthebbenden, een televisieserie of film te downloaden. SEKAM vordert dat Nederland onrechtmatig heeft gehandeld. Het Europese Hof van Justitie heeft in april 2014 in het ACI Adam arrest al duidelijk gemaakt dat dit standpunt en het beleid van de Staat niet in lijn was met de Auteursrechtrichtlijn. Rechtbank Den Haag oordeelt vandaag dat de Staat bovendien aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door film- en televisieproducenten geleden schade.

IT 2617

HvJ EU: lidstaten moeten collectief beheer merkenrechten erkennen

HvJ EU 7 aug 2018, IT 2617; ECLI:EU:C:2018:639 (SNB-REACT), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-lidstaten-moeten-collectief-beheer-merkenrechten-erkennen

HvJ EU 7 augustus 2018, IEF 17902; IEFbe 2689; IT 2617; ECLI:EU:C:2018:639; Zaak C-521/17 (SNB-REACT) Merkenrecht. Domeinnaamrecht. Beperkingen van de aansprakelijkheid voor een dienstverlener die IP‑adressen verhuurt en registreert waardoor domeinnamen anoniem kunnen worden gebruikt. HvJ EU:

1)      Artikel 4, onder c), van richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten moet aldus worden uitgelegd dat de lidstaten verplicht zijn om een instantie voor de collectieve vertegenwoordiging van merkhouders, zoals de vereniging in het hoofdgeding, de bevoegdheid te verlenen om in eigen naam te verzoeken om de toepassing van de in deze richtlijn vastgestelde rechtsmiddelen teneinde de rechten van deze houders te vrijwaren en om zich in eigen naam tot de rechter te wenden teneinde deze rechten te doen gelden, mits deze instantie naar nationaal recht wordt geacht een rechtstreeks belang te hebben bij de vrijwaring van deze rechten en overeenkomstig dat recht zich daartoe tot de rechter kan wenden, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.

IT 2596

Uitspraak ingezonden door Douwe Linders, Deikwijs.

Bieden op internet-kavel is niet gelijk aan het doen van een bestelling

Overige instanties 4 apr 2018, IT 2596; ECLI:NL:RVS:2018:1134 (Vereniging Slijtersunie tegen burgemeester van Assen, inzake Catawiki), https://itenrecht.nl/artikelen/bieden-op-internet-kavel-is-niet-gelijk-aan-het-doen-van-een-bestelling-1

ABRvS 4 april 2018, IT 2596; ECLI:NL:RVS:2018:1134 (Vereniging Slijtersunie tegen burgemeester van Assen, inzake Catawiki) Zie eerder IT 2254. Catawiki exploiteert een veilingwebsite, waarop zij de mogelijkheid biedt sterke drank te verkopen en te kopen. De verkopers kunnen sterke drank in de vorm van zogenoemde kavels ter veiling aanbieden en zorgen voor de levering en bezorging van de kavels. Catawiki heeft geen vergunning om het slijtersbedrijf uit te kunnen oefenen. SlijtersUnie stelt dat Catawiki artikel 19 lid 1 Dhw overtreedt, omdat zij gelegenheid biedt tot het doen van bestellingen voor sterke drank. In de Dhw is geen definitie opgenomen van het begrip “bestelling”. Er wordt aangesloten bij het normale spraakgebruik. Het doen van een bieding op een aangeboden kavel leidt niet rechtstreeks tot koop en levering of bezorging van die kavel en kan daarom niet gelijk worden gesteld aan het doen van een bestelling. Het hoger beroep van de SlijtersUnie is ongegrond.

IT 2594

Groepsaansprakelijkheid bij auteurs- en merkrechtinbreuk op fronts van slotmachines

Rechtbank 27 jun 2018, IT 2594; ECLI:NL:RBDHA:2018:7746 (Novomatic c.s. tegen Betsoft en Carmando), https://itenrecht.nl/artikelen/groepsaansprakelijkheid-bij-auteurs-en-merkrechtinbreuk-op-fronts-van-slotmachines

Rechtbank Den Haag 27 juni 2018, IEF 17802; IT 2594; ECLI:NL:RBDHA:2018:7746 (Novomatic c.s. tegen Betsoft en Carmanco) Auteursrecht. Merkenrecht. Novomatic houdt zich bezig met ontwikkelen van (online) kansspelen en exploitatie van landbased slotmachines (gokspel/fruitautomaat). Eiseressen zijn (deels) auteursrechthebbenden door op 'landbased slotmachines' aangebrachte merktekens en naamswijziging/fusie. Speelfronten van de spellen zijn auteursrechtelijk beschermd. De online aangeboden spellen maken daarop inbreuk. Tevens inbreuk op geldige Benelex- en Uniemerken. Toerekening van deze inbreuken aan licentiehouder; licentieovereenkomst niet overgelegd. Betrokkene bij licentiehouder aansprakelijk 'als ware hij bestuurder'; persoonlijk ernstig verwijt. Roulerend eigenaarschap/exploitatie schap websites leidt tot groepsaansprakelijkheid. Bestuurder van licentiehouder (trustmaatschappij) niet aansprakelijk. De rechtbank beveelt Betsoft c.s. auteursrechtinbreuk op de spellen ‘Hot Shot’ en ‘Random Runner’, ‘Revolution’ en ‘Hell Raiser’ in Nederland te staken en gestaakt te houden en staking gebruik merk RANDOM RUNNER.

IT 2543

Voormalig artiestenmanager vordert met succes NRC-artikel over relatief licht vergrijp uit Google zoekresultaten

Rechtbank 15 feb 2018, IT 2543; ECLI:NL:RBAMS:2018:1644 (voormalig artiestenmanager tegen Google en NRC), https://itenrecht.nl/artikelen/voormalig-artiestenmanager-vordert-met-succes-nrc-artikel-over-relatief-licht-vergrijp-uit-google-zo

Rechtbank Amsterdam 15 februari 2018, IT 2543; ECLI:NL:RBAMS:2018:1644 (Voormalig artiestenmanager tegen Google en NRC) Vergeetrecht. Rekest; toewijzing verzoek tot verwijdering van persoonsgegevens uit zoekresultaat van zoekmachine Google; reikwijdte verbod verwerking bijzondere persoonsgegevens als bedoeld in art. 16 Wbp; Costeja-arrest, belangenafweging; strafrechtelijke persoonsgegevens met privacygevoelig karakter, onvoldoende zwaarwegend publiek belang. Verzoeker wijst er daartoe – samengevat – op dat de koppeling verwijst naar het NRC-artikel dat een proces beschrijft dat dateert van (inmiddels) tien jaar geleden en dat bovendien veel onjuistheden bevat. De koppeling maakt dat [verzoeker] nog regelmatig wordt geconfronteerd met dit strafbare feit, een relatief licht vergrijp, terwijl hem daarvoor reeds een taakstraf is opgelegd die hij zonder protest heeft ondergaan; daarmee wordt verzoeker door de koppeling aanvullend gestraft.

IT 2520

Artikel 36 en 46 Wbp is niet bedoeld om onwelgevallig, maar niet onrechtmatige artikelen via verwijderingsverzoek aan Google aan het publiek te onttrekken

Rechtbank 20 mrt 2018, IT 2520; ECLI:NL:RBLIM:2018:2751 (Verzoeker tegen Google), https://itenrecht.nl/artikelen/artikel-36-en-46-wbp-is-niet-bedoeld-om-onwelgevallig-maar-niet-onrechtmatige-artikelen-via-verwijde

Rechtbank Limburg 20 maart 2018, IEF 17582; IT 2520; ECLI:NL:RBLIM:2018:2751 (Verzoeker tegen Google) Mediarecht. Bescherming persoonsgegevens. Verwijdering uit zoekmachine Google Search: het recht om vergeten te worden, belangenafweging. Een verzoek op grond van artikel 36 jo. 46 Wbp is echter niet bedoeld om die procedure te omzeilen en kan evenmin worden aangewend om onwelgevallige, maar niet onrechtmatige artikelen via de omweg van een verwijderingsverzoek aan een zoekmachine-exploitant aan het zicht van het publiek te onttrekken.

IT 2506

Uitspraak ingezonden door Bert Gravendeel, Gravendeel advocaten.

VESTIVAL vanwege de afwijkende spelling niet zonder meer beschrijvend voor festivals

Rechtbank 7 mrt 2018, IT 2506; ECLI:NL:RBDHA:2018:2643 (Eiser tegen Havensluis), https://itenrecht.nl/artikelen/vestival-vanwege-de-afwijkende-spelling-niet-zonder-meer-beschrijvend-voor-festivals

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 maart 2018, IEF 17545; IT 2506; ECLI:NL:RBDHA:2018:2643 (Eiser tegen Havensluis) Merkenrecht. Eiser heeft in 2013 en 2014 twee Benelux-beeldmerken ingeschreven waarin het woord VESTIVAL te lezen is. Havensluis heeft in 2016 en 2017 twee Benelux-beeldmerken ingeschreven waarin het woord VESTIVAL te lezen is. Voor de organisatie van festivals maakte de heer A, voormalig zwager van eiser, gebruik van de domeinnaam vestival.eu en accounts op Facebook, Instagram en Twitter. Nadat de vennootschappen van A failliet worden verklaard, is Havensluis administrator van het Facebookaccount geworden en is 020 Vision, dat Havensluis als statutair bestuurder heeft, geregistreerd als domeinnaamhouder van vestival.eu. In 2018 heeft Havensluis de naam van het Facebookaccount gewijzigd in Oh My! Music Festival. Het merk is niet zonder meer beschrijvend voor festivals, omdat het met een 'V' wordt gespeld. Eiser vordert met succes dat Havensluis ieder gebruik van de benaming VESTIVAL te staken. De verschillen tussen teken en merk wegen minder zwaar dan de (opvallendere) overeenkomst in het gebruik van de V als beginletter. De sociale-media-accounts hoeven niet overgedragen te worden, daar niet in valt te zien dat het gebruik van deze accounts na naamswijziging nog inbreukmakend is op de merkenrechten van eiser.